JOUKE JANSMANaast verticalen, diagonalen en dropshotten wordt er de laatste jaren steeds meer werpend gevist met klein rubber. Het wat grotere plastic kunstaas, zeg maar vanaf een centimeter of 20, wordt echter veelal gebruikt om te slepen, maar juist veel minder vaak om werpend vissen. Dat is wat Jouke Jansma  betreft een gemiste kans, we laten hem hierover aan het woord.

Jouke: “De aanbeten zijn bijna altijd keihard en bijna niet te missen!”

Juist grote shads kunnen, mits goed uitgelood, een oplossing zijn om sommige lastige omstandigheden te omzeilen. Dat maakt het wat mij betreft tot een vast en vaak favoriet wapen om grote snoek te slim af te zijn!

EVEN BACK TO BASIC

Als er al geworpen wordt met shads, worden ze vaak in een lijn binnen gevist, net zoals dat met een wobbler of een spinner zou gebeuren. Over het algemeen uitgevoerd met  loodkoppen met een gewicht dat varieert al naar gelang de diepte waarop en de snelheid waarmee gevist wordt. Door tijdens het binnen vissen de top van de hengel dan wel hoog, dan wel wat  lager te houden, kan de zwemdiepte van een shad, zeker bij niet te zwaar loodgewicht,  ook nog redelijk eenvoudig worden beïnvloed.

Deze werd na een aantal worpen en een diversiteit aan binnen vissen tussen de obstakels vandaan geplukt.

Op de een of andere manier zul je de shad aan je lijn moeten bevestigen en meestal wordt deze daarom op een loodkop met een grote enkele haak geprikt. Om een shad goed te kunnen laten zwemmen, is het erg belangrijk, dat deze goed recht op de jigkop zit. Om dat voor elkaar te krijgen, bestaat er een eenvoudig trucje. Leg de jigkop op de shad. Op het punt waar de haak naar buiten moet komen wordt met de haakpunt een klein gaatje geprikt in de bovenkant van de shad. Als vervolgens na het riggen dat gaatje wordt opgezocht met de punt van de haak, zit de shad altijd recht en goed op de jigkop.

Vaak worden de shads al tijdens het afzinken opgevangen.

Het gebruik van stingers, ook wel takels genoemd, is zeker bij grote shads geen overbodige luxe. Tot een lengte van circa 18 centimeter wordt vaak één dreg gebruikt, daarboven zelfs twee. Het voordeel van een langs de buitenkant gevoerd takeltje is, dat de dreg los schiet uit de shad als een vis wordt gehaakt. De snoek hangt op dat moment aan de stalen lijn met de dreg. Veelal zal de shad dan buiten de bek van de snoek komen te hangen en minder snel kapot scheuren tussen de scherpe tanden.

Meestal pas ik tijdens het afvissen van een stek de volgende variaties van binnen vissen toe. Eerst vis ik de shad rustig in een lijn binnen, zoals je dat met het merendeel van het kunstaas doet. Als dat geen resultaat oplevert, draai ik in een ritme van twee keer normaal en een keer snel de shad binnen.  Daardoor  wordt deze af en toe even versneld en soms is dat net hetgeen dat een volgende rover doet toebijten. Op een ander moment geef ik met de top van de hengel korte tikjes, ook wel twitchen genoemd. De shad maakt dan vaak wat ongecontroleerde en kantelende bewegingen.

Deze vis werd van het talud geplukt.

VANUIT DE BOOT

Naast slepen en diagonalen zijn we in de vele vaarten die we bevissen de laatste jaren veel meer gaan werpen met grote shads vanuit een driftende boot of vanuit een boot die langzaam wordt voortgetrokken door de fronttroller.

Daarbij wordt de boot door  het midden van het kanaal gestuurd, als de scheepvaart dit tenminste toelaat. We werpen onze shads in de richting van de rietkraag of steenstortoever en plaatsen deze op ongeveer een meter uit de kant. Daar eindigen de luchtwortels van het riet en er ligt vaak een klein richeltje. Tegen dat richeltje, hoe klein ook, liggen vaak de nodige vissen… Vaak begint een meter dichter naar het midden het talud naar het diepe middenstuk en ook daar liggen vaak rovers te wachten. Zeker in de wat dieper uitgesleten gaten die je in de buurt van versmallingen en bruggen vindt, is dat het geval. Zo worden er in een dergelijk gat vaak meerdere vissen gevangen.

Volg aasvis… Als de aasvis diep zit, zit de snoek dat meestal ook. Onder: Een handige en effectieve montage.

