Herfst Roofblei

Op rivierplassen

Voor de meeste mensen is roofblei inmiddels een bekende roofvis. Deze zilveren torpedo’s worden meestal in één adem genoemd met stromend water. Hoe harder het stroomt, des te ‘roofbleiiger’ de stek, lijkt het. Waar veel vissers aan voorbijgaan, is dat roofblei ontzettend goed op stilstaand water te vangen is. De diverse plassen die in directe verbinding met een van onze grote rivieren staan, herbergen namelijk een goed bestand aan (grote) roofblei. Sinds een aantal jaar vissen we hier gericht op, met succes. In dit artikel gaan we dieper in op deze visserij. Alle geheimen op tafel!

Tekst & foto’s: Vis Technische Dienst

De roofblei is een zogenaamde ‘exoot’. Dit betekent dat hij van nature niet in Nederland voorkomt, maar ondertussen is de roofblei ingeburgerd en komt wijdverspreid voor. De soort heeft namelijk een opmerkelijk vermogen om zich aan te passen aan de omstandigheden. Van het snelst stromende water dat we hier kennen tot aan eendjesvijvers in sierparken: de roofblei weet zich er te handhaven. Van een agressieve jager die razendsnel door scholen vis in het oppervlak jaagt, tot een luie slobberaar van broodkorsten. De roofblei is van alle markten thuis.

Grote roofbleien zijn prachtig om te bekijken in het water. Check die puntige staartvinnen eens!

NIEUW JACHTGEBIED

Rivierplassen in ons land hebben een belangrijke functie als opgroeigebied voor jonge vis. Jonge blankvoorn, winde, baars en roofblei komen hier in de zomermaanden vaak in zeer hoge aantallen voor. Het water is er rustig, de oevers zijn ondiep en er staan vaak waterplanten. Kortom: in de plassen is meer beschutting en voedsel aanwezig dan op de aangetakte rivier. Niet onlogisch dat ook de roofbleien hier graag naartoe trekken om te jagen.

De vroege ochtenduurtjes zijn de beste momenten van de dag.

Het bestand aan roofblei op de plassen is dan ook vaak hartstikke goed. En het leuke aan de rivierplassen vinden wij juist het stilstaande en heldere water. Want wat is er nou mooier dan op een nagenoeg windstille septemberochtend aan een kraakheldere rivierplas te staan en je topwater aasje in kniediep water de lucht in geslagen zien worden door een dikke roofblei? Daar slaat je hart gegarandeerd een keer van over.

OM GEK VAN TE WORDEN…

Roofblei is een soort die vroeg paait, op stromend water. De soort is dus ook erg vroeg actief te belagen met kunstaas. Als je de social media in de gaten houdt, zie je vissers in maart soms al behoorlijke hoeveelheden grote roofbleien vangen op de rivieren aan snel gevist kunstaas. Het duurt echter een tijdje voordat de grote roofbleien de plassen op trekken en er ook goed te vangen zijn. Het roofvisseizoen gaat elk jaar eind mei weer open. We trekken er dan massaal op uit.

Ongetwijfeld herken je de volgende situatie: je ziet roofblei jagen! Van rustige head & tail bewegingen tot harde klappen en alles wat er tussenin zit. Je kan je geluk niet op en je begint je al rijk te rekenen. Maar dikke pech: wat je ook doet en wat je ze ook voorschotelt, een aanbeet komt er niet. Om gek van te worden! Wat er aan de hand is, is dat roofblei in het late voorjaar volledig gefixeerd is op het jongbroed. Deze visjes zijn nu tussen 1,5 en 3 cm groot en kunnen nog niet zo goed zwemmen. Ze zijn op sommige plekken massaal aanwezig en ze vormen dus een gemakkelijke prooi voor de roofblei. Niet zo gek dus dat de roofblei niet tot nauwelijks geïnteresseerd is in je kunstaas. We denken dat de roofbleien zo gefixeerd zijn op de langzame en minieme bewegingen van het speldaas, dat ons kunstaas de roofblei gewoonweg niet triggert. Het enige dat in deze periode nog wel eens wil werken, is een vrijwel statisch aangeboden ‘visbroedvliegje’ met een vliegenhengel gevist.

