In Nederland hebben we een lange traditie van het meten van onze recordvissen en blijft het vaak gissen naar het werkelijke gewicht. In het buitenland is dat heel anders. Daar registreren ze al langer het gewicht, zoals in Ierland, de UK, Denemarken, Zweden en Italiƫ. Daar ligt de lat niet op 130 cm, maar op 40 lb of 20 kg. In Nederland lijkt het alsof de grotere snoeken steeds zwaarder worden en het wordt dus wellicht de moeite waard om ook het gewicht meer een rol te laten spelen. Zeker omdat het lijkt dat er soms die ene mega-zware uitschieter bij kan zitten. Hierover in dit artikel meer!
Tekst: John Smit, fotoās: John Smit & Volkmar Strikkers
Het afgelopen jaar heb ik in dit magazine een aantal artikelen geschreven. Artikelen waarin ik het vissen met jerkbaits verder uitlichtte, in drie delen. En een artikel over de aanpak op nieuw water, vanuit de boot en met gebruikmaking van de Raymarine-apparatuur aan boord. Ook gaf ik daarin tips hoe je meer succes kunt boeken door de combinatie van boot, locatiekeuze, plan van aanpak, omstandigheden en aaskeuze te optimaliseren. Dat laatste ben ik zelf afgelopen najaar ook blijven hanteren en dat heeft tot flinke resultaten geleid. En heeft wellicht zelfs geresulteerd in een van de zwaarste snoeken, zo niet de zwaarste snoek ooit in Nederland gevangen?
BIZAR (NA)JAAR
2021 was voor mij een bizar jaar. En dan doel ik op de vangsten van grote snoeken. Ik ving een groot aantal vissen boven de meter en diverse snoeken boven de 120 cm. Ik beleefde een absolute topsessie waarin in iets minder dan vijf uur bijna 20 snoeken de binnenkant van mijn boot zagen, waarvan er acht vissen boven de meter waren met daaronder vier vissen van boven de 118 cm. Ik verbeterde in 2021 driemaal mijn PR dat tot dan op 127 cm stond. Eerst met een bak van 129 cm, vervolgens eentje van de magische grens van 130 cm en alsof dat nog niet genoeg was, ving ik er ook nog eentje die weer een centimeter langer was; een waar monster van 131 cm, absoluut geweldig! En al deze vangsten zijn gedaan op groot, open water. Kortom, een jaar om in te lijsten!

Wat mij echter het meest verbaasde was het enorme gewicht dat de laatste vis van 131 cm op de weegschaal produceerde: 21,8 kg! Ik herinner nog goed het moment waarop Hendrik-Jan en ik al tijdens de dril elkaar aankeken en wisten dat dit een mega-vis was. Na het zetten van de haak rolde de vis al vrij snel aan het oppervlak en het was de enorme witte buik die duidelijk maakte dat er iets bijzonders ging gebeuren. Toen ik haar na een stevige dril voor het eerst naast de boot in het water zag, begon de adrenaline ongeveer uit mijn poriĆ«n te spuiten, zware grote vissen maken zoveel meer indruk! We keken elkaar aan en een ding was zeker: deze vis komt in het net! En in dat net werd pas echt duidelijk hoe groot en zwaar deze vis was. Dat paste maar nauwelijks en het binnen tillen hebben we dan ook voorzichtig met zijn tweeĆ«n gedaan, de vis goed ondersteunend, dat is heel belangrijk. Ik stond te trillen van de spanning, het is eigenlijk een wonder dat er nog een paar scherpe fotoās gemaakt konden worden. Over de oerkreten en andere primaire geluiden na de mooie release ga ik het niet hebbenā¦
GEWICHTIGE MONSTERS
Het was dus de omvang, het hoge gewicht van deze monstersnoek dat ons het meest verraste. En daar ben ik met een aantal vismaten wat dieper ingedoken. Tot nog toe hebben we in Nederland geen registratie kunnen vinden van een snoek die zwaarder was. Wel in het buitenland. Daar registreren ze al langer het gewicht en zijn onder andere in Ierland, de UK, Denemarken, Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland en zeker in ItaliĆ« registraties van (veel) zwaardere vissen gedaan. Zoals het monster van Federico Proietti uit ItaliĆ« van 23,24 kg en 135 cm!Ā

