JAN-PIETER NIEUWENHUIZEN/ THIJS VAN DEN ACKER – We staan op een ietwat donkere middag in september aan een plas grenzend aan de Maas. In de ochtend hebben we al een paar mooie roofbleien gevangen. We zijn al dik tevreden, maar er staat ons nog meer te wachten. We vissen in rap tempo een deel van de plas af en vinden al snel een paar vissen die actief zijn, in korte tijd zien we zo’n 15 tot 20 roofbleien in een groep jagen. Hier moet het gaan gebeuren!
Na een paar worpen weet Thijs de eerste vis te verleiden, een mooie roofblei ziet het snel geviste aasje en zet de aanval in. Vlak voor de kant pakt de vis het kunstaas in het kraakheldere water en na een korte explosieve dril wordt de eerste vis geland. Het feest is begonnen en de ene aanbeet na de andere volgt. In ongeveer een uurtje vangen we een stuk of tien roofbleien van tussen de 50 en 75 cm. Met een voldaan gevoel gaan we naar huis. We waren op de juiste stek op het juiste moment.
ZOMERSTEKKEN
Qua stekken kun je in de zomer op veel plekken roofblei verwachten. Overal op de rivier, plassen, kanalen, weteringen kan zich aasvis ophouden waar de roofblei in de buurt kan liggen. Echter zijn er wel hotspots waar wij het liefste vissen.
Op de rivier zoeken wij naar onderbrekingen, zowel onder als boven water, want niet alle onderbrekingen zijn boven water zichtbaar. Ondiepe plateau’s zijn vaak plekken waar de roofblei zijn prooi opzoekt. Verder is iedere stek met een onderbreking een stek waar de roofblei zich kan ophouden, zoals pontjes, kribben, uiterwaarden en stuwen (wel rekening houden met de toegestane afstand tot de stuw).
Op plekken als de Grensmaas zijn plekken met harde stroming ook topstekken, roofblei is immers een vis die met harde stroming goed uit de voeten kan. Op de plassen zwemmen de vissen vaak wat meer rond, echter merken wij wel dat de roofblei vaak wat meer bij elkaar ligt. Interessante stekken hiervoor zijn wederom ondiepe plateau’s met diep water in de buurt, plantenbedden, grillige bodemstructuur en iedere plek waar veel jongbroed zich ophoudt.
Vaak vissen we ook boven meer dan 10 meter water; als de roofbleien actief zijn zwemmen ze vaak in de bovenste waterlaag, ongeacht de waterdiepte. In de zomer is het vaak ook interessant om de onderste waterlagen uit te vissen, hier is het net iets
kouder en zuurstofrijker.
Dit doen we vaak met casting jigs, werppilkertjes die vooral bedoeld zijn voor het slowen speedjiggen op zee. Maar let op; bij een spronglaag is het juist zaak om de bovenste lagen af te vissen in plaats van de onderste. Op wateren waar je niet veel onderbrekingen kan vinden, kun je het beste veel meters maken en snel vissen. Op deze manier kom je vanzelf wel (actieve) roofbleien tegen.
AASTIJDEN
Het liefste vissen wij in de ochtend- en avonduren, voor de meeste roofvissen is dit toch de tijd dat ze hun eten gaan zoeken. Vaak zien we dat ze met het eerste zonlicht goed gaan azen. Wij merken wel dat het in de avond op een gegeven moment te donker wordt. Dit is ook wel te begrijpen, want roofblei is immers een zichtjager pur sang. Overdag zijn ze soms ook goed te vangen, maar de aasperiodes van de roofblei zijn meestal kort. Vaak moet je maar net geluk hebben dat je op het juiste moment op de juiste plek staat. Als je vaak dezelfde plekken afvist krijg je wel een idee wanneer de roofbleien vaak actief zijn. Wanneer de visserij taai is maken we simpelweg veel meters, lopen en vissen tegelijk totdat je actieve roofbleien vindt.
OPPERVLAKTEVISSEN
De meest spectaculaire manier van het vissen op roofblei is het vissen met topwateraasjes. Er is niets spectaculairder dan een grote roofblei die je aasje van het oppervlak pakt. Wat wij wel merken is dat je vaak een groot percentage van de aanbeten mist, om die reden vissen wij het liefste met oppervlaktekunstaas met een voorspelbare actie zoals aasjes met een ‘walk the dog’’ (zigzag actie) of propeller aasjes, die je simpelweg in één lijn binnenvist.
