REDACTIE /WALTER PUTOp Facebook zien we regelmatig de mooiste karpers voorbijkomen gevangen door Walter Put. Grote karpers ook… Struinend gevangen, meestal met de pen, in ogenschijnlijk onbeduidende watertjes en sloten die de meeste karpervissers links zouden laten liggen. Watertjes niet dieper dan hooguit 1 tot maximaal 1,5 meter, vaak nog een stuk ondieper, die in en rond woonwijken liggen of in poldergebieden in de buurt. We gingen een ochtend met Walter op stap.

Walter staat al te wachten bij een grasperk grenzend aan een cultuurwater zoals er zovelen zijn in Nederland. Mensen op weg naar hun werk en hondenuitlaters die vriendelijk gedag zeggen kijken ons wat vreemd aan. Walter vertelt dat hij al even is rondgereden en wat plekjes heeft aangevoerd. Dat zou voor snel succes moeten zorgen… normaal gesproken dan!

Het is de afgelopen weken bitterkoud geweest voor eind april en dat heeft de watertemperatuur geen goed gedaan. We vestigen de hoop op de voorspelde zon, die heeft wel kracht, maar de matige noordenwind maakt het koud, zeker nu de zon nog wordt geblokkeerd door de flats aan de overkant. Maar Walter heeft er desondanks alle vertrouwen in. Afgelopen dagen wist hij toch nog een paar mooie karpers te vangen en toen was het ook nog behoorlijk fris.

Afgelopen dagen had Walter, ondanks de koude noordenwind, toch een paar mooie karpers weten te vangen.

Wormen

Walter loopt, licht bepakt, voorzichtig naar het water. In de kant is het erg ondiep en daarom hij heeft hier wat verder uit de kant gevoerd. We zien een paar belletjes omhoog komen, er lijkt vis te zitten. Walter beaasd zijn haak met een paar wormen en laat het pennetje voorzichtig zakken. Gehurkt wacht hij als een reiger af… Het duurt niet lang of we zien het pennetje bewegen, duidelijk een lijnzwemmer. Even later zien we ook een vis links voor de kant wegdraaien, maar daarna blijft het verdacht stil. Te stil naar Walter zijn zin.

Tijd om te verkassen naar de volgende aangevoerde stek bij een lage loop-/fietsbrug. Daar duurt het welgeteld 30 seconden als de pen wegloopt en Walter een karper haakt die meteen wild in de oppervlakte met zijn kop schudt… en vrijwel direct losschiet. Shit! Het was een korte, hoge spiegel; waarschijnlijk een uitzetter van de laatste jaren.

Hij voert nog een handje voer bij de brug en dan lopen we door naar een volgend stukje, goed uitkijkend dat we niet in een hondendrol stappen of ganzendrek. Terwijl we het water afturen naar activiteit, stel ik Walter vast wat brandende vragen.

Hoe lang vis je al op karper?

Dat zal een kleine veertig jaar zijn. Ben begonnen als klein ventje toen ik een jaar of vijf was. Toen kreeg ik mijn eerste hengel in mijn handen gedrukt. Ik begon met een vast hengeltje op witvis. Later werd dat een werphengeltje. Al snel ving ik mijn eerste karpertje in een park bij ons in de buurt. In die tijd viste ik voornamelijk met een dobbertje. Tot zo’n 20 jaar geleden heb ik veel statisch gevist, met name op de uitgestrekte wateren in het Benedenrivieren gebied, maar ik was op een gegeven moment de toenemende drukte en het vele gesjouw zat. De laatste 20 jaar vis ik nog voornamelijk struinend, de hele dag zoekend naar karper.

Struinen met de pen is favoriet toch? Waarom?

Omdat ik het liefst actief vis, dat wil zeggen dat ik meerdere wateren per dag bevis en op plekken kom die een ander snel zal overslaan. Gemiddeld vis ik per dag een vijftal wateren af. Die voer ik dan altijd heel vroeg aan. Op elk water maak ik een drietal voerplekjes. Zodra ik het laatste water aangevoerd heb, begin ik bij het eerste water te vissen. Daar zit meestal een uur tussen. Penvissen is zeker lonend en zeker effectief. Meestal lukt het op deze manier om per dag enkele vissen te vangen. Zeker op wateren waar voornamelijk statisch gevist wordt en waar de karpers de klappen van de zweep kennen, kan het penvissen zeer lonend zijn! Op deze manier vang je ook vaak de grotere vissen.

Het vissen met de pen kan zeer lonend zijn.

Karper?

Bij een kleine inham waar een afvoerbuis ligt duurt het ook niet lang voordat de pen in beweging komt. De aanslag is raak, maar al gauw is het duidelijk dat het geen karper is. Een behoorlijk grote brasem mag even op de foto en daarna weer zwemmen. Bijvangsten van brasem en zeelt horen er nu eenmaal bij als je met klein aas of wormen vist, maar het is vaak wel dressuur doorbrekend.

Hier gaat het blijkbaar ook niet lukken, dus stelt Walter voor om naar wat andere watertjes in de buurt te rijden. Misschien dat we later hier nog terugkomen. Bij de auto drinken we eerste een bak koffie en ik ben benieuwd naar zijn aanpak. Wat het maakt dat hij vaak zo succesvol is, vaak door maar een paar uurtjes te vissen.

