DANIEL VAN DER KRAAN – ‘Tik tik…’ Ja! Aanslag, en niks… Alleen een wapperend stukje fluorocarbon als aandenken aan je mooie presentatie. Weer een puntje-puntje-snoek die er met het hele zaakje vandoor is!

Iedere dropshotvisser zal dit scenario zeer bekend voorkomen. Als allround roofvisser ben ik uiteraard ook liefhebber van vriend Esox, maar op sommige momenten zijn ze gewoon even niet gewenst. Deze überrover kun je het natuurlijk niet kwalijk nemen dat hij je subtiel gepresenteerde shadje te grazen neemt. Er staat immers nooit een waarschuwing bij welke soorten je op dat moment zou willen vangen. Toch blijft het gewoon zonde om op deze manier een mooie snoek te missen. Ten eerste uiteraard omdat de vis in kwestie weer rondzwemt met een ongewilde versiering, ten tweede ook omdat een snoek (van een beetje formaat) toch altijd voor een spectaculaire dril zorgt en het niet zelden hele beste formaten zijn die wel wat zien in je friemelende rubber.

Een nieuw PR op de Bleak!

Ik zie wel zo nu en dan snoekvangsten aan de standaard dropshotmontage voorbijkomen op social media dus het gaat zeker wel eens goed. Alleen hoeveel vissen vang je daadwerkelijk voordat je de mazzel hebt dat de fluorocarbon een keer niet genadeloos wordt afgebeten? Alleen als de haak in ‘het scharnier’ zit, maak je een redelijke kans en dan nog is het niet altijd zeker of het goed afloopt. En tuurlijk zijn er vangsten gedaan met de haak helemaal achterin de bek, maar dat is in mijn ogen een typisch voorbeeld van ‘meer geluk dan wijsheid’. Blijkbaar heb ik daar zelf niet veel mazzel mee, want ik overdrijf niet als ik zeg dat ik zeker 80 procent van mijn snoekaanbeten verspeel(de).

VERSPELEN GAAT VERVELEN!

Toen ik op een avond weer even lekker aan de rivier stond te droppen met mijn favoriete shad en ik na de zoveelste ‘mislukte’ aanslag  wat onvriendelijke dingen begon te mompelen, besefte ik dat het tijd werd om het anders aan te pakken. Mijn target is op zo’n moment snoekbaars en die vang ik ook zeker.

“Op een avond pakte ik al mijn haken, wartels, staaldraad etc. bij elkaar voor een flinke brainstorm- en knutselsessie…

Tevens hier en daar een baars, maar ook met grote regelmaat gaat er een snoek aanhangen. Soms blijft zo’n vis nog even hangen en trekt de relatief lichte hengel krakend krom en moet de molen alle slipschijven bijzetten om mij luttele seconden later alsnog beteuterd achter te laten. Ik heb toen op een bepaald moment een stevige stok gepakt met een flinke shad en uiteraard een stalen onderlijn, echter dan krijg je ze niet meer te pakken… Misschien toch meer gefocust op kleiner aas? Of was het de manier van aanbieden? Hoe dan ook, ik moest iets aanpassen aan mijn montage om dat eeuwige verspelen te voorkomen!

Dit soort vissen werden de aanleiding voor de ‘PP-rig’.

Ik heb een aantal jaren terug wel eens artikel gelezen over veilig dropshotten op snoek maar dat ging voornamelijk over XXL aas en is dus niet geschikt voor mijn visserij. Hiervoor gebruik ik voornamelijk shads van zeg tussen de tien en 14 cm, soms een tikje groter maar meer dan 16 cm wordt het niet. Het zit dus een beetje in tussen streetfishing waar kleine tot zeer kleine shadjes en ragfijne lijntjes worden ingezet en de zojuist genoemde XXL presentatie. Hetgeen wat ik voor ogen had moest aan aantal zaken voldoen:

  • De rig moet snoekbestendig zijn.
  • De montage mag de actie van de shad niet (teveel) beïnvloeden.
  • Makkelijk te maken zijn, want de kans op verspelen aan de bodem blijft altijd aanwezig en ik heb geen zin om tien minuten te knutselen op iets wat in een paar seconden weer verdwenen kan zijn…
  • Om diezelfde reden als hierboven moet het ook geen dure montage gaan worden.

