JOHN HOOGERVORST – De visserij met de method feeder heeft John Hoogervorst in de loop der jaren al vele mooie vissen bezorgd. Deze techniek betekent voor hem een waardevolle aanvulling van zijn visserij op verschillende vissoorten. In deze bijdrage blikt John terug en vooruit.

Het was 1998, toen ik de vanuit Engeland bekende method feeder voor het eerst als zelfhaaksysteem toepaste. Zeelten moesten er gevangen worden en mijn vismaat David opperde voor een aanpak met de Method. Voor mij als karpervisser was het vissen met een zelfhaak systemen niet nieuw. De visserij met de Method wel. Kortom: ik moest maar eens gaan shoppen.

Hiermee was ik echter al snel klaar, want de enige method feeder die in die tijd bij ons in de winkel te vinden was, bleek de inline method feeder van Richworth. Inline, omdat de lijn door een plastic buisje (‘tube’) wordt gevoerd wordt. Om dat buisje zat lood gemonteerd, met daaraan drie kunststof ‘vleugels’ bevestigd, waaromheen het voer diende te worden gekneed. Dit voer stelde ik samen door het aloude en vertrouwde Justus –welke 50plusser kent het niet!- te mengen met havermout. Zo ontstond een voer met een hoge kleefkracht.

Wij gebruikten de Method echter met name voor de gerichte visserij op zeelt en uiteindelijk wisten we met de gekozen aanpak ook de nodige zeelten te vangen

EVOLUTIE

Via diverse Engelstalige bladen bleef ik me echter op de hoogte houden van verdere ontwikkelingen op het gebied van de Method. In Engeland was er inmiddels een sterke groei van commercials tot stand gekomen en toen ging het snel met de ontwikkeling. Het model van de method feeder bleef nog een tijdje vergelijkbaar met dat van de inline method feeder van Richwordt, doch het uiterlijk werd steeds wat verfijnder en subtieler.

Met name FOX hield zich actief bezig met het door ontwikkelen van de method feeder. Toen deze feeders uiteindelijk ook in Nederlandse winkels verschenen, kocht ik ze meteen. Ik heb er ook wel vis mee gevangen, maar de theorie van voedselnijd begon wat te wankelen… Echte voedselnijd ervoer ik eigenlijk alleen als de vis fanatiek los ging op drijvend aas. Slechts als er veel vis actief is op een voerplek kan zo’n feeding frenzy immers ontstaan. Een enkele vis die aast op een harde klont deeg, die toevallig om een Method feeder is gekneed, heeft alle tijd om het aan te pakken. En het vissen met die taaie voerbal eromheen gekneed, beviel mij ook niet langer.

“Nederland leek er gewoon nog niet klaar voor!

 

FLATBED METHOD FEEDER

Het te gebruiken voer moest naar mijn idee onder water een bepaalde attractiviteit hebben en geuren en voedseldeeltjes uitwasemen. En over die eigenschappen beschikte mijn B-mix allesbehalve! Daar komt bij dat het vissen met de Method op dat moment ook niet zozeer mijn aandacht genoot. Inmiddels had namelijk het vissen met maden op zeelt een zeer sterke impuls gekregen, waardoor experimenteren met aas, voer en de aanbieding hiervan nauwelijks nodig was. Ik ving die zeelten toch wel!

Ondertussen ging de ontwikkeling in Engeland echter gestaag door en de flatbed method feeder kwam op de markt. Dit is de method in de vorm zoals iedereen die tegenwoordig kent: het eivormige model, met het lood onderop en daarboven een kunststof constructie waarin het voer wordt gedrukt. De method had voor bevestiging aan de hoofdlijn aan de bovenkant een ring. Als je echter de lijn direct aan dat ringetje knoopte, dan trok je dat door het kunststof heen. Om dit te voorkomen, moest er een speld aan de hoofdlijn geknoopt worden, waaraan vervolgens de Method werd gehangen. Ter oplossing werden er modellen aangeboden waarin een stukje elastiek was gemonteerd, met daaraan een metalen ringetje waaraan de onderlijn bevestigd kon worden.

De method feeders hebben de afgelopen decennia een flinke doorontwikkeling meegemaakt.

VERBANNEN NAAR DE SCHUUR

In Nederland kwam deze flatbed method feeder ook op de markt. Ik heb ermee gevist en er bovendien aardig mee gevangen. Toch was er een aantal minpunten aan het systeem ‘met of zonder elastiek’. Met een speld aan de hoofdlijn kon ik nog wel leven, maar vaak waren de ringetjes waaraan de onderlijn bevestigd moest worden gesmeed, waardoor de onderlijn hierop met regelmaat brak.

De inline method feeders waren gebaseerd op visveiligheid. Bij lijnbreuk moest de vis de method feeder kwijt kunnen raken. Met mijn achtergrond als karpervisser staat visveiligheid altijd voorop. Voor mij viel die flatbed method feeder uiteindelijk dan ook af. Bovendien bleef ik stoeien met de samenstelling van het in combinatie met de Method te gebruiken voer. Ik kreeg het niet echt werkend. En geschikte haken waren eigenlijk ook niet verkrijgbaar.
Kortom: alles verdween weer in de schuur…

“Met mijn achtergrond als karpervisser staat visveiligheid altijd voorop…

Fraaie winde als verrassende bijvangst.

