Onder zomerse omstandigheden actief vissen in je T-shirt met een lichte hengelsportuitrusting? Dan ga je vissen op geep! Vanaf mei tot en met september zwemt deze attractieve snavelvis in onze kustwateren en biedt voor ervaren, maar zeker ook voor de beginnende sportvissers leuke sport.

Tekst en foto’s Henri Karremans

Geep is tot ver in september te vangen.

Zelfs voor de zoetwatervisser is geep een reden om een uitstapje te maken naar de kust. De mannen van het zoute Spro wedstrijdvisteam (Eric Goossens, Jan Hennekam, Jan Stam en Remco Geuze) gingen naar het Zeeuwse Ritthem om de drukke dagelijkse beslommeringen in te ruilen voor een avondje heerlijk relaxen en veel geep vangen.

De montage is simpel maar doeltreffend. Sbirolino, wartel en onderlijn met aas.

Zodra in het voorjaar de watertemperatuur begint op te lopen, krijgen veel zoutwatervissers de kriebels. Elk moment kan ‘Belone belone’ in ons kustwater arriveren. Op de hotspots, zoals bij de Oosterscheldekering en de dijk bij Westkapelle, zie je vanaf half mei de liefhebbers de dijken bevolken.

Langs de Zeeuwse kust liggen vele kilometers dijken met uitstekende geepstekken. (foto: Beeldbank Rijkswaterstaat)

Dijkspots

Dijken zijn hotspots, omdat geep daar hun eitjes af komen zetten en dan met name de al wat oudere begroeide dijklichamen met losse, grotere stenen. De recent vernieuwde dijken in de Oosterschelde laat de geep links liggen, omdat daar geen mogelijkheden zijn om de eitjes op wier en dergelijke af te zetten.

Voor het paaien trekken gepen net als veel andere vissoorten naar ondiepe wateren.

Dat worden in de loop der jaren vanzelf weer aantrekkelijke stekken. Vandaar dat de ervaren Spro wedstrijdcracks kiezen voor de dijk bij Ritthem, waar diep stromend water gemakkelijk bereikbaar is. Geep aast namelijk in de stroomnaden van het water. Op het moment dat het niet stroomt, rond hoog en laag water, toont de vis geen belangstelling voor je aas.

De tijd van de grote kuitzieke gepen, die in mei vooral in de Oosterschelde worden gevangen, is op deze zomerse juniavond al voorbij. De kleinere exemplaren zijn de hele zomer echter tot ver in september nog te vangen. Als je dan met licht materiaal aan de slag gaat is er evenwel veel sport te beleven.

Zorg voor licht materiaal en je hebt pret voor tien.

 Montage

Voor het geepvissen gebruiken de heren lichte 3,6 meter lange feeder- of karperhengels, die uitgerust zijn met volledig zoutwaterbestendige molens. Hiermee kun je een dobber, buldo (half gevuld met water) of een sbirolino  makkelijke een veertigtal meter gooien. Hoe meer tegenwind, hoe zwaarder het gewicht van het drijflichaam moet zijn. Je moet namelijk wel de stroomnaden van het water zien te bereiken!

Grote koffiemolens zijn zeker niet nodig.

Het verschil tussen de traditionele geepdobbers en de sbirolino is dat bij laatst genoemde de lijn door het drijflichaam loopt. Hierdoor ondervindt de geep nog minder weerstand na de aasopname. Bovendien is het contact met de vis direct en beleef je nog meer plezier aan het drillen van een gehaakte geep. De montage maak je als volgt: Schuif de sbirolino op de hoofdlijn en knoop vervolgens een tonwartel aan het uiteinde van de hoofdlijn. Knoop 20/00 nylon aan de tonwartel maak een onderlijn van circa 1 meter, voorzien van een Gamakatsu LS 5013 of F314 haak in de maat 8 tot en met 12. Met deze montage komt de beet nog steeds heel direct door op de feeder- of karperhengel.

Vlijmscherpe haken. Dan zit je bij Gamakatsu goed!