Brasems en zeelten zijn niet uit te sluiten.

Hoe lang geef je elk voerplekje de tijd?

Ik besteed niet veel tijd aan mijn voerplekken. Hooguit 5 minuten per voerplek. Er zit meestal een uur tussen het moment dat ik begin met voeren en het moment dat ik begin te vissen. Vaak kijk ik na het eerste rondje aanvoeren of ik wat zie, is dat niet het geval, dan loop ik gelijk door naar het volgende plekje. Dit herhaal ik een paar maal per dag. Zie ik vis of activiteit op de stek, dan geef ik het even de tijd.

Hoe ziet jouw favoriete voertje eruit?

Dit bestaat voornamelijk uit klein voer, liefst donker van kleur. Ik gebruik vaak hennep en/of 2 mm pellets. Dit voer gebruik ik het grootste deel van het jaar. In de winter tot aan het vroege voorjaar gaat mijn voorkeur uit naar maden. Het voordeel van klein voer is dat de vis vaak lang op je voerstek blijft azen. De pellets die ik gebruik bestaan voornamelijk uit vismeel. Ik heb het idee dat hoe harder het stinkt, des te meer vis het oplevert! De meeste mensen zijn bang om klein voer te gebruiken omdat dit veel witvis aan zou trekken. Naar mijn idee valt dit wel mee, zo nu en dan vang ik een zeelt of brasem.

Donker voertje en een trosje wormen er bovenop vissen; dodelijk!

En je favoriete haakaas(jes)?

Zoals ik al zei, voer ik met zo klein mogelijk voer/aas. Vis ik in de winter, dan gaan er een paar maden op de haak. De rest van het jaar gebruik ik afwijkend haakaas, bijvoorbeeld een broodvlok of een aantal mestpiertjes of iets grotere dendrobena’s.

Gebruik je ook wel boosters/liquids voor extra attractie?

Eigenlijk maak ik zelden gebruikt van deze middelen. In de winter gebruik ik weleens een booster als extra attractie, maar verder eigenlijk nooit. Ik heb ooit eens een proef uitgevoerd; op de ene voerstek met booster en op de andere voerstek zonder. Al gauw merkte ik dat de plek met booster gemeden werd, terwijl ze op de plek zonder booster langer bleven azen. Ze leken argwaan te hebben voor de voerstek met extra attractie. Ik persoonlijk zal het daarom niet gauw gebruiken.

Op nog geen 50 cm water…

Bruisende activiteit

Na 10 minuten rijden komen we aan bij een paar slootjes die uitkomen op een groter parkwater. Een paar weken geleden, toen het even wel zomer leek, had Walter hier een hele mooie schub weten te vangen op nog geen 50 cm water.

Nu is er niets te zien en rijden we door naar een ander cultuurwater aan de rand van een nieuwbouwwijk. Het zonnetje doet ondertussen aardig zijn best, maar in de schaduw voel je goed hoe koud het werkelijk is. Toch lijkt het zonnetje de karpers te activeren, want al snel spotten we wat activiteit in een smalle, beschutte, ondiepe sloot met wat opkomende leliebladeren en groene rietpuntjes.

Op één plek bruist het lekker en duurt het niet lang voordat de pen beweegt en we verwachten elk moment dat die wegloopt, zeker als we ook de nodige verkleuring omhoog zien komen. Maar nee, het mag blijkbaar vandaag niet.

Hier zou het toch moeten gaan gebeuren zou je zeggen…

Een halfuur later is de meeste activiteit weer verdwenen. Vreemd, je zou denken dat de vissen juist actiever zouden moeten worden, nu het wat ‘warmer’ wordt. Maar Walter weet even verderop nog wel wat stekken. Verkassen is een fluitje van een cent met zo weinig bij je.

Hoe ziet jouw struinuitrusting (hengel, molen, lijn, etc.) eruit?

Die is zo compact mogelijk en bestaat uit een oprolbare onthaakmat, een emmer met voer, haakaas en een landingsnet. Het kleine spul zoals haken, pennetjes en loodjes gaan in mijn jaszak. De hengel die ik het meest gebruik is rond de 10 ft en 2 lb met een molen die is opgespoeld met een 30/00 nylon.

De reden dat ik met een vrij korte hengel vis is dat ik vaak op plekken vis waar de beplanting nogal dicht is en ik vaak ook met andere obstakels te maken krijg. Mijn pennetje is zo licht mogelijk, tussen de 0.2 en 0.5 gram. In de zomer, als er veel wier groeit, gebruik ik een indicator uit de vliegvisserij. Mijn haak is een soort klauwhaak, meestal maatje 8 tot 10.

Licht bepakt, alleen het hoogstnoodzakelijke mee.

Vis je ook vaak drijvend? Zo ja, wanneer en hoe?

Ja en nee. Ik vis eigenlijk nooit een hele dag drijvend. Ik doe het wel als ik zit te pennen en ik de karpers in de oppervlakte zie cruisen. Op zo een moment bouw ik mijn hengel om voor het drijvend vissen.

