Het gebruik van drijvende maden kan heel belangrijk zijn in de witvisserij, zelfs doorslaggevend. Maar hoe krijg je maden drijvend? Heel simpel!

Je wilt vaak het aas dicht tegen of op de bodem aanbieden. Daarheen zijn de vissen gelokt door het aangevoerde lokaas als het goed is. Dat kan echter niet altijd, bijvoorbeeld door een vuile bodem met bladeren, takjes of wat dan ook wat op de bodem van het viswater kan liggen. Juist dan werken drijvende maden die net boven die bodem ‘zweven’ prima. Soms ook azen de vissen boven de bodem en ook voor die omstandigheden is een mooi natuurlijk zwevend aas perfect. Om het hier even duidelijk te stellen. Het drijfvermogen van de maden balanceert ongeveer met het gewicht van de haak waardoor het aas mooi in het water ‘hangt’.

Drijvende maden

Je herkent verse maden aan het zwarte ‘spotje’ in het lichaam

HOE MAAK JE MADEN DRIJVEND?

Maden drijvend maken is super simpel. Je laat ze in een madenbak kruipen met een heel klein laagje water erin. Om precies te zijn, de maden moeten half in het water kruipen en half erboven. Overigens moeten de maden redelijk vers zijn. Wanneer ze te oud zijn lukt het niet meer om ze drijvend te krijgen. Je herkent verse maden aan het ‘stipje’ in het madenlichaam. Dat stipje is de maag en hoe verser de maden zijn hoe beter je dat maagje kan zien. In het water nemen de rondkruipende maden wat van dat water op waardoor dat maagje groter en beter zichtbaar wordt. Met het water wordt ook wat lucht opgenomen

Laat de maden 20 minuten in wat water kruipen. Half in en half boven water is ideaal. De maden nemen water (en ook wat lucht) op. Je ziet dit aan de spot die groter is geworden

Nadat ze zo’n 15 a 20 minuten de tijd hebben gehad om water en lucht op te nemen zullen alle maden drijven. Check even of alles is goed gegaan door een made uit de bak in het water te werpen. De made verdwijnt even onder water en stijgt dan als het goed is terug naar de oppervlakte. Twee of drie maden op een haakje 16 is meestal de perfecte combinatie maar natuurlijk hangt alles af van het precieze haakgewicht.

HOE BEWAAR JE DRIJVENDE MADEN?

Je hoeft maar een kleine hoeveelheid maden drijvend te maken want dit is alleen bedoeld voor het haakaas. De maden worden vochtig en zullen zonder een deksel op de doos absoluut ontsnappen. Om tijdens het vissen toch gemakkelijk bij de maden te kunnen zul je een deksel moeten ‘opofferen’ waaruit je de binnenste helft van het deksel knipt. De maden die het deksel bereiken vallen terug naar beneden en kunnen nu nooit ontsnappen en toch kun je nu gemakkelijk bij het aas door de opening in het deksel.

Drijvende maden bewaar je het best in een afgesloten madendoos met de binnenste helft van het deksel uitgeknipt. De maden kunnen niet ontsnappen en je kunt gemakkelijk bij het aas tijdens het vissen.