In de WITVIS MASTERCLASS komen telkens uiteenlopende witvisonderwerpen aan bod die belicht worden door diverse specialisten. Boordevol met praktische tips & tricks en ‘how to’ wordt een enorme variatie aan watertypen en technieken besproken. Doe er je voordeel mee!
Herfst en winter, misschien wel de mooiste jaargetijden van het jaar. Weet je de goede stekken, dan kun je fantastische vangsten boeken. In deze masterclass kijkt topvisser Bart Reekmans alvast vooruit en voorziet je van nuttige tips om de komende tijd goed voorbereid naar de waterkant te gaan.
BART REEKMANS
“Typische winterstekken zijn over het algemeen relatief diep. Moet je de vissen altijd op de diepste plek van je stek zoeken of kun je ze ook ondieper verwachten?”
“Ik ga in de winter meestal wel op zoek naar de diepere stekken. De vis gaat op zoek naar de ‘warmere’ waterlagen en die vind je doorgaans op de diepere gedeeltes, zeker in het geval van grote wateren. De ondiepere steken liggen meestal dichter bij de oever dus het kan zijn dat je verder dient te vissen dan normaal. Feederen op afstanden van 50 tot 75 meter is in de winter geen uitzondering.
Sowieso is het belangrijk dat je het bodemverloop goed uitpeilt; loopt de bodem af, of zijn er kuilen waar je een aanmerkelijk diepteverschil hebt. Dit soort factoren zijn voor mij bepalend waar ik mijn stek ga opbouwen in de winter. Vind ik bij het peilen een dieper liggende kuil, dan zal ik altijd proberen daar op het diepste punt mijn stek op te bouwen.”
“Leem wordt vaak gebruikt om een voer te verschralen. Wanneer kies jij ervoor om bij het feedervissen leem toe te voegen aan je voermix?”
“Leem is inderdaad de laatste jaren heel hard opgekomen bij het feedervissen. Voor mij is leem een product wat ik al jaren gebruik. Het komt voort uit de visserij met de vaste hengel. Zogenaamde lichte leem geniet de voorkeur. Ik gebruik het voor twee doeleinden; ten eerste om het voer armer en minder voedzaam te maken, maar daarnaast ook voor een wolkend effect. Wanneer ik verwacht dat er zeer weinig vis gevangen gaat worden, voeg ik meestal een deeltje leem toe aan mijn voer om het voer een stuk minder voedzaam te maken, zodat de vis die ik aantrek op mijn stek niet teveel voedsel vindt en zich niet te snel zal volvreten. Een goed uitgangspunt is 50/50 leem en voer. Wordt de visserij extreem lastig dan kan ik ervoor kiezen om het leemaandeel op te voeren tot 2/3 leem en 1/3 voer. Wanneer de vis zeer slecht aast tijdens een sessie, kies ik er ook wel eens voor om alsnog leem toe te voegen om met een paar korfjes een wolkend effect te creëren. Zo probeer ik wat kleinere vissen aan te trekken.”
“Grote vissen zijn meestal doorslaggevend tijdens een wedstrijd. Hoe pak jij dat aan bij het feederen?”
“Grote vissen geven vanwege hun gewicht meestal de doorslag tijdens wedstrijden. Hoe je ze kunt selecteren tussen alle aanwezige vissen is niet altijd even gemakkelijk .
Tip 1: Ga zeker niet met te klein haakaas aan de slag. Meerdere maden of casters op een haak prikken kan soms een groot verschil maken om net die mooiere exemplaren te vangen .
Tip 2: Passiever gaan vissen. Door de voerkorf een langere tijd stil laten te liggen op je voerstek creëer je rust op je plek. Juist die rust geeft de grotere vissen de gelegenheid het aas te pakken.
Tip 3: Pas je voer aan. Dit kun je doen door grovere bestanddelen door je voer te vermengen zoals bijvoorbeeld de tegenwoordig veel gebruikte crumbs die je in verschillende kleurtjes kunt krijgen van verschillende merken.”
“Tegenwoordig zijn er echt allerlei verschillende voerkorven verkrijgbaar. Het grootste onderscheid zit hem in het materiaal: gaas of kunststof. Wanneer kies je voor de een, dan wel de ander?”
“Klopt inderdaad, korven zijn er in vele varianten en zowel gaas als plastic hebben hun functies en voordelen. Wanneer ik kies voor kunststof korven is dat meestal met de reden dat ik vrij actief ga vissen. Kunststof korven kun je makkelijker verslepen over de bodem dan gaaskorven. Een ander groot voordeel van kunststof korven is dat deze gemakkelijk en sneller naar het wateroppervlak komen bij het indraaien, dit kan een voordeel zijn wanneer er bijvoorbeeld veel planten, stenen of een scherp talud aanwezig zijn op je stek.
Gaaskorven daarentegen hebben ook hun voordelen, ze werpen iets beter en geven wat gemakkelijker het voer en aas vrij. Vaak wissel ik tijdens wedstrijden mijn korven van gaas naar kunststof en omgekeerd om net die ene extra aanbeet te versieren. Kortom, blijven zoeken naar de juiste aanbieding levert meestal nog wel een extra visje op.”
Dit artikel werd eerder gepubliceerd in Beet Magazine, deel 2 en deel 3, met Klaas Mozes en Koen Vandermolen, volgen binnenkort op de Beet website. Ga voor een abonnement op Beet Magazine, om volledig op de hoogte te blijven van alle ontwikkelingen in het witvissen, naar https://shop.beet.nl/category/abonnementen/.
