Alledaagse visserij?
Een jaar of wat geleden was het vangen van een haai bijna mythisch, ongekend, fabelachtig, alleen toegankelijk voor de echte kenners. Moet ik nog even doorgaan of ben ik zo wel duidelijk genoeg? Laten we eerlijk zijn, wie kon vijf jaar geleden zeggen dat hij een haai op zijn wishlist doorgestreept had staan? Dat waren er niet veel van ons. En nu? Nu lijkt haai vangen de gewoonste zaak van de wereld.
Tekst & foto’s Cor Juffermans
Jan en alleman staat met een prachtige haa...
Onbeperkt verder lezen?
Om het hele artikel te lezen, heb je een abonnement nodig op Beet Magazine. Ben je al abonnee? LOGIN om verder te lezen. Nog geen abonnement?
Lees onbeperkt online + 6x Beet Magazine thuis op de mat: € 62,50
Veiligheidsmaatregelen
Het is goed om te zien dat sommige bootvissers die koers zetten naar de verre wrakken of stekken verder weg, veiligheidsmaatregelen serieus nemen door het dragen van een reddingsvest of drijfvest. Zeker in de wintermaanden, wanneer de temperatuur van lucht en water onaangenaam koud kan zijn, zijn deze pakken essentieel om je droog en warm te houden. Maar hoe zit het met dat drijvende vermogen van deze pakken? Dave Lewis zet wat zaken op een rijtje.
Tekst & foto’s Dave ...
Onbeperkt verder lezen?
Om het hele artikel te lezen, heb je een abonnement nodig op Beet Magazine. Ben je al abonnee? LOGIN om verder te lezen. Nog geen abonnement?
Lees onbeperkt online + 6x Beet Magazine thuis op de mat: € 62,50
Op pad met Rob van Middelkoop
Het vissen met kunstaas op zeebaars wordt, met name in de zomermaanden, steeds populairder. Wanneer de zeebaarzen net wat moeilijker te vangen zijn met kunstaas, zijn er gelukkig alternatieven om alsnog succesvol te zijn. Ik ging samen met dobberspecialist Rob van Middelkoop een avond achter de zeebaars aan. Hij laat in dit artikel je alles zien waar je op moet letten, als je succesvol zeebaars wilt vangen met een dobber.
Tekst & foto’s Rico ‘t Mannetje
Foam do...
Onbeperkt verder lezen?
Om het hele artikel te lezen, heb je een abonnement nodig op Beet Magazine. Ben je al abonnee? LOGIN om verder te lezen. Nog geen abonnement?
Lees onbeperkt online + 6x Beet Magazine thuis op de mat: € 62,50
JOHN WILLLEMS - Heel bewust heb ik afgelopen jaren geen recepten met zeebaars geplaatst in deze smaakvolle rubriek. De reden zullen jullie begrijpen. Gelukkig is de bag limit voor de zeebaars, op basis van visserijonderzoek, verruimd naar twee stuks meenemen per persoon, per dag. Wat mij betreft is daarmee de tijd gekomen voor een ‘culinair hoogstandje’ met zeebaars. De basis van de bereiding komt uit de Méditerranée. Het is eenvoudig, puur en snel klaar!
Ik had geluk begin maart en heb alweer e...
Onbeperkt verder lezen?
Om het hele artikel te lezen, heb je een abonnement nodig op Beet Magazine. Ben je al abonnee? LOGIN om verder te lezen. Nog geen abonnement?
Lees onbeperkt online + 6x Beet Magazine thuis op de mat: € 62,50
Klaas Winter (NL)
Kun je iets vertellen over een wedstrijd in 2019 die je is bijgebleven?
Een wedstrijd die me is bijgebleven is die van de NTC 4 op Groote Keeten, een belangrijke wedstrijd. Ik viste in team Westkapelle 1. We wisten dat de loting op Groote Keeten van groot belang is, mede daardoor kun je een slag slaan naar de concurrentie. We besloten om de vrijdag voor de wedstrijd te gaan proefvissen. Op het strand aangekomen was het al behoorlijk druk met vissers, maar feitelijk zag je ner...
Onbeperkt verder lezen?
Om het hele artikel te lezen, heb je een abonnement nodig op Beet Magazine. Ben je al abonnee? LOGIN om verder te lezen. Nog geen abonnement?
