Wat doen we ermee?
INGMAR BOERSMA – Al jarenlang is het in het voorjaar een terugkerende discussie, vooral op social media: de gesloten tijd voor het vissen op roofvis. Is die nu wel of niet nuttig? Klopt de huidige gesloten tijd nog wel met de werkelijkheid in de natuur? Deze en andere vragen leiden elk jaar opnieuw tot discussie. Vanuit de toenmalige Snoekstudiegroep België-Nederland (SNB), tegenwoordig alweer een paar jaar de Vereniging Nederlandse Roofvissers (VNR), heeft Ingmar Boersma destijds als voorzitter intensief overleg gevoerd met o.a. Sportvisserij Nederland over dit onderwerp. In deze bijdrage bespreekt hij de voors en tegens die uit die gesprekken naar voren zijn gekomen.

het beste op onze
rovers vissen?
Allereerst is het belangrijk vast te stellen over welke gesloten tijd het gaat of in elk geval zou moeten gaan. Dat is volgens mij die van het gebruik van bepaalde aassoorten. Niet de gesloten tijd voor vissoorten dus – laten we die ongemoeid laten. Dat betekent dus dat je soorten als snoek, snoekbaars, baars etc. gewoon moet blijven terugzetten mocht je ze in de daarvoor geldende gesloten tijd vangen. Nee, het gaat om de gesloten tijd voor aassoorten. Alles dus waarmee je op roofvis vist: kunstaas in alle vormen, en natuurlijk aas, in de vorm van aasvissen. Over die gesloten tijd wil ik het al jarenlang eens hebben. Concreet: ik wil het bespreekbaar maken om de gesloten tijd voor het gebruik van bepaalde aassoorten op te heffen of te verplaatsen. Als dat zou gebeuren, dan leidt dit ertoe dat wij als vissers meer mogelijkheden krijgen om te vissen, maar dat we onze gevangen roofvis in april en mei nog steeds gewoon moeten terugzetten. Daardoor zorgt deze wijziging er ook niet voor dat beroepsvissers een extra mogelijkheid krijgen om vis weg te vangen. Dat is uiteraard geen doel op zich, maar laten we eerlijk zijn: voor de meesten van ons is dat wel een ‘leuke bijvangst’.

Opheffen in april en mei
Wij hebben vanuit de SNB destijds gepleit voor een opheffen van de gesloten tijd voor aassoorten. Het voorstel was dat je het hele jaar met alle aassoorten zou mogen vissen. Dus ook in april en mei, en op roofvis. Eigenlijk komt dat een beetje neer op wat nu geldt in maart voor snoek: je mag er wel op vissen, maar je moet ze terugzetten. De argumenten voor zo’n opheffing zijn velerlei en uiteenlopend. Je kunt het ermee eens of oneens zijn. Ik zal ze hier in willekeurige volgorde noemen, oordeel er dan zelf maar over. Wel zal ik waar nodig wat achtergrondinformatie geven.
Aanpassen aan de huidige tijd.
Daarbij baseren we ons dan op feiten, niet op traditie. Het RIVO heeft in 1980 een literatuuronderzoek uitgevoerd naar de effecten van de toen voorgenomen en later uitgevoerde opheffing van de algemene gesloten tijd voor vissoorten. Daarbij gaan ze ook in op de argumenten voor een gesloten tijd. De gesloten tijd als maatregel van beheer berust vooral op traditie en maatschappelijke overwegingen, en minder op ecologische overwegingen. Omdat het mij om de gesloten tijd voor aassoorten gaat en niet die van vissoorten, speelt extra ‘onttrekking’ (oftewel: het wegvangen van vis), geen rol omdat je de vissoorten waarvoor een gesloten tijd blijft gelden, nog steeds in die gesloten tijd moet terugzetten.

Bescherming van roofvis in de paaitijd.
Uit diverse onderzoeken, zowel literatuuronderzoek als ook praktijkonderzoeken in o.a. de VS en Denemarken, blijkt dat doorvissen tijdens de paaitijd geen of nauwelijks een negatief effect heeft op de visstand. Kort gezegd is de gesloten tijd als beheersmaatregel niet of nauwelijks van nut. Anders gezegd: de visstand gaat niet achteruit in landen waar geen gesloten tijd geldt. Uitzondering op deze regel is misschien de snoekbaars, die een echte nestbewaker is. Als je hem tijdens zijn bewaking van het nest haalt, zou dit gevolgen kunnen hebben. De vraag is echter of dit significante invloed op de hele soort/visstand heeft, want dat blijkt dus niet uit onderzoeken.
Wel is het maatschappelijk effect zeker in deze tijd een punt van aandacht. Het kan tot weerstand leiden. Anderzijds hoor ik dat nooit als argument bij promotie van de hengelsport op andere gebieden. Bij de discussies trekken we ons ook niet terug omdat het wel eens ‘niet goed zou kunnen vallen’. Door Imares is in 2010 een rapport opgesteld waarin is vastgesteld of er aanleidingen zijn om de bescherming van diverse vissoorten bij te stellen. De snoek is opgenomen in tabel 1B van dit rapport en kreeg daarbij de kwalificatie ‘zeer algemeen, landelijk voorkomend, positieve trend’. Snoekbaars en baars kregen dan weer de kwalificatie ‘zeer algemeen, landelijk voorkomend, variabel’. Op basis van de Imares-rapportage kan dus geconcludeerd worden dat vanwege de goede stand van deze roofvissoorten een bescherming door middel van een gesloten tijd niet noodzakelijk is.
Goede visperiode.
Het zou heel goed kunnen dat april en/of mei een prima periode vormen om roofvis te vangen. Deze uitspraak doe ik niet gebaseerd op ervaring in eigen land, maar op die in omliggende landen, waar veel vissers heen gaan tijdens onze gesloten tijd. Niet tijdens maar wel na de paai blijkt roofvis goed vangbaar te zijn, en aangezien de meeste (roof)vis in april/mei al klaar is met de paai zou dit wel eens een geweldig goede vistijd kunnen zijn.

