Nu af en toe het voorjaarzonnetje weer schijnt lijkt die eindeloze grauwe winter, als we überhaupt van een winter konden spreken, gelukkig weer een eeuwigheid geleden. Niets zo lekker dan, genietend van de eerste zonnestralen, wegdromen over het komende visjaar en de nieuwe avonturen die voor ons liggen. Remond van Dijk over zijn voorjaarsvisserij.
Tekst & foto’s Remond van Dijk
Dit ‘Artikel van Toen’ verscheen eerder in de Karperwereld nummer 132 en kun je hier in zijn geheel lezen.
Kleinere wateren
Waar ik doorgaans meer houd van de grootwatervisserij, kies ik de laatste jaren voor mijn (vroege) voorjaarsvisserij toch meestal voor kleinere, meer overzichtelijke wateren. Ik ben in het verleden wel met regelmaat succesvol geweest (wat is succesvol?) op de grote watersystemen, maar daar kwam ook wel een stukje geluk bij kijken. Ik wist in die jaren precies waar de grote scholen vissen zich gingen verzamelen in het voorjaar en ving me werkelijk een slag in de rondte en leek niets fout te kunnen doen. De jaren die volgden; precies hetzelfde verhaal. Tot er van het ene op het andere jaar een omslag kwam. Ze lagen er niet meer, weg, foetsie; bikkelen voor een aanbeet van een klein turboschubje en voor de rest geen staart(en) te bekennen. Zonder goede boot, en tegenwoordig zonder drone, kan de voorjaarsvisserij op het ruime sop een taaie bedoening zijn en gezien mijn werk- en thuissituatie kan ik daar niet meer de uren insteken die deze visserij tot een succes kunnen maken. Voor mij dus nu veelal kleinere wateren en actief op zoek naar de vis, inspringen op de situatie en de nodige kansen benutten.
Het leven komt langzaam weer op gang onder water…
Nadenken
Dat ik de laatste jaren focus op kleinere wateren in het voorjaar betekent overigens niet dat het nu zomaar overal even makkelijk is om een visje te strikken. Belangrijke reden hiervoor is de alsmaar toenemende drukte langs de waterkant en nog steeds, we kunnen het met zijn allen niet vaak genoeg blijven herhalen; het erin blijven smijten van écht veel te veel voer direct na de winter. De vissen komen uit standje ‘diepvries’ en zijn nog erg loom, vrij passief en zijn echt nog niet erg gretig als het op voer aankomt.
De kunst is om ze eerst te vinden en daarna te triggeren om jouw aasje op te nemen, wat resulteert in die verhoopte aanbeet. Mondjesmaat kleine beetjes attractief voer brengen en niet zomaar een aantal handen bollen in de rondte strooien. Het voelt voor de visser misschien erg aangenaam aan, vol in het zonnetje, tussen de rieten en uit de wind. Maar de zon heeft in dit jaargetijde nog zo weinig kracht, dat het niet tot nauwelijks invloed heeft op de watertemperatuur.
Terwijl ik dit artikel typ is het begin april; mijn slaapzak was vanmorgen – toen ik langs het water ontwaakte – bedekt met een dikke laag rijp. Met ander woorden: nachtvorst! Dus het piepkleine beetje temperatuurstijging dat de zon teweeggebracht zou kunnen hebben, wordt door de vorst net zo makkelijk weer teniet gedaan. Ik deelde afgelopen nacht het watertje met een drietal andere vissers. Twee ervan zag ik gisteravond met gemak een bol of dertig, misschien nog wel meer, per hengel wegmeppen. Nadenken mensen…
Ook de karper komt weer langzaam op gang…
Oud maar goud
Met het ingaan van de lente wordt het uur verschoven, waardoor je in de avond een uurtje langer van het daglicht gebruik kunt maken. Dit biedt mij de mogelijkheid om direct na het eten nog even de auto in te springen en diverse wateren af te rijden om te zien wat er zoal allemaal gebeurd. Met name de jeugd heeft veel meer de mogelijkheid doordeweeks te vissen en zo kan ik een beetje zien waar het druk is en waar minder druk. De drukke wateren sla ik dus het liefst over, want meer vissers betekent meer voer in het water en dus eerder de kans dat het water alweer ‘doodslaat’ voordat het ook maar echt op gang heeft kunnen komen. Ook de wateren waarvan ik weet dat er in de winter veel gevist is sla ik het liefst over, omdat ook daar de kans van een snelle verzadiging en dus passiviteit daar eerder op de loer ligt.
