In de ochtend open ik meestal op mijn telefoon het fenomeen Facebook. Als frequente bezoeker en plaatser van karper gerelateerde content bemerkte ik dat ik af en toe de neiging had om het ding aan de kant te gooien… De reden? Jaloezie! Inderdaad jaloezie van mijn kant – niet te verwarren met afgunst! Ik kan eigenlijk wel zeggen dat het mij totaal geen moeite kost dat het gras groener is bij de buren.

 Een mooie slanke torpedo…

Tekst & foto’s Richard Gans

Geloof me als ik zeg dat ik iedereen zijn visjes gun, maar toch dat knagende gevoel van ‘waarom zij wel en ik niet ?’ Jaloers is misschien niet het juiste woord, misschien is het meer het gebrek aan motivatie? Waarom dan?!

Tijdgebrek en andere zaken die prioriteit behoeven, maken dat mijn visserij op een dieptepunt is beland. Wat ook een bepalende factor is, is dat de leeftijd een rol gaat spelen. Echt oud ben ik niet, maar de lichamelijke ongemakken spelen wel degelijk mee tijdens de speurtocht naar karper en ik schijn niet de enige te zijn.

Natuurlijk is het niet altijd kommer en kwel en zijn er genoeg mogelijkheden om tot een goede balans te komen. Weg met de boot is een heerlijk alternatief; geen gesjouw meer, genoeg ruimte en meer dan mobiel om te verkassen als het niet loopt.

WIEBELTOP

Al jarenlang loop ik met het plan om deze vaart van mijn polder eens flink aan te pakken. 10 km voedselrijk water, 10 km poldervaart, 10 km wier, bagger, honderden rietkippen, eenden, zwanen, meerkoeten, 20 km rietkraag en geen idee wat het bestand is; je krijgt een klein beetje een idee waar ik aan begonnen ben. Dit is hard water, erg hard. Water met vissen die nooit een haak en laat staan een boilie hebben gezien. Brasem zwemt er genoeg en groot ook, maar zelfs die zijn lastig te vangen!

Tientallen kilometers riet en poldervaart… 

Elk water kun je om op te starten bevissen met particles, vooral mais en hennep zijn goede ingrediënten om de vissen aan het azen te krijgen. De kleine, zoete, opvallende maïskorrels en de minuscule hennepkorreltjes maken elke karper gek. En dit zijn dan ook exact de particles waar ik mijn voercampagne mee opstart. Later zal ik er wat andere particles bijvoegen; verschillende maten tijgernootjes, maples en boekweit. En uiteraard meng ik ook wat bollen erdoorheen, het liefst 20 mm.

Na een week van voeren besluit ik de hengels uit het foedraal te halen voor de eerste testsessie. Het vertrouwen is torenhoog en ik weet 100% zeker dat ik ga vangen. Na acht uur vissen heb ik geen tikkie gehad. Zelfs op de extra penhengel geen teken van leven…

Een week later liggen er weer twee hengels op de aangevoerde stekken welke ik afgelopen week heb voorzien van bollen en extra grote tijgernootjes. Eindelijk de verlossende ‘run’; een paar flinke tikken op de top en de spoel doet vrolijk een klein rondje…

Tot zover een deel uit een sfeervol karperverhaal van Richard Gans. Een artikel dat je kunt lezen in de Karperwereld nummer 141 die nu in de winkels ligt. Om voortaan alle artikelen als eerste te kunnen lezen, zorg je natuurlijk voor een abonnement: klik hier.