Dressuur doorbrekend.
Door velen wordt gezegd dat de gesloten tijd dressuur doorbreekt, en dat klopt beslist. Je merkt het elk jaar weer in de eerste paar dagen of weken van het nieuwe roofvisseizoen. Die vormen een korte periode waarin je de roofvis makkelijker vangt. Daar moeten we wel rekening mee houden: als iedereen doorvist op roofvis, dan lever je dus een week of twee met minder dressuur in. Hoe je dressuur in dat geval op andere manieren kunt doorbreken, laat ik graag aan ieders fantasie over.

Gevoelsmatig/ethisch, vissen tijdens de paai.
Gevoelsmatige argumenten bij het vissen in de paaitijd spelen zeker een grote rol in het publieke debat. ‘Zwangere’ roofvis vangen klinkt nu eenmaal niet goed. Wel ben ik dan erg benieuwd hoe we aan het publiek verklaren dat de rest van de sportvissers tijdens diezelfde paaitijd al jarenlang gewoon door mogen gaan. Karper en witvis mogen immers doorlopend bevist worden. Wat maakt roofvis in dit verband anders? Een paar dingen kun je daar wel over zeggen: er zijn minder roofvissen dan witvis. Er wordt ook gesteld dat roofvis relatief gezien intensiever wordt bevist en dus mogelijk ook meer bescherming nodig heeft. Daar kun je weer tegenover stellen dat er beslist veel meer mensen op witvis vissen; vrijwel alle recreanten die vissen hebben het op erop gemunt.

Recente wetswijziging.
Toen wij over dit onderwerp in gesprek raakten met SVN, was het 2014, inmiddels alweer tien jaar geleden dus. In dat jaar en nog in de jaren erna werd mij verteld dat er net een flinke wetswijziging was goedgekeurd en dat het te vroeg was om nu alweer met iets komen. Die wijziging waarover men het heeft, dateert van 2012. Dat argument hield toen misschien steek, maar nu, na twaalf jaar, toch niet meer lijkt me. Bovendien: iets niet doen omdat je al bij voorbaat ‘bang’ bent dat het niet zal lukken, lijkt me een zelf gecreëerde underdogpositie waar je jezelf niet in moet manoeuvreren.
Vissers vinden het zelf onverantwoord.
Een bekend argument is voorts dat veel (roof)vissers het zelf onverantwoord en onwenselijk vinden om tijdens de paai te vissen. Dat klinkt nobel en is het natuurlijk ook. Wat daarentegen wel bijzonder blijft, is dat vrijwel al die mensen die dit zeggen ook in maart gewoon blijven doorvissen. En dan is de snoek niet zelden al aan de paai. Diezelfde groep vissers vist tijdens onze gesloten tijd ook gericht door op rovers in de ons omringende landen, waar dat mag. Denk aan Ierland of Scandinavische landen. Wat maakt Nederland zo anders dat het hier niet mag? Waarom trekken we niet één lijn? De drang om door te vissen is dus kennelijk groter dan de door sommigen uitgesproken terughoudendheid die je in acht moet nemen.

Extra ogen en oren op het water.
Als tijdens de maanden april/mei ook mag worden gevist, dan zijn er gedurende die periode extra ogen en oren op het water om misstanden bij bijvoorbeeld stroperij te signaleren. Veel roofvissers vissen vanuit een boot en vrijwel geen enkele andere groep sportvissers bevindt zich zoveel op i.p.v. aan het water.

Periode gesloten tijd.
Ten slotte valt er in deze tijd van klimaatverandering heel wat af te dingen op de huidige afbakening van de paaiperiode. Meer en meer zie je dat vis vroeger paait en dat ‘de natuur voorloopt op schema,’ zoals dat dan heet. Hoe vaak hoor je niet in het nieuws dat bomen en planten soms wel een maand voorlopen qua bloei? En wat boven water geldt, geldt natuurlijk ook onder water. Want waarom zou het dat niet doen? De maanden april/mei zijn steeds minder de tijd dat roofvis nog daadwerkelijk aan het paaien is. Kortom: met dit in gedachte zou je het aanpassen van die gesloten tijd minstens moeten kunnen bespreken toch?

Afschaffen of verschuiven?
Hierboven gaat het tot nu toe over het opheffen van de huidige gesloten tijd voor aassoorten. Dat biedt dan mogelijkheden voor het roofvissen in de maanden april en mei. Daar kun je het bij laten. Misschien moet dat ook. Maar hoe ga je dan om met de ook jaarlijks terugkerende discussie over de problemen die in de zomermaanden ontstaan als het water te warm wordt om verantwoord op roofvis, en zeker op snoek, te vissen? Ik weet het ik weet het: ook hierover zijn de meningen in ons land natuurlijk zwaar verdeeld. Maar één ding is zeker: met name snoek heeft grote moeite met herstel in warm water. Als de watertemperatuur hoger wordt dan zeg 22 ºC is het sowieso een ‘uitdaging’ voor een snoek om de dril te overleven.
Wat zou er dan mis zijn met het openen van het seizoen in april en mei en het sluiten ervan in de zomer? Zeker in juli en augustus zou dat een goed idee kunnen zijn, maar wat mij betreft eigenlijk ook al in juni. Of, vooruit, als je dan toch kan kiezen: als we de gesloten tijd nu eens tussen 15 juni en eind augustus zouden instellen? Zo vreemd is dit idee nu ook weer niet trouwens want nog niet eens zo heel lang geleden was het bij veel hengelsportverenigingen gebruikelijk om het snoekseizoen pas in september of zelfs op 1 oktober te openen. En toen hadden we nog niet eens met de steeds hetere zomers van nu te maken. Mensen, laten we nu eens eerlijk zijn over het welzijn van de vis. Als je zeker weet dat het lastig is voor snoek in de zomermaanden, waarom vis je er dan op en waarom kun je je dan niet even een tijdje beheersen? Zeker als je er twee prachtige maanden voor terug zou krijgen?

Ik kan me voorstellen dat zoiets veel weerstand zal oproepen bij alle roofvissers die niet gericht op snoek vissen. Moeten zij zich dan laten beperken in hun visserij voor die ene vissoort? De argumenten zijn legio: ‘ik vang geen snoek want ik vis op diep water. Want ik vis met klein aas. Ik vis met een worm. Ik richt me alleen op snoekbaars, baars, meerval of roofblei. Ik vis alleen op stromend water. Ik weet goed wat ik doe en weet hoe ik moet handelen.’ En dan heb ik nog geen commercieel argument genoemd: winkeliers, verhuurders van accommodaties, visgidsen etc. doen juist in de zomermaanden goede zaken en moeten hun boterham bij uitstek dan verdienen.

Bij sommige van die argumenten vraag ik me oprecht af of ze wel geldig zijn. Want hoe komt het bijvoorbeeld dat sommigen van ons vol overtuiging vertellen dat zij om snoek te vermijden met klein aas of met wormen vissen, terwijl ze een paar maanden later met evenveel zekerheid beweren dat ze met wormen of klein aas steeds meer mooie snoeken vangen? Dat is op z’n minst tegenstrijdig toch? Wees dan gewoon eerlijk en durf hardop te zeggen dat je jouw vangstdrang zwaarder vindt wegen dan de gezondheid van de vis. Dat klinkt niet lekker, maar zou wel dichter bij de waarheid komen. En dan nog mag dat. Want als jij vindt dat het verantwoord is wat je doet, dan is dat zo. Maar neem er dan ook de verantwoordelijkheid voor en draai er geen punt aan. Want wat je visserij ook is: als je op roofvis vist, kun je snoek nooit helemaal uitsluiten. Je kunt de vangst ervan hooguit beperken. En realiseer je ten slotte dat als het écht warm wordt, voor elke vissoort geldt dat het vangen ervan niet goed is. En die écht warme periodes nemen alleen maar toe. Ook daarover moeten we eerlijk durven zijn.
Ons verzoek/voorstel
Ik stelde destijds namens de SNB voor om te beginnen met het samen eens te worden of verdere bespreking van dit onderwerp voor de langere termijn een optie was. Hierbij vroeg ik om een open houding van beide kanten, waarbij we niet al vooraf zouden uitgaan van niet onderbouwde argumenten. Vervolgens stuurden wij aan op een meerjarig onderzoek naar de effecten op de visstand, de maatschappelijke acceptatie en de economische effecten. Om kosten en tijdsinvestering te beperken kunnen grote delen van deze onderzoekingen worden gedaan door vrijwilligers (vanuit de SNB/VNR) en/of door studenten in het kader van hun afstuderen. Wij pleitten daarbij voor onderzoek op een HBO- of wetenschappelijk niveau. Helaas heeft al onze inspanning in de afgelopen twaalf jaar nog niet tot enig resultaat geleid. Dat vind ik best jammer, temeer omdat deze discussie in het huidige maatschappelijke klimaat eerder lastiger dan makkelijker wordt.