SEAN CAMERON – Wat doe je als feedervisser wanneer de vis hogere waterlagen opzoekt? Dan monteer je een slow sinking feeder! Sean Cameron legt uit hoe je daarmee vist, de vis van de bodem krijgt en zo relatief eenvoudig een fraai resultaat bij elkaar vist.

Sean’s normale voerkorven en de slow sinking modellen.

Feedervissen is een geweldige methode wanneer vis zich dicht bij de bodem ophoudt. Echter, vooral in de zomer als de vis hogere waterlagen opzoekt, wordt de visserij met traditionele feedermontages vaak een stuk minder effectief. Het alternatief is overstappen op een dobber-/wagglermontage met een pellet eronder. En anders zal je moeten wachten tot de vis de bodemzone weer opzoekt.

Met een slow sinking feeder (een heel langzaam zinkende voerkorf) is dat nu verleden tijd. Je hoeft niet eens van montage of zelfs hengel te wisselen, terwijl je jouw aas in iedere waterlaag kunt aanbieden: van het wateroppervlak tot op de bodem. Dit heeft voor mij tot een aanpak geleid waarbij ik de vis aanspoor om het hogerop te zoeken. Daar kan ik ze met meer gemak en ook sneller haken.

BREED INZETBAAR!

De slow sinking feeder biedt een aantal belangrijke voordelen ten opzichte van traditionele voerkorven of het overstappen naar andere montages. Ten eerste het gemak van dezelfde setup. Je kunt dezelfde hengel blijven gebruiken en je hoeft de werpafstand niet opnieuw te bepalen. Het enige dat je moet doen is de speld open maken, de traditionele voerkorf verwijderen en verruilen voor een langzaam zinkend model.

Het belangrijkste voordeel van de slow sinking feeder is de mogelijkheid om met dezelfde voerkorf iedere gekozen diepte te bevissen. Met wat voorbereiding zinkt je aas namelijk met dezelfde snelheid als de feeder. Met een traditionele feedermontage kun je de visdiepte alleen aanpassen door de lengte van je onderlijn aan te passen. Maar dan heb je het met 1,20 meter wel gehad. Bovendien vis je met zo’n lange onderlijn minder scherp en loop je het risico vissen te missen doordat je hengeltop aanbeten niet altijd doorgeeft.

Met de slow sinking feeder maakt het niet uit of het viswater anderhalve meter, drie meter of dertig meter diep is. Je kunt de visdiepte moeiteloos aanpassen en op iedere diepte vis vinden.

Kleven er ook nadelen aan de slow sinking feeder? Eentje in ieder geval: je hebt er een relatief rustige dag voor nodig. Zodra de wind opsteekt of wanneer er veel trek in het water zit, loop je het risico dat de hoofdlijn de feeder op sleeptouw neemt, zodat een natuurlijke presentatie niet meer mogelijk is. Net zoals met een dobber op de rivier. Als je de bocht in je hoofdlijn niet corrigeert, beweegt je aas zich onnatuurlijk en kijkt de vis er niet naar om.

Met een langere onderlijn, van circa 1 meter, kun je zelfs gericht op witvis vissen.

ALL IN THE MIX

Mijn favoriete voer voor op commercials is tegenwoordig de Dynamite Baits Marine Halibut Method Mix. Dit voer is ontworpen voor de method-visserij, maar het is erg veelzijdig. Je kunt het heel nat maken en in de oeverzone droppen, er ballen van draaien voor kolblei en brasems bij een vaste hengel visserij, maar ook als voer in de korf gebruiken. Het is een vrij grove mix die uit de feeder ‘explodeert’ zodra de montage het water raakt. Voor hetzelfde effect kun je ook de Explosive Feeder Mix gebruiken.

Een voer met een fijne structuur zou ik niet gebruiken. Het kan soms teveel binden en de feeder verstoppen, zodat er geen mooi voerspoor ontstaat bij het afzinken. Zeker voor het vissen met de slow sinker kun je dit niet gebruiken.

Mijn favoriete voermix: de Marine Halibut Method Mix.

Het gewenste effect is vrij eenvoudig te behalen door even op te letten bij het mixen. Voor een liter voer gebruik ik ongeveer 350 ml water. Voeg het water in één keer toe, roer het goed om zodat het water mooi verdeeld wordt en laat de mix minimaal een kwartier staan. Hierna haal ik het voer door een zeef. De grove stukken die op de zeef achterblijven, meng ik alsnog door mijn mix.

Het eindproduct moet wat droog aanvoelen, zodat het maar nét te kneden is en onder lichte druk al uit elkaar valt. Maar het mag niet té droog zijn, anders blijven voerdelen drijven, wat de presentatie verpest. Het in één keer toevoegen van al het water zoals ik beschreef, zorgt ervoor dat dit niet gebeurt.

ZINKSNELHEID

Uit de enorme aaskeuze die we hebben, zijn mijn favorieten Dynamite’s nieuwe Wowsers, Speedy’s Washters, of een simpele 6 mm pellet als ik me aan het voer aanpas. Mijn feeder zit vaak vol met deze pellets, van boven en onder afgetopt met de voermix.

 

De keuze van het aas bepaal je eigenlijk pas vlak voordat je gaat vissen. Iedere dag is immers anders. Het licht, de kleur van het water en de voedselvoorkeur van de vis hebben allemaal een effect op de aaskeuze. Door een verscheidenheid aan aas mee te nemen, kun je aan het water experimenteren.

