CHRISTIAAN HUMMELINK – Het penvissen op karper geniet slechts bij een kleine groep karpervissers de aandacht. Best vreemd eigenlijk, want dat penvissen vormt een zeer intense beleving, die daarbij ook zeer effectief is en daar weet Christian Hummelink alles van. Deze rasstruiner neemt ons de komende tijd in PennenStreken geregeld mee op pad. Zéér interessant leesvoer, vandaag deel 1 van 3.
“Bèèèèèhh!” Ik word letterlijk schaapachtig aangekeken wanneer ik behendig over de afrastering van een kleine schapenwei klim. Niks illegaals overigens, een constructie van stevige houten balken zorgt ervoor dat wandelaars een klompenpad kunnen volgen dat dwars door de landerijen voert. Zigzaggend langs de schapenkeutels baan ik me een weg door het kletsnatte gras. Een lang kronkelend lint van opstijgende damp verraadt mijn bestemming: een idyllisch riviertje splijt het boerenlandschap in tweeën.
Het is lang, veel te lang geleden dat ik met de penhengel op pad ben gegaan. Ongemerkt zijn aspecten van een druk en veeleisend professioneel leven mijn visserij binnengeslopen. Sessies worden nauwkeurig gepland en voorbereid, zodat ik mijn kostbare vistijd zo efficiënt mogelijk kan besteden. Steeds vaker wordt het vertrouwen in vissersinstinct en watersense ingeruild voor de zekerheid van twee daagjes voorvoeren. Qua resultaten mag ik niet klagen en zeker in het begin geniet ik van de korte overnighters. Tegelijkertijd besef ik terdege dat het een soort ‘surrogaatvisserij’ voor me is. Net genoeg om de drang tijdelijk te temperen, maar onderhuids sluimert een groeiend gemis…
ORANJE FURIE
Wanneer ik voorzichtig over het riet gluur op de derde stek, staat mijn hart even stil. Een karper glijdt statig door het licht stromende en kraakheldere water. Snel ontdoe ik me van mijn rugzak en andere ballast. De pen wordt zo nauwkeurig mogelijk op de juiste diepte gezet, het tijgernootje aan de hair is al perfect uitgebalanceerd. Zonder de hengel in het zicht te brengen sluip ik opnieuw richting oever.
De karper lijkt weer uit het zicht verdwenen, wat mij de gelegenheid geeft om ongehinderd mijn haakaas te positioneren. Ik zie mijn tijgernootje naar beneden dwarrelen, de stroming duwt het pennetje richting de plompenbladen die links van de zandplaat het wateroppervlak doorbreken en waarop ik mijn lijn handig kan neervlijen. Ineens zie ik in mijn rechter ooghoek wat bewegen. Een oranje schim neemt steeds vastere contouren aan en voor ik het weet zie ik een prachtige ‘spiegelkoi’ wat hennep en tijgernoten opsnoepen.
Mijn hart klopt in mijn keel en ik durf nauwelijks te ademen als de vis steeds dichter bij mijn haakaas komt. Een siddering gaat door de pen, mijn hand klemt zich nog iets steviger om de reelhouder. Elke vezel in mijn lijf is nu gericht op het vangen van deze schitterende vis. Als de pen iets onder het wateroppervlak zakt zet ik gedecideerd de haak. Even lijkt de vis van zijn à propos, terwijl de hengel zich kromt. Dan reageert de Koi als door een wesp gestoken en begint aan een verwoestend eerste schot. Vol adrenaline blijf ik achter met een krijsende slip en een penhengel die zich kromt tot in het handvat. Terwijl ik de oranje furie nakijk ebt de spanning langzaam weg om plaats te maken voor een intens gevoel van euforie: YES!
KLEINE JONGEN
Je kunt gerust stellen dat ik compleet verslingerd ben aan het penvissen. Het pure visplezier kan voor mij niet groter zijn dan wanneer mijn pennetje door mijn favoriete zoetwatervis onder water wordt getrokken. Met de penhengel in de hand ben je zo vrij als een vogeltje: niets moet en alles mag.
“Bij een close encounter met een karper van welk formaat dan ook voel ik me weer die kleine jongen
Je kunt gaan en staan waar je wilt en probeert al jagend de afstand tussen jou en de karpers te verkleinen. Het feit dat je pennend letterlijk met je neus op de vis zit zorgt voor een intense beleving. Een visser, een vis, meer hoeft er niet te zijn. Bij een close encounter met een karper van welk formaat dan ook voel ik me weer die kleine jongen, die met zijn oom mee mocht voor een avondje vissen. Tijdens de logeerpartijen op de boerderij van mijn opa en oma was dit hét absolute hoogtepunt.