Volop jagende roofblei, maar wat je ook doet en wat je ze ook voorschotelt, een aanbeet komt er niet.

Maar hoe verder de zomer vordert, hoe groter de aasvisjes worden en hoe meer moeite roofblei moet doen om zijn prooi te vangen. Hierdoor wordt hij agressiever en gevoeliger voor triggers, waardoor wij ze ook weer beter kunnen foppen. Meestal begint dit halverwege juli. Waar je wel rekening mee moet houden, is dat roofblei in de zomermaanden niet de hele dag even actief is. Veruit de beste periodes zijn (het is een open deur) de ochtend- en avonduren. Het krieken van de dag heeft bij ons hierbij de voorkeur. Op een of andere manier boeken we in de ochtend altijd de beste resultaten.

Een beste roofblei vergreep zich aan een eigenbouw jerkbaitje. Laat in de zomer is je aas niet snel te groot.

MAGISCH!

Wanneer de zomer overgaat in de nazomer en vroege herfst, zeg halverwege september, is de visserij op zijn mooist en best. De roofbleien zijn nu maximaal op jacht, want ze moeten zich volvreten voor de naderende winter. Het mooie is dat de roofbleien in dit jaargetijde de gehele dag te vangen zijn. En roofbleien scholen ook samen in de herfst. Je moet dit niet zien als de klassieke scholenvis (schouder aan schouder), maar zones van plassen waar grote aantallen zich ophouden. Weet je zo’n school te vinden, dan kan het echt magisch worden met meerdere dikke roofbleien in een sessie. Richting oktober, als de herfst meer zijn intrede doet en de watertemperatuur verder daalt, neemt de activiteit van roofblei ook af. Maar vergis je niet: oktober kan ook nog echt een topmaand zijn. Zeker de eerste weken. In november zijn de meeste roofbleien wel verdwenen. Waar ze heengaan? Dat is eigenlijk nog steeds een raadsel. De vermoedens zijn dat ze naar de diepere lagen in de plas gaan en daar overwinteren, maar zeker weten doen we het niet. De roofbleien zijn nagenoeg spoorloos tot het nieuwe seizoen weer begint.

Hangen! Tim drilt een mooie roofblei, zeker in het najaar zijn het echte krachtpatsers.

SIZE DOES MATTER

Roofblei op de plassen is met een grote variatie aan kunstaas te vangen. Eigenlijk is het grotendeels hetzelfde kunstaas dat je ook op de stromende plekken inzet: tailspinners, plugjes, kleine twitchbaits, ratelplugjes, pilkertjes en topwaters zijn onze favorieten. Belangrijk bij de keuze van je kunstaas is dat je goed in de smiezen hebt op welk formaat aasvis de roofbleien aan het jagen zijn. Roofblei is namelijk zeer kritisch op formaat. Dit is misschien wel belangrijker dan kleur of actie. Zorg dus dat je verschillende maten kunstaas bij je hebt. In het begin van het seizoen klein – 2,5 tot 5 cm – en later wat groter: tot een centimeter of 10-12 in september/oktober. Onze favoriete kleuren zijn overwegend zilver(achtig), maar ook wit, groen of oranje willen het bij ons vaak goed doen. Maar eigenlijk is dat puur persoonlijk. We hebben tot op heden nog geen echte uitschieter gevonden.

De DUO Realis Pencil is in veel formaten verkrijgbaar en daarmee een aasje dat inzetbaar is gedurende het hele seizoen.

JACHTTECHNIEK

Tailspinners, (ratel)plugjes en pilkertjes tussen de 5 en 15 gram vis je eigenlijk hetzelfde als op de rivier. Lange worpen maken en op hoog tempo binnenvissen, waarbij je iets kunt variëren in snelheid. Vergeet ook niet om deze aasjes eens naar de bodem te laten zakken en dan snel omhoog te vissen. Roofblei is een soort die zich in alle waterlagen ophoudt. Je gelooft het niet: we hebben ze zelfs aan de traag geviste Carolina rig gevangen, met een 2,5 inch aasje. Twitchbaits vissen we iets anders. Deze kunstaasjes, die we tussen de 5 en 10 cm pakken, twitchen we zo snel we kunnen binnen. Hierbij houden we vrijwel niet stil, behalve bij een tik die niet hangt of een kolk achter je aasje. Dan is het juist wél van belang om het aas een fractie stil te laten vallen.

