Riviersnoekbaars vanaf de kant

DAVID VAN MAANEN – Wie de kans heeft om deze maand achter de snoekbaarzen aan te gaan zou dat écht moeten doen. De vissen zit vaak nog ondiep en zijn dan ook prima vanaf de kant te vangen. Zeker ook op de rivier. De snoekbaarzen zijn net twee maanden met rust gelaten om zich voort te kunnen planten en hebben dus al een tijdje geen kunstaas meer gezien. Dus, waar wachten we nog op?

Veel roofvissers en vooral snoekbaarsliefhebbers vissen het liefste op rivieren en ook ik doe dat altijd weer graag. Rivieren staan namelijk bekend om hun sterke en grote vissen. Ik ben opgegroeid in Arnhem waar de Neder-Rijn, IJssel, Maas én Waal binnen een half uur te bereiken zijn. Dat zijn alle vier rivieren maar toch zijn ze totaal verschillend. Wat ze gemeen hebben zijn kribben, maar niet elk kribvak of rivierstuk is hetzelfde!

KRIBBEN

Een krib is een dam die haaks op de oever naar het midden van de rivier is gebouwd. Deze kunstmatige constructies zijn bedoeld om de stroming van de rivier te beïnvloeden. Kribben die vanaf beide oevers, d.w.z. paarsgewijs links en rechts van de oever, in de rivier steken, dienen om de riviergeulen uit te diepen en de oevers te beschermen tegen erosie. De paren kribben verkleinen de dwarsdoorsnede van de rivierbedding. Aangezien het watervolume gelijk blijft, verhoogt het zogenaamde venturi-effect de stroomsnelheid in het midden van de rivier. Hierdoor blijft er ook bij geringe stroming voldoende waterdiepte voor de scheepvaart.

Een krib die bij hoog water nog net uitsteekt en zorgt voor rustiger water in het kribvak.

Welke kribben zijn goed? Langs de Neder-Rijn en Maas zie je vaak langere, ver uit elkaar staande kribben bestaande uit zand en losse stenen. Hier kun je met een normale waterstand met een 7-10 grams jigkop prima uit de voeten. Het midden van het kribvak is meestal zanderig en vaak ondiep. Op sommige zomerdagen jagen scholen snoekbaarzen de aasvis de zandbank op. Dat gebeurt vaak ‘s avonds maar ook soms in de volle zon overdag.

Ik loop bij dit soort kribben altijd direct naar de punt en maak een paar worpen om te kijken of er iets ligt. De hoeken van het kribvak zijn vaak erg ondiep met weinig keerstroom en daarom meestal niet interessant. De meeste snoekbaarzen vind je toch wel langs de stroomnaad, in de vaargeul en onderaan het talud.

Vanaf de kop van de krib gevangen.

INTERESSANTE KRIBBEN/KRIBVAKKEN

Het gebied tussen twee kribben, ook wel kribvak genoemd, is voor ons sportvissers erg interessant. Hier zijn de door ons begeerde roofvissen vaak te vinden: langs de stroomnaad maar ook dichter in de oever waar de stroming wat minder is, zeker als daar wat meer water staat. Dit zijn de plekken waar we regelmatig een dikke snoek of baars kunnen tegenkomen en soms ook meerval. Dat is vaak namelijk de comfortzone voor zowel aasvis als roofvis.

In de oksel van een kribvak vind je soms snoek en ook meerval als er onder de kant voldoende water staat.

Kribben die bij laag water nog steeds genoeg stroming hebben, zijn meestal de diepste kribben en daar loont het zeker om het te proberen. Grote vissen vind je daar vaak in verdiepingen of geulen. Onthoud deze plekken goed en kom er later ook zeker terug, ook als het een keertje geen aanbeten oplevert.

Niet alle kribben zijn hetzelfde en kunnen afhankelijk van de waterstand en de stroming veranderen. En er zijn altijd betere en slechtere kribben. Het kan dus de moeite waard zijn om in de zomer, wanneer het water laag staat, een tochtje te maken om kribvakken in droge toestand te bekijken, zeker in buitenbochten.

|> DIT IS EEN PREVIEW VAN HET ARTIKEL – ‘Riviersnoekbaars vanaf de kant’ – Wil je het hele artikel lezen?

Dit artikel en nog veel meer interessante artikelen kun je lezen en zien in BEET juni/juli. Vanaf 14 juni los te koop in de winkel of bij abonnees thuis op de mat.

Vorig artikel
Volgend artikel

gerelateerde artikelen

Instagram