Lees onbeperkt online + 6x Beet Magazine thuis op de mat: € 62,50
Voorjaar karpervissen in Frankrijk? Het voorjaar is een heerlijke tijd om te gaan karpervissen in (Noord) Frankrijk, maar zorg er dan wel voor dat je water kiest wat niet te diep is. Ondiepe wateren, zoals Lac de Grosley, warmen al snel op en daardoor worden de karpers snel actief en gaan op zoek naar voedsel. Maar aasperioden zijn vaak nog kort en stekkeuze, aas en voerhoeveelheden zijn vaak heel bepalend. Wanneer je gaat karpervissen in het vroege voorjaar in maart/april zijn er wel een aantal dingen waar je op moet letten. Ga bijvoorbeeld vooral vissen bij voedselrijke stekken, meet de watertemperatuur en stem daar het aas en voerhoeveelheid op af.
Er zijn in het voorjaar een aantal zaken waar je extra op moet letten.
Karper Voorjaartips | Stekkeuze
De gehele winter zijn karpers weinig actief geweest waardoor de karpers moeite hebben om in het vroege voorjaar op gang te komen. Daarom is het verstandig om rond de waterplanten en stukken water waar de zon op staat te karper vissen in april. Daar zullen namelijk de meeste karpers zich bevinden omdat deze plekken voedselrijk zijn. Een andere plek waar karper vissen in Frankrijk een hoge kans van slagen heeft in het vroege voorjaar is langs rietkragen. Ook daar is veel voedsel te vinden, dus ook veel karpers. Het voedsel heeft namelijk de hele winter verborgen gezeten in de wortels van het riet en komt door de warmte vrij. Zorg er dus voor dat je een stek pakt in de buurt van waterplanten, rietkragen of waar de zon op staat.
Zorg er voor dat je een stek pakt in de buurt van waterplanten, rietkragen of waar de zon op staat.
Bij welke watertemperatuur wordt karper actief?
Let tijdens het vissen in april vooral op de watertemperatuur. Omdat in het voorjaar de zon weer begint te schijnen, kan het voorkomen dat de watertemperatuur op verschillende stekken in het water kan verschillen met wel 3 graden. Ook de diepte van de bodem kan voor verschil in temperatuur zorgen. De karpers zitten in het voorjaar vooral op de warmere gedeeltes, dus meet op verschillende plekken in het water de temperatuur voordat je gaat karper vissen. De watertemperatuur heeft ook invloed op het soort aas en voer dat nodig is. Als de watertemperatuur nog onder de 10 graden Celsius is, is het aan te raden om (kleine) lichtverteerbare boilies te gebruiken als aas. Voer zeker niet teveel! Een PVA-zakje met wat verkruimelde boilies is vaak het beste om mee te beginnen.
Gebruik zeker nog niet veel voer, zeker niet als de watertemperatuur hard gedaald is na een, heldere, ijskoude voorjaarsnacht!
Wat is het beste aas voor het voorjaar?
Je kan natuurlijk een keuze maken in je aassoorten, maar waarom zou je niet elke hengel met een andere aassoort vissen? We vissen immers (bijna) allemaal met twee, drie of zelfs vier hengels. Het is sowieso een mooi startpunt. Misschien kom je er in de loop van de sessie wel achter dat er een favoriete aassoort is waar je vervolgens meerdere hengels mee kunt beazen. Na 24 uur zonder beet is het aan te raden om een ander plekje te zoeken. Maar laat je hengels wel ook overdag in liggen, in het vroege voorjaar kan de aasperiode zomaar op de dag liggen. Het flauwste zonnetje kan de vissen al activeren, en misschien maar voor een korte periode. Het zou zonde zijn als je dan net je hengels opnieuw staat te beazen of in de boot zit. Het is dan ook zaak om de hengel zo snel mogelijk weer op z’n plaats te leggen. Doe de vis even in de sling, of laat je maat het net met de vis even bewaken als jij alles weer op z’n plek legt. Met de korte aasperiodes en vissen die verzameld liggen kan je zomaar snel een tweede run krijgen.
Aftoppen met een natuurlijk aas, zoals maden, kan soms verrassend goed werken!
Welke onderlijn in het voorjaar?
Iedere visser heeft wel zijn of haar favoriete onderlijnen waar ze rotsvast vertrouwen in hebben. En met vertrouwen vissen is natuurlijk wel zo fijn.