Roofblei
Tim met een hele mooie roofblei op de Molix WTD Tarpon, één van onze favoriete topwater aasjes!

Dit heeft met de jachttechniek van de roofblei te maken. Vaak beukt de vis zijn prooi murw met zijn kop en komt een paar seconden later terug om het verlamde visje op te eten. Vis je gewoon door dan vang je de vis minder vaak (of hij zit aan de buitenkant van zijn bek gehaakt). Laat je het aasje stil vallen, dan krijg je vaak alsnog die verziekende aanbeet. Het enige kunstaas dat we niet snel vissen, zijn de topwaters. Zowel de poppers als de walk the dog aasjes vissen wel vlot, maar niet extreem snel. Onze ervaring leert dat een vaste snelheid de meeste aanbeten opleveren. Deze zijn vaak ronduit spectaculair, maar het moet ook gezegd worden dat ze ook regelmatig niet blijven hangen. Daardoor zijn deze aasjes wellicht iets minder effectief. Maar die prijs betalen wij graag, want topwaters zijn bij ons favoriet voor de roofblei! We vissen met mini-poppertjes van maar 4 cm tot grotere walk the dog stickbaits van 12 cm.

FAVORIETE ROOFBLEI AASJES

Een greep uit onze favoriete aasjes voor de roofblei. Hier komen ze:

  • Rapala Rippin Rap
  • Rapala BX Minnow
  • Rapala X-Rap
  • Rapala Rip Stop
  • Molix WTD Tarpon
  • Molix Trago Spin
  • Molix Finder Jerk
  • Duo Drag Metal
  • Duo Spearhead Ryuki
  • Duo Pencil
  • Duo Tetra Works Poco Poco
  • Tacklehouse Feed Popper
  • Megabass Dog-X en Dog-X S
Roofblei aas
Kleine, slanke plugjes zoals de Rapala BX Minnow zijn echte roofblei killers.

MATERIAAL

Qua materiaal voldoet je standaard spinhengel in de meeste gevallen prima. Wat wij het liefst gebruiken, is een spinhengel met een lengte rond de 2,40 meter en een werpgewicht tussen de 10 en 30 gram. Persoonlijke favorieten zijn de St Croix Legend Tournament 7,6 Ft Medium-Light (LWS76MLXF2), de Legend Xtreme (LXS76MLXF2) en de Legend Elite (ES76MLXF2). Wat betreft molen voldoet een 2500 maat het beste. Deze ligt goed in balans met een lichte hengel. Een wat hogere inhaalsnelheid is gewenst omdat je meestal snel vist. Onze favorieten zijn de Shimano Stradic, Vanford en als je echt luxe wilt de Vanquish. Op de molen hebben we een 8/00 tot 12/00 gevlochten lijn waarbij onze favorieten de X8 van Sufix en Kairiki van Shimano zijn. Als laatste deel hebben we een voorslag van fluorocarbon van 24/00 tot 30/00 met een FG-knot aan de hoofdlijn geknoopt. Aan de voorslag knopen we een Mustad Fastach speld maatje 0 of 1. Wil je met een dikkere voorslag vissen, neem dan geen fluorocarbon. Dit materiaal zinkt namelijk en kan bij gebruik van dikkere lijnen de actie van met name je topwaters negatief beïnvloeden, bij een dunnere voorslag valt dat mee.