Met de rammelende landauto hobbelden we dan door de sappige weilanden waar mijn opa zijn melkkoeien liet grazen. Helemaal naar achteren natuurlijk, want daar zwommen de grootsten… De buit ging in een blauwe melkemmer mee terug naar de boerderij. Zo trots als een aap met zeven lullen waren we, als er weer eens een mooie zeelt aan de stoepsloot kon worden toevertrouwd. Vanaf toen was er geen weg terug, een visser was geboren!
HET GROENE MEER?
Inmiddels zijn we een dikke twintig jaar verder. Het ventje van toen is een vent geworden en van de eens zo glorieuze rode haardos is weinig meer over… De karpervisserij heeft in de tussentijd een enorme vlucht genomen. Nog steeds verwonder ik mij elk jaar over het ongekende circus dat Carp Zwolle heet. De commercie is niet meer weg te denken en ook de massaliteit die hiermee gepaard gaat tart elk voorstellingsvermogen. Bijna 15.000 man bracht dit jaar een bezoek aan de IJsselhallen, vijftienduizend! En bijna allemaal zijn ze op jacht naar steeds meer, steeds groter. Menigeen verliest zich in de onschuldige hobby van weleer tot het punt bereikt is waarop ze zelf verloren zijn.
Moeten we dan terug naar het Groene Meer van Jan B. de Winter? Wat mij betreft niet! Penvissen lijkt op één of andere manier vaak hand in hand te gaan met een hang naar nostalgie. Bijna automatisch dwalen de gedachten af naar ‘levende vogelverschrikker’ Chris Yates, naar boerenkarpers in afgelegen poldersloten, naar flitsend doch broos nylon dat met een luide knal uiteen spat. Of, nog zoiets, naar splitcanehengels voor mijn part… Toegegeven, van historisch besef is nog nooit iemand slechter geworden en ik slurp alle informatie over de geschiedenis van het karpervissen naar binnen als een spons. Maar in een samenleving die drijft op technologische vooruitgang zeggen termen als ‘zo worden ze tegenwoordig niet meer gemaakt’ mij vrij weinig. Ieder zijn ding, maar mij zie je dus niet met een oude glashengel langs de waterkant lopen.
“Maar wat weerhoudt je ervan om een druk bevist circuitwater met de pen aan te gaan pakken?
De slip van de veelgeprezen Shakespeare Sigma mag dan nog zo ‘smeuïg’ zijn, je kunt een molen van dertig jaar geleden gewoon niet vergelijken met een molen uit het hedendaagse topsegment. Het opknappen en gebruik van ‘retro’ materialen is voor velen een hobby binnen een hobby. Een hele interessante subhobby zelfs, maar de subjectieve gevoelens die hiermee gepaard gaan, hoe oprecht deze ook mogen zijn, moeten mijns inziens niet verward worden met de objectieve prestaties van het materiaal. Vroeger was alles beter? Jaja…
PENVISSEN 2.0
Wie af wil rekenen met de vooroordelen die over penvissen bestaan zal om te beginnen wat ambitieuzer te werk moeten gaan. Dat begint al bij de keuze van het water. Begrijp me niet verkeerd, er is helemaal niets mis met een wetering vol torpedoschubs. Maar wat weerhoudt je ervan om een drukbevist circuitwater met de pen aan te gaan pakken? Oké, in het najaar ga je het wellicht afleggen tegen een doordachte voercampagne. Verreweg het grootste deel van het jaar echter ben je als flexibele penvisser gigantisch in het voordeel. Mobiel zijn en razendsnel kunnen inspelen op de situatie: het is op veel wateren een niet te onderschatten wapen. En bedenk dat ‘de situatie’ in dit geval juist gecreëerd wordt doordat je in korte tijd veel water kan afstruinen op zoek naar vis. Bijkomend voordeel is bovendien dat frustratie over bezette stekken of een niet-lopende voerstek tot het verleden behoren. Instant is er zo vreselijk veel mogelijk… Penvissers, word wakker, gun jezelf nou eens zo’n lekker ordinair varken!
WELCOME TO THE JUNGLE
Naast circuitwateren heb ik ook waterplanten nooit als een obstakel gezien. Mijn eerste echte ‘plantendril’ kan ik me nog als de dag van gisteren herinneren. Op een ondiepe kantstek haakte ik een buffel van een karper die er als een op hol geslagen stoomlocomotief vandoor ging. Na een verwoestende vluchtpoging van een meter of dertig dwars door een plompenveld kwam de vis eindelijk tot stilstand. Ik ondernam verwoede pogingen om lijn terug te winnen maar het hele zaakje zat muurvast. Bovendien kon ik door de rek in de nylon lijn en de vele plantenstengels met geen mogelijkheid uitvogelen of de vis er nog aan zat of niet.