Vis je ook weleens (gericht) op andere vissoorten, of zijn het vaak ‘bijvangsten’?

In de winter houd ik mij ook bezig met snoeken met de vlieghengel. Dat doe ik zowel vanaf de kant als met de bellyboot. Vanaf de kant is meestal in de polder, met de bellyboot ben ik vaak op de kanalen te vinden.

Bijvangsten horen er nu eenmaal bij. Dit zijn bij mij hoofdzakelijk brasem en zeelt, maar ik heb van alles gevangen tijdens het pennen. De nodige snoeken met een broodvlok, en zelfs een paling! Vorig jaar had ik zelfs een snoek van 119 cm met een naaktslak.

struinend vissen op karper

Zomer, herfst, winter, voorjaar… het maakt voor Walter niet uit.

Vis je ook nog weleens statisch op karper?

Ja, dat doe ik weleens, maar dan wel ‘struinend’. Dit doe ik meestal op wateren waar je met de pen eigenlijk niet veel kans hebt omdat je verder uit de kant moet vissen. Ga ik dan statisch vissen, dan vis ik meestal een uurtje per stek.

Wat is je grootste ‘struinkarper’ tot nu toe? Kun je kort iets over die vangst vertellen?

Dat zijn er eigenlijk twee; een graskarper en een schubkarper. De graskarper ving ik in een park. Ik wist van deze vis zijn bestaan niet af, maar zag op een gegeven moment een grote graskarper op mijn voer staan. Hij vrat steeds mijn voerstek leeg, maar liet mijn haakaas links liggen. Na een aantal veranderingen van mijn haakaas negeerde hij nog steeds alles. Ik had van alles geprobeerd, brood, mais, een worm, maar hij meed alles.

Destijds viste ik ook met de vlieg op karper. Dat deed ik met een fluo carp bolletje. Deze bolletjes had ik toevallig nog in de auto liggen, dus die ben ik gauw gaan halen. Mijn oog viel op de fluo roze. Nadat ik deze aan mijn haak geknoopt had, was het binnen enkele minuten raak; 121 cm lang bij een gewicht van 21 kg!

De schubkarper had ik al eens gevangen toen ik een jaar of 15 was. Toen woog hij 23 pond. Nadien heb ik hem nooit meer gevangen of ook maar gehoord dat iemand anders hem gevangen had. Dit water bevis ik nog steeds.

Drie jaar geleden ving ik hem tot mijn grote verrassing weer. Vroeg in de ochtend zag ik een grote vis azen tussen het wier. Na snel mijn hengel beaasd te hebben liet ik mijn wormen tussen het wier zakken. Na een slopende dril bleek het de bewuste schub te zijn! Alleen woog hij inmiddels 23 kilo!

struinen op karper

Brood is een veelzijdig, maar onderschat als aassoort.

Heb je nog tips & tricks?

Neem zo donker en klein mogelijk voer, maak meerdere stekjes per water en geef deze minimaal een uurtje rust. Ga je dan vissen, blijf dan niet te lang op één plek hangen. Vis niet met te grote haken, maatje 8-10 is vaak voldoende. Probeer een aanwijzingspunt te vinden of prik een stokje in de grond om je aangevoerde stekjes terug te vinden. Zoek naar plekjes die een ander snel zou overslaan. Vis met afwijkend haakaas ten opzichte van je voer. En tenslotte; houd je pennetje zo licht mogelijk.

Toch nog

Bij een kommetje dat wat uit de wind ligt voert Walter nog wat stekjes aan. Volgens hem zwemmen hier vooral kleinere spiegels die nog wat jaartjes nodig hebben om richting de 20 pond te gaan. Dit keer gaat er een broodvlok aan de haak. Onder een grote overhangende wilg ziet Walter wel wat bewegen, maar blijft een aanbeet uit. Bij een doodlopend stuk met drijfvuil ook niet, maar als hij zijn pennetje naast een rietkraag laat zakken is het binnen 5 seconden raak en staat Walter met een kromme hengel.

De vis probeert zich in de kant te boren, maar het is al snel duidelijk dat het geen grote vis is. Toch heeft Walter moeite om de vis in het net te krijgen. Wat blijkt, de vis heeft een oud stuk lijn opgepikt en zit min of meer verstrikt. Met vereende krachten weten de oude lijn te verwijderen en belandt de vis alsnog veilig in het net. Het is een prachtig spiegeltje wat veel belooft voor de toekomst.

Toch nog een karper op de mat!

Weliswaar niet het formaat waarop vandaag gehoopt, maar beter iets dan niets! Het is wachten dat het water weer wat opwarmt, dan zullen de vissen gelijk een stuk actiever worden. Dat blijkt wel als een paar dagen later ik weer de nodige fraaie karpers op de Facebook-pagina van Walter voorbij zie komen!

 

|> DIT ARTIKEL VERSCHEEN EERDER IN BEET JUNI 2021

Beet is als los exemplaar te koop in de boekwinkel of neem NU een voordelig jaarabonnement en ontvang Beet Magazine iedere 6 weken thuis op de mat.