Vaak maakt de snelheid van je oppervlakte-aasje niet uit en kun je vrij langzaam vissen. Wanneer je hierop weinig actie krijgt kun je het kunstaas alsnog op hogere snelheid binnenvissen, op deze manier maakt de actie van je aasje niets uit en is de snelheid van je aasje hetgeen wat de vis triggert. Met oppervlakte aasjes hebben wij over het algemeen wel veel bijvangsten als baars en af en toe een snoek, ook een winde kan af en toe je topwater-aasje pakken.
KUNSTAAS
Voor het roofblei vissen hebben wij een kleine selectie waarmee we alle waterlagen kunnen afvissen. Meestal hebben we maar één tacklebox met aasjes bij ons om zo licht mogelijk bepakt te zijn. De aasjes die we gebruiken zijn tussen de 5 en 11 cm ‘groot’, dat is ook ongeveer de gemiddelde prooi van de roofblei. Hierbij onze top-3 per type visserij.
TOPWATER:
- Illex Water Mocassin 75 en 95 mm
- Duo Realis Pencil 65 en 85 mm
- River2Sea Whopper Plopper 75 en 90 mm
Alle drie oppervlakte-aasjes die je voornamelijk vrij langzaam binnenvist.
Subsurface (net onder oppervlak):
- Salmo Thrill 5 en 7 cm
- Duo Drag Metal Cast in 15 en 30 gram, vooral als de vis ver uit de kant ligt vissen wij met dit werpkanon. Met de juiste uitrusting kun je dit aasje ruim 80 meter wegzetten. Dit aasje vissen we vaak in een snel tempo binnen en laten we af en toe een meter naar beneden dwarrelen, vooral het naar beneden dwarrelen van dit aasje kan heel goed werken.
- Salmo Slider S in 5 cm. Onze absolute nummer 1 voor de roofblei in de zomermaanden, deze vissen we zeer snel binnen waarbij het aasjes heel snel gaat zigzaggen. Af en toe stoppen we het aasje voor een seconde en vissen we dan weer verder. Wij hebben gemerkt dat veel roofbleien deze zigzag actie niet kunnen weerstaan. Later in het seizoen vissen we ook met de 6 en 7 cm zinkende versie.
Dieper dan 1,5 m:
- Â Duo Drag Metal Cast 15 en 30 gram, dit werppilkertje is een echte allrounder. Deze kun je net onder het oppervlak vissen, maar wat wij ook veel doen is dit aasje een aantal meter af laten zinken en dan een paar slagen binnenvissen en weer een stukje naar beneden laten dwarrelen. Dit kun je natuurlijk in ieder waterlaag toepassen. Op deze manier vangen we vaak de grotere vissen.
- Salmo Rattlin Hornet in de rattlin floating uitvoering. Omdat dit plugje vrij veel weerstand heeft tijdens het binnendraaien kun je het niet heel erg snel vissen. Dit aasje heeft wel veel verschillende uitvoeringen met en zonder ratels en verschillende duikdieptes om te proberen.
- Storm Arashi Vibe 70: een zinkende lipless crankbait. Deze kun je veelzijdig vissen, contact houden met de bodem en lange halen maken met je hengel of in de bovenste waterlagen binnen spinnen
MATERIAAL
Qua materiaal vissen wij met hengels tussen de 240 en 270 cm met een werpgewicht ergens tussen de 10 tot 40 gram, met daarop een molen in de grootte 2500 en 3000. Wat wij wel belangrijk vinden is dat deze een hoge inhaalsnelheid heeft zodat je niet je niet na een paar worpen buiten adem bent, omdat je voor roofblei toch vaak je kunstaas met een hoge snelheid binnenvist. Een belangrijk en vaak onderschat aspect van de uitrusting is de lijn, de juiste gevlochten lijn (braid) is glad en werpt ver.
Wij vissen met high-end 8 braid lijnen met een PE coating, zodat deze goed door het water snijdt. Onze toplijnen zijn de Daiwa Tournament 8 Braid Evo+ en Daiwa J-Braid X8, met een diameter van 10/00 tot 14/00. De voorslag die wij gebruiken is van fluorocarbon tussen de 28/00 en 35/00. Deze knopen we met de sterkste en dunste knopen die wij kennen, de FG-knot en de GT-knot.
De voorslag maken wij niet te lang, zodat de voorslagknoop tijdens het werpen niet door de ogen van de hengel gaat. Dit kan de knoop verzwakken. Het kunstaas bevestigen we met een kleine, maar sterke speld of een lusknoop, de lusknoop geeft het kunstaas meer beweging in het water.
Nog een belangrijke tip is om je slip niet te zwaar te zetten, roofbleien kunnen je aas heel hard pakken en nemen na de aanbeet genadeloze runs. Het zou zonde zijn als je een grote roofblei om deze reden door lijnbreuk verspeelt.