ITALIAANSE XXL SNOEKEN
Federico Proietti is een fanatieke Italiaanse snoekvisser die de laatste 5 jaar heel gericht op monstersnoeken vist in zijn thuisland en inmiddels heel wat grote, zware snoeken heeft gevangen, voornamelijk in diepe Alpenmeren. Zijn recordsnoek van 135 cm woog maar liefst 23 kg 240 gram!
Federico werkt als professionele visgids in Finland (WFA Travel) en het vangen van grote snoek is een obsessie geworden. Hij vist soms met aasvissen, maar de meeste grote vissen heeft hij met kunstaas gevangen. Groot Ć©n langzaam, āgo big or go home!ā is zijn devies. Die grote vissen willen zo min mogelijk energie verspillen en met zo min mogelijk moeite zoveel mogelijk calorieĆ«n binnenkrijgen. Zijn recordvis ving hij afgelopen november heel langzaam trollend (1,2 km/u) met een grote 50 cm lange Savage Gear Burbot, een kwabaal-imitatie. Een 133 cm vis ving hij pelagisch met een Savage Gear Monster Slug en onlangs nog een 127 cm snoek werpend met een diepgeviste Miuras Mouse, die hij eerst 20 seconden liet afzinken om vervolgens tergend langzaam binnen te vissen langs een scherpe hoek van een diep talud.
Esox cisalpinus
De recordvis heeft de kenmerkende lichte kleuren en bijzondere tekening die we bij veel Italiaanse snoeken tegenkomen die behoren tot de soort Esox cisalpinus. Sinds 2011 is dat de wetenschappelijke naam voor deze zuidelijke variant van de ānorthern pikeā Esox lucius, die je in de Italiaanse Alpenmeren en in Midden-ItaliĆ« kunt tegenkomen. Het verschil tussen āonzeā snoek zit hem vooral in de tekening (meer horizontaal gestreept), de kleur en het kleinere aantal schubben langs de laterale lijn.
Het (officieel) registreren van het gewicht doen we niet in Nederland dus. In Nederland meten we onze records in lengte, en zelden wordt een vis (echt goed) gewogen. Mede daarom zijn zwaardere snoeken wellicht niet bekend, of niet bekend gemaakt. De zwaarte van deze buitencategorie snoeken blijft me fascineren en ik ben dus benieuwd of er naar aanleiding van dit artikel zwaardere vissen opduiken en of het registreren van gewicht, net als bij bijvoorbeeld karper, meer gedaan gaat worden.
Het verschil in gewicht van laten we zeggen een vis van 125 cm kan enorm groot zijn. De vis zelf speelt een rol, maar bijvoorbeeld ook het type water, het seizoen en de leeftijd van de vis. De vis van 129 cm woog bijvoorbeeld 14,5 kg, gevangen eind augustus. De vis van 130 cm 18,5 kg en de vis van 131 cm dus 21,8 kg. De laatste twee gevangen in november en december. Op zich interessant omdat de āgeleerdenā zeggen dat een snoekdame haar maximale gewicht haalt rond de 125 cm en dan voornamelijk op de rivieren heel erg zwaar wordt bij een maximaal gewicht van rond de 18 kg (40 lb). De laatste twee vissen waren zwaarder en gevangen op groot, open water.
Volkmar Strikkers heeft indertijd al een heel artikel gewijd aan gewichten van grote snoeken op ons platform The Dutchanglers, inclusief een ārekentoolā en gewichtsgrafieken van snoeken op de rivier en stilstaande wateren en daaruit blijkt dat mijn laatste vis op alle manieren van de grafiek af vliegt⦠buitencategorie kennelijk. Het artikel is nog steeds heel interessant om te lezen, zeker de moeite waard!

GEWICHTIGE DISCUSSIE
Nergens worden snoeken zo zwaar als op de rivieren en daarmee in directe verbinding staande wateren. Een riviersnoek is, in dezelfde conditie/periode en bij dezelfde lengte, gemiddeld 27% zwaarder dan een soortgenoot van stilstaand water. Dat is nogal wat! Klinkt bijna onmogelijk want ondanks dat een riviervis doorgaans wat breder gebouwd is, is het volume zeker geen 27% groter. De clou zit hem dan ook in het feit dat riviersnoeken (veel) meer spiermassa kweken dan hun soortgenoten van het stilstaande water. Dit zie je terug in de vaak brede schouders, enorme staartwortel en het strakke lijf. Net een atleet dus! Bij eenzelfde volume is spiermassa 22% zwaarder dan vet. Dan is die 27% gewichtsverschil opeens zo gek niet meer!