REVOLUTIE

Naast de verfijning van het model van de method feeder, waren er ook de nodige andere ontwikkelingen op het gebied van aas, voer en haken. Diverse merken kwamen met een compleet pakket aan systemen op de markt en een nieuwe impuls om de method visserij toch weer op te pikken, kwam nu via mijn vismaat David.
Zo af en toe probeerde ik gericht te vissen op kroeskarper -in Nederland een van de moeilijkste vissen om te vinden.

De bewuste vismaat attendeerde mij op kroeskarpers in een mij niet onbekend, maar wel vergeten water. Hij zocht naar een ietwat actievere visserij en ik zocht kroeskarpers… En dus gingen we samen op pad! Beiden met een feederhengel, voerkorven en maden. We vingen van alles en nog wat, maar geen kroeskarper… Mijn vismaat wilde specifiek de karpertjes vangen in plaats van de brasems en giebels die we maar bleven vangen.

John houdt ervan om te experimenteren…

Ik bleef nog wat aanklooien met de feederhengel en voerkorven, terwijl David zich vol overtuiging stortte op het vissen met de method feeder. En toen werd me pas echt duidelijk hoe effectief de method visserij kan zijn. Ik zag vis na vis bij hem op de kant komen.
Het inmiddels specifiek voor de Method ontwikkelde voer heeft voldoende binding als het wordt samengedrukt, maar geeft daarnaast ook voldoende werking in het water. Daarbij hoeft de vis dus niet meer de voerbal uit elkaar te stoten om bij het haakaas te komen. Het haakaas ligt op een klein hoopje voer -in het zicht- om gepakt te worden. De kracht van de Method blijkt dus niet te zitten in voedselnijd, maar in het feit dat het voer en haakaas zeer dicht bij elkaar (op elkaar) liggen. En dat het haakaas dus snel door de vis wordt gevonden.

Al onze ervaringen met de Method hebben we opgedaan op openbaar water. Er is geen commercial aan te pas gekomen. Ik vraag mij weleens af wat belangrijker is geweest voor de opkomst van de Method: de voortdurende doorontwikkeling van dit systeem of het ontstaan van commercials? Waarschijnlijk hebben ze elkaar versterkt.
Hoe dan ook: de Method heeft de afgelopen twee jaar weer een plek binnen mijn visserij verworven. Het is een plek die ik, toen ik ermee begon, niet voor ogen had en inmiddels een prima aanvulling van mijn visserij.

En toen werd me pas echt duidelijk hoe effectief de method visserij kan zijn…

GEEN FEEDERHENGEL

De visserij met de Method is inmiddels algemeen goed geworden en de diverse merken spelen goed in op de vraag van de vissers. Alleen heb ik nooit begrepen waarom de Method is gekoppeld aan een beetregistratie via een feedertip. Het betreft immers een zelfhaak systeem en als-ie gaat, dan gaat-ie…

“Ik heb nooit begrepen waarom de Method is gekoppeld aan een beetregistratie via een feedertip!”

Ik gebruik dan ook altijd twee lichte karperhengels, in combinatie met elektronische beetmelders en een paar goede wakers. Het geluid laat een aanbeet horen en de waker maakt het verloop ervan zichtbaar. En die inzichtelijkheid bij het gebruik van een waker vind ik beter, dan bij het gebruik van een feedertip.
Een feedertip bouwt zijn kracht op en zal weer terugveren naar zijn oorspronkelijke stand en dus niet inzichtelijk maken of het een gemiste aanbeet was of een lijnzwemmer.
Als de vis de Method verplaats -en zich dus niet al direct haakt- dan zal de waker blijven hangen op het punt, waar naartoe die is verplaatst. Bij een lijnzwemmer zal de waker oplopen en weer terugzaken in zijn oorspronkelijke stand. Ik weet dan of ik een aanbeet heb gemist of dat het een lijnzwemmer was.

John geeft de voorkeur aan een waker. Liever een slappe lijn dan een strakke lijn waarvan vissen kunnen schrikken.

Er is nóg een belangrijk verschil tussen het gebruik van wakers en/of een feedertip. Bij de visserij met een feedertip zal de lijn altijd onder spanning gebracht moeten worden om de tip enigszins krom te trekken. Dat betekent dus een strakke lijn door het water. En als er iets is waar karpers schuw van worden, dan zijn het wel strakke lijnen waar ze tegenaan zwemmen. Met een lichte waker kan juist met een slappe lijn gevist worden, waardoor de vis minder snel schrikt bij aanraking ervan.
Overigens hoef ik ook niet continu de feedertip in de gaten te houden, waardoor ik het water kan afspeuren naar activiteit van vis. En dat dient dan weer als extra troef…

Ook de sterke opkomst van het commercial vissen werkte mee aan de stijgende populariteit van de Method.