LICHT BEPAKT
Als we op roofblei vissen, nemen we niet zoveel mee. Meestal hebben we één hengel, een klein tasje met daarin een doosje met het kunstaas, tang, meetlintje en voorslagmateriaal. Zelf pakken wij de vis graag met hand. Ben je niet zo ervaren hiermee, neem dan voor het gemak een schepnet mee.
Wij vissen meestal met kunstaasjes met twee kleine dregjes, als je een vis schept kan een van de haken in het schepnet verstrikt komen. Wanneer dit gebeurt kan de vis schade oplopen en je dreggen gaan ervan kapot. Tevens als de vis met haken verstrikt raakt in het net, duurt het vaak langer met het loskrijgen van de vis en de haken. Daarom drillen wij liever iets langer om de vis uiteindelijk sneller erug te kunnen zetten.
Roofblei is een vis die veel zuurstof gebruikt en daarom is het belangrijk om de vis zo snel mogelijk terug te zetten en te ondersteunen totdat de vis goed weg zwemt. Een onthaakmatje is aan te raden als je de vis liever neerlegt om te onthaken, wij onthaken de vis het liefst in het water of in de hand.
BRUUT GEVECHT
Tot slot nog een korte impressie van een roofbleisessie twee jaar geleden samen met een van mijn zoons. Het werd een onvergetelijke avond met een nieuw pr! De avondsessie begon onverwacht
slecht en ik had er al snel weinig vertrouwen in, daar waar ik de avond er voor nog een aantal mooie roofbleien wist te vangen waaronder een grove 70-plusser, was het er nu doodstil. Ik besloot toch door te zetten op deze stek en nog wat te werpen richting de hardste stroming.
Net toen ik even mijn aandacht verloor en er hierdoor wat slack in mijn lijn ontstond, sprong er een gigant van een roofblei recht voor mijn neus volledig in vol ornaat uit het water Ik was een moment totaal flabbergasted… want zag ik nou in dat korte fragment mijn Rattlin Hornet in haar bek hangen? Ik had de aanbeet nooit gevoeld, omdat ze blijkbaar van onderaf de aanval op het kunstaas had ingezet.
Maar toen ze eenmaal het water weer raakte volgde er een genadeloze run die echt het alleruiterste van mijn hengel vroeg en die ik niet wist te stoppen. De slip stond al vrij zwaar en ze liep er alsnog als een mes door boter door heen! Meer druk kon ik niet vragen… Ik voelde de adrenaline door mijn aderen stromen want dit was een hele serieuze vis.
Na eerst met een noodgang een heel eind stroomopwaarts te hebben gezwommen was de vis zo slim om plots de rollen om te draaien en minstens net zo snel met de stroming mee terug te komen, om er vervolgens weer een niet stoppen run uit te gooien richting obstakels. Al snel had ze weer een flinke afstand te pakken dus ik had maar één keuze en dat was de slip/lijn blokkeren en op volle druk achteruit lopen, hopend dat mijn lijn het niet begaf of dat de vis zo de plug al kopschuddend wist te lossen.
Na een bruut gevecht op grote afstand ging de vis daarop dwars in de stroming liggen en deed totaal niks meer, waardoor ik een dood gewicht tegen zware stroming in terug moest pompen. Dit ging niet lukken en het risico op lijnbreuk of lossen van het kunstaas werd zo echt reëel. Dus schoenen en sokken uit, hengel aan mijn zoon Milan gegeven en het water maar in. Kwam de
vis niet naar mij, dan ik maar naar de vis… met een bij nader inzien te klein net!
Na wat gestuntel en getier om bij de vis te komen zag ik bij de zoveelste poging een echte reus van een roofblei het net in glijden. Even besefte ik niet hoe groot de vis werkelijk was. Eenmaal goed op de kant en na het zorgvuldig meten hing mijn kin wel op de grond. Met een zeer massieve en indrukwekkende roofblei van 87 cm had ik mijn pr met 2 centimeter aangescherpt.
Wat een brute aanbeet, en wat een ongekend heftige dril, exact datgene wat de hele visserij op roofblei zo ontzettend spannend en spectaculair maakt. Weer een sessie voor in de boeken, en wat nou mooier om dit samen met je zoons te doen, deze passie te delen en zo de mooiste herinneringen te beleven. Hier kan voor mij echt niks tegen op, op naar het volgende roofblei-avontuur!
|> DIT ARTIKEL VERSCHEEN EERDER IN BEET JUNI 2021
Beet is als los exemplaar te koop in de boekwinkel of neem NU een voordelig jaarabonnement en ontvang Beet Magazine iedere 6 weken thuis op de mat.