Martijn Dekkers – De ene dag is de andere niet, zeker niet wanneer het gaat om zeevissen. Er zijn zo veel factoren die medebepalend zijn voor een goede vangst dat zelfs de meest ervaren zeevissers wel eens van een koude kermis thuiskomen. In al die jaren dat ik op- en aan zee vis heb ik heel wat geleerd over de meeste zeevissoorten. Welk weertype goed is, welk getij, welk dagdeel, welk seizoen, welke aassoorten, noem het maar op. Toch is er voor mij nog steeds een punt wat ik niet goed kan bepalen, hoeveel aas ga ik meenemen?!

zouten zeeaas

HOEVEEL ZEEAAS HEB JE NODIG?

De grootste groep zeevissers vist met aas, enkel zeebaars- en wrakvissers vissen met kunstaas. Of je nu vanaf de boot of vanaf het strand vist, aas komt steeds weer terug in je zeevisavontuur. Dit aas bestaat vooral uit zeepieren, zagers, mes heften en in mindere maten reepjes vis en inktvis. We zijn allemaal afhankelijk van dit aas, maar soms speelt het aas ons ook parten.

Ook het verbruik van je aas is afhankelijk van vele factoren. Zit er veel vis, dan verbruik je veel aas. Zitten er veel krabben of garnalen, ook dan verbruik je veel aas. Is dit allemaal niet het geval, dan verbruik je nauwelijks aas. Getij, weersomstandigheden e.d. kunnen op voorhand bepaald worden, maar de aanwezigheid van vis, krabben en garnalen is op voorhand zeer lastig te bepalen.

Om niet halverwege je visdag zonder aas te komen staan houd je rekening met het scenario dat je redelijk wat aas gaat verbruiken, dat is een veilige keuze. Dan blijkt het toch anders te lopen en houdt je aan het einde van je visdag meer aas over dan je lief is, wat ga je daarmee doen?

zeeaas bewaren

Aan het einde van de dag aas over? Zonde om weg te gooien….

KUN JE ZEEAAS BEWAREN?

Weggooien van je aas is erg zonde natuurlijk. Een ons zeeaas kost toch al snel rond de vier euro. Helaas heb je voorlopig ook geen tijd om te gaan vissen, bewaren zit er dus ook niet in, of misschien toch wel? Jazeker! Zeeaas is prima te bewaren en de beste manier om dit te doen is door het in te zouten. Bijna al het zeeaas laat zich prima zouten.

Het grote voordeel van het zouten is niet enkel dat je je aas langer kan bewaren, maar ook dat het taaier wordt en dus beter op de haak blijft zitten.Je zal er versteld van staan hoe gemakkelijk het zouten van je aas is én het is spotgoedkoop, je hebt dus geen enkele reden meer je aas weg te gooien!

WAT HEB JE NODIG VOOR HET ZOUTEN VAN ZEEAAS?

  • Keukenzout € 0,39 per kilo
  • Keukenpapier € 0,89 per rol
  • Oude kranten € 0,00

zeeaas bewaren

WERKWIJZE ZOUTEN ZEEAAS:

  1. Leg twee lagen van de krant op een tafel.
  2. Bedek deze vervolgens met twee lagen keukenpapier.
  3. Hierop leg je het overgebleven zeeaas. Belangrijk is wel dat het aas niet tegen elkaar aan ligt! Wanneer je zout over de pieren strooit zullen deze wat gaan bewegen en bestaat de kans dat ze tegen elkaar komen te liggen. Om dit te voorkomen strooi je na het uitleggen een dun laagje zout over de pieren. Na vijf minuten bewegen ze niet meer en kan je controleren en herschikken.
  4. Strooi een ruime hoeveelheid zout over het aas, ze hoeven niet geheel bedekt te zijn.
  5. Hierop leg je weer twee lagen keukenpapier en deze dek je af met kranten
  6. Dek toe met een handdoek

Het geheel laat je 24 tot 36 uur rusten op een droge plaats. Wanneer deze tijd verstreken is dien je enkel nog het aas uit het zout te halen en netjes in een bakje op te bergen. Wanneer je gezouten aas in een bakje zit strooi je er nog een goede eetlepel zout over en dek je deze af met de deksel. Totaal ben je er een uurtje mee bezig en kost het je nog minder dan wat een onsje aas zou kosten, beter dan weggooien natuurlijk!

 

VOORDELEN INZOUTEN ZEEAAS

  • Geen aas verspilling
  • Wijting, bot, tong enz., een gezouten aasje lusten ze allemaal
  • Zeer lang houdbaar, tot wel een jaar in de vriezer
  • Taaier aas, goed voor verre worpen
  • Sterkere geur
  • Altijd aas op voorraad, voor die ongeplande sessie
  • Aas dat net even iets anders is, op sommige momenten lijkt de vis er beter op te reageren dan op vers aas.

zeeaas bewaren

Tekst en foto’s Martijn Dekkers