KNUTSELEN

Op een avond pakte ik al mijn haken, wartels, staaldraad etc. bij elkaar voor een flinke brainstorm- en knutselsessie. Alle types staaldraad die ik voorhanden had, zijn snoekbestendig maar zeker niet allemaal geschikt. De ‘7-strand’ en titanium types vallen al gelijk af omdat ik ze te stug vind. De veel soepelere 49-strand is al een stuk beter geschikt en dan het liefst niet gecoat omdat de coating dan toch weer iets afdoet aan de soepelheid en je bij een zo’n ongecoate draad direct kunt zien of er een aantal vezels beschadigd geraakt zijn na een vangst en daardoor vervangen dient te worden. Achteraf bleek dat ik me veel te druk had gemaakt over de soepelheid maar daarover straks meer.

Mijn eerste poging was een standaard dropshotlijntje met de gebruikelijke knoop alleen dan gemaakt van dun ‘49-strand’ in plaats van fluorocarbon. Buiten het feit dat deze knoop niet bepaald soepel gaat met dergelijk materiaal zag het er ook gewoon niet uit en is het ook nog eens zonde omdat ook het ‘loodlijntje’ onder de haak nu uit het niet altijd even goedkope strand bestond. Dat was hem dus niet.

De haak kan in principe nergens heen tijdens de dril.

Ik herinnerde me ineens die mooie draaiende, kant en klare dropshothaken waarbij de haak vrij om een asje draait. De winkels waren al dicht dus dan maar zelf aan de slag. Zoals zo vaak bleek de oplossing achteraf vrij simpel. Ik nam mijn favoriete haak, de Gamakatsu Worm 39 in ‘maatje 1’, schoof deze met het oog over een stuk 49-strand van ongeveer 30 cm en knoopte onderaan een klein tonwarteltje. Waarom niet met een sleeve?

Tijdens een dril zou dan het haakoog tegen de sleeve aangetrokken worden en zou door de druk wel eens kunnen gaan schuiven. Met een knoopje gebeurt dat niet. Nu moest de haak nog gefixeerd worden zodat hij niet naar boven schuift tijdens de worp. Ook hier gold weer: denk simpel! Een zo dun mogelijke sleeve, de onderlijn hoeft er immers maar één keer doorheen, een paar millimeter boven de haak vastknijpen en voilà: die gaat nergens meer heen. De rest ging eigenlijk vanzelf. Het loodlijntje kun je nu eenvoudig aan het onderste oogje van het warteltje knopen en de lengte natuurlijk zelf bepalen. Je kunt nu dus eventueel voor gewoon nylon kiezen aangezien je niet meer van fluorocarbon afhankelijk bent, maar dat is een persoonlijke keuze.

Set-up: Alles wat je nodig hebt voor de pikeproof-rig!

De verbinding van je rig aan je hoofdlijn kan op twee manieren. Je kunt aan de bovenzijde een tonwarteltje knopen en die dan weer aan je gevlochten lijn bevestigen óf hem met een verbindingsknoop direct aan je hoofdlijn knopen. Voor mensen die niet zo behendig zijn met deze allbright knoop kunnen dan kiezen voor optie één. Ikzelf geef de voorkeur aan de tweede. Het scheelt je weer een warteltje en het ziet er net even wat gelikter uit, al maakt het voor de functionaliteit in de praktijk niks uit.

…er gingen in twee dagen tijd twéé metersnoeken met de hele handel er vandoor…

Waar je wel op moet letten bij het leggen van deze knoop moet is het volgende. De 49-strand moet niet te dik zijn want dan krijg je geen mooie knoop. Een diameter tussen de 28/00 en 40/00 werkt voor mij prima. Dunner kan ook natuurlijk maar de dunnere varianten zijn vaak iets duurder en een ander gevaar is dat het gebruik van de allbright knoop dit dunne lijntje in je hoofdlijn snijdt met als gevolg dat de knoop breekt.

Dit heb ik helaas zelf op ‘the hard way’ moeten ontdekken want er gingen in twee dagen tijd twéé metersnoeken met de hele handel er vandoor! Stom achteraf en gelijk een wijze les: test deze knoop eerst goed voordat je er daadwerkelijk mee gaat vissen! Bij de trektest van de rig achteraf, met het dunne strand trok ik inderdaad vrij eenvoudig de knoop kapot, dat terwijl ik de eerste keer nog dacht aan een obstakel. Die fout maak je daarna dus niet meer! Een ander puntje waar je op moet letten bij het gebruik van ongecoate ‘49-strand’ is dat deze vrij ruw is. Bij het dichttrekken van je knoop moet je dan voorzichtig te werk gaan omdat je gevlochten lijn veel minder makkelijk schuift nu in vergelijking met fluorocarbon.

