MARTIJN DEKKERS – Qua natuurpracht, stilte en rust zou je misschien geneigd zijn om de Europoort voorbij te rijden, want dat ga je hier nauwelijks vinden. Maar toch kan ik je aanraden om hier wel een keer op de rem te trappen en een lijntje nat te maken. De industriële achtergrond en permanente lucht van ruwe olie heeft ook zijn charme en dan vergeet ik je bijna te vertellen dat het de moord sterft van vis!

Alarmbellen van hijskranen weerkaatsen zo’n beetje non stop heen en weer tussen de zeecontainers. Het is hier dagelijks een komen en gaan van immense schepen. Het Europoortgebied telt een oppervlakte van 3600 hectare en nergens is het écht rustig. Wie hier voor het eerst komt vergaapt zich aan de eindeloze industrie. In het donker een bonte kermis van lichten, maar wel altijd die kenmerkende zilte zeelucht. Je zou er zomaar je neus voor ophalen en doorrijden naar een rustiger oord.

Visrijke Europoort

De Europoort is een van de visrijkste gebieden van Nederland. Zeker wie de juiste stekken weet te vinden, kan op de meest uiteenlopende soorten vissen. Denk dan aan alle soorten zeevissen, maar soms ook een zoetwatervis als bijvangst! De Europoort bestaat uit een wirwar van kanalen en havens. Je moet er even je weg zien te vinden, maar dan gaat er een hele viswereld voor je open! Het allergrootste voordeel van de Europoort is dat je er altijd wel een goede stek kunt vinden die makkelijk bereikbaar is en waar je gunstig staat ten opzichte van de heersende weersomstandigheden. De wind in de rug maakt een visdag immers een stuk prettiger dan een fikse bries pal op je gezicht.

Eerste kennismaking

De eerste keer dat ik kennis maakte met de Europoort is heel wat jaren geleden. Ergens in januari werd een wrakkentocht gecanceld. Aan het strand was het kommer en kwel, maar wat wilden we graag vissen zeg! Het aas was immers ook al in huis gehaald. Door de winkelier werd ik richting Rotterdam gestuurd.

Als ik niets zou vangen, dan zou ik mijn aas voor niets krijgen verzekerde hij me. Gelukkig zag mijn maat het ook wel zitten en de volgende dag stonden we vroeg in de Europoort. Waar we moesten beginnen wisten we niet, we spraken dan ook af om vijf keer een uurtje op een stek te vissen.

Zo konden we een goed beeld krijgen van de dieptes, stroming en eventueel aanwezige vis. Een vetpot was het niet, maar enkele platvisjes, wat wijting en steenbolk zorgde voor een aangename dag.

Zeebaarsjes

Wij gaan tegenwoordig voor een lichte bepakking: een hengel met molen, schepnetje en een rugzakje met kleinmateriaal. Daarmee vangen we dan een heel scala aan vissoorten. In de winter zijn dat vooral wijting, steenbolk, schar en bot. Steeds vaker komen we midden in de winter scholenbaarsjes tegen. Dat zijn scholen ondermaatse zeebaarzen die in de havens overwinteren. Heb je zo’n stek gevonden dan is het dikke pret! Ze zorgen voor fantastische aanbeten en geven op het lichte materiaal prima sport.

We gaan actief opzoek naar stekken met zeebaarzen. Dat is echt zoeken geblazen, want je weet nooit waar ze zitten. Dat kan ver uit de kant zijn tot bijna tegen de betonnen havenkanten. Als ze er zijn, dan heb je dit binnen een half uurtje wel door. Een uurtje op een stek is dus voldoende om te weten of ze er zitten.

“Vis met dwarrellijnen, daar bijten zeebaarzen beduidend beter op”

Omdat je bijna altijd vis vangt is het leuk vissen in de Europoort. Bijkomend voordeel is dat je niet echt afhankelijk bent van het tij. Het ene tij is wel iets beter dan het andere, maar vangen doe je eigenlijk altijd. Als het echt koud is, zoek dan de havens op die het meest afgelegen/verscholen liggen. Dan weet je zeker dat je op vis stuit.

de europoort

Scholen baarsjes zoals je er hier veel kunt vangen

Verscholen

De kanalen, zoals het Callandkanaal, Hartelkanaal of het Beerkanaal, worden met strandstokken bevist, net als de Waterweg. Het stroomt hier vaak hard en het loodgewicht dat we gebruiken vraagt toch echt om een strandhengel. Eigenlijk is het gewoon strandvissen zonder dat je op het zand staat. Je staat in de Europoort vrijwel altijd op betonnen kanten, gras of eventueel tussen de rotsen.

Zo zit ook niet alles onder het zand wanneer je thuiskomt. Onder de strandhengels zetten we stevige molens voorzien van 35 tot 45/00 nylon. Nylon is voor deze visserij prima. Je hoeft de vissen toch niet aan te tikken, dat gebeurt door de weerstand van het loodgewicht. En nylon is nu eenmaal vele malen slijtvaster dan een gevlochten lijn, niet onbelangrijk in een omgeving van rotsen en stenen.
De loodgewichten moeten voorzien zijn van ankers en variëren in gewichten tussen de 150-210 gram. Automatisch kies je dan ook voor een dikkere onderlijn. Met een staande lijn van 70/00 zit je zeker goed. De aaslijntjes kies je dan ongeveer 35 tot 40/00 afgewerkt met een haakmaatje 4.

Naargelang de aanbeten en vangsten kun je wat wisselen tussen grotere of kleinere haken. Ook een andere haak kan de sleutel naar succes zijn. Er zit namelijk veel verschil tussen haken met een lange, of een korte steel. Een smalle bocht en een wijde haakbocht kunnen ook wel eens wat verschil uitmaken. De hengels worden afgesteund op een stevige steun. Dan is het afwachten tot de pieren of zagers worden gepakt en de toppen beginnen te rammelen. Een visserij die erg effectief kan zijn, maar met het zware materiaal niet echt mijn favoriete visserij binnen de Europoort.

