Het naderende voorjaar doet rare dingen met een mens, en vooral sportvissers hebben er last van. De temperaturen van het viswater zijn nog maar net aan het omhoog kruipen, of veel vissers gaan alweer uit hun dak. Een bekend verschijnsel; men lijdt aan het eigen enthousiasme…

Ik merk het aan de appjes en berichten op mijn telefoon. Ach ja, die laatste dagen van februari en de eerste dagen van maart; hoe vaak zijn ze al niet aanleiding geweest voor een te vroege opstart van het seizoen, met onnodige ophef, verloren benzine, valse adrenaline en visloze sessies. We wilden te graag, maar het was nog te koud en de vis zat er nog niet! Te vroeg gepiekt…

 

Koelboxen en barbecues

De telefoon gaat. Vismaat 1 meldt dat hij slecht geslapen heeft en droomde dat hij op de pier tussen een school jagende makrelen terechtkwam. Het was nog maar net zomer, maar het ging compleet los! Ook op het droge ging het compleet los: van heinde en verre werden koelboxen en barbecues aangesleept en huismoeders met kinderen kwamen in het kielzog van de vissende vaders. Ze  zetelden zich op klapstoeltjes rond de paradijselijke stek waar vismaat 1 al snel omringd werd door collega-zeevissers met de jacht in het bloed en een mistige waas in de ogen. Schouder aan schouder schoven ze dichterbij. Pats. Daar kreeg hij een stomp van een zeevisser die hem vol afgunst zijn verenpaternoster met zes makrelen afhandig wilde maken. Maar gelukkig: het was maar een droom! Vismaat werd zwetend en met wijde ogen wakker naast zijn bed. ‘Ga asjeblieft koffie zetten!’ beet zijn vrouw hem toe vanuit de echtelijke sponde…

Op mijn telefoon klinkt nog een vreemd geluid. Na lang zoeken ontdek ik een Instagram-berichtje van vismaat 2: ‘Ik sta bij de Zeelandbrug. Het zonnetje schijnt heerlijk. Hopelijk zit er al een zeebaarsje of een vroege makreel. Kom je ook?’

Ik kan mijn ogen niet geloven. Het is begin maart en vanmorgen stonden de ijsbloemen nog op de voorruit van de auto, en meneer staat vrolijk met kunstaas te werpen in het koude Oosterscheldewater! Schuddend met mijn hoofd kijk ik uit mijn zolderraam, waar een waterige zon achter het glas schijnt maar de thermometer onverbiddelijk 7 graden aanwijst.

Let op, de forsythia begint nu hier en daar al te bloeien (dd 20 maart 2021)…

 

Gele bloemen

Ik ga maar even koffie zetten. Uit mijn keukenraam kijk ik naar de bomen en de struiken, die me kleurloos aanstaren. Hoewel, die mooie elzenboom staat al prachtig te pronken met zijn donkere proppen en zijn goudgele langwerpige ‘snottebellen’ waartussen sijsjes hun kostje bij elkaar scharrelen. Tussen de struiken staat die ene forsythia. Hij zit al wat groengelig in de knop. Ik houd hem in de gaten, want ik weet wat mijn oude vismaat Rob gezegd heeft: “Let op, wanneer de forsythia gaat bloeien en zijn gele bloemen uitkomen, dan hebben de botten gepaaid en zoeken ze hongerig het strand op en gaan achter de garnalen aan”.

Want zo is het: als de forsythia bloeit gaat het zeevissen weer echt van start!

Berend Masselink

 

Deze blog verschijnt als voorwoord in de Zeehengelsport editie 376 die deze week is verschenen.