Het is een mooie winterdag, strak blauwe hemel, een zachte frisse bries laat de bomen zachtjes bewegen als ik uit de auto stap onderaan de duinen. De temperatuur ligt net iets boven het vriespunt, en daalt ‘s nachts tot net onder nul. Ik zet mijn hengels in elkaar, bind mijn steunen aan elkaar vast en trek mijn warmtepak aan. Ik check nog een keer of ik alles heb, en of ik toch mijn hoofdlamp niet vergeten ben. Gelukkig ligt deze netjes bovenop in mijn viskist. Het avontuur kan beginnen.

 Door Kees Gillissen

Dit Artikel van Toen verscheen eerder in Zeehengelsport nr 370.

 

 Overdag zie je het beter dan in donker; het is aan te raden ook bij daglicht even jouw nachtstek te gaan bekijken!

Hoofdlamp

U vraagt zich wellicht af, wat is ondergetekende van plan met die hoofdlamp in dit koude jaargetijde. Klopt. Nachtvissen doen wij Nederlanders vooral in de zomermaanden op tong. Zeker op een mooie zomerdag is het ‘s avonds en ‘s nachts lekker afkoelen aan zee. Maar wat veel mensen niet weten is dat de winternachten echte visnachten zijn. De wijting komt in het najaar en de winter massaal naar de kust en laat zich bij voorkeur ‘s nachts veel beter vangen dan overdag!

Als ik de trap op loop richting strand, komt een andere visser mij tegemoet. Even een kort babbeltje over de vangsten laat mij al snel weten dat het een taaie avond wordt. De beste man had een enkel scharretje en geen wijting. Maar hij weet waarschijnlijk niet wat ik weet, dus ik sjouw toch met een opgewekt gemoed naar het strand. Na een dagje werken is het toch wel lekker om nog even zand onder je voeten te hebben. Het is inmiddels half vijf in de middag als ik op strand ben aangekomen. De zon begint in kracht af te nemen en het gaat al schemeren. Tijd om de hengels in te spannen en een paar loodjes richting de horizon te werpen.

Als je in de namiddag de nacht in vist, weet je in donker beter de weg… (foto Dirk Horemans)

 

Ankerlood

Ik ben vandaag neergestreken op een stek tussen Zoutelande en Westkapelle, bekend om zijn diepe wateren op werpafstand. Een aantal edities terug heb ik in dit magazine over de strandstekken op Walcheren geschreven. Deze stek was daar één van.

Voordat ik begin met vissen werp ik eerst even een hengeltje uit om te kijken hoe het gesteld is met de stroming langs de kust. Met andere woorden, kan ik met een simpel rolloodje uit de voeten, of moet ik een ankerloodje gebruiken. Het antwoord is al snel duidelijk: na enkele minuten is mijn loodje tientallen meters weggerold naar de rechterkant. Jammer, dan toch maar weer een ankerlood er op. Ik vind dit persoonlijk minder fijn vissen dan een rolloodje, maar als de omstandigheden het niet toelaten dan is het niet anders. De eerste hengel tuig ik op met een redelijk ‘basic’ onderlijntje wat altijd wel werkt: haaklijntjes van een halve meter 30/00, met hieraan een haakje maat 6 of 4. Ik voorzie het haaklijntje altijd van een lichtgevend kraaltje, op een of andere manier werken roze kraaltjes voor mij altijd het beste. Maar ook groen en blauw werken prima. Je zou zeggen dat die vissen dat niet zien, maar de ervaring leert dat dit toch wel beter werkt dan zonder kraaltje.

Kees Gillissen deed al de nodige ervaring op met wijting tijdens tal van (internationale) wedstrijden.

