Op het moment dat deze blog uitkomt kunnen de eerste zomergasten van het zoute water al gearriveerd zijn. Zeebaars, tong, makreel, harder, haai enzovoorts, we kunnen ze weer vanaf het strand vangen. Aan de eettafel worden de vakanties besproken en met het goede weer van vorig jaar in het achterhoofd zullen veel gezinnen kiezen voor de Zeeuwse kust. Een goede keuze als je het mij vraagt!

Het blijkt dat steeds meer vakantiegangers kiezen om een hengel mee te nemen naar de vakantiebestemming. Opvallend genoeg staan de meeste vissers direct onderaan bij de duinovergang te vissen. Ik geef het eerlijk toe, het kan best pittig zijn om al je spullen mee over de duinen te slepen en door het mulle zand richting het strand te lopen. Maar zoals altijd en overal, moeite doen loont vaak! Uiteraard vang je hier best wel eens een visje, maar de beste stek is het meestal niet. Het strand is namelijk niet zo vlak als je zou denken… Ook hier zijn hotspots waar je beduidend meer vis kunt vangen dan wanneer je zomaar ergens naar toe werpt.

Stekken op het strand

Afgesteund aan het einde van de slijtgeul bij laag water.

Palenrijen

We gaan voor onze vissessie actief op zoek naar stekken die afwijken van het vlakke strand. Het eerste dat opvalt op Zeeuwse stranden zijn de rijen met palen. Dit zijn duidelijk zichtbare hotspots. De palen zijn bezaaid met zeepokken, oestertjes, mosseltjes enzovoorts. Vaak liggen er nog wat keien voor de kop en staan de palen in een iets diepere geul. Dit alles trekt diverse zeevissen aan. Eigenlijk kun je iedere vissoort in de buurt van deze palen verwachten. Nadeel is dat je met de stroming in de knoop komt.

Sta je te vissen met een vloedstroom, die altijd in noordelijke richting stroomt, dan sta je dus noordelijk van de palen te vissen. Wanneer de ebstroom nu zijn intrede maakt, zal je lijn richting de palen stromen en kom je in de problemen. Je zou aan de andere kant van de palen kunnen gaan staan, maar op een drukke dag of nacht staat je buurman daar al en krijg je natuurlijk meteen commentaar.

Geulen

Een andere optie is om eens goed rond te kijken op het strand. Er zijn namelijk veel meer hotspots. Denk dan aan muien, zwinnen, slijtgeulen, zandbanken en diepere kuilen. Wie het water goed kan ’lezen’, kan aan de stroming zien waar deze liggen.

Stekken op het strand

Diepere kuilen zijn bij hoog water lastiger ’te lezen’.

Zandbanken vallen natuurlijk het beste op. Deze zie je gewoon boven water uitsteken wanneer het water laag staat. Staat het water wat hoger dan kun je ze herkennen aan de golven die op de zandbank breken. Zowel links, rechts als achter de zandbank kun je vis verwachten!

Heb je twee zandbanken naast elkaar, dan zal het water er tussendoor in en uit stromen. Deze opening noemen we een mui en een mui is een van de beste stekken aan het strand. Het water dat door de mui spoelt neemt veel voedsel mee, er liggen dus vaak vissen te wachten op een gemakkelijk maaltje.

Een zwin is een natuurlijke geul die iets dieper is dan de rest van het strand en loopt parallel aan het strand. Met laag water zie je deze dan ook goed liggen, meestal blijft er wat water in staan. Ook dit is een goede stek. Voedsel is er haast altijd aanwezig. Vissen weten deze zwinnen al te vinden wanneer er nog maar krap een halve meter water staat.

Stekken op het strand

Zwinnen kunnen zeer lang zijn.

De diepere kuilen en slijtgeulen zie je haast niet wanneer het water hoog staat. Ze verraden zich enkel door gladde plekken aan het oppervlak, maar dat is erg moeilijk te onderscheiden wanneer je nog niet veel ervaring op het strand hebt.

Stekken op het strand

Een slijtgeul is vaak een vismagneet.

Je zult er met laag water op uit moeten om het strand te leren kennen. Nodig je partner dus uit voor een gezellige strandwandeling, bij laag water uiteraard. Nu kun je alle stekken in je opnemen, bij hoog water kun je deze dan prima aanwerpen. Die strandwandeling met laag water stelt niet enkel je partner op prijs, je zult ook versteld staan van de vangsten die je kunt doen wanneer je op de goede stekken aan de gang gaat.

Voor je voeten zwemmen soms de grootste botten!

Ik adviseer dan ook bijna iedereen om niet te ver te werpen, zeker niet in de warmere maanden. Je kunt dichtbij immers een leuk visje vangen en ook kinderen kunnen dan zelf werpen en binnen draaien; vinden ze het leukste natuurlijk! Vissoorten zoals bot, tong en zeebaars zijn echt niet bang om zich in ondieper water te begeven. Zit je in de buurt van een bovengenoemde stek dan hoef je echt niet ver te werpen, vaak is kniediep water al voldoende voor een leuke vangst. Zeker wanneer er een ZW 3-4 op het strand staat, voelen zeebaarzen en botten zich prima thuis tussen de muien, zwinnen en zandbanken.

stekken op het strand

Vissen op de juiste plek op het juiste moment…

Uiteraard kun je ook met laag water op het strand terecht. Zoek dan naar de muien, zwinnen en zandbanken door de verandering van stromingen te ontdekken. Wie goed kijkt zal deze zo gevonden hebben. Iedere verandering in stroming geeft aan dat er onderwater een afwijking in bodemstructuur is.

Wil je met laag water vissen dan adviseer ik om een hengel ondiep, dichtbij dus, te vissen en de andere wat dieper. Op deze manier heb je de vis sneller gevonden en kun je twee hengels op de beste stek werpen.

Martijn Dekkers

Lees hier meer Zoute Korrels