ERIK VAN SCHILT – De pijlstaartrog is één van de 10 verschillende roggensoorten die voorkomen in de Noordzee. Deze roggensoort was voor een lange tijd lastig te vangen vanaf de Nederlandse (en Belgische) kust, maar lijkt aan een ware opmars bezig, met meer en meer vangstmeldingen in 2020. Vanaf de boot, maar ook vanaf de kant. Erik van Schilt schetst een portret van deze ‘vervaarlijke’ rog en beschrijft hoe hij deze bijzondere verschijning gericht vangt vanaf de kant.

door Erik van Schilt

De soort pijlstaartrog die we bij ons in de Lage Landen kunnen verwachten is de gewone pijlstaartrog (Latijnse naam: Dasyatis pastinaca) en heeft een gemiddelde lengte van 70 tot 150 cm. DeNederlandse benaming is afgeleid van de pijlvormige staart die iets wegheeft van een speer. De pijlstaartrog behoort tot de familie van de haaien. Hoewel een haai en een pijlstaartrog wat
uiterlijk betreft totaal niet op elkaar lijken, hebben ze toch heel wat gemeen. Roggen zijn namelijk net zoals haaien kraakbeenvissen.

Dit betekent dat het gehele skelet uit kraakbeen bestaat.Maar daar waar haaien toch vaak het stempel van roofzuchtige dieren krijgen, is de rog met zijn vriendelijke uiterlijk minder beangstigend. Helaas werden vroeger pijlstaartroggen langsde Vlaamse en Nederlandse kust gevangen om hun leverolie. Dit heilzame middeltje zou vooral bij aandoeningen van spieren en gewrichten helpen, of dit ook daadwerkelijk zo was laat ik graag in het midden.

pijlstaartrog

De roggen worden zowel op diep als ondiep water gevangen (foto Bram Bokkers).

SIERLIJKE VERSCHIJNING

Wie wel eens in een dierentuin of ander soortgelijk park in een aquarium een rog heeft zien zwemmen is meteen verbaasd hoe sierlijk een rog door het water kan ‘vliegen’. Dit komt mede door de twee grote vleugels die aan het lijf zitten, waarmee de rog zich elegant kan voortbewegen. Als de rog op de bodem gaat liggen kan deze zich ingraven. Dit doen ze fladderend met hun vleugels. Het
enige wat dan boven water uitsteekt zijn de ogen met de achterliggende spuitgaten die op de rug zitten om te kunnen ademen – en zijn gifstekel(s).

De rog is door de grijsgroene kleur mooi gecamoufleerd. De onderkant van de rog is wit met een donkergrijze rand om de mond en vijf paar kieuwspleten aan beide zijden naast de mond. Kleine roggen staan, net als andere platvissen, op de menukaart van zeehonden. Dus camouflage en verdediging in de vorm van een giftige stekel zijn wel zo handig. Op de lange, spits toelopende staart zitten één of twee venijnige gifstekels.

Deze gifstekels kunnen ongeveer 13 cm lang worden en zijn gekarteld van structuur. Deze gifstekels zal de rog alleen gebruiken als deze zich bedreigd voelt. Als de gifstekels gebroken zijn groeien ze naverloop van tijd weer aan.

De pijlstaartrog beschikt over één of twee venijnige gifstekels (foto Corné Marijnissen)

VOEDSEL & HABITAT

De pijlstaartrog scharrelt voornamelijk op de bodem zijn kostje bij elkaar, liefst in wat rustiger water. Vaak vind je er meerdere bij elkaar. De roggen trekken jaarlijks medio mei via Het Kanaal de Noordzee op tot diep in het Deltagebied. Vroeger werd de pijlstaartrog veel gevangen op de Oosterschelde, Noordzee en de Waddenzee. De vangsten van roggen op de Waddenzee zijn helaas minder geworden de laatste jaren. De oorzaak hiervan is nog onduidelijk.

Het voedsel van de pijlstaartrog bestaat voornamelijk uit bodemvis, schaal- en ongewervelde dieren. Dit voedsel zal de pijlstaartrog voornamelijk vinden op een vrij zachte bodem, zoals slik, met een rijk gevulde tafel aan zeepieren en zagers, maar ook krabben, kokkels, gapers en overige schelpensoorten.

De pijlstaartrog heeft een ontzettend goed reukvermogen en is een echte jager. Met elektrische sensoren, genaamd ampullen van Lorenzini, kan de rog zijn prooi traceren. Hij heeft deze sensoren vanwege het feit dat de ogen aan de bovenzijde zitten en zijn mond aan de onderzijde. Deze sensoren zitten rond de mond. Pijlstaartroggen hebben stompe tanden om mosselen, oesters en andere schelpen te pletten.

Met hoog water een ideaal foerageergebied voor de pijlstaartrog (foto Corné Marijnissen).

EERSTE KENNISMAKING

Mijn eerste ontmoeting met een pijlstaartrog aan de hengel was in 2016. Ik weet het nog als de dag van gisteren. Ik ging vissen aan de Oosterschelde met de gedachte om hopelijk een mooie zeebaars te kunnen vangen. Na wat kleine scholenbaarsjes en een aantal krabben te hebben gevangen was daar het moment. In een keer viel de lijn compleet slap. Dit slapvallen zie je bij een zeebaars niet snel gebeuren, dus ik dacht meteen aan een flinke paling. Zonder weerstand kon ik zo’n 20 meter lijn binnendraaien. Toen de lijn strak kwam te staan dacht ik in eerste instantie vast te zitten, er zat geen beweging meer in. Zou het een grote tros met zeesla zijn?

Toen ik de hengel flink krom trok begon er uiteindelijk aan de andere kant van de lijn toch beweging in te komen. Ik had op dat moment geen idee wat ik aan de lijn had. Telkens nadat ik enkele meters lijn binnen kon draaien kreeg ik een flinke dreun die het zaakje blokkeerde. Na een aantal keren door de slip te zijn gegaan en een vrij heftige dril kon ik een heuse pijlstaartrog landen.
Toen deze eenmaal op de kant lag moest ik goed kijken hoe ik deze ging onthaken. Ik wist dat de staart giftig was, en ook dat je deze met een doek kunt vastpakken tussen de achterkant van het lijf en de gifstekel op de staart.

Na een flinke adrenalinekick was ik toch zover dat de haak netjes verwijderd kon worden en de rog op de gevoelige plaat gezet kon worden. Na wat foto’s gemaakt te hebben mocht de rog weer terug de zee in. Vanaf dat moment is mijn passie voor het vissen op pijlstaartroggen begonnen.

gercht vissen op pijlstaartrog

Erik van Schilt: passie voor deze geweldige sportvis (foto Corné Marijnissen)

WIL JIJ MEER WETEN OVER HET VISSEN OP PIJLSTAARTROG? | LEES HET HELE ARTIKEL IN ZEEHENGELSPORT 373

 

NU IN DE WINKEL OF NEEM EEN VOORDELIG JAARABONNEMENT