De kunst van het weglaten, iets zo simpel als mogelijk houden met maximaal resultaat, is nog niet zo gemakkelijk. Rob Wootton, lid van het Engelse nationale feederteam, heeft de nodige internationale ervaring. Tijdens deze reportage vist hij op Black Horse Lake in Buckinghamshire in een ondiep, stilstaand water op brasem met de feederhengel.

Het water waar ik vandaag vis heeft veel weg van de wateren die ik vroeger met mijn vader beviste. Het water is schitterend gelegen, met weinig andere vissers langs de oever. Dit doet me echt denken aan de vistrips die ik in mijn jeugd met mijn vader gemaakt heb.

Het feedervissen is sindsdien duidelijk veranderd; een enorme toename van feederwedstrijden heeft deze discipline een duidelijke push gegeven. De tactieken zijn verder verfijnd, net als de aassoorten. Het lijkt in niets op het verleden, toen ik een zelfgemaakte voerkorf gevuld met broodkorsten naar de voerstek slingerde.

We richten ons vandaag op brasem. Er is me verteld dat dit meer een goed bestand hiervan bevat. De vissen hebben een gemiddeld gewicht van een tot twee kilogram. Dit is een relatief ondiep meer, niet meer dan twee meter in het midden en met weinig variaties in diepte.

Ik verwacht niet dat ik vandaag op zeer grote afstand moet vissen. Er is me verzekerd dat een afstand van 45 tot 50 meter voldoende zou moeten zijn, een comfortabele afstand om te bereiken. Bovendien een afstand waarop ik er zeker van ben dat we een aantal brasems op het voer moeten kunnen krijgen.

Holle feedertop

De hengel die ik vandaag gebruik is een 3,90 meter lange Free Spirit Hi-S Power Feeder die voorzien is van een holle feedertop met een weerstand van 2,5 ounce. Deze topkwaliteit hengels zijn fantastisch om te gebruiken voor deze visserij, ze maken het werpen zo veel eenvoudiger. De speciale feedertoppen zijn hol in plaats van de gebruikelijke volcarbon of glasvezel feedertoppen.

Deze toppen bevallen me uitermate goed omdat ze bij verre worpen sneller stil staan en dus minder natrillen. Dit resulteert in minder knopen in de montage of lijnbreuk tijdens de worp, uiteindelijk betekent dit ook dat ik een zachtere feedertop kan gebruiken bij het vissen op grotere afstand.

brasem feederhengel

De afstand is vandaag geen probleem.

De werpmolen die ik gebruik is een Daiwa Cast’izm, waarvan de spoel gevuld is met 10/00 Guru Pulse Braid met een voorslag van 15 lb nylon. De voorslag is ongeveer vijf meter lang, dit om er zeker van te zijn dat er enkele slagen op de spoel liggen bij het begin van de worp. Dit is noodzakelijk om de krachten te weerstaan die ontstaan bij het regelmatig werpen met zware voerkorven.

Veel vissers gebruiken lichtere voorslagen van 8 of 10 lb nylon, maar ik gebruik liever zwaarder materiaal omdat de extra trekkracht me zekerheid geeft bij het maken van verre worpen. De grotere diameter maakt de gehele montage ook wat stijver, waardoor ik minder last heb van in de war raken.

Montage

Ik heb met allerlei soorten knopen voor het bevestigen van de voorslag aan een gevlochten lijnen geëxperimenteerd. Tegenwoordig kies ik er voor om een conventionele bloedknoop te maken met het voorslagmateriaal en een lus die in de gevlochten lijn gemaakt is.

Ik vis veel wedstrijden die gevist worden volgens internationale regels voor het feedervissen, wat betekent dat de voerkorf vrij over de lijn moet kunnen glijden en niet gefixeerd op de lijn. Zelf vis ik graag met deze soort van montages omdat een gehaakte vis minder snel los schiet door het bonken van de voerkorf aan de lijn waarbij de haak uit de bek van de vis getrokken wordt.

brasem feederhengel

Gebruik een zo licht mogelijke korf voor de te bereiken afstand.

Bij afstanden groter dan dertig meter gebruik ik graag gaaskorven met het gewicht onderaan omdat deze zich zo goed en gericht laten werpen. Mijn keuze valt daarbij op de AS gaaskorven (van AS Feeder Production uit Belgrado) of de Matrix Horizon Buller Feeders voor het werpen van extreme afstanden of bij het werpen tegen de wind in.

Een belangrijk aspect is om een zo licht mogelijke voerkorf te gebruiken voor het comfortabel bereiken van de gewenste afstand. Dit is met name van belang op ondiepe wateren zoals waar we vandaag vissen. Het plonzen van een zware voerkorf in een ondiep meer verjaagt niet alleen de vis. Het kan ook zijn dat de korf te diep wegzakt in de bodem.

Hair montage

Wanneer de reglementen het toestaan vis ik de maïskorrels graag aan een hair in combinatie met een maat 16 Matrix Feeder Riggers haak met weerhaak. Deze is geknoopt aan een 20/00 dikke en 40 centimeter lange onderlijn. Aanbeten op deze combinatie zijn normaal gesproken niet te missen!

brasem feederhengel

Mist normaal gesproken geen aanbeet.

Montage

Ik schuif een wartelconnector op de hoofdlijn en knijp dan twee maat 8 Middy Slot Shot loodhagels op de lijn onder de connector. Vervolgens knoop ik een tien centimeter lange getwiste lus in het eind van de hoofdlijn. De twee loodhagels worden vlak boven de lus gepositioneerd. Ze fungeren als een buffer voor de wartelconnector en helpen om de voerkorf weg te houden van de onderlijn. Het is vervolgens zaak om de onderlijn aan de getwiste lus te bevestigen en een voerkorf aan de wartelconnector te hangen.

brasem feederhengel

Loodhagels als buffer.

