De zon staat hoger en de zeewatertemperatuur loopt op. Niet lang na de intocht van de meivissen als geep en fint volgen de gladde haaien om zich in de Zeeuwse delta voort te planten. De laatste jaren lijkt het alsof er meer en meer van deze stoere, maar vriendelijke kraakbeenachtigen ons water weten te vinden. Geef toe: je hebt er zelf ook vast al aan gedacht om te gaan touwtrekken met zo’n deftige meterplus dame, maar hebt niet de tijd om het spelletje zelf uit te dokteren. Michel van Spankeren beschrijft daarom vanuit de praktijk zijn bevindingen voor het vissen op gladde haai vanaf de kant deze zomer.

Natuurlijk wil ook jij een haai vangen vanaf het strand. Daar is geen beslist rocket science voor nodig. Dus daar gaan we: om vanaf het strand op haai te vissen kiezen veel mensen, waaronder ikzelf, voor het gebruik van een stevige strandhengel met dito molen waarmee 200 gram geankerd werpgewicht plus een krab zonder moeite zo ver mogelijk kan worden ingegooid.

Op die molen spoelen we een stevige vislijn. Dit is een vereiste omdat je te maken kunt hebben met een steile kleirand, begroeid met schelpen waar de haaien nietsvermoedend hun portie ongewervelden bij elkaar scharrelen. Op die kleirand kan je ankerlood of haak zich helaas ook vastzetten en daarom is wat extra trekkracht wel zo fijn. Bovendien laten de grotere (vaak vrouwelijke) haaien niet met zich sollen en zullen ze keer op keer het gevecht proberen te dicteren door hard weg te sprinten.

KLEIRANDEN

Een lijn die zo’n klap kan opvangen, zeker bij het gebruik van een stuggere strandhengel, maakt het verschil tussen vangen en verliezen. Qua lijnkeuze zit je goed als je kiest voor een sterke gevlochten lijn van minimaal 25/00 of 40/00 nylon. Het voordeel van het gebruik van gevlochten lijn is de hoge trekkracht per diameter. In verhouding tot nylon is gevlochten lijn dunner per kilogram trekkracht. Bovendien heb je met gevlochten lijn een directere en duidelijkere beetregistratie – wat in het voordeel is van zowel vis als visser.

Hoewel nylon in verhouding dus dikker is dan gevlochten lijn heeft het als voordeel dat het superieur is in slijtvastheid, wat je ten goede komt op de begroeide kleiranden langs de Zeeuwse stranden. Om het beste van beide werelden met elkaar te combineren vis ik met 25/00 gevlochten lijn die ik middels een oersterke FG-knoop verbind aan een 50/00 of 60/00 nylon voorslag. Die voorslag maak ik voor mijn hengel van 4,5 meter lengte ongeveer 6 meter lang (minimaal één hengel lengte plus wat extra). Deze dient dus om te voorkomen dat de gevlochten lijn bij het binnenhalen onverhoopt een oestertje raakt en doorsnijdt.

DRIEPOOT

Als standaard gebruik ik een stevige driepootsteun die ik hoog doch breed wegzet zodat de hengels zo verticaal mogelijk staan, maar de steun niet makkelijk omvalt door wind of stroming. Een stabieler systeem zijn de handige strandsteunen die je in het zand steekt. Ik heb gemerkt dat deze stabieler zijn bij sterke wind, stroming en aanbeten, makkelijker in gebruik zijn en lichter om te dragen zijn. Als ik mocht kiezen zou mijn keuze daarom vallen op de modellen die je in het zand steekt.

Met een hengel, een molen gevuld met stevige lijn en een steun ben je aardig op weg, maar er zijn nog wel wat zaken die eigenlijk niet mogen ontbreken aan de uitrusting. Een goede onthaaktang is bijvoorbeeld belangrijk om de haak snel en soepel uit de taaie haaienbek te krijgen. Daarnaast is het handig om bindelastiek mee te nemen om de krabben stevig vast te zetten op de haak. Vergeet ook niet een goede, duidelijke onthaak- of meetmat bij te hebben voor een foto om kans te maken op die felbegeerde Noordzeekanjer badges én uiteraard een goede camera met flitser mee te nemen voor het vastleggen van het moment supréme

SUPERSIMPEL

De onderlijn kan heel simpel bestaan uit een 1,5 meter lange wapperlijn met aan het uiteinde een grove stevige haak. Hoewel het een prima supersimpel systeem is heb ik gemerkt dat op sommige dagen de afstand loont en dat het ‘clippen’ van de haak nét die waardevolle extra meters kan opleveren. Ik vis daarom standaard ‘geclipt’. Hoe ik meestal zo’n onderlijn makkelijk en snel maak, zie je op de tekening bij dit artikel. Om de geclipte lijn bovenlangs te leiden heb ik een heel simpel clipje bedacht. Je neemt de speld van een safety-clip en knipt er twee stukjes af.
Het uitstekende stukje bevestig je richting het lood en het ringetje bevestig je richting de wartel die de lijn aan de hengel verbindt. Het bevestigen doe je supersimpel door de lijn vier keer rond
het metaaltje te wikkelen. Daarmee is de clip makkelijk verstelbaar als je de haaklijn inkort omdat deze beschadigd is, of omdat je hem initieel niet helemaal lekker op de lijn hebt gezet.
Bovendien is het een lekker goedkope manier. Maak het uiteinde van het metaaltje niet te lang want dan komt de haaklijn er niet van los bij het raken van het water.

INTERESSANT? | LEES HET HELE ARTIKEL “ZEELANDS ROEM” IN ZEEHENGELSPORT 372.

NU IN DE WINKEL OF NEEM EEN VOORDELIG JAARABONNEMENT