HERKENBARE PATRONEN
Waar het mij hier om gaat is wat deze vis nu zo zwaar maakte. En of ik een patroon herken in de vangsten van die grotere zware vissen. Dat lijkt wel zo te zijn en ik vertel daar graag iets meer over. Niks wetenschappelijks, gewoon wat ik in al die jaren in de praktijk mee heb gemaakt en waar ik probeer rekening mee te houden. Wil je zelf ook je kans vergroten op zoān monster, dan zijn deze tips wellicht waardevol.
Periode van het jaar: Allereerst lijken de snoeken hun zwaarste gewicht in het jaar ergens vanaf november te halen. En die hebben ze dan tot de paai. Beide variabelen lijken erg te maken te hebben met de watertemperatuur. Daalt de watertemperatuur in het najaar snel, dan halen ze eerder hun hoge gewicht. Stijgt de watertemperatuur vanaf januari sneller, dan paait de snoek eerder en zijn ze dat zware gewicht weer kwijt. Licht speelt daarbij ook een rol lijkt het. Op zonnige dagen heb ik wel eens snoek in februari onder het ijs zien paaien!
Aasaanbod en locatie: Vervolgens komt die groei van dat gewicht natuurlijk niet uit de lucht vallen. Om een vetvoorraad voor de winter aan te leggen en om genoeg energie te krijgen om de eitjes te produceren voor de paai (alle grotere snoeken zijn vrouwtjes), moeten de snoeken heel wat vreten, zeker in oktober en november. Hiermee wordt het dus cruciaal om niet alleen te weten WAAR ze dineren maar ook WAT bovenaan de menukaart staat. Als het gaat om de allergrootste, allerzwaarste snoeken is mij wel duidelijk geworden dat brasem dƩ aasvis is waar deze dames het meest van houden. Iets om je in je achterhoofd te houden!

De locatie speelt natuurlijk een zeer grote rol, die grote vissen zwemmen niet overal en verspillen liefst zo min mogelijk energie. Scholen aasvis op open water, of kribvakken waarin vis groepeert, dat is wat je wilt vinden. En blijf daarbij in de buurt, ook als de scholen snel zwemmen. De grote vissen zwemmen gewoon mee en liggen vaak aan de buitenkant of onder de school. Met mijn Raymarine-apparatuur hou ik de school in beeld en op de kaart hou ik mijn ātracksā (sporen) in de gaten waar ik geweest ben. Zo krijg ik een goed gevoel over hoe de school beweegt en hoe snel. En dan het moeilijkste; wat als je die scholen aasvis, scholen brasems niet kunt vinden? Toch gaan vissen of blijven zoeken? Ik blijf zoeken, ook al moet ik een uur of meer rondvaren om ze te vinden. De kans op een echt grote vis is zoveel groter bij een school aasvis, daar wil ik in de buurt zijn!
Vervolgens moet je bepalen wat ze eten. Voorn, brasem, baars⦠Maakt niet zoveel uit, maar hoe eerder je dat weet en hoe beter je dat kan matchen, des te groter wordt de kans om een dikke snoek te vangen. En maak je geen zorgen over het formaat van je aas. In deze periode willen dit soort vissen graag een grote snack. Aas van 30-50 cm is niet verkeerd, integendeel. Jaren terug werd mijn brasem van 55 cm (!) gegrepen door een 117 cm snoek, die kennelijk heel veel honger had. Bij nadere inspectie zagen we dat het achterlijf van een roofblei van ongeveer 60 cm nog uit de keel stak! Size does matter⦠zeker bij hele grote snoeken.
TERUGKERENDE WAYPOINTS
Een ander element dat ik mee wil geven is het bizarre feit dat ik nu terugzie dat de meeste van mijn echt grote vissen (120 cm plus) grotendeels rond dezelfde gps-locaties gevangen worden (ik zet direct een waypoint als ik denk dat ik een grote vis gehaakt heb). En dit zijn niet dezelfde vissen/doublures! Om de een of andere reden is voor een grote snoek die ene plek kennelijk heel aantrekkelijk. Zo ontdekte ik een keer dat een plek een kuil in het talud had zitten. En daar lagen ze in. Of op een andere plek waar wat stroming stond bleek een richel op de bodem te lopen van ongeveer 50 cm hoog. En daar lagen ze achter. Zet dus een waypoint voor elke dikke snoek en misschien ga je een patroon herkennen! Zelf gebruik ik Navionics SonarChart Live⢠omdat ik hiermee nog beter de bodemstructuur kan scannen en in kaart kan brengen en wellicht net dat ene detail oppik dat het verschil maakt wat ik daarna met mijn Raymarine down- en sidevision verder bekijk.