Bindelastiek

Ik prefereer vers aas boven diepgevroren of gezouten aas. Gelukkig heb ik zelf nog wat pieren en tappen liggen van een wedstrijd, dus deze kan ik mooi gebruiken. Ik steek ook altijd nog een pakje diepgevroren tappen bij mij voor het geval dat ze ineens liever een minder vers stukje aas willen hebben. Meestal volstaat een pier of een stukje tap van een centimeter of 4 al. Ik zet deze wel altijd goed vast met bindelastiek, liefste niet te dik. Ze hebben tegenwoordig allerlei merken bindelastiek, maar mijn voorkeur gaat toch wel uit naar het latex elastiek van Tronixpro en dan de ‘light’ variant, deze blijft goed zitten om het aas, trekt er niet te hard in en is toch redelijk makkelijk van de haak af te halen als je je aas gaat vervangen. Ook laat ik mijn afgeknipte stukje draad bij mijn haak iets langer, zo heb je al een soort stoppertje gecreëerd en blijft het aas nog beter zitten.  Mijn eerste onderlijn beaas ik met een drietal pieren en zet deze stevig vast met een beetje bindelastiek.

 

Als ik op deze stranden vis, kies ik altijd voor een loodlifter, liefst een medium maatje of een klein maatje. Deze werken prima, en gaan niet te veel tollen tijdens de worp. Het voordeel van een loodlifter is dat het onderlijntje al ver voor de kant naar boven komt, zodat de kans op vastzitten veel kleiner is. Wel erg belangrijk, want onderlijnen en lood kwijtraken is voor niemand leuk. Dus: beter voorkomen dan genezen. Let wel op, je moet hier redelijk snel binnenhalen, anders heeft die loodlifter geen nut. Verder vis ik met een gevlochten lijntje op de molen, niet alleen omdat het verschrikkelijk leuk is om een aanbeet te zien, maar ook omdat je dan veel sneller contact hebt met je lood. Dit betekent ook dat je onderlijn weer sneller omhoog komt, dus hoef je weer minder snel binnen te draaien. Standaard kies ik een 16/00 met een voorslag van 20/00. Dat ligt een beetje aan het merk, maar meestal is 16/00 afdoende. Zo gebruik ik de X8 Power lijn. Deze is mooi rond, en op deze manier lever je niet te veel in op je werpafstand en heb je toch een sterke lijn op de molen.

Diverse soorten lood… 

Wijtingtijd!

Wanneer ik mijn eerste hengel ingooi is de schemering al goed aan het doorzetten. Wijtingtijd! Het duurt niet lang of ik zie in mijn ooghoek mijn hele hengel al fanatiek op en neer gaan. De eerste vis heeft zich al gemeld! Wat is dat toch mooi, die aanbeet op gevlochten draad; je ziet werkelijk waar alles. Hoe verleidelijk het ook is om gelijk weer op te halen; ik blijf toch even wachten. Er zitten immers drie haken aan de onderlijn. Een ‘rammelende’ wijting trekt ook de aandacht van de rest van de groep, dus wie weet zijn er nog meer hongerige wijtingen die wel zin hebben in een pier of tap. Ik ga snel mijn andere hengel in orde maken, ik kies bij deze hengel voor een nylon lijn van 30/00, met een tapse voorslag van 30/00 tot 60/00. Hiervoor pak ik de Xenon lijn en de Xenon voorslag. Omdat het  bijna laagwater is wordt de stroming minder, dus ik waag de gok. Ook aan deze hengel doe ik een loodlifter om er zeker van te zijn dat ik mijn onderlijn heelhuids terugkrijg. Aan deze hengel bevestig ik dunne stalen onderlijntjes, dit kan soms ook goed werken. Als lood een 175 grams klapankerlood, net als aan de andere hengel. Als ik deze hengel een lel richting de horizon heb gegeven zie ik dat mijn andere hengel nog steeds staat te stuiteren. Eerst die maar eens binnen draaien!

Een felle nachtrover…

Omdat ik met een loodlifter en gevlochten draad vis, kan ik gelijk gaan draaien en komt door de loodlifter het lood gelijk omhoog. Ik hoef dus niet eerst mijn ankers los te trekken. Het voelt gelijk al zwaar aan, dus de vraag is: hoeveel hangen er aan? Door de loodlifter komt het hele spulletje al op 40 meter uit de kant naar boven. Ik tel voor zo ver ik kan zien twee vissen.  Maar als het onderlijntje op de kant komt zit er maar één visje meer aan. Waarschijnlijk zat die niet goed gehaakt. Jammer, maar de sessie is nog maar net begonnen. Wellicht dat het op de hengel met nylon beter gaat nu de stroming er even uit is. Ik voorzie de onderlijn weer van aas en hij vliegt weer tegen de stroming in naar de horizon. Eigenlijk te snel, maar ik wil toch weten of die ‘nylon hengel’ beter is. Ik trek de stoute schoenen dus aan en ga binnendraaien. Warempel, het gaat wel heel zwaar, dit moet wel vis zijn.