Tijdens mijn rondjes geef ik mijn ogen goed te kost, er is immers geen jaargetijde waarin de karpers zich beter laten zien als in het voorjaar; langzaam cruisende ruggen die het wateroppervlak doorklieven of rietstengels die plotseling uiteen deinen en langzaam weer terugzakken. Voor een getraind oog valt er genoeg te zien en is elke aanwijzing het volgende stukje voor het leggen van de puzzel. Mocht ik nou tijdens deze observatierondjes op enkele vissen stuiten, dan wil ik ze natuurlijk wel kennis laten maken met mijn aas zodat ik later nog eens terug kan komen om er een vlijmscherp stukje staal tussen te laten zakken. Het mixje dat ik hiervoor gebruik is gewoon ‘oud maar goud’! Sweetcorn uit blik, gekiemde hennep en wat fijn geknepen bolletjes er doorheen. Een paar voerdeeltjes links, een paar kruimeltjes rechts en nog wat aan de overkant tussen het losstaande riet en that’s it. Triggeren mensen, aanzetten tot azen, niet verzadigen. Vissen voor een aanbeet.
Klein water herbergt soms erg mooie vissen…
Graaf je niet in
Dit is ook de combinatie die ik tijdens het vissen zelf inzet; zoete maïs met een klein geel pop-upje erboven aangeboden; killing! Een voerplek aanleggen, hoe groot of klein ook, heeft in deze tijd van het jaar sowieso weinig zin. Vandaag en morgen liggen ze aan de kant in de luwte tussen de takken, de dagen erna liggen ze net weer zo makkelijk tussen het riet aan de overkant, waar het water dan net weer iets warmer is. Ik vis in dit jaargetijde het liefst met opvallende pop-ups, net als vele andere vissers. Waarom? Daar kan ik kort over zijn; omdat vertrouwen nou eenmaal vangt!
Sweetcorn en felle pop-up’s: een killer combi!
Eén hengel vis ik met een klein beetje voer op een ‘gespotte’ vis of groepje vissen, de andere wordt meestal ‘zoekend’ gevist door middel van een chod-rig. Doordat de vissen zich meestal nog niet veel verplaatsen is dit de hengel die je aanknopingspunten kan gaan geven. Nog even een zijweggetje; twee jaar geleden heb ik de hele winter een water bevist en ook leuk gevangen. Enkel voerend met sweetcorn en vissend met een pop-upje. Deze stek, met een diepte van 4,5 meter heb ik in het volgende voorjaar regelmatig instant bevist en bleef goed vis opleveren. Mits niet verzadigd dus zeker ook de moeite om je eigen winterstekje nog eens af te vissen.
Mijn belangrijkste tip voor deze periode is toch wel om vooral mobiel te blijven en je niet in te graven op een bepaalde stek. Dat ene struinhengeltje of actief gevist hengeltje kan wel eens een heel pak effectiever zijn dan twee of drie statische geviste stokken. Nu nog even kort over de rigs die ik inzet; geen poespas, niet te moeilijk en vooral niet te lang. Korte(re) rigs voor mij in het voorjaar. Belangrijkste redenen hiervoor zijn de watertemperatuur en het ingezette aas. De vissen zijn loom door het nog koude water en bewegen dus trager; hierdoor zal een korte rig zich sneller volledig strekken en dus sneller prikken dan een langere variant. Wat het aas betreft; omdat ik bijna altijd sweetcorn inzet zullen er meerdere voedseldeeltjes op een klein oppervlak liggen, waardoor de vissen minder zullen zwemmen van deeltje naar deeltje. Een korte onderlijn zal hierbij dus ook in je voordeel werken. Loodgewicht vanzelfsprekend altijd even afstemmen met het bodemtype bij gebruik van korte rigs.