Dwarrellijn

Wanneer we richting de havens rijden laten we de strandstokken thuis, de voorkeur gaat uit naar medium tot zware feederhengels, of gewoon een goede spinstok. Een 4000 molentje is echt wel groot genoeg, maar wel graag met een gevlochten lijntje. In de havens kan het enorm diep zijn en dan staat er veel lijn uit. Voor een goede beetregistratie en het gemakkelijk aantikken van de vissen is een gevlochten lijn de beste keuze.

Onderlijnen

Als onderlijn gebruiken we standaard paternosters of een onderlijn met drie dwarrellijntjes. Simpel maar doeltreffend zijn de paternosters met rode bezemafhouders. De andere favoriet, de onderlijn met drie dwarrellijntjes, is super simpel om te maken en vaak ook erg effectief. Ik begin vaak met twee verschillende onderlijnen. Vooral het wisselen tussen dwarrellijnen en onderlijnen met afhouders kan een groot verschil in vangsten teweegbrengen. Zo kan het zijn dat je met dwarrellijnen enkel kleine wijtingen vangt, terwijl je met de afhouders beduidend grote wijtingen vangt. Omgekeerd kan ook gebeuren, dus neem van beide genoeg mee!

De Europoort

Meerdere wijtingen aan één onderlijn

Uiteraard kan het allemaal wat lichter in de havens, zo vang je ook beduidend meer vis. Een staande lijn van 40/00 met haaklijntjes van maximaal 30/00 zijn voldoende sterk om de havenvissen veilig binnen te halen.
Het lood dat je gebruikt is sterk afhankelijk van de stek die je bevist. In een haven is een loodje van 60 gram zonder ankers vaak al genoeg. Je zult dit per stek zelf even moeten ondervinden. Ga zeker niet zwaarder dan nodig is! Bij het gebruik van licht lood is het aan te raden even aan te tikken bij een aanbeet. Laat de montage dan nog even liggen tot je zeker weet dat je een vis gehaakt hebt, pas dan draai je in.

Met een dergelijk aastableau maak je zeker kans in de Europoort

Ook hier gebruiken we als aas de bekende zeepieren en zagers, maar met dit fijnere materiaal is een witje of slikzager ook een goede keuze. Wie wil experimenteren kan ook garnalen aan de haak doen, iedere zeevis vind deze lekker en wijting is er helemaal verzot op!

Lightweight

Met een spinstokje de havens uitkammen is toch wel de mooiste visserij. Het materiaal dat je hier voor nodig hebt past gemakkelijk in je jas- of broekzak. Een pakje haakjes, rolletje fluorcarbon van 30 tot 35/00, warteltjes, zachte kraaltjes en wat loodjes met centraal gat.

De Europoort

Minimale uitrusting : Haakjes en Fluorocarbon onderlijn

Ik maak de montage door het loodje op de hoofdlijn te schuiven, dan een zacht kraaltje ter bescherming van de knoop en vervolgens de wartel. Een onderlijn van een goede meter, een haakje 8 en een zager of een van de andere aassoorten en je kunt je lol op! Wormen zijn redelijk zacht en daarom minder geschikt.
Deze visserij leent zich uitstekend voor de havenvisserij. Zelfs midden in de haven, tussen de boten, valt er prima een visje te vangen.

Binnen vissen

Werp de montage ver in en laat deze met een strakke lijn afzinken. Wanneer deze de bodem bereikt draai je het zaakje een stukje binnen zodat je zeker weet dat de onderlijn strak over de bodem ligt. Laat het even liggen en draai een paar meter binnen, laat het liggen en… Zo ga je door tot je een aanbeet voelt. Zet niet direct de haak, wacht tot de spanning op de lijn duidelijk doorgeeft dat er een vis aanhangt. Dan pas zet je de haak.

De Europoort

Een zager op de bodem aangeboden en langzaam slepend vissen

Het kan ook gebeuren dat de top wat ‘roffelt’, sla dan wel direct aan. Hangt de vis niet? Laat de boel dan even liggen en begin opnieuw. Door op deze manier te vissen merk je snel waar de vissen liggen.
Je kunt er ook voor kiezen deze montage met twee haken te vissen, maar zeg nu eerlijk, wat maakt het uit of je 20 of 30 vissen hebt gevangen? Wie lekker bezig is en regelmatig een visje binnen draait heeft toch een aangename dag?

Ik combineer graag deze techniek met een afgesteunde feederhengel. Wanneer de feederhengel niet veel vis oplevert, dan verken ik de stek vaak met een spinstok voorzien van een schuifloodje. Je zult zien dat er toch wel wat vis in de buurt ligt. Dan is het een kwestie van je feederhengel opnieuw positioneren; vaak is het opeens dan wel prijs. Simpel, leuk en erg doeltreffend die spinstok!

VOOR HET EERST?

Ben je niet bekend in de Europoort? Ga een eerste keer dan sowieso overdag vissen. Het ligt er namelijk helemaal vol met gevaarlijke, gladde ballastblokken. Ook de steile kanten waarlangs je staat te vissen kunnen wel eens verraderlijk zijn. Check dus overdag je stekken, dan loop je minder risico. Ben je wat beter bekend, ga dan ook eens in het donker vissen! Wij hebben namelijk het idee dat we dan echt wel beter vangen. Zorg wel dat je goed voorbereid bent.

Tekst en Foto’s: Martijn Dekkers | Lees alle artikelen van Martijn Dekkers