ROOFBLEI TACTIEKEN

Aasjes in de pocket, hengels opgetuigd, wekker vroeg gezet: nu nog de stek. Een goed begin is om te kijken waar de aasvis zich ophoudt. Dit kan je zien door de kleine kringen die ze maken. Of je ziet schooltjes langs de oever trekken. Zie je dit, dan weet je dat de roofbleien vaak niet ver weg zijn. Ook is het slim om de vogels in de gaten te houden. Zo kunnen sterntjes of meeuwen verraden waar zich veel aasvis ophoudt, maar denk ook aan futen. Zie je meerdere futen in een hoek van de plas, dan kan je ervanuit gaan dat daar voldoende aasvis aanwezig is. Verder laat roofblei zich ook vaak zien. Dit kan doordat ze aan het oppervlak draaien of aan het jagen zijn. Of als je je rustig langs de kant beweegt, zie je ze ook vaak cruisen langs en over de ondieptes. Dit laatste is trouwens een van de belangrijkste tips die we je kunnen meegeven. Jakker niet meteen tot je middel het water in, als je op roofblei vist. De meeste aanbeten krijgen wij op maximaal 1 meter diep water! Benader je stek dus rustig, en waaier eerst een paar keer links en rechts de stek uit. Waadt dan, als dat nodig is, het water in. Maar liever blijf je zoveel mogelijk uit het water.

HOTSPOTS RIVIERPLASSEN

Stilstaande heldere plassen: verborgen parels voor de roofbleivissers!

Los van de aanwezigheid van aasvis, kan je roofbleistekken op de rivierplas in grofweg drie categorieën indelen: de oever, het open water en ondiepe platen.

De oever: Vaak zwemmen de roofbleien op de rivierplas parallel langs de oever, meestal langs het talud op. Vanuit deze positie jagen ze visbroed tegen de oever omhoog op. Als je langs deze oevers vist kan je het beste worpen van 45 graden ten opzichte van de oever maken. Pas wel op, aanbeten kunnen hierbij vaak vlak voor je voeten voorkomen, dat is niet goed voor je hart. Maar wel leuk!

Open water: Vaak zwemmen scholen aasvis boven diep water. De roofbleien weten dit en zwemmen in de diepere waterlaag, waaruit ze hun aanval bijna verticaal omhoog uitvoeren. Het is niet erg om je aasje een halve meter diep of zelfs in het oppervlak boven 10 meter water te vissen. Aanbeten zijn hier vaak zeer explosief en de roofblei komt hierbij soms helemaal het water uit, zeker als je topwaters gebruikt. Check onze YouTube-film over topwaters maar eens, van afgelopen jaar!

Ondiepe platen: Vaak heb je in rivierplassen ondiepe platen of uitlopers. Daar heb je in de regel meer plantengroei waardoor er ook veel aasvis zit. Met name in de vroege ochtenduren of in de avond komen de roofbleien deze platen op om te jagen. Dit zijn onze favoriete topwater stekken!

Aanbeten zijn hier vaak zeer explosief en de roofblei komt hierbij soms helemaal het water uit, zeker als je topwaters gebruikt!

GEVOELIGE VISSEN

Wees je ervan bewust dat roofbleien gevoelige, kwetsbare vissen zijn. Mocht je een vis hebben uitgedrild, houd hem dan nog even een halve minuut onder water zodat deze een beetje bij kan komen. Grote roofbleien kan je prima aan hun staartwortel vasthouden. Nog beter is natuurlijk een drijvend landingsnet. Dan kan je de vis scheppen en even rustig in het water laten liggen, terwijl jij ook even bij kan komen en je camera in orde maakt. Wanneer je foto’s maakt, houd de vis niet te lang uit het water. Doe je dat wel dan duurt het heel lang voordat een roofblei weer een beetje bij is. En tot slot: gebruik géén kieuwgreep! Doe je dit dan is de kans dat het kieuwdeksel uitscheurt heel groot, met vaak dodelijke gevolgen! Wil je met een roofblei op de foto, ondersteun deze dan met één hand onder de borstvissen en houd met de andere hand de staartwortel vast.

Behandel roofbleien voorzichtig en til ze niet meer dan nodig uit het water.

Het roofbleien op de rivierplassen is een fantastische visserij om lekker een paar uurtjes te doen. Zeker nu, op het moment dat deze Beet op je mat valt. De aanbeten zijn on-Nederlands hard. Spektakel van de bovenste plank. Pak een hengel, je doos met kunstaasaasjes en ga lekker roofbleien!

gerelateerde artikelen

Instagram