André Pawlitzki – Zeelt staat bekend als een van de, zo niet dé meest voorzichtige vis. Eeuwenlang twijfelkonten om na lang wikken en wegen te beslissen wel of niet dat ene voedselitem op te pakken. Maar dat hoeft helemaal niet zo te gaan! Met wat appetijtelijke overredingskracht is zelfs zeelt over de streep te trekken. Beter gezegd helpen we de vis een handje…

Enorm langzaam komt de dobber in beweging, ‘dipt’ kortstondig even onder en kruist vervolgens langzaam richting de overhangende struik. Snel hef ik de hengeltop en stuit ik op weerstand! De lichte hengel met een testcurve van 1 lbs staat direct zo krom als een hoepel en de gehaakte vis probeert keer op keer om de wortels van de overhangende bosjes te bereiken. Na een minuutje kan ik de vis overtuigen het wijd op te zwemmen. Dankzij het nerveuze gebonk weet ik dat een zeelt zijn best doet onder water. Als even later daadwerkelijk een goudgroene schoonheid in het wateroppervlak opduikt ben ik zo blij als een klein kind; wat een heerlijk begin van deze sessie!

Downsizen

Veel vissers gebruiken tijdens hun visserij op zeelt graag dauwwormen en daar is ook helemaal niets mis mee! Het is een mondvol voedsel voor zeelt en dat werkt vaak prima op dagen waarop de zeelten goed azen, maar er zijn natuurlijk ook genoeg momenten waarop dit niet het geval is. Dan kan het echt de moeite waard zijn om te downsizen! Gebruik eens een halve of een kwart dauwworm, of misschien nog beter; kleinere dendrobena’s of mestpiertjes. Een of twee van deze kleine wormen op een haak maatje tien of twaalf met een of twee dode of imitatiemaden op de haakpunt zijn voor mij echt het perfecte zeelt aas. Deze natuurlijke voorkeur voor kleiner aas is vervolgens iets waar je tijdens het voeren rekening mee kunt houden.

Zeelt is gek op dauwpiertjes.

Voer

Als opportunist kan een zeelt nergens zijn neus voor ophalen en moet hij meer dan eens genoegen nemen met (echt) kleine voedselitems. Daarom zijn maden onontbeerlijk in mijn ogen. In mijn zeeltvoer zitten ze dan ook altijd! Om te voorkomen dat ze wegkruipen in de eventuele sliblaag vries ik ze kortstondig in. Gedurende een paar uur plaats ik de maden hiervoor in een plastic zak in de vriezer. Hierdoor gaan ze dood en kruipen ze niet meer rond.

“Wormenpap”

Verder voeg ik nog minipellets van maximaal 4 mm en een handje wormen aan mijn voer toe. Om de geur van de wormen extra goed tot zijn recht te laten komen, knip ik de wormen fijn met een wormenschaar. Het wormenpapje wat je hierdoor krijgt heeft een magische aantrekkingskracht op zeelten.
Het hoofdingrediënt van mijn zeeltvoer is echter hennep. Met hennepkorrels kun je enorm gericht aan de slag gaan. Zeelt, maar ook karper is er gek op. Om je toch wat meer op zeelt te focussen laat ik de maïs achterwege in mijn voer. Maïs werkt namelijk enorm goed als lokkertje voor karper. En als er eenmaal karper op de stek zit, dan is het lastig om nog echt selectief op zeelt te werk te gaan!

 

zeelt

De basisingrediënten voor de wormenpap.

Binden

Om dit voer met toch enorm veel kleine voedseldeeltjes goed tot ballen te kunnen vormen, gebruik ik lokvoer met een enorm bindende werking. Geloof me, de bindende kracht van het voer mag echt enorm zijn! De bedoeling is dat het voer alle losse ingrediënten draagt en pas op de bodem loslaat. Met andere woorden moet de voerbal een worp plus plons overleven, dan nog heel afzinken en pas op de bodem openbreken. Een nadeel van lokvoer is dat het erg brasemgevoelig is. Brasems zijn dan weer niet zo dol op hennep, dus laten ze dat zeker weten liggen voor de zeelten. Fijn om te weten, mocht je te maken krijgen met brasem op de stek. Zodoende blijft in ieder geval één voerbestanddeel over voor de gewilde zeelt.

zeelt voer

 

Pietje precies

Het voer werp ik het liefst zo precies mogelijk op mijn voerstek. Topstekken voor zeelt kunnen kleine openingen in plantenbedden zijn, maar ook in het water gevallen bomen, overhangende bosjes en rietkragen kunnen rekenen op enorm veel aandacht van zeelten.
Vaak voer ik aan het begin van mijn sessie twee of drie voerballen. Pas als ik een of twee vissen gevangen heb gooi ik weer een voerbal op de stek. Het is echt van belang dat je steeds op dezelfde plaats voert. Grotere voerstekken kunnen voor andere vissoorten prima werken, maar mijn ervaringen met grote voerstekken en zeelt is dat dit niet goed samengaat. Meestal gooit brasem dan roet in het eten en blijft het zeeltenfestijn uit.

Aanvoeren

Naast precies aanvoeren is ook de samenstelling van je materiaal van belang. Kies je hoofdlijn en de rest van je montage zo licht mogelijk. Houd altijd visveiligheid in gedachte, maar bedenk je ook dat lichter minder weerstand en dus meer aanbeten betekent. Betracht zo ook bij het uitloden van de dobber de nodige finesse. Ik lood mijn dobber meestal zo uit dat er nog maar een centimeter van de antenne zichtbaar is. Vanzelfsprekend kies ik voor een lichte, slanke dobber. Alles om de weerstand bij aasopname zo minimaal mogelijk te houden. Ik kan het niet genoeg benadrukken, zeelt kan erg schuw zijn en bij de minste of geringste weerstand het haakaas meteen weer uitspugen.

ZEELT TIPS

BIJZONDERE HAAKJES
Om de voorzichtig azende zeelten te haken maak ik gebruik van bijzondere haakjes; de QM1 van Guru. Dit zijn weerhaakloze haakjes die een rond, haast cirkelvormig model hebben. Eigenlijk zijn deze haakjes ontwikkeld voor de visserij met zelfhaaksystemen. Toch doen deze haken het ook prima als er met een match, of vaste hengel gevist wordt! Door de bijzondere vorm wordt de dikke lip van een zeelt omsloten door de haak, en daardoor verlies je amper zeelten tijdens het drillen!

Dauwworm
Dauwwormen zijn geliefd aas voor zeelt, en volledig terecht! Zelf gebruik ik meestal een halve dauwworm. En dan met name het dunnere staartstuk van deze uit de kluiten gewassen pieren. Om ervoor te zorgen dat dit stukje pier optimaal kan bewegen bevestig ik het kleine haakje (maat 12 of 14) in de open kant van de worm. In de ‘breuk’ steek ik de haak en voer hem door de zijkant naar buiten. Als laatst schuif ik nog een dode of imitatiemade op de haak als stoppertje zodat de worm er niet afglijdt.