‘Voor mij dus nu veelal kleinere wateren en actief op zoek naar de vis, inspringen op de situatie en de nodige kansen benutten…’
========================
Dat ene struinhengeltje of actief gevist hengeltje kan wel eens een heel pak effectiever zijn dan twee of drie statische geviste stokken
========================
Naderende paai
Zodra we weer een maand verder zijn, belanden we bij de maand mei; de temperatuur is boven en onderwater al flink toegenomen. De vissen maken zich langzaamaan op voor de paai en scholen samen in bepaalde delen of hoeken van het water. Hierbij geldt: hoe kleiner het te bevissen water, des te makkelijker je deze plekken kunt vinden. Inmiddels kan met het stijgen van de watertemperatuur en de daarbij horende activiteit en dus energieverbranding de voerhoeveelheid rustig worden opgeschroefd. Vooral in de periode voor de paai kan het helemaal los gaan en kun je met recht slapeloze nachten beleven. Dé kans – als je tenminste op de juiste wateren vist – om je PB scherper te stellen, want de kogelronde hoogzwangere dames staan op knappen. De vissen lijken alle schroom te verliezen en zich nergens meer druk om te maken: vreten! En daar maken wij vissers uiteraard gretig gebruik van. Zodra de paai zo goed als over is, waaieren de vissen weer uit over het water en wordt het vaak een heel ander verhaal. Je kunt nog wel enkele visjes verschalken, maar die gekte als voor de paai is voorbij.
Wormen of maden…
Natuurlijk voedsel
Met het stijgen van de watertemperatuur is inmiddels ook al het andere onderwaterleven weer tot bloei gekomen; onze gevinde rakkers weten deze lekkernijen te waarderen en maar al te goed te vinden. Ware explosies van muggenlarven, watervlooien, slakjes, kikkervisjes en ga zo maar door. De vissen kunnen zich er volledig op fixeren en vaak hebben wij vissers dan met onze lekkere balletjes het nakijken.
Door je haakaas af te toppen met maden geef je het een natuurlijke twist mee. Mocht je bang zijn dat je met deze presentatie alleen maar kleine vissen aantrekt en haakt, dan kan ik je direct uit je droom helpen. Maar wil je toch liever gewoon een zinkende boilies gebruiken om selectiever te kunnen vissen, rijg dan eens een dikke worm naast je boilie op de hair. Hoe natuurlijk wil je het hebben?
================
Witvisproof natuurlijk aas
Zodra deze situatie zich voordoet schakel ik zelf ook vaak over op natuurlijk aas. Of beter gezegd: haakaas met een natuurlijke twist. Hiermee kun je in deze lastige periode vaak toch nog wel een aanbeet uitlokken. Wanneer ik gebruik maak van een pop-upje, dan voeg ik hier graag een aantal wriemelende maden aan toe. Je haakaas zal op deze manier een natuurlijker signaal uitzenden en zeg nou zelf; welke karper kan dit nou negeren? Op zijn op de markt allerlei producten te koop waarmee je maden aan je haakaas toe kunt voegen, maar zelf maak ik graag gebruik van een simpel witvishaakje; ik prik een aantal maden lichtjes op het piepkleine haakje en druk deze vervolgens aan de bovenzijde in de pop-up. Simpel, maar zeer doeltreffend!
Een pop-up afgetopt met drie maden: dodelijk effectief!
========================
Onder de top
Waar ik op het grote water vaak meer op afstand vis, ben ik op de kleinere wateren eigenlijk altijd actief in de eigen kant. Hier valt altijd wel wat bij elkaar te scharrelen voor de vissen en is dus zo een zone die frequent vereerd wordt met een bezoekje. Het voordeel hiervan vind ik zelf dat je de hengels mooi verspreid weg kunt zetten en doordat je bijna onder de top vis staat er vrijwel geen lijn uit waarvan een vis zou kunnen schrikken. Doordat je de presentatie letterlijk onder de top laat zakken kun je superscherp vissen en alles mooi weg werken. Wat blikmais en wriemelende maden erbij en een vangst is (bijna) gegarandeerd.
Tot slot
Het is inmiddels juni en vele wateren zijn begroeid met dikke wierbedden. Door slim open plekjes te bevissen en met chods op het wier te vissen zijn er nog vele kansen mogelijk. Probeer hier ook zeker eens zo’n pop-up met maden op het wier te vissen! Een andere visserij, welke ik tot mijn spijt veel te lang genegeerd heb, is het vissen met zigs. Ik heb er lang ‘tegenop’ gezien, omdat het me allemaal te veel gedoe leek maar het heeft me inmiddels al zoveel mooie ‘bonusvissen’ opgeleverd dat ik het een ieder aan kan raden om het toch eens te proberen. En last but not least; vergeet niet dat emmertje met hondenbrokken standaard achterin je auto te zetten. Hoe vaak heb je zelf al niet ergens gestaan terwijl je dacht; ‘Had ik maar…’ Vangze!
Dit artikel verscheen eerder in de Karperwereld nummer 132