Grote voorn, meer is er bij Jan van Schendel niet nodig om hem enthousiast te krijgen. Als het dan ook nog eens om grote aantallen gaat is hij al helemaal niet meer te houden! Liever gisteren dan vandaag ging hij op pad om ze te vangen. Vlakbij de woonboot van ex-Beet redacteur Juul Steyn houden zich enorm veel en grote voorns op. Ideale ingrediënten voor een nieuwe aflevering Cityfishing!
Door Jan van Schendel
https://www.youtube.com/watch?v=IQetF8weci0
Er is enorm veel viswater in Amsterdam, maar er zijn erg weinig goed bereikbare plekken. Nog maar kort geleden had ik de mogelijkheid om Amsterdam eens aan de tand te voelen. De Da Costakade om precies te zijn en hoewel ik ervan overtuigd ben dat daar normaal gesproken echt goed te vangen is, vroor het precies in de nacht voor de visdag pittig en vielen de vangsten (waarschijnlijk daardoor) iets tegen.
Binnen twee weken zag ik wat foto’s van ‘bakken van voorns’, die werden gevangen op maar enkele kilometers van waar ik had gevist in heel diep water. Al snel werd besloten tot een nieuwe Amsterdamse visdag en wat een prachtige dag is dat geworden!
De Borneokade ligt net iets ten oosten van het centrum van de stad en het eerste wat me bij aankomst opvalt is hoe relatief rustig het hier is. Je hebt hier echt niet het gevoel dat je middenin de grootste Nederlandse stad aan het vissen bent.
Royaal
Het water is hier langgerekt, langs de kade liggen woonboten en één van die boten wordt bewoond door ex-Beet redacteur Juul Steyn. Hij was het die me naar hier had gelokt. Zijn enthousiaste verhalen hebben ervoor gezorgd dat we nu voor een tweede maal in Amsterdam zijn neergestreken.
Juul is zelf visser in hart en nieren, hij begrijpt als geen ander wat wintervissen inhoudt. Vlak voor onze aankomst heeft hij de stek pal tegen een woonboot nog van wat voer voorzien. De stek is luxueus. Een royale houten steiger die aan één kant aan een woonboot grenst. En dat is als het goed is waar de vissen zich bevinden; onder die woonboot. Een prettige bijkomstigheid is dat het een perfect beschutte plek is. Geen overbodige luxe want het is echt hondenweer met volop regen en storm.
Het wordt hoe dan ook een bijzondere visdag, want dit is absoluut de diepste visplaats die ik in jaren heb bevist; zelfs pal tegen de eigen oever is het al 6 meter diep, op de stek tegen de 7 meter. Gedurende de hele dag heb ik om die reden ook met een compleet hengeldeel achter me gevist. Telkens als ik een vis haak moet ik dat extra hengeldeel volledig gebruiken om de vis uit het water te kunnen tillen! Zo diep is het hier.
“Het is veel moeilijker om aas en voer op exact de goede visplek te krijgen in vergelijking met het vissen op ondiepere wateren.”
Het vissen op diep water zorgt altijd voor een extra uitdaging. Het is veel moeilijker om aas en voer op exact de goede visplek te krijgen in vergelijking met het vissen op ondiepere wateren. Gelukkig is er maar weinig stroming en is de bodem redelijk vlak.
Ik besluit om het lokvoer iets extra te bevochtigen. Dit voer bestaat overigens uit precies dezelfde samenstelling die ik altijd en overal gebruik tijdens de wintermaanden bij het vissen op voorn; 1 liter van den Eynde Supercrack Voorn zwart en dat aangemaakt met zoveel mogelijk verse duivenmest. Duivenmest bevat vocht, wat in principe genoeg is om het voer mee aan te maken. Ik voeg er (in principe) dus geen extra water aan toe.
Baitdropper
Ik heb het nooit precies gewogen maar uit ervaring weet ik ongeveer hoeveel duivenmest er nodig is om deze hoeveelheid droog voer te bevochtigen. Ik schat dat je toch wel 1 kilo duivenmest kunt gebruiken om die ene liter droog voer de juiste vochtigheid te geven.
“Dit zorgt onder water voor een enorm lokkende werking op voorns!”
Voor ondiepere wateren houd ik er van om dit voer zo droog mogelijk te gebruiken. Door het grote percentage duivenmest verkrijg je een behoorlijk bindend lokaas met heel veel ‘werkende’ (stijgende en weer dalende) voerdeeltjes. Dit zorgt onder water voor een enorm lokkende werking op voorns!
Zo zonder extra bevochtigen vissen op deze grote diepte zou echter te riskant zijn. Vandaar dat ik het voer toch ietsje natter heb gemaakt. Ik voer 4 flink stevig aangedrukte voerballen met daarin flink wat casters en hennepkorrels. Ik ben ervan overtuigd dat mijn voerballen de bodem compact bereiken en pas daarna openbreken.
Om er nog zekerder van te zijn dat er ook los aas op de juiste stek belandt, maak ik gebruik van een zogenaamde baitdropper. Dat is een metalen kooitje met dekseltje die je heel makkelijk aan je haak kunt bevestigen. Dit kooitje kun je vervolgens volstoppen met voer naar keuze. Het ingenieuze aan dit ding is dat de onderantenne ergens tegenaan moet tikken om het aas vrij te geven.
Met andere woorden, zet de baitdropper met de hengel op de bodem van het water, het dekseltje springt open en de inhoud komt naar buiten. Met deze dieptes heb je dit gewoon nodig. Het bijvoeren van los aas is geen optie; omdat je nooit weet waar het op de bodem terecht gaat komen. Daarnaast is de kans erg groot dat je onnodig veel kleine vis gaat aanlokken.
Puzzel
Ook al is er dan weinig tot geen stroming, je kunt op dit soort dieptes gewoon niet licht vissen. Ik besluit om vandaag mijn zwaarste handgemaakte ‘jachthavendobber’ te gebruiken: een lang, slank model met net onder de antenne een plat, wit vlakje.
“De dobber is 4,5 gram zwaar, de hoofdlijn is 14/00 en de onderlijn 12/00 mm.”
Een ongebruikelijk dobbermodel misschien, maar geloof me, voor mij werkt het prima. De dobber is 4,5 gram zwaar, de hoofdlijn is 14/00 en de onderlijn 12/00 mm. De gebruikte haak is een B711 Kamasan maat 15. Niet bepaald fijn materiaal, maar dat zou vandaag ook echt niet nodig zijn.
Het duurt misschien 30 seconden nadat de dobber voor het eerst in het water staat voordat ik de eerste vis al haak. Bij de volgende inzet gaat de dobber al niet meer staan en wordt het aas onderweg al gepakt. Tja, dan weet je natuurlijk dat er heel veel vis aanwezig is!
“Verder worden de maden die ik in het begin gebruikte als haakaas vrijwel meteen vervangen door twee casters.”
Het grootste ‘probleem’ in het begin is de relatief kleine vis; het is even puzzelen om de juiste manier te vinden om ook die grotere voorns aan de schubben te komen. Ik besluit allereerst om iets op de bodem te vissen, ongeveer een halve dobberlengte en verder zo direct mogelijk met al het lood bij elkaar pal tegen de onderlijnbevestiging. Verder worden de maden die ik in het begin gebruikte als haakaas vrijwel meteen vervangen door twee casters.
Nadat ik aardig wat kleinere vissen vang, wordt al snel duidelijk dat er wel degelijk grotere voorns aanwezig zijn. Vissen van 200 gram en meer wel te verstaan! Ik moet alleen zien uit te vinden hoe met name die te gaan vangen.
De oplossing is eigenlijk simpel; ik besluit al snel om flink wat aas bij te voeren, casters en hennep. De baitdropper bewijst vandaag absoluut zijn waarde! Al dat aas bereikt via de baitdropper de bodem en juist daar houden die grotere voorns zich nu op.
Deze tactiek werkt super, na een poos vang ik alleen nog maar grote voorns. Met zelfs een exemplaar dat zeker de 500 gram haalt. Fantastisch! Met in het achterhoofd die 6 meter diepte pal tegen de oever, kan ik het niet laten om daar ook  twee ballen voer te droppen. Ik zal en moet daar ook even de dobber laten zakken! Meteen nadat het haakaas de bodem bereikt gaat de dobber onder en ook hier zijn de voorns van stevig formaat!
Feeder
Alles bij elkaar is dit echt een fantastische vissessie geworden. Mijn verwachtingen zijn waargemaakt en zelfs overtroffen! En dat ondanks de vrij korte duur van deze sessie. Het weer verslechterde en er werd sneeuw voorspeld, reden om op tijd in te pakken. Alles bij elkaar heb ik slechts een ruime twee uur gevist en toch wel een kilo of zes aan voorn gevangen. Als ik hier nog eens neer mag strijken dan is er één ding dat ik anders ga doen.
Ik zal dan zeker ook voeren met maïskorrels, al dan niet gecrusht of geknipt in het voer. Ik weet bijna zeker dat je op die manier helemaal de grotere vissen kan uitsorteren. Tijdens die remise zal ik overigens ook mijn feederhengel meebrengen. Ik heb begrepen dat hier, naast al die voorns, ook enorm veel brasem te vangen is! Wat een schitterende visserij.
Duivenmest
Als je duivenmest in je voer wilt gaan gebruiken is het belangrijk dat je een goede duivenmelker vindt. Liefst iemand die net zo begaan is met zijn duiven als jij met de hengelsport. Zo iemand zal dagelijks de duivenkooien schoonmaken en juist dat is belangrijk. Duivenmest moet vers zijn om ermee te vissen.
Dit kun je makkelijk checken door eraan te ruiken. Ruik je ammoniak? Dan is het niet vers! Verder is het allemaal betrekkelijk simpel. De mest wordt verzameld in een vorm naar keuze. Ik druk het in bakjes en vries het dan meteen in.
De beste tijd om mest te verzamelen is van november tot januari. In deze tijd krijgen de duiven geen medicatie en laten ze het minst veren lost. Met als resultaat; erg schone mest! Zelf gebruik ik de mest gewoon zo, rechtstreeks uit de kooi. Je kunt er echter voor kiezen om de mest te spoelen.
Dit doe je door de mest in een panty te kappen en te spoelen met stromend water tot het moment dat het water dat de panty verlaat niet meer groen van kleur is. Door de mest te spoelen verliest de mest wel zijn bindende eigenschappen, dat is iets om rekening mee te houden!