NICK BEUVINK – Dit keer een iets andere insteek, minder verhalend en meer tactisch en technisch. Niet helemaal mijn ding, maar we krijgen er toch best wat vragen over door de jaren heen. Vragen die ingaan op het reilen en zeilen op de kleine kanaaltjes, en dan met name in het Franse land. Ik zal mijn best doen om er een aantal te beantwoorden, zodat jullie er wat mee kunnen doen als je er toch eens verzeilt raakt.

Laten we starten bij het begin. De allereerste keer dat ik voet zette aan land, langs een Frans kanaal, was eerder uit nood geboren. De rivier werkte weer eens niet mee, wat ze wel vaker doet; ze heeft haar nukken, zoals jullie weten. Dus toog ik richting kanaal. Smal, met een goede ochtendplas kom je een heel eind, is het eerste wat in me opkomt. “Zitten hier dan zulke grote vissen? 30 kilo, trente kilo,” hoor ik de Fransen zeggen. Trente-deux zelfs, 32 kilo. Nah, dat moet ik dan zelf eerst nog maar eens zien. Het is dusdanig smal en ondiep dat ik haast voor me zie hoe de 32 kilo vis als een aangespoelde walvis ergens vastgelopen is. Net als die olietanker in het Suez-kanaal.

Eerste Observaties en Voeren

De eerste sessie verloopt bizar goed, en ik vang een hele reeks prachtige vissen. Daar ga ik niet op in, want we willen het tactisch houden, zoals eerder beloofd. De tactiek is eigenlijk vrij simpel. Ik hanteer de oude Evert Aalten-tactiek: drie dagen afgewogen zaken voeren, en gij zult afromen. Drie dagen voeren per stek, niet te weinig en breed uitgezet. Sectoren aanvoeren die ik steeds korter maak, om de vis naar mijn haakaas te lokken.

Dit werkte de eerste jaren echt goed; meerdere vissen per nacht was geen uitzondering. Hit en run leefde, en ik leefde het systeem volledig. Een week vissen op deze manier was flink aanpoten, heel veel verkassen, maar het was loon naar werken, want we vingen echt goed vis. Op nieuwere kanalen zou ik wederom voor deze optie gaan: hit en run, flink voeren en afromen.

Echter, om de discussie scherp te houden: na een aantal jaren (en bijkomende nieuwe vissers, die afkwamen op de successen) was het allemaal niet meer zo rooskleurig. Ik merkte dat ik vlot na aankomst vaak nog wel een beet kreeg (indicatie dat de vis in de buurt van het voer is), maar de nachten werden langer en stiller. Uiteindelijk kwam zelfs die openingsbeet niet meer, en blankte ik vrolijk na drie dagen voer. Het was wel gegeten, of in ieder geval deels, maar het effect was eraf. Vaak waren er ook meerdere mensen met deze tactiek, en dan gooi je elkaar glazen in. Zeker als je allemaal op dezelfde ‘Trente kilo’ stukken gaat zitten.

Het tweede deel van dit voeren noem ik nu de aangepaste hit en run-variant. Ik voer niet of nauwelijks meer, zoek de vis en zoek de sectoren waar ze zich bevinden. Dit werkt nu verrassend goed, en ondanks dat de nachten meestal wat stiller zijn, zijn de avonden en ochtenden weer als vanouds goed. Het scheelt ook een berg tijd dat ik niet meer heen en weer hoef te rijden tussen alle stukken, en die tijd steek ik nu in het zoeken naar vis.

NIET wil. 

|> Verder Lezen? Het hele artikel kun je lezen in Beet 5 te koop voor € 6,95 in de betere hengelsportspeciaalzaak en de boekhandel.

 

Altijd op de hoogte blijven van het laatste hengelsportnieuws?

Met een abonnement op Beet ontvang je 9X per jaar je favoriete hengelsportmagazine. Zo blijf je thuis en onderweg op de hoogte van de laatste nieuwtjes, lees je blogs van bekende hengelsporters en artikelen van onze redactie.