Maar durf ze eens in te korten, een onderlijntje van zo’n 8 tot 10 cm is zo gek nog niet in het vroege voorjaar. De vissen zwemmen nog niet veel en zullen dus sneller geprikt moeten worden. En net als met de aaskeuze, waarom niet een aantal verschillende onderlijnen proberen?
Bijvoorbeeld één met een fel pop-upje op een bedje van hennep, een maden rig, een chodje, de mogelijkheden zijn eindeloos. Zorg er wel voor dat je haak zo scherp is al ‘ie maar zijn kan.
De kleinste details kunnen nu het verschil maken. Vergeet ook zeker niet zoete mais mee te nemen!
Hoe vis je in het voorjaar met de chod rig?
In het voorjaar werkt het goed om in te spelen op de nieuwsgierigheid van de vis. Hier is een chod-rig ideaal omdat deze op elk type bodem in te zetten is en de heen en weer bewegende pop-up maakt het een zeer aantrekkelijke set-up om in de bek te nemen. Ook drijvende imitatie mais werkt vaak prima omdat deze wat opvallender van kleur is dan ander aas. Een beetje bijvoeren met mais uit blik en klaar!
Ideaal voorjaarwater | Lac de Grosley
Ben je op zoek naar een goed voorjaarwater in Frankrijk? Lac de Grosley, op zo’n 400 km van Brussel, is een aanrader. Op het complex liggen 2 meren, één van 12 ha en één van 4 ha. Het grote meer heeft een eiland in het midden en de begroeiing op de oever bestaat uit bomen en struiken. De bodem van deze oude grindafgraving bestaat uit een harde kiezelbodem, met hier en daar zand en modder dat heel wat natuurlijk voedsel bevat. Het water is gemiddeld 2 tot 2,5 meter diep en het heeft geen obstakels. Het domein is helemaal omheind en wordt ‘s nachts gesloten. Beide meren hebben een ruim bestand aan dertigers en veertigers en een enkele vijftiger. Record: 28 kg.
Lac de Grosley, op zo’n 400 km van Brussel, is een aanrader: zeker voor in het voorjaar!
Karpervissen Frankrijk | ‘huisje’ aan het water
Het complex telt 11 stekken verdeeld over de twee vijvers. Bijna alle stekken zijn met de auto bereikbaar (behalve stek 13) en de auto mag op de stek blijven staan. Boot is toegestaan. Er is een nieuwe blokhut op stek 3 gebouwd, met stroomvoorziening. In het slaapgedeelte is genoeg plek voor 2 bedchairs, het overdekte terras biedt beschutting bij regen en wind. Op 50 meter ligt het gebouwtje met een koelkast en een vriezer. Op Grosley is een kleine tackle shop waar je aas (particles) en klein materiaal kunt kopen. Elke morgen komt de bakker vers brood brengen, die kun je bestellen bij aankomst.
Meer rust | meer vangen!
Dit jaar kunnen er geen weekends of mid-weeks meer geboekt worden. Bij elke wissel gaat er telkens weer een hele hoop voer het water in, wat nog versterkt wordt als de vangsten even uitblijven. Dat wordt zo sterk beperkt en bovendien blijft het zo rustiger aan de waterkant wat de vangsten ten goed zal komen. Dit is een beslissing die Fisherman Holidays heeft genomen in het belang van de waterkwaliteit en de gezondheid van de vissen.
Op Lac de Grosley maak je een goede kans op zo’n schitterende voorjaarsspiegel!
Drie lachende kinderen op het strand. Dat is het eerste wat door mijn hoofd flitst als ik aan mijn visreis naar Angola denk van afgelopen januari. Ik ontmoet hen terwijl ik kunstaas in de branding sta te gooien op het strand van Belas, ter hoogte van Santuário das Águas – een kerk aan zee. “Amigo”, roepen ze, en dan iets onverstaanbaars, maar ze wijzen naar mijn rugzakje en maken wenkende bewegingen.
Tekst Tom Sintobin, foto’s Joris Nieuwenhoff, John Smit en Tom Sintobin
Lokale beroepsvissers halen hun netten binnen.