Na een minuutje draaien komt ook deze onderlijn naar de oppervlakte. Nu tel ik er drie! Ditmaal doe ik iets rustiger zodat de vissen er niet afvallen, en nu komen er inderdaad drie wijtingen op de kant. Nylon lijkt op dit moment beter te werken.

Zo gaat het eigenlijk nog drie keer door. Aan de nylon hengel vang ik iedere draai twee vissen of meer, en aan de gevlochten bijna niks. Maar net op moment dat ik ook de tweede hengel van nylon lijn wil voorzien, komen er aan de gevlochten draad ook drie vissen binnen. De stroming is inmiddels weer goed zijn werk aan het doen, en nu vang ik ineens weer minder aan mijn nylon lijn. Vandaag  is nylon bij het dode tij beter dan gevlochten lijn, en als de stroming weer goed zijn werk doet, is gevlochten draad beter.

Lichtgevende kraaltjes trekken ook de nieuwsgierige wijting naar je aas…

Rovers

Inmiddels is het al goed donker geworden en is de stroming dusdanig hard dat ik overschakel op twee hengels met gevlochten draad, puur om goed te kunnen blijven liggen met die harde stroming. Inmiddels ben ik ook bewust wat minder ver gaan werpen. Zo blijf je ten eerste beter liggen, en ten tweede komt de wijting vaak dichter naar de kant als het donker wordt. Je wil graag blijven liggen omdat anders je lood gaat ‘zoeken’ naar een punt waar het blijft liggen, en vaak is dit een plek met rotzooi waar je in vast komt te zitten. Gevolg is dan dat je alles kwijtraakt.

Om dat te voorkomen moet je altijd opletten dat je lood niet al te ver gaat wandelen door de stroming. Vaak is het voor de vis ook beter als je onderlijn stil op een plaats ligt. Zeker op deze stek staat er altijd veel stroming, dus een ankerlood is vrijwel altijd noodzakelijk. Een exemplaar van 150 tot 175 gram is vaak afdoende. Het belangrijkste is hoe dik en hoe lang de ankerstaafjes in het lood zijn, want hoe langer en hoe dikker,  des te beter het lood blijft liggen.

 Zorg dat je onderlijnen klaarstaan voor het donker…

 

Ik ben inmiddels twee uurtjes aan het vissen en heb al een mooi klusje vis gevangen, waarvan het merendeel maats is. Nu is het water al ongeveer twee uur aan het opkomen en het mooie is er wel vanaf. Maar ik vang nog steeds twee of drie vissen tegelijk, al worden ze wel een beetje kleiner. Ik besluit om de gevangen vissen alvast schoon te maken, zodat ik thuis die rotzooi niet meer heb. Ik tel twintig wijtingen om mee te nemen, ruim voldoende om een paar dagen culinair van te kunnen genieten. Ik vis nog een half uur door en vang nog steeds bergen met vis, alleen is nu ongeveer drie kwart van de wijtingen onder de maat. Deze krijgen toch een behoorlijke klap, en hebben moeite met wegzwemmen. Om dooie vissen te voorkomen stop ik ermee en ruim ik mijn spulletjes op.

Het is een mooie dag geweest zo na het werk. Door het wegblijven van de wind heb ik geen jas nodig gehad, dus het was echt genieten. Bij de auto aangekomen zie ik dat er nog een visser op het strand was gaan vissen. Ook hij is net aan het opruimen. Ik ben benieuwd naar zijn vangsten, en die blijken ook goed. Ook deze man heeft veel wijting gevangen. Het is dus wel degelijk waar, wijtingen zijn de echte rovers van de nacht!