Het is begin november wanneer ik voor het eerst dit najaar naar de waterkant ga voor een snoeksessie met dood aas. Velen denken dat je voor echte grote snoeken naar het grote, open water moet, zoals het Haringvliet of het Volkerak, maar je zult versteld staan wat voor formaat snoeken er in recreatieplassen huizen. Niet alleen diepe zandafgravingen maar ook meer en meer ondiepe plassen of meren die gegraven zijn voor wateropvang.

De makreel gaat per voerboot een eindje verderop…

Tekst & foto’s: Bram Bokkers

Voorgaande jaren begon ik altijd al in oktober, maar omdat de temperaturen veranderd zijn vind ik tegenwoordig november een mooie startmaand voor het doodaasvissen op snoek. Ik vis op een afgesloten plas van 38 ha met een gemiddelde diepte van twee meter. Het water is rijk aan eilandjes en watergangen en ik kies voor een stek die centraal ligt. Het is een soort kruispunt, waarvan ik denk dat de grotere snoeken hier langs zullen komen wanneer zij op zoek zijn naar voedsel.

Een montage met twee dreggen en fluorocarbon.

Ik vis met 3 lb hengels met een lengte van 3 meter (10 ft). Deze zijn net wat stugger om een aasvis mee te werpen of om de haak te zetten dan een 12 ft 2,5 lb hengel die doorgaans gebruikt wordt. Op wateren als deze gebruik ik altijd een voerboot omdat ik vaak behoorlijk ver uit de kant vis. Mijn onderlijnmontage is heel eenvoudig en bestaat uitsluitend uit een takel, ik vis dus zonder lood! Wanneer je met lood vist denk ik dat snoek loslaat bij het voelen van de minste weerstand.

Tot zover een deel uit het artikel dat je kunt lezen in de Beet die nu in de winkels ligt. Met een aatrekkelijk geprijsd abonnement hoef je er niet voor naar de winkel en lees je alles voortaan als eerste: klik hier.