Als iets ontzettend populair is dan is dat wel het vissen op zeebaars. Vreemd eigenlijk, want het is geen gemakkelijke visserij, integendeel. Het vereist kennis, kunde en een dot aan oefening. Sjoerd Beljaars van Beet-Rovers legt uit hoe hij het spelletje onder de knie kreeg en er uiteindelijk nog steeds elke sessie weer bijleert.
Door Sjoerd Beljaars
Ik merk dat we in artikelen vaak geneigd zijn om te zeggen dat iets makkelijk is. Gewoon doen, doorzetten, vertrouwen hebben en oefenen. Dan komt de rest vanzelf. Natuurlijk komt het daar vaak genoeg op neer en moet je iets niet moeilijker maken dan het is. Toch wil ik de tendens doorbreken voor wat betreft het zeebaarsvissen.
Specifieker het vissen met softbaits op zeebaars. Het is in mijn ogen gewoonweg een zeer moeilijke visserij. Vorig jaar heb ik voor mezelf een target gesteld. Niet zozeer het vangen van zeebaars, maar met name het doorgronden van de techniek. En dat is niet meegevallen.
Het is een periode geweest van vallen en opstaan in de Europoort met een enkel uitstapje naar de Pier bij Hoek van Holland. Ja, ik ving wel eens een zeebaars en soms twee, maar dit met de nadruk op ‘wel eens’. Van het doorgronden van de techniek was nog geen sprake. Sterker nog, meer en meer moeilijkheden stapelden zich op. De stroming, de stenen op de bodem, wind, het getijde, stuk voor stuk elementen waar ik maar geen grip op kreeg.
In theorie kan het makkelijk klinken. Vis je shad dicht bij de bodem naar binnen, vergelijkbaar met het snoekbaarzen. Wel, in de praktijk zul je zien dat daar heel wat meer bij komt kijken. Beter gezegd, dat op een goede manier aanbieden van de shad vlakbij de bodem is ronduit rocket science met als uitersten vastzitten of volledig buiten de strikezone vissen.
Daarnaast tal van vragen die mijn zelfvertrouwen aantastten. Moet ik de vis wel per definitie strak tegen de bodem zoeken of is dat niet noodzakelijk? Welke shads moet ik wanneer gebruiken? Hoe belangrijk is de kleur van de shad?
“Is die peperdure Black Minnow shad van Fiiish nou echt dé killer voor zeebaars?”
Is die peperdure Black Minnow shad van Fiiish nou echt dé killer voor zeebaars? Wat zijn topstekken en bij welk getijde moet je waar zijn? Die augustusmaand, de zogenaamde krabbenmaand waarin zeebaars volledig gefocust is op zachte krab, heeft het dan überhaupt wel zin om ze te belagen?
tussen water en wind
Wat betreft visgronden had ik met de Europoort weinig reden tot klagen. Het is voor mij relatief makkelijk en snel aan te rijden en voor Nederlandse begrippen waan je je hier in zeebaarsparadijs. Hetzelfde geldt voor wat betreft mijn leermeesters. Met Joop Folkers van Total Fishing en Mehmet Buyukilmaz van Cinnetic hebben we het misschien wel over ‘s lands allerbeste zeebaarsvissers.
Ik heb de eer gehad om een paar keer met ze mee te gaan, het zijn super leerzame sessies geweest. Beiden overigens met hun eigen theorieën. Joop die de zeebaars ‘tussen water en wind’ zoekt, Mehmet die toch graag strak tegen de bodem vist. Alsof het allemaal niet moeilijk genoeg was. Toch begon het me langzamerhand te dagen. Stroomopwaarts ingooien, bodemcontact zoeken en daarna binnenvissen. Tot dusverre de basis. Nog lang niet genoeg, maar het begin was er.
