NICK BEUVINK EN JULIA D’AILLY – Rustig maar gestaag tikt de spoel van mijn bordeaux rode Shakespeare Ambidex. Een heerlijk geluid dat klinkt als een gedempte fietsbel die continu door een kleuter met ADHD aan geslingerd wordt. Je gelooft haast niet dat deze molen al meer decennia dienst doet dan degene die op dit moment aan de slinger draait. Ik zou er zo bij in slaap kunnen vallen, ware het niet dat ik een brute mid-twintig schub sta te drillen. Het ongelukkige toeval wil dat ik de verkeerde hengel in de achterkant van mijn Caddy heb gegooid. Namelijk mijn ruisvoorn hengel in plaats van mijn oppervlakte stok. De brute schub trekt de 1 lbs. glas hengel in een hoepeltje. Hartstikke prachtig natuurlijk, maar na twintig minuten mag de vis wel een keer het gespreide net in. Zandput vissen drillen met dit materiaal is niet altijd even ideaal. De oplettende lezer vraagt het zich misschien al af, hoe ben ik in deze situatie verzeild geraakt? Dit artikel ging toch over statisch vissen op een zandput? O, jazeker, maar de intro niet!
De bovenstaande situatie is ontstaan doordat ik tijdens het voeren en observeren een school vissen heb gespot. Deze vissen verzamelen zich, zoals in deel 1 beschreven, voor de aanstaande paai. De vissen zullen tevens op het voer afkomen dat ik hier te pas en te onpas verspreid.
Bovenstaande situatie is een redelijke riskante onderneming, om twee redenen:
- Het is overdag en ik ben onbeschut.
- Ik verstoor mijn eigen voerstek door er vissen vanaf te vangen terwijl ik net gevoerd heb.
Toch kan ik mij in dit soort situaties niet beheersen. Na wat korte actie verdwijnt ik snel van het strijdtoneel met een mooie schub rijker. De eerstvolgende keer dat ik weer ter plaatse ben, is later in de week. Het vertrouwen is immens hoog! De vis draait, springt en trekt bellensporen, vol op de beoogde stekken. Ik ben samen met Juul en we hebben de auto een heel eind verderop geparkeerd om geen argwaan te wekken.
Met extreem beperkt materiaal sluipen we door bosjes en onder prikkeltroep. Het is een warme dag geweest en er staat een koel, zoet briesje. Een typisch Twentse lenteavond. De lucht tussen de struiken is nog warm en riekt naar gouden brem en fris lentegroen. Afgetopt met een zware aarde lucht maakt het ons domein compleet. Afijn, terug naar het vissen.
Thuis is alles al in gereedheid gebracht en we hoeven enkel nog de rigs te bevestigen en het vissen kan beginnen. We blijven maximaal anderhalf uur op de stek, eindigend in het duister. Net tegen het schemer plaats ik een hengel met een korte zwiep achter een zandbank op 30 meter uit de kant. De ander gaat voor een ingang van een kom die verderop ligt.
Dit is een premium artikel.