Vismeel

In Engeland vis ik normaal gesproken niet op brasem zonder een lokvoer met vismeel als basis, omdat ze daarop zeer goed  reageren. Vandaag gebruik ik een mix van Dynamite Baits Marine Halibut en Green Swim Stim lokvoeders in een verhouding van 50:50. Het lokvoer heb ik met water tot een zware consistentie gemengd omdat ik wil dat alle deeltjes goed doordrongen zijn met vocht, zodat ze goed in de buurt van de bodem blijven in plaats van wolken lokvoer te veroorzaken. Grote vis reageert naar mijn mening beter op een inactief lokvoer, terwijl kleinere vissoorten aangetrokken worden door wolkende en actieve lokvoermixen.

Om bij het vismeelthema te blijven meng ik ook nog wat Dynamite Baits XL 2 mm Carp Pellets door de mix. De pellets heb ik enkele minuten bevochtigd alvorens het water weg te gieten. Na een minuut of dertig zijn ze dan mooi zacht en perfect voor de brasem.

brasem feederhengel

Lokvoer en haakaas bij elkaar.

Een aassoort die ik van plan ben om te gebruiken, op de haak en om los bij te voeren, is maïs. Het meer bevat ook grote bestanden aan blankvoorn en ruisvoorn. Door maïskorrels te gebruiken hoop ik aan de aandacht van de kleinere vis op de stek te ontsnappen. Ook heb ik maden en wormen bij me. Naar verwachting komen die alleen in het spel voor wanneer ik moeite heb om aanbeten te krijgen.

Wachten op respons

Bij aanvang van de vissessie plaats ik tien grote gaaskorven gevuld met pellets, lokvoer en maïs op een afstand van vijftig meter. Voordat ik begon te voeren maakte ik enkele proefworpen met een wartellood. De bodem leek vlak en gelijkmatig te zijn op deze afstand.

Het is naar mijn mening belangrijk om het aas op een zo klein mogelijk gebied te plaatsen. Dit geeft me dan tevens de mogelijkheid om af en toe een proefworp buiten de voerplek te maken. Zo kan ik vissen zoeken die te schuw zijn om zich op een voerplek te begeven.

Na het voerbombardement gaat er een kleinere, medium AS gaaskorf aan de lijn. De mix die ik aanbied in de voerkorf varieert tijdens de sessie afhankelijk van de respons die ik krijg. Naar mijn verwachting zal ik nu enige tijd moeten wachten op de eerste aanbeet, misschien wel een uur of langer. Dit is heel normaal bij het vissen op brasem, maar het wachten is de moeite waard wanneer ze eenmaal op de voerplek beland zijn!

Nooit forceren

Zoals verwacht duurt het ongeveer een uur voordat ik de eerste aanbeet krijg. Enkele duidelijke rukken aan de top maken duidelijk dat een brasem zichzelf gehaakt heeft op het gewicht van de voerkorf en ik dril de vis voorzichtig in de richting van het landingsnet. De vis pakte twee maïskorrels.

brasem feederhengel

De eerste vissen vallen voor de maiskorrels aan de hair.

Ik neem altijd ruim de tijd met een gehaakte brasem en forceer ze nooit in de richting van het landingsnet. Brasem is een scholenvis en een vis die losschiet gaat terug naar zijn vriendjes om ze over het gevaar te vertellen. Nadat de eerste vis geland is, heb ik zeker een uur lang volop activiteit op de stek. Lijnzwemmers en de aanwezigheid van luchtbellen boven het gebied waar ik het lokvoer geplaatst heb, maken duidelijk dat er vis op de stek is.

Er volgen nog twee vissen van een mooi formaat, beide op de maïs aan de hair. En dan trekt een stormbui over het gebied. De vis lijkt opeens gestopt te zijn met azen. Na een lange periode van inactiviteit besluit ik om maden en wormen naar de stek te brengen om het azen weer op gang te krijgen.

brasem feederhengel

Er gaan nu ook maden en wormen naar de stek.

Vijf volle voerkorven gevuld met geknipte wormen, maden en lokvoer plaats ik op de voerplek. Direct daarop krijg ik weer indicaties van aanbeten op de feedertop… van kleine ruisvoorn! Dit is niet de vissoort waarop ik me wil richten, maar er is in ieder geval nog vis aanwezig.

Groter

Mijn volgende truc is om een grotere gaaskorf te bevestigen en te vissen met groter natuurlijk aas, zoals wormen of een bundel maden. Ik vervang de haak voor een maat 12 Tubertini Series 18, met ruimte voor acht maden of twee grote wormen. Ik hoop dat de grotere voerkorven gevuld met aas de brasem terug lokt naar de visplek en de kleine ruisvoorn daarbij verdrijft.

brasem feederhengel

Dankzij het natuurlijke aas keren de brasems weer even terug naar de stek.

Deze nadrukkelijke verandering in aanpak werpt gelukkig haar vruchten af. Kort voordat de volgende stormbui arriveert, land ik nog twee schitterende brasems aan een bundel maden. Met meer donkere wolken aan de horizon besluiten we de sessie voortijdig te beëindigen, maar met vijf brasems in het leefnet ben ik meer dan tevreden. Het was een schitterende visdag met de feeder in een prachtige omgeving – mijn idee van hoe de hemel er uit ziet!