De techniek is daarbij eenvoudig. Na de inworp laat ik de shad, met een loodkop van een gram of twintig, aan een strakke lijn gecontroleerd naar de bodem zakken. Als deze de bodem bereikt heeft wordt vanuit de onderarm de hengeltop omhoog getikt, terwijl ik tevens een paar langzame slagen aan de slinger draai. Daardoor maakt de shad een wat langere sprong dan anders het geval zou zijn. Mede omdat de shad als het ware van het talud wordt getrokken en dus een langere zweefvlucht maakt voor hij de bodem raakt, dan bij een vlakke bodem het geval is.

Bovendien is een dergelijke presentatie van een niet fitte aasvis, want dat probeer jee te imiteren, veel natuurlijker. Deze scharrelen ook eerder langs het talud naar beneden richting het diepe, dan tegen het talud op. Bovendien liggen snoeken vaak met hun kop iets omhoog gericht tegen het talud en zien het kunstaasje op zich af komen.

Een heuse obstakelsnoek…

Vanuit de boot vis ik overigens het liefst met een baitcaster, omdat ik de lijnafgifte dan, door mijn duim bij de spoel te houden, goed kan controleren. Soms gebeurt het namelijk al dat de shad tijdens het afzinken wordt opgevangen. Het is met name daarom dat ik bij deze techniek graag een felgekleurde Dyneemalijn gebruik.

Soms is een aanbeet daardoor wel zichtbaar, terwijl je hem nog niet voelt.

Een wat langere spinhengel of desgewenst baitcaster met een werpgewicht tussen de 40 en 80 gram voldoet vaak uitstekend, omdat deze hengels voldoende ruggengraat hebben om de haak goed te zetten en toch soepel genoeg zijn om de plotselinge uitval van een snoek onder de hengeltop te pareren.

Eentje uit het uitstroomgebied van de rivier

GROOT WATER

Op groot water zoeken we altijd naar steile taluds, waarbij we in het diepe de nodige aasvis aanwezig is. Het kan zijn dat het gaat om een ondiepere bult ten opzichte van het diepere water er omheen of juist om een dieper gat, ook wel trog genoemd, met een scherp aflopende rand.

Ook nu wordt er weer vanaf het diepe gevist en werpen we de shads richting het ondiepe. Bij voorkeur driften we langzaam langs en over de stek en sturen we met behulp van de elektromotor bij. Indien gewenst kan de boot eenvoudig op de plek worden gehouden met behulp van de ankerfunctie van mijn Motorguide.  Dat geeft me zelfs de mogelijkheid om stukje voor stukje op te schuiven.

Op die manier kan een stek echt secuur worden afgevist en aangezien groot water op dit soort stekken ook vaak grote snoeken oplevert, wil ik zeker zijn dat ik geen kansen voorbij laat gaan. Bij meer wind is het goed om de boot op twee ankers te leggen.

Veel obstakels, zoals hier oude boomstammen, vragen veel concentratie.

Ook nu heb je door na een tik vanuit de hengeltop een slag aan de slinger van je reel te geven, de mogelijkheid om de glijvlucht van een shad te verlengen. Hoe steiler het talud is, hoe minder dat nodig is. We gebruiken nu meestal wat grotere shads (18-23 cm) en als het diep is iets zwaardere loodkoppen, zeg maar tot zo’n 25 gram. Dit omdat op die manier de controle op het zakken van de shad langs het talud beter controleerbaar is. De aanbeten zijn bijna altijd keihard en bijna niet te missen!

Je kunt met deze techniek prachtig de contouren van het talud volgen. Het is zaak om meerdere keren achter elkaar op nagenoeg dezelfde plek in te werpen, ook al is er al vis gevangen. Vaak scharrelen er meerdere grote snoeken rond op dit soort plekken. Er zijn stekken waar we in een paar uur tijd rond de vijftien forse snoeken vingen.

We hebben al op vele wateren in binnen- en buitenland ons voordeel gedaan met deze techniek. In Noorwegen vingen we in korte tijd meerdere grote vissen van een bultje dat maar nauwelijks een paar vierkante meter groot was.

Maar ook in Nederland zijn op de wat grotere wateren en zeker ook op de grote rivieren heel veel mogelijkheden voor deze manier van vissen met shads. Als er tijdens het trollen een interessante richel wordt gevonden is het niet onverstandig om het eens te proberen. In ieder geval heeft dat uitproberen mij tot nu toe al prachtige  resultaten opgeleverd.