Techniek

Als aas gebruiken Eric Goossens en zijn teammaten verse reepjes runderhart, een klein kweekzagertje of een stukje zalmhuid, geknipt in de vorm van een mini-visje. Ook wil de geep nog wel eens graag een klein zeebliekje grijpen. Na het inwerpen beweegt dit door de stroming attractief in het water, het visje hoeft dus niet levend te zijn. Bovendien benader je de geep actief, door de dobber of sbirolino heel langzaam binnen te vissen. Je kunt de montage gelijkmatig binnen te draaien, maar af en toe het aasje afremmen levert soms nog meer aanbeten op.

Ideaal voor de lange zomeravonden!

Het aas wordt aangeboden in de stroomnaad, want daar azen de gepen op kleine visjes, die door de stroming in moeilijkheden zijn gebracht. Of geep op je stek aanwezig is wordt al snel duidelijk, want vaak speelt de vis met je dobber en soms springen ze uit het water wanneer de dobber of sbirolino het water raakt. Geef geep de tijd het aas te pakken, want ze hebben dan wel een lange snavel, maar geen brede bek. Zodra de vis zichzelf gehaakt heeft voel je, omdat je licht materiaal gebruikt, de weerstand op je hengel en zie je de geep soms spectaculair uit het water komen. Het lijkt wel een circusacrobaat! Je kunt de vis rustig naar de kant drillen en je zult merken dat zelfs een relatief klein geepje veel sport en dus visplezier oplevert.

 

Delicatesse

Eenmaal op de kant zijn er twee opties: of je doodt de vis onmiddellijk, omdat je de geep voor consumptie mee wilt nemen, of je onthaakt de vis netjes met natte handen en zet hem zo snel mogelijk terug. Zit de haak te diep geslikt, knip dan het aaslijntje zo dicht mogelijk bij de snavel af, waardoor de vis er geen hinder van ondervindt. Deze sportvis dient met respect te worden behandeld. We zijn naast sportvissers ook natuurliefhebbers!

Topaas? Reepjes runderhart, stukjes zalmhuid en kleine zeebliekjes.

Dinnertime

De beste tijd voor een spannende geepsessie zijn de vroege ochtend of de avond. Op de warmste uren van de dag, wanneer de zon hoog aan de hemel staat, is de geep meestal niet actief. Rustige, bewolkte dagen vormen soms de uitzondering op de regel. Vroege vogels onder de vissers en iedereen die in de avonduren wil afkoelen aan het water zijn dus in het voordeel. Bovendien heb je tijdens deze uurtjes van de dag weinig of geen last van ‘dijktoeristen’,  die op zomerse dagen soms massaal het strand of de dijken bevolken. In principe kun je tot in september op geep blijven vissen, waarbij gezegd moet worden dat de geepjes in het najaar bijna allemaal klein van stuk zijn, het plezier van het vangen blijft echter hetzelfde! Voordat de geep in september vertrekt, zijn ze meestal nog een paar weken te vangen langs de Walcherense kust. In de Oosterschelde is dan al geen geep meer te vangen.

Spektakelgarantie.

Hier moet je zijn

Ritthem is een klein dorpje in de gemeente Vlissingen en ligt aan de Westerschelde. De mannen van het Spro-team kozen bij deze reportage voor een stek aan de zeedijk, bij het Kortenswegje; een doodlopende weg van de Zeedijkweg. De Zeedijkweg herkent elke TomTom! Parkeer onder aan de dijk, steek via de trap de dijk over en na 100 meter linksaf sta je direct aan het diepe water van de Westerschelde, waar de stroming tegen de hoek van de dijk botst.

Hier vind je een ideale stroomnaad, parallel met de zeedijk. Daar aast de geep! Er is plaats voor een redelijke grote groep vissers, die driftend op geep willen vissen. Vanwege de steenstort en het steil aflopende talud is het niet aan te raden om hier met bodemlood te vissen.

Materiaal

Hengel: feeder- of karperhengel van 3.60 meter
Molen: Formaat 3000-4000, zoals de Spro Zalt-Arc XS 1202 type 730/745 of de Soraia, type 525/540
Hoofdlijn:  22/00 tot 25/00 Gamakatsu Super G-line nylon of 08/00 G-Power Ultra Braid
Onderlijn: 1 meter 20/00 nylon met een tonwartel en Gamakatsu LS 5013 of F314 haak in de maat 8 tot en met 12.