BIJTMOMENTEN
Vissen eten niet de hele dag. Sterker nog, ze eten eigenlijk maar relatief weinig momenten op een dag. Ik denk dat iedereen dat wel kent. Die gouden bijtuurtjes waarin je niks fout kunt doen. En die eindeloze uren daarvoor waarin op dezelfde plek helemaal niets gebeurde. Je zult dus of agressie uit moeten lokken zodat ze bijten, of er moeten zijn wanneer ze gaan vreten. En dat moment van vreten, dat vind ik het moeilijkste van alles, helemaal in de winter. Dat kan al gebeuren als opeens de zon op het water valt. Of als er een windje opsteekt. Als ik hierover al iets zou willen roepen dan zou ik zeggen dat de periode tussen 10.30 uur en 12.00 uur in de winterperiode meer produceert, net als de periode aan het einde van de dag in de schemering. Ook de nacht schijnt goed te zijn, dat heeft het moderne pelagisch vissen met de nieuwste sonartechnologie wel uitgewezen, maar dat heeft niet mijn voorkeur. Ik vis liever gewoon overdag van zonsopkomst tot zonsondergang.
Mijn benadering is meer van geduld en gebruik van mijn apparatuur. Als ik gericht op grote vis ga (en dat doe ik het liefst) zoek ik eerst de plekken op waar ik aasvisscholen vind, liefst in de buurt van waypoints waar ik eerder grote vis heb gevangen. En dan blijf ik daar! De hele dag. Ik draai er rondjes omheen, zoek grote signalen. Werp met diverse soorten kunstaas. Laat een fireball met een dode aasvis meedriften. Of doe een fireball onder een dobber met een aasvis. Ik probeer van alles. Desnoods urenlang. Want ik weet dat op ƩƩn moment de vis aangaat. En dan wil ik er zijn. En beet krijgen!
DOORZETTEN
Dit is misschien wel het belangrijkste en taaiste onderdeel van het gericht jagen op de grootste vissen. Doorzettingsvermogen. Uren, dagen, in vaak koud en nat weer waarin niks gebeurt. En dan die ene aanbeet waarin je dat allemaal weer vergeet. En dat natuurlijk ook gecombineerd met een portie geluk. Want dat blijft natuurlijk; die ene topvis moet dan wel net degene zijn die je aas pakt. Maar met bovenstaande aanpak weet ik voor mezelf in ieder geval zeker dat mijn succespercentage veel groter is geworden.
En dan is er nog de discussie over de impact van luchtdruk. Daar lopen de meningen uiteen. Zelf vang ik het best bij een stijgende luchtdruk en bij een snel gedaalde luchtdruk (depressie met wind en regen, snoekweer! Wel lastig met de boot). Hoge luchtdruk (hoger dan 1020 hPa) vind ik niet geweldig en die dagen doe ik liever wat anders. Maar eerlijk is eerlijk; over dit onderwerp lopen de meningen sterk uiteen. Hetzelfde geldt voor de maanstand. Ook veel theorieĆ«n. Een ding weet ik in ieder geval uit de zeevisserij: bij volle maan en heldere nachten jaagt de vis meer ās nachts. En zijn ze overdag minder actief. Doe er je voordeel meeā¦
Samenvattend, hoe vergroot je nu je kans op zoān zware monstersnoek:
- Richt je op de periode van gedaalde watertemperaturen.
- Zoek naar gegroepeerde aasvis.
- Match the hatch; vis met wat lijkt op de gewilde prooivis.
- Zet een waypoint waar je beet hebt gehad van een grote snoek.
- Registreer het tijdstip op de dag.
- Luchtdruk en maanstand; zelf beoordelen.
- Doorzetten en uren maken.
- Combineer het met een portie geluk!

Dat zijn de variabelen die je kansen kunnen vergroten. En als je dan zoān grote monstersnoek uitgedrild naast de boot hebt liggen, wees er dan extra voorzichtig mee! Een groot landingsnet gebruiken. Ondersteunen bij het tillen, niet alleen in de kieuwgreep, daar is zoān moddervette vis veel te zwaar voor. Voorzichtig neerleggen, want de vis is zwaar maar heeft geen structuur rond de organen zoals wij en die raken dus snel beschadigd. Wil je een uitzonderlijke vis wegen (met een goede, geijkte unster), zorg dan dat je alles klaar hebt liggen zodat dat zo min mogelijk tijd in beslag neemt. Weeg de vis of in een weegzak die groot en sterk genoeg is, of in een ābrancardā, of anders in een groot landingsnet. En bij terugzetten vasthouden en de vis rechtop zetten/houden. Ze moet uit je hand wegzwemmen, dat is cruciaal. En dat is dan ook een onvergetelijk moment en afsluiting van een geweldige vangst. Ik hoop dat je grote successen gaat hebben met het vangen van deze topvissen. Unieke vissen waar we heel zuinig op moeten zijn!