Klaar voor ondiepe actie! En klaar voor diepere actie…

MAAR ER IS MEER

In Zweden vissen we de laatste jaren veel in de uitloop van rivieren, waarbij we soms op een diepte rond de vijf tot zes meter alle waterlagen afvissen. We imiteren dan grote spieringen, die na de paai het grote water weer optrekken. Dat betekent een slanke shad tot een centimeter of 25 op een specifieke manier binnen vissen. De shad wordt nu niet in één lijn binnen gevist, maar af en toe stoppen we even een paar tellen met draaien om de shad weer wat te laten afzakken.

Vervolgens starten we hem weer op met een tik vanuit de hengeltop en draaien hem weer omhoog. Op die manier imiteren we de zwembeweging van spieringen, die vaak met een soort sprongetjes gaat. De loodkoppen die we gebruiken zitten zo rond de 25 gram, afhankelijk van het type van de shad.

Er is een plek bij een oude papierfabriek waar de bodem werkelijk bezaaid ligt met oude boomstammen. Niet alleen de baai voor de oude fabriek, maar ook de riviermonding ligt vol met bomen. Een grote shad was eigenlijk het enige kunstaas dat zonder al te veel problemen over en om deze obstakels te voeren was, omdat we de dreggen hoog in de flanken konden prikken. Jerkbaits liepen niet diep genoeg en andere stukken kunstaas hadden niet de gewenste actie.

We visten de shad langs de contouren van de oude boomstammen door ze tijdens het binnen draaien, dan weer met de hengeltop omhoog te laten zwemmen en vervolgens weer gecontroleerd af te laten zakken als er ergens ruimte voor was. Met behulp van de stroming van de rivier was de shad heel goed te sturen en na een paar dagen wisten we precies waar de risico’s lagen. Al met al een hele spannende visserij, die veel concentratie vroeg maar als beloning daarvoor ook prachtige vissen opleverde.

Hier doen we het voor!

ONDIEP OF VEEL PLANTEN?

Soms is het water zo ondiep dat er met kunstaas van een beetje formaat nog maar nauwelijks te vissen is. Een grote niet verzwaarde shad inzetten  is dan de oplossing, maar hoe kun je die recht laten zwemmen zonder allemaal ‘toeters en bellen’ aan te brengen?

Inmiddels is er een systeem ontwikkeld, dat de mogelijkheid biedt om shads speciaal te riggen voor het gebruik in ondiep water of boven de planten. De basis daarvoor vormt een spiraal, die je in de neus van de shad kunt schroeven. Met behulp van een splitring kun je een takeltje bevestigen aan de voorkant van de spiraal. Daaraan zitten twee dreggen die je onder in de buik van de shad kunt prikken. Eventueel zijn er ook pinnetjes met kleine weerhaakjes verkrijgbaar, waardoor je de dreg los onder de shad kunt laten hangen en er dus drie haakpunten vrij blijven.


 

Zet de haak pas als je de aanbeet voelt, anders sla je gegarandeerd mis

 


Omdat met het werpen nog wel eens een dreg in de zijde van de shad terecht wil komen, geef ik er de voorkeur aan om een van de haakpunten van de dreg in de shad te prikken. Zorg er wel voor dat deze precies midden onder komt, anders heb je de kans dat de shad scheef gaat zwemmen.

Shads blijven altijd een aantrekkelijk kunstaas, dit ongeacht het jaargetijde. Hier de auteur met een prachtige veensnoek.

Om dat scheef zwemmen tegen te gaan – met name de hoge wat plattere modellen hebben daar soms last van -,  zijn er kleine loodgewichtjes met een spiraaltje beschikbaar. Die kun je simpelweg in de shad draaien op elke gewenste plek. Voor de liefhebber zijn er zelfs glazen buisjes beschikbaar met kogeltjes om je shad ook nog eens te laten rammelen. Voor ieder wat wils!

In de winterperiode vissen we, zeker als het water weer een beetje opwarmt, graag erg ondiep. Veenplassen bevriezen niet alleen zeer snel, maar warmen ook snel weer op. Het langzaam binnen vissen van een grote shad valt niet alleen heel erg op, maar is zeker ook voor grote snoeken vaak dé trigger om zich tot een aanval te laten verleiden. Er is niks spannender dan op enige afstand achter je shad een bobbel op het water te zien, die steeds dichterbij komt. Zet de haak pas als je de aanbeet voelt, anders sla je gegarandeerd mis.

Waar is mijn shad gebleven?’

Eigenlijk geldt voor vissen boven plantenbedden hetzelfde. Zeker aan het eind van de  dag, als ze vaak al met allerlei kunstaas zijn bestookt, wil een langzaam geviste shad net onder de oppervlakte de ban nog wel eens breken. Probeer het maar eens.