DEEL 6 | 31 T/ 40

31 -Waterrecreatie

Drukte en tumult in en op het water van andere recreanten dan van onszelf kan een positieve uitwerking hebben op het gedrag van karpers. Denk aan surfstranden en plekken waar veel wordt gezwommen. Het omwoelen van de bodem is de grote trigger voor de karpers. Bang zijn ze niet voor spartelende benen. Ik krijg weleens de indruk dat karpers al dat zomerse vermaak juist gezellig vinden… Niet zelden begin je op dit soort wateren pas te vangen als de eerste badgasten te water gaan!

32 –  Zachte maïscocktail

Het penvissen is in de zomermaanden een zeer relaxte bezigheid, met een lichte bepakking kun je snel van stek naar stek verkassen. Klein aas zoals zachte mais, kapucijners of bruine bonen zijn dan zeker zeer geschikt, deze kun je gewoon op de haak prikken (houd wel de haakpunt vrij!). Knijp eens de harde kern uit de korrel van de zachte ma zodat deze van structuur verandert, op dressuurwater is dit zeker de moeite waard om eens te proberen! Wat vaak ook heel goed werkt is een cocktail van een worm met een maïskorrel, het beweeglijke gecombineerd met het visuele. Wat mij betreft een gouden combi. Je moet ook niet raar opkijken als je een mooie zeelt als bijvangst krijgt.

33 – Parabolische hengel

Voor de visserij met de korst en de pen, die zich vaak dicht onder de kant afspeelt, heb je wel een passende hengel nodig. Een werpkanon is absoluut uit den boze; te zwaar, te strak en te onhandig in gebruik. Nee, voor deze visserij hebben we een soepele, parabolisch buigende hengel nodig van maximaal 2 – 2 1/4 pond. Het liefste een slowtaper model, een hengel die buigt tot in het handvat maar nog wel genoeg ruggengraat heeft om de grote vissen tot in het net te brengen. Een langere lengte van zo’n 4 meter is handig om over bijvoorbeeld over een rietkraagje een pennetje te laten zakken, een kortere van zo’n 3 meter wanneer je tussen of onder takken vist.

34 – Gemiste kans

Onderschat nooit je eigen kantje, is een veel gehoord advies. Maar wie doet er wat mee? De meeste karpervissers werpen, varen of gooien hun aas 99 van 100 keer verder dan 20 meter uit de kant of tegen de overkant aan, dat is jammer! Het eigen kantje word te vaak vergeten, daar zwemmen ze niet want er is teveel herrie en onrust op de stek, zo wordt gedacht. Een gemiste kans! Vergeet niet dat op bepaalde wateren de karper wel wat gewend is. Plaats daarom eens een (derde) hengel onder de eigen kant, ook al staat er misschien maar een meter water. Vooral in de nacht en ’s ochtends vroeg als de meeste vissers toch in hun tentje liggen te snurken, struinen de karpers de kanten af, tot voor je voeten!

35 – Zitmatje

Als je actief aan het vissen bent komt er een moment dat de benen het op een gegeven moment niet meer trekken. De vele (kilo)meters die we al wandelend struinend afleggen gaan je niet in de koude kleren zitten en het actief bezig zijn vraagt af en toe om een welverdiende rust. Maar om je kont nu op een natte grasmat of vieze grondbodem neer te planten is ook iets waar je niet vrolijk van word. En de hele dag slepen met een karperstoeltje dat is ook geen pretje. Als alternatief is een klein onthaakmatje de ideale oplossing. Twee vliegen in een klap, de vis ligt veilig en je kont blijft droog.

36 – In beweging

Op vaarten en kanalen met plezier- en beroepsvaart is het water constant in beweging met als gevolg meer zuurstof in het water. Daarom zijn de karpers daar vaak ook hartje zomer nog actief. Aanlegplaatsen, buitenbochten of zwaaikommen waar de bodem keer op keer wordt omgewoeld door het schroefwater van de schepen zijn vaak echte hotspots. Het water is op die plekken uitgesleten en dieper en daardoor verzamelt zich daar het nodige natuurlijke voedsel. Laat daar je pennetje maar zakken of leg je rig hier neer!

37 – Natuurlijke hotspots

Lelievelden zijn een natuurlijke hotspot, daar vindt een karper niet alleen beschutting tegen de felle zon, maar ook voedsel in de vorm van slakjes. Waar je ook mooie hotspots kunt vinden zijn de vaarten die voorzien zijn wilgen, de wortels van de wilg groeien vaak door tot in het water en bieden voor de karper een mooie schuilplaats en beter nog een voedselbron, alg en wier dat groeit op deze wortels en waar allerlei kreeftjes en schelpdiertjes in gaan zitten. Er drijft natuurlijk ook van alles in het water dat blijft ‘hangen’ aan de wortels en vaak loont het de moeite om hier een korst of vlok te laten zakken.

38 – Opportunist

Omdat een wilg vlak bij het water staan wil het nog wel eens gebeuren dat er bij een flinke zuidwesterstorm, deze geen houvast meer heeft en de boom door de kracht van de wind omver word geblazen. De wortels hebben dan geen houvast meer aan de sompige bodem. Als dat eenmaal is gebeurd dan komt het vaak voor dat de karper er als de kippen bij is om deze plek te inspecteren op alles wat eetbaat is. Karper is van nature een vrij nieuwsgierig schepsel en een verandering in zijn leefomgeving daar wil hij wel het zijne van weten. Het kan dus geen kwaad om daar een pennetje of rigje te deponeren.

39 – Regenworm

Natuurlijk aas is in de karpervisserij niet weg te denken, maar word vaak ondergewaardeerd. Wat te denken van maden, wormen meelwormen, slakken, naaktslakken etc. De mogelijkheden zijn legio. Maar wanneer kun je deze soorten nu het beste gebruiken? Eerlijk gezegd kun je ze eigenlijk altijd wel gebruiken en ze zijn absoluut dressuurdoorbrekend! Het gebruiken van wormen is met name goed bij of vlak na een regenachtige dag of ochtend. Door het regenwater wordt de worm getriggerd, gaat kruipen en wordt dus actief. De karper reageert hier vervolgens op zal zich dan meer gaan focussen op de worm, dan op een maïskorrel… om maar iets te noemen.

40 – Madenorgie

Maden kunnen een ‘dodelijk’ effectief zomeraas zijn voor karpers, zeker als je er behoorlijke hoeveelheden (liters!) van voert. Karper kan er dan helemaal gepreoccupeerd op raken en blijven uren wroeten op de voerplek. Natuurlijk kun je dit alleen doen op wateren of plekken met een gering witvisbestand. Vis er met een klein haakje volgepropt met maden tussen of beter nog een trosje maden aangeboden op een hair middels een speciale madenclip of een pop-up boilie of kurkje waar de maden aan vastgeplakt worden met secondelijm.

ALLES LEZEN | ZOMERSE KARPERTIPS