Ach, nu begrijp ik het: ze zagen natuurlijk hoe de golven over me sloegen en mijn spullen natmaakten en willen er wel op passen. Dat is inderdaad een stuk comfortabeler; ze wandelen langzaam mee en dragen mijn rugzak, terwijl ik worp na worp opschuif. Ik vang twee Jack Crevalles op mijn lepel en trek ze na een stevig robbertje vechten op mijn zware spinhengel onder luid gejuich het strand op door gebruik te maken van een brandingsgolf. De kinderen dansen rond me, ze zijn blij. Helemaal als ik de vis dood en aan hen geef. Het halve dorp zal ervan eten. Na een uurtje moeten ze naar huis – ze leggen de twee vissen die ik hen gaf gewoon op hun hoofd! – maar vijf minuten later komen ze hijgend aanhollen: “Amigo, Tortuga!” roepen ze, “venha!” en ik ren met hen mee om een paar honderd meter verder de prachtige schildpad te zien die over het strand schuifelt, op zoek naar een plek om eieren te leggen…
1 van 3
Een worp naar de horizon.
De branding is je bondgenoot om ze te landen.
The three amigos.
Ik voel me blij, gelukkig zelfs. Bij mijn vertrek bleven mensen me maar vertellen dat ik heel erg voorzichtig moest zijn in Angola, en hier sta ik nu, helemaal alleen op een verlaten strand, en doordat ik deze mensen meteen vertrouwde, krijg ik iets adembenemends te zien… Noem me naïef en links en roekeloos en al wat je wil, maar ik had die schildpad voor geen geld willen missen.
Veel mooier dan dit wordt het niet.
VOORBEREIDING
Wie in Angola wil vissen, moet daar wel iets voor over hebben. Je hebt een aantal inentingen nodig om het land binnen te mogen, en ook moet je je beschermen tegen malaria. Het goede nieuws is dat het niet zo lang vliegen is doordat KLM rechtstreeks op Luanda vliegt en dat er geen jetlag bij komt kijken.
Tortuga, amigo!
Veilig of niet?
Het West-Afrikaanse land grenst in het noorden aan Congo-Brazzaville en in het zuiden aan Namibië. De Portugese ontdekkingsreiziger Diogo Cão was de eerste Europeaan die voet aan land zette in deze contreien, in 1483. Het land bleef een Portugese kolonie tot 1975 – wat best lang is, gezien de meeste Afrikaanse landen toen al onafhankelijk waren. Na de gewelddadige onafhankelijkheidsstrijd, die ruim tien jaar duurde, was de ellende nog niet voorbij voor de Angolezen. De verzetsbewegingen bleven elkaar namelijk op vreselijke wijze – en met de inzet van duizenden kindsoldaten – bekampen om de macht. Het ene kamp werd daarbij gesteund door Zuid-Afrika en het andere door Cuba en de Sovjets, en het duurde tot 2002 voor er eindelijk vrede kwam. Vandaag de dag is Angola nog altijd zeer arm, ondanks de schat aan grondstoffen in het land. Ook is de levensverwachting er erbarmelijk laag, maar het land begint langzaam maar zeker op te krabbelen. Naarmate de fantastische Angolese natuur en cultuur bekender beginnen te worden, vervaagt het negatieve imago en komt het toerisme langzaam maar zeker op gang. Wij verblijven voor een pilot van visreis.nl in Kwanza Lodge, een door een Zuid-Afrikaanse ex-militair opgericht comfortabel vakantieverblijf aan de oevers van de gelijknamige rivier. Volgens de eigenares hoefden we onze huisjes niet eens af te sluiten, want er was nog nooit iets gestolen.
Mahi mahi-kermis
We zijn niet in het optimale seizoen gekomen voor wat ik wil doen: met zoetwatermateriaal in de riviermonding vissen op Threadfin en Cubera Snapper. Daarvoor moet je namelijk in augustus en september hier zijn: dan is het in Angola winter en dat betekent weinig aanvoer van zoet water. Vermoedelijk daardoor trekt het roofzuchtige gespuis uit de wijde omtrek de rivier op om er te jagen op tilapia’s, harders en krabben. Threadfins van 30 kilogram en ver daarboven zijn dan geen uitzondering. Een Duitse kennis van me kan erover meepraten, want hij ving zo’n beest van maar liefst 50 kilogram, gewoon werpend met een shadje.
Mahimahi is een van de mooiste soorten om met topwaters te bevissen.
