BART DEBAES – ‘Was het wat?’ ‘Nee, niks gevangen, op een paar schoolbaarsjes na dan, maar die tellen niet…’ Een gesprekje dat best wel wat lezers zullen herkennen. De gemiddelde visser is nu eenmaal uit op grote vissen, en niet op de jonkies. Bart Debaes is echter geen gemiddelde visser: hij heeft naar eigen zeggen ‘de gelukkige afwijking dat ik wat minder gevoelig ben aan het “grote vissensyndroom’. Bart vindt het dan ook juist heel erg fijn om lekker veel actie te krijgen, ongeacht het formaat van de vis. In deze bijdrage vertelt hij hoe hij dat aanpakt als hij het op zeebaars gemunt heeft.
Ik vis graag op fint, die prachtige roofharingen, en daarvoor gebruik ik bij voorkeur heel klein kunstaas. Aasjes van hooguit een paar grammen laten zich niet ver werpen met zware hengels en dikke lijnen en al evenmin goed vissen. Een lichte hengel is dan de oplossing. Afgelopen zomer was ik een keer in een gekke bui en besloot ik hengeltje met een werpgewicht tot 4.5 gram mee te nemen – zo’n flinterdun dingetje dat normaliter bedoeld is om met kleine lepeltjes de forel te belagen. Het hengeltje was nieuw en ik wou het zo snel als mogelijk eens testen. Amai, amai, wat beleefde ik er een machtige sessie mee! De finten waren niet thuis, maar de zeebaarzen wel. De eerste dril deed me al staan trillen op mijn benen van de spanning. Ik haakte op een verre worp namelijk een dikke dertiger zeebaars, maar dan in de flank. Het hengeltje ging compleet hoepelrond, en de slip moest meermaals helpen voorkomen dat de eerste dril ook de laatste van dit stokje zou zijn.
Dit is een premium artikel.