Een van de weinige keren dat het wel goed afliep…

Trek hem dus in het begin langzaam dicht en bevochtig de knoop eerst. Zodra je bij het einde van het lusje bent, kun je meer kracht zetten om de knoop ook daadwerkelijk te testen. Je hoeft overigens niet als een malle te gaan staan trekken want de hoofdlijn die ik gebruik is dun (10/00 tot 13/00) en daarbij komt er, mede door de niet al te zware hengel en de molenslip, natuurlijk vrijwel nooit een immense kracht op de knoop te staan.

Bij het gebruik van een warteltje als bevestiging heb je natuurlijk van deze eventuele problemen geen last. Wil je toch iets meer zekerheid dan kun je ook het trucje toepassen waar mijn maat Collin mij op wees. Wanneer je de allbrightknoop gaat leggen, neem je het uiteinde van de hoofdlijn dubbel en gaat dan pas wikkelen. Hierdoor krijg je een sterkere verbinding en krijgt het dunne staaldraad minder kans om in de hoofdlijn te snijden. Dit kun je trouwens ook bij normale fluorocarbon lijnen toepassen omdat het insnijden ook daar nog wel eens voorkomt met de hedendaagse flinterdunne lijntjes.

De Mustad, de Spro en de eigenbouw, alle drie prima voor deze montage. Snel en eenvoudig haken verwisselen!

HAKEN EN OGEN…

Het type haak wat je hiervoor gebruikt, is vooral een kwestie van voorkeur. Voor mijn favoriete aasjes voldoet de al eerdergenoemde ‘Worm 39’ uitstekend. De maat pas je dan weer aan op het formaat van je shad. Ik heb in de loop der tijd met verschillende types geëxperimenteerd. Het enige waar je op moet letten, is dat haak niet te dundradig is en kan uitbuigen want wanneer er een rivierbuffel aan gaat hangen, krijgt je haakje flink op z’n donder!

De zogenoemde spinning dropshothooks zijn ook prima te gebruiken voor deze montage. Hier hoef je slechts je staaldraadje aan de wartel te knopen en je loodlijntje aan de andere kant en je bent klaar. Zowel de versie van Gamakatsu als Mustad heb ik getest en voldoen prima. De enige ‘maar’ is dat deze haken niet heel goedkoop zijn en je dus voor jezelf moet nagaan of de prijs opweegt tegen het gebruikersgemak óf dat je zelf aan de slag gaat. Het enige wat je extra kwijt bent ten opzichte van de klassieke dropshotrig is een stukje ‘49-strand’, een sleeve en één of twee tonwarteltjes. En dat is zeker niet te veel geld als je die dikke snoek eindelijk wel boven het net kan krijgen!

Het DAM rolling dropshotloodje zorgt voor minder vastlopers

Goed, de montage is klaar voor gebruik! Ik neem overigens altijd minimaal zes van deze kant en klare onderlijnen in een mapje mee naar de waterkant zodat bij eventueel verspelen  of wanneer deze niet meer naar mijn zin is, ik er snel een nieuwe aan kan knopen.

Dolenthousiast begaven we ons weer naar de rivier om de rigs uit te testen en je raadt het al: de eerste paar keer geen snoek te bekennen…! De snoekbaarzen die we vingen ondervonden in ieder geval geen enkele hinder van de vernieuwde presentatie. Iets waar ik me vooraf misschien iets te druk over gemaakt heb, want in het veelal troebele rivierwater valt zo’n donkerbruin staaldraadje totaal niet op. Ook de soepelheid die fluorocarbon biedt, wordt bij deze manier van vissen niet erg gemist. Ik heb een aantal jaren terug al eens een artikel geschreven over het werpend dropshotten op de rivier en inmiddels de nodige ervaringen rijker besef ik dat het niet zo subtiel hoeft allemaal.

Op z’n kantje gemonteerd komt de Bleak perfect tot z’n recht.

VERDERE UITRUSTING

We vissen zelden lichter dan 17 gram in verband met de stroming en de grootte van de shads. Er zit gewoon voldoende beweging in je aas, mede ook doordat de haak vrij kan ronddraaien. Dat de haak nu niet netjes exact haaks op de lijn staat, maakt ook niks uit. Door het drijfvermogen van de shads hangt deze vrijwel horizontaal of in ieder geval met de kop naar beneden wat er natuurlijk het meest natuurlijk uitziet.