Nu zijn we echter in de natste periode gekomen: de week voor onze aankomst had de hoofdstad Luanda nog te kampen met overstromingen. De rivier spuwt dus gigantisch veel zoet water in zee, waardoor het nu eigenlijk aangewezen is om op open zee te vissen. Of op tarpon, want die reuzenharingen worden blijkbaar juist aangelokt door zoet water. De eerste drie dagen ging ik dus mee met Joris en John op jacht naar marlijn en zeilvis. De schipper zette daarvoor een arsenaal teasers en plastic inktvissen uit om ‘u’ tegen te zeggen, en met die halve kerstboom trolden we urenlang rond op de oceaan. Om eerlijk te zijn was dit mijn ding niet. Ik ben niet bepaald een geduldig type en moet altijd iets om handen hebben. Ik genoot dan ook met volle teugen van de mahi mahi’s die we met spinhengels en oppervlaktekunstaas of stickbaits konden vangen als de boot even stilhield bij een ‘FAD’: een ‘fish attracting device’. Mahi mahi houdt zich namelijk graag op onder drijvende plantenbedden, plastic of wrakhout, en het was fascinerend om te zien hoe die pijlsnelle vissen zich soms in groepen op ons kunstaas stortten. Ze leerden al even pijlsnel trouwens, want vaak konden we er een paar vangen uit die school, maar kregen we daarna alleen nog maar volgers… De schipper sloeg ons meewarig gade. Hij was niet zo’n fan van deze vissoort – hij noemde hen neerbuigend ‘de kippen van de zee’. Toen er op een gegeven moment een marlijn van zeker 250 lb vlak naast de boot opdook die de door John gehaakte mahi mahi opslokte, vond hij het al veel interessanter. Helaas brak de dunne onderlijn al snel af op de staart van de vis…
Ik geniet met volle teugen van de mahi mahi’s die we met spinhengels en oppervlaktekunstaas of stickbaits vangen…
Grappig, maar niet meteen mijn visserij…
River life
Na drie dagen op de oceaan had ik er genoeg van. De lodge heeft twee niet al te grote maar degelijke ‘self drive’-boten die we mochten gebruiken om de rivier onveilig mee te maken. Ik besloot de rest van mijn visdagen in één van deze boten door te brengen. Ik voelde me meteen thuis in deze 14-voeter met 10 PK erop, laverend tussen de bossen waterhyacinten en takken die de Kwanza-rivier dag en nacht vervoerde. Soms waande ik me in Nederland tussen het drijfvuil op de Maas bij hoog water!
1 van 4
Joris in zijn element.
Deze boot konden ze jaren geleden wel ín de kreek sturen maar ze kregen hem er nooit meer uit
Strandvissen next level.
Ook de vistechnieken waarmee ik succes boekte, deden aan thuis denken. Ten eerste viste ik werpend met shads vanuit de driftende boot, waarbij ik het kunstaas mooie sprongetjes liet maken over de bodem. Op de diepste plekken stond er een meter of acht water, maar meestal was het tussen de twee en de zes meter diep. Door stroomopwaarts te gooien, dus in de richting van de drift van de boot, lukte het perfect om bodemcontact te houden. Afhankelijk van het moment van het getij en de ermee samenhangende stroomsnelheid paste ik dan het loodgewicht aan; met kopjes tussen de 20 en de 42 gram lukte het altijd. Op deze manier lieten jacks en threadfins zich vangen. Kolossen zaten er niet bij, maar ik genoot met volle teugen van de ziedende runs waar deze beesten toe in staat bleken te zijn op een zware snoekhengel!
En dat op een shadje.
Beide vissoorten bleken ook op een geheel andere manier aan te bijten. Jacks namen het aas met een harde klap en stoven er daarna vandoor met hele snelle, zigzaggende runs. Bij een threadfin voel je eerst een paar ‘schrapende’ bewegingen, alsof je ergens aan blijft haken, en soms seconden later een harde klap. Ik las ergens dat de vier lange, dunne vinnen waar deze vis zijn naam aan te danken heeft als een soort van voelsprieten functioneren om de prooi te detecteren en zelfs aan te raken in de modderige rivier, een beetje zoals een meerval dat doet. Dus mogelijk is wat ik voelde de threadfin die het kunstaas inspecteerde. Ik heb het niet geprobeerd, maar volgens mij moet Carolina-riggen op threadfin heel goed werken, gezien wetenschappelijk onderzoek naar de maaginhoud van threadfins in Nigeria heeft uitgewezen dat het menu van deze rovers voor 36,9 procent uit vissen bestond, voor 6,3 procent uit krabben en voor 56,9 procent uit garnalen.
Jacks klappen hard op het kunstaas en gaan er daarna met hele snelle, zigzaggende runs vandoor.
Hengelcombi’s
Qua hengels raad ik