Ongeacht het aas: zorg ervoor dat het dezelfde zinksnelheid heeft als het voer. Doe je dat niet dan zullen vissen het waarschijnlijk negeren, omdat het onnatuurlijk aandoet.

Montage: Ik knoop een schuivende feedermontage, waarbij de korf in een speldwartel hangt. Mijn onderlijn is ruim 50 cm lang en 16/00 dik. Deze lengte is ideaal voor karper. Het haakaas blijft zo vrij dichtbij het voer voor optimale beetregistratie, maar niet zo dichtbij dat de vis ervan schrikt.

Vis ik op witvis met wormen en casters in mijn voer, dan ga ik wel voor een langere onderlijn. Voor die visserij werkt een lijn van een kleine meter goed. Witvis vertrouwt het aas niet als het te dicht bij de feeder zit. Ik gebruik een Guru Super LWG haak in maat 16. Dit is de ideale maat voor een Wowser van 7 tot 9 mm. De haak geeft de Wowser nét genoeg gewicht om hem langzaam te laten zinken.

De slow sinking feeder klaar voor de worp.

Aanbeten op een slow sinking feeder zijn minder hard dan met een reguliere feeder. De hengel zal niet zo snel uit de steun worden getrokken. Vaker voel je een aantal bescheiden tikjes. Zelfs met zulke kleine aanbeten doe je er goed aan meteen te reageren. Is het geen aanbeet, dan hoef je alleen maar opnieuw in te werpen. Zo zorg je er ook voor dat de voerstroom ook goed op gang blijft.

VISRITME

Mijn vistechniek met de slow sinking feeder is gebaseerd op het actief stimuleren van de vis om hogere waterlagen op te zoeken. Dit kost vaak wat tijd – net als bij de pellet waggler – omdat je de vis echt over de streep moet trekken. Ik voer drie ladingen met een normale voerkorf (zes mazen hoog) gevuld met de voermix, 2 mm Soaked Fishery Pellets en maïs. Bij de derde voerbeurt tik ik het voer, door een ruk met de hengel te geven, op een dikke halve meter boven de bodem uit de korf. Zo verspreidt het voer zich ook als een tapijt over de bodem.

Om aan te vangen breng ik drie van deze hoeveelheden op de stek.

Nu ben ik klaar om te vissen en schakel over naar een kleinere normale korf, van vier mazen hoog. Met vier feeders vol met voer, hoef ik nog niet meteen de katapult te pakken om pellets over de voerplek te schieten. De vis mag eerst wennen aan het voertapijtje. Na een kwartier schiet ik de eerste tien pellets over de stek, om de karper zo langzaam maar zeker van de bodem te krijgen.

Regelmatig een paar pellets schieten om voedselnijd te creëren.

Als ik voel dat mijn feeder bij het afzinken wordt aangetikt en ik zie wervelingen en bellensporen, dan weet ik dat de karpers het voer al onderscheppen voordat het de bodem bereikt. Dat is het moment om de reguliere feeder in te ruilen voor een langzaam zinkend model en het voeren terug te brengen tot vier pellets per schot. Ik wil dat er voedselnijd ontstaat tussen de karpers op de stek, zodat ik ze kan ‘uithongeren’ en ze sneller mijn aas pakken.

Wervelingen en bellen; tijd om te schakelen naar een langzaam zinkende korf!

KORF UITLODEN

Mijn favoriete slow sinking feeders zijn de Ben’s Bubbles van Wickersley Angling. Zonder verzwaring zweven deze feeders net onder het oppervlak. Om ze langzaam te laten zinken, kun je het plastic bolletje vullen met water. Ik vind het eenvoudiger en nauwkeuriger om de bubbel te vullen met loodjes. Een enkele Stotz No 4 heeft het perfecte gewicht om de feeder net zo snel te laten zinken als een pellet van 6 mm. Op dagen dat je een 8 of 11 mm pellet nodig hebt, dan voeg je simpelweg een extra No 4 toe. Bovendien is het exacte gewicht eenvoudiger te reproduceren. Voor de zekerheid probeer ik de zinksnelheid toch altijd even uit voordat ik de montage inwerp.

Een veelbelovende techniek die vrij eenvoudig is, maar vooral veelzijdig!

Met dit proces op gang en afhankelijk van de diepte van het water, houd ik de feeder tussen de anderhalve en twee minuten op de stek. Na een halve minuut op de bodem haal ik de feeder weer binnen. Voordat ik binnendraai, schiet ik eerst wat pellets zodat de vis de aandacht op het voer richt als ik de bodem beroer met mijn feeder. Ik vul de feeder opnieuw en laat hem zakken tussen de kringen van de net geschoten pellets. Veel moeilijker wordt het niet.

Drie feeders, wat voer, pellets en verschillende soorten aas, alles op dezelfde stek gelegd. Het is een tactiek die eenvoudig te leren en zeer effectief is. Op een goede dag zal je verbaasd zijn over het gewicht aan vis dat je zo met relatief gemak in je net weet te krijgen. Slow sinking feeders zijn in Nederland en België, in verschillende maten bij gespecialiseerde hengelsportzaken te koop.

|> DIT IS EEN PREMIUM ARTIKEL UIT BEET MAGAZINE 

Beet is als los exemplaar te koop in de boekwinkel of neem NU een voordelig jaarabonnement en ontvang Beet Magazine iedere 6 weken thuis op de mat.