Mijn absolute topper voor deze visserij is de 3D Bleak Realtail en dan met name de 13,5 centimeter lange uitvoering. Toen ik een aantal jaren terug aan de slag ging met de test-samples ving ik al vrij rap mijn snoekbaarzen en zeker bij het gebruik van de grootste maat leek het wel of ik geen ondermaatse vis kon vangen. Je vist zeker selectiever door het gebruik van groter aas en hoewel er tussendoor ook zeker kleinere exemplaren aan gaan hangen, durf ik wel te beweren dat deze shad een grote-vissen-magneet is. Gemonteerd op z’n zij imiteert hij een stervend visje, dat zeer aantrekkelijk is voor alle rovers. Het duurde niet lang voordat de eerste snoek op deze rig gevangen werd en met een lengte van 110 cm een prachtig voorbeeld waarom ik voortaan met dit systeem vis.

Een shad als de Goby Tube vereist weer een andere haak.

Inmiddels heeft de snoekproof-rig zich meer dan bewezen voor mij en mijn vismaat Alrik, die ook al de nodige mooie snoeken heeft weten te vangen op deze manier. De uitrusting die we gebruiken is eigenlijk niet anders als die we voorheen gebruiken. Zelf gebruik ik graag de Custom Coastal hengel in de 274 cm uitvoering met een werpgewicht van 10/30 gram met daarop een molen maatje 40 opgespoeld met 10/00 gevlochten lijn. We vissen immers nog steeds op snoekbaars en dat drilt nou eenmaal veel leuker op een dergelijke hengel dan op een keiharde spinstok! Deze setup lijkt misschien aan de lichte kant, in de praktijk gaat het echter vrijwel altijd goed wanneer je wel rekening houdt met eventuele obstakels.

Mijn favoriete kleuren van de Realtails.

Tijdens het testen van een nieuwe softbait recent kwam ik er achter dat het best wel handig zou zijn als je snel van haak zou kunnen wisselen doordat de gebruikte shads verschillende vormen en afmetingen hebben. Al speurend in het rek bij de plaatselijke hengelsportzaak viel mijn oog op de zogenaamde ‘hanging snaps’ mét en zonder wartel. Zoals je op de foto iets verder terug kunt zien, is het hiermee zeer eenvoudig om van haak te wisselen.

Bij het drillen van een vis komt alle kracht op het ronde gedeelte van de snap en er is geen kans dat de haak eruit schiet. De eerste vis die tijdens het testen aan deze montage ging hangen, was direct een fraaie metersnoek. Na een pittige dril kon ook deze vis geland worden. Een betere test dan dit kan je je niet wensen! Enige kanttekening was dat de haakpunt in het net was blijven hangen, door de bek heen waardoor deze door het kopschudden wel uit de snap wat geschoten.

Is dit erg? Nee niet echt. Tijdens de dril zie ik niet hoe de haak ooit los kan komen doordat de kracht altijd recht naar beneden gaat en nooit omhoog, richting de opening van de snap. Maar goed, ik kan me voorstellen dat je toch een beetje huiverig bent. We vingen die avond ook nog een paar snoekbaarzen en dat ging verder prima. Voorlopig goedgekeurd!

De hoofdmoot voor deze visserij blijft snoekbaars

Deze rig is dus geen altijd vangende rig maar eentje die er voor zorgt dat bijvangsten in de vorm van snoeken wel veilig geland kunnen worden. Voor het pielen met klein spul op een licht hengeltje gebruik ik nog steeds fluorocarbon omdat ik deze rig dan te grof vind. Voor het werpend vissen op rivieren en ander groot water vind ik dit een uitkomst. Ook voor bootvissers is dit natuurlijk prima in te zetten. Dropshotten kan naast verticalen ook zeker lonend zijn en met deze onderlijn hoef je je niet druk te maken of je die gehaakte dikke bak wel gevangen krijgt. Snoekproof weet je nog?

Geen risico’s meer nemen, hier liep het goed af. Kies voortaan voor een pikeproof-rig!

Zeker nu het kouder is, vind ik dropshotten effectief, omdat je lekker langzaam de goede plekken kunt afvissen. Het middelgrote aas is ideaal voor vrijwel alle formaten vis, maar onze ervaring is dat toch voornamelijk de grotere exemplaren hier wel blij van worden. Wij hebben natuurlijk ook soms slechte dagen en avonden. De bijtuurtjes worden schaarser en ook al zijn de omstandigheden op dat moment ideaal, ze doen het dan gewoon niet! Dat lijkt me trouwens toch nog wel eens leuk om tegen je baas te zeggen, onderuithangend achter je bureau en met de ogen dicht: “Vandaag doe ik het gewoon niet! Misschien aan het eind van de middag nog een uurtje…”