zure appel
Het licht zag ik bij het lezen van een interview met Mehmet in de mei uitgave van Rovers, waarin hij sprak over zijn beginperiode. Prachtig om te lezen hoe hij door een uiterste zure appel moest bijten om uiteindelijk het spelletje door te krijgen. Maar met name de volgende passage opende mijn ogen: “…tegen de stroming in werpen, laten zakken tot de bodem, lijn strak houden voor goed contact met je kunstaas en je shad met de stroming mee laten zweven…” “…bij elk obstakel die je voelt een tik naar boven, je lijn corrigeren en weer verder zweven…”
Wat mij betreft kun je de essentie van deze visserij niet beter omvatten. Mijn gedachten gingen meteen terug naar mijn snoekbaarssessie met de Vlaming Peter de Kock op de Dordtse Kil. Peter heeft het kantvissen op snoekbaars op de rivier tot een ware kunst verheven.
“Peter noemde de techniek ‘fly weight jigging’ en ook dat dekt de lading perfect.”
Bizar hoe kundig hij daar in is! Hoe dan ook is het bovenstaande van Mehmet feitelijk één-op-één-copy-paste toepasbaar op de kantvisserij op riviersnoekbaars. Peter noemde de techniek ‘fly weight jigging’ en ook dat dekt de lading perfect mijns inziens.
‘Moet’
[irp posts=”6055″ name=”De zoute korrel – zeebaars met de dobber”]
Met een hoofd vol nieuwe kennis en met name een sloot aan vertrouwen keerde ik dit seizoen terug naar de Europoort. De eerste sessie was er een om van te janken. Zonder veel acht te slaan op de bak wind en een totaal verkeerde windrichting stond ik niets anders dan te hannesen aan het Hartelkanaal. Ik ving een zeebaarsje, maar die kon me gestolen worden, het was geluk, 0,0 wijsheid.
De sessie daarop het wenselijke tegenovergestelde. Geen wind, een mooie niet al te krachtige stroming, geen vuiltje aan de lucht. Ik kon mijn ding doen, de theorie die ik me eigen had gemaakt uitvoeren en dat voelde heerlijk.
Waar deed ik het voorheen fout? Ik denk met name met het corrigeren van de lijn tijdens het laten zweven van de shad vlak boven de bodem. Dat is een kunstig spelletje waar je feeling voor moet zien te krijgen. Inderdaad ‘moet’, ik denk namelijk dat dit een essentieel onderdeel is van deze visserij.
“Niet teveel bocht, want dan kom je onherroepelijk vast te zitten; niet te strak, want dan vis je buiten de strike zone.”
Vrijwel meteen na het inwerpen is het zaak je lijn zo strak mogelijk te houden. Beter gezegd, zo strak als de wind en stroming toelaten. Niet teveel bocht, want dan kom je onherroepelijk vast te zitten; niet te strak, want dan vis je buiten de strike zone. Het gewicht van de loodkop is je speelruimte.
Te licht en je komt niet tot nauwelijks bij de bodem; te zwaar en je hebt een onnatuurlijke presentatie, waardoor baars het kunstaas links laat liggen. Heb je het perfecte loodgewicht gevonden dan ben je in staat om de shad op de stroming perfect over de bodem te laten zweven zonder ook maar enigszins lijn binnen te draaien. Aldus de ideale, bijna utopische, situatie; gelukkig ben je met minder al kansrijk genoeg. Al met al schipper je met het loodgewicht zo rond de 8 tot 20 gram, waarbij ik denk dat 12 gram het meest gehanteerde gewicht is.
[irp posts=”7947″ name=”Dobberen op zeebaars”]
Ben ik er? Kan ik me meten met figuren als Mehmet en Joop? In de verste verte niet. Nog steeds zijn er genoeg zaken die ik niet tot nauwelijks onder controle heb, maar het begin is er en dan nu echt. De basis staat. To be continued!
Bijtperiodes
Ook al heb je de techniek tip top in de vingers, vriend zeebaars moet wel willen meewerken en dat is niet zomaar altijd het geval. Op deze foto het display van een fishfinder met boven de bodem massa’s zeebaars. Of we ons het schompes vingen? Not at all
[irp]