MICHEL RIJNBERG – Steeds meer mensen vissen gericht op zeelt, en dat is niet voor niets. Het is niet alleen een ontzettend mooie vis, maar ook een hele sterke tegenstander die je op heel veel manieren met succes kunt belagen: met de pen, met de vaste hengel, met de method feeder en noem maar op. Michel Rijnberg legt uit hoe hij dankzij licht materiaal en lichte loodsystemen maximaal plezier beleeft aan Tinca tinca.

De jongensvis. Net als velen beviste ik ze al als schooljochie. En nog steeds vind ik het vissen op de old school zeelten ongekend leuk, en velen met mij. De belangrijkste redenen waarom zeeltvissen zo populair is, ligt denk ik in het feit dat ze in heel veel wateren voorkomen, op veel verschillende manieren te bevissen zijn en over het algemeen behoorlijk goed vangbaar zijn. Daarbij zien de zeelten er met hun kleine oranje kraaloogjes ook nog eens werkelijk prachtig, bijna koddig uit.

Je zou kunnen zeggen dat de zeelt een vis is met een hoge aaibaarheidsfactor. En vergis ik me, of worden de zeelten in Nederland gemiddeld steeds groter? Dat ik zo verzot ben op zeelten, vinden veel van mijn vismaten nogal vreemd omdat ik jarenlang vooral achter alles aan zat wat gróóót was. Op zowel zoet als zout. Groot – groter – grootst, dat was waar het om draaide: van monstersnoeken tot hangbuikkarpers, en van GT’s en steuren tot reuzenhaaien. Qua formaat past de zeelt niet echt thuis in dat rijtje, maar oh wat zijn ze mooi…

VERSCHILLENDE TECHNIEKEN

Alhoewel het vissen met de dobber op zeelt nog steeds populair is (niets spannender volgens sommigen om op een klein bellenplakkaatje je pennetje te zien bewegen en wegglijden), vissen de meeste zeeltvissers tegenwoordig met de ‘feeder’ en voerkorf. Dat is begrijpelijk, want deze ‘boltrig’ (oftewel: zelfhaak-) technieken zijn bijzonder effectief. Je vist je aasje bovenop een bedje van aas, en als de zeelt zich tegoed doet aan je pellets of voer, dan komt de vis vanzelf je aas tegen waarna hij of zij zichzelf haakt. Het resultaat is een top die krom springt of een tegen het carbon knallende waker of swinger. Daarna moet je hem of haar (de mannetjes zijn het sterkst en de vrouwtjes het grootst) alleen nog maar binnen te draaien. Een prachtige visserij waar ook ik nog regelmatig plezier aan beleef. Maar toch…

De leukste manier om zeelt te vangen vind ik een heel andere. Ik weet eigenlijk niet hoe deze techniek heet, maar ‘mijn’ techniek houdt het midden tussen ouderwets ‘freeline’ karperen zoals ik dat in de jaren 80 deed – met halve aardappelen en grote ronde deegballen – en de moderne visserij met (mini) boilies en partikels. Ik noem deze techniek, bij gebrek aan een betere naam, Light Ledgering. Maar ik sta open voor een betere naam! Kort samengevat: bij deze techniek vis ik statisch met lange onderlijnen, lichte schuifloodjes en superlichte wakertjes in combinatie met beetverklikkers.

WAAROM IS DEZE VISSERIJ ZO LEUK?

Een van de verschillen van deze visserij met feeder- en voerkorftechnieken is de aanbeet. Net zoals bij de meeste visserijen is ook bij de zeeltvisserij het allermooiste moment toch wel het moment van de aanbeet. En juist bij deze ‘semi-freeline’ techniek duurt dit moment gewoon veel langer. Niks zeelt die zichzelf haakt waarna deze er in sneltreinvaart vandoor gaat, maar wel een schokkend en daarna rustig oplopend wakertje, veroorzaakt door….

 

|> Verder Lezen? “Laat zeelt maar schuiven” en nog veel meer interessante artikelen kun je lezen in Beet mei NU te koop voor € 6,95 in de betere hengelsportspeciaalzaak en de boekhandel.

 

Altijd op de hoogte blijven van het laatste hengelsportnieuws?

Met een abonnement op Beet ontvang je 9X per jaar je favoriete hengelsportmagazine. Zo blijf je thuis en onderweg op de hoogte van de laatste nieuwtjes, lees je blogs van bekende hengelsporters en artikelen van onze redactie.