Het vissen met de method is vooral een techniek die voorbehouden lijkt aan visvijvers. Maar ook op openbaar water kun je deze techniek inzetten. Wanneer, hoe en waarom zou je op openbaar water gebruik maken van een method? Wij zetten de feiten en tips voor je op een rijtje! Alles over het methodvissen op openbaar water.
Feit 1. Steeds grotere vis
Of het nu gaat om rivieren, kanalen, afgesloten vijvers, plassen of wijkwateren; de laatste jaren worden deze gemiddeld genomen helderder en schoner. Het gevolg is dat er steeds minder vis zwemt. De witvis die overblijft wordt groter en groter. De method is bij uitstek een techniek om gericht op de grote vis te vissen.
Feit 2. Waterplanten
Helderder water betekend ook meer waterplanten. En daar vinden de vissen eten en beschutting. Met een traditionele feedermontage is het onmogelijk om tussen de planten te vissen. De lange onderlijn raakt verstrikt, waardoor de beetregistratie teniet gedaan wordt.
Bij het vissen met de method kun je het haakaas in het voer verstoppen. Noem eens een andere witvistechniek waarbij de montage, voer en haakaas één geheel is… Natuurlijk, als je een method midden in een plantenbed werpt, dan gaat deze weinig effectief zijn. Zo’n methodmontage kun je echter wel heel goed tegen planten vissen, of bij bodemwier inzetten.
Feit 3. Minder beet
Minder vis is ook minder beet. Het zelfhakende effect van een method is dan een groot voordeel ten opzichte van een schuivende feedermontage. Je hoeft niet meer ‘op scherp’ te zitten en een aanbeet te missen.
Feit 4. Selectief op grote vis
Een method combineer je het beste met een korte onderlijn en zogenaamd ‘modern’ haakaas. Dat wil zeggen, pellets, boilies, mais en wafters. Dit zijn vrij grote haakaasjes, vergeleken met een made of caster. Je zult merken dat het gemiddelde formaat van de vissen omhoog gaat. Je schakelt de kleinere vis uit.
Feit 5. Dol op vismeel en pellets
Op commercials gebruik je doorgaans op de method, heel fijn grondvoer en/of pellets. Beide vaak met een hoog percentage vismeel. Niet alleen de karpertjes van visvijvers zijn dol op dat vismeel, maar ook de vissen op openbaar water lusten er wel pap van.
Door de explosieve groei van het statisch karpervissen heeft deze groep op veel wateren al vismeelrijk aas geïntroduceerd. Wedden dat op zo’n druk bevist karperwater de method met vismeel of pellets beter scoort dan een traditioneel op broodmeel gebaseerd voer!