Uiteindelijk kwam ik er na een nat pak en een lange tocht langs modderbodem en wortelstokken achter dat mijn haak al die tijd begraven had gezeten in een dikke stengel van de gele plomp. Daar, tot mijn knieën in de bagger en tot mijn nek in het water, realiseerde ik mij dat ik met een nylon lijn nooit een karper uit zo’n onderwaterjungle zou kunnen landen. De oplossing lag voor de hand. Maar Dyneema op de penhengel? Dat was toch echt not done! Toch zat het de volgende dag op mijn molenspoel en begon ik een tactiek uit te stippelen om het succesvol te gebruiken. En met succesvol bedoel ik niet alleen succesvol voor mijzelf, maar op zijn minst ook voor de kwetsbare karperbek.
VERRIJKING
Zo zijn er door de jaren heen in mijn penvisserij talloze uitdagingen geweest die ik met creatief nadenken heb weten te tackelen. In de deze serie ‘PennenStreken’ wil ik dieper ingaan op een aantal van deze, toch wel vrij specialistische aspecten. Niet omdat ik de wijsheid in pacht denk te hebben en ook zeker niet om te prediken dat het penvissen de mooiste of beste manier is om karpers te belagen. Maar wél omdat ik vind dat het penvissen een volwassen en volwaardig specialisme is binnen de karpervisserij.
Een specialisme dat onderbelicht is in de stortvloed aan informatie die via uiteenlopende media de karperwereld binnenstroomt. Een specialisme dat een verrijking kan zijn voor ieders visserij, ongeacht je voorkeur voor watertype of karperformaat. Een specialisme dat het verschil kan maken en een waardeloze sessie alsnog in jubelstemming kan laten eindigen. Én bovenal een specialisme waarin je ontzettend veel kunt leren en dat door de spanning en intense beleving zelden zal vervelen.
Over de basistechnieken van het penvissen is in verschillende boeken en internetpublicaties al heel wat informatie te vinden en deze basis zal ik dan ook iets meer tussen de regels door behandelen. Zo zijn in het vangstverslag waarmee dit artikel begon al een ruime handvol bruikbare penvistips te vinden. Die bewuste ochtend bleef het overigens niet bij de oranje furie. Een goed half uur later herhaalde het scenario voor mijn voeten zich in het kristalheldere water met een langgerekte twintigponds schub. Een spatstrakke vis met het vlies nog in de bek. Het mooiste was nog dat ik dit water voor het eerst beviste en zonder enige voorkennis of verwachting naar het water was gereden. In zo’n geval is vis vinden al pure bonus, dus wat mij betreft was het een ochtend om in te lijsten!
Over de basistechnieken van het penvissen is in verschillende boeken en internetpublicaties al heel wat informatie te vinden en deze basis zal ik dan ook iets meer tussen de regels door behandelen. Zo zijn in het vangstverslag waarmee dit artikel begon al een ruime handvol bruikbare penvistips te vinden. Die bewuste ochtend bleef het overigens niet bij de oranje furie. Een goed half uur later herhaalde het scenario voor mijn voeten zich in het kristalheldere water met een langgerekte twintigponds schub. Een spatstrakke vis met het vlies nog in de bek. Het mooiste was nog dat ik dit water voor het eerst beviste en zonder enige voorkennis of verwachting naar het water was gereden. In zo’n geval is vis vinden al pure bonus, dus wat mij betreft was het een ochtend om in te lijsten!
DOBBER
Hopelijk is het enthousiasme om actief met de penhengel aan de slag te gaan inmiddels flink aangewakkerd. Ik zal proberen om door de seizoenen heen een aantal handvatten aan te reiken waarmee je direct langs de waterkant aan de slag kunt. Tips waarmee je het penvissen, maar zeker ook je statische visserij, een enorme boost kunt geven. Ook voor het penvissen geldt immers dat de praktijk de beste leermeester is. Een harde leermeester ook bij tijd en wijlen, die je bewust maakt van je tekortkomingen. Het komt nu eenmaal harder aan als je voor je neus een deftige vis misslaat, dan wanneer je oploper stopt net voordat je de hengel op wilt pakken… Met die frustratie moet je om leren gaan, want ook de beloningen zullen des te zoeter smaken. We zijn allemaal begonnen met het staren naar die prachtig gekleurde dobber, en één ding weet ik zeker: in iedere karpervisser schuilt nog dat jochie van toen!
Dit artikel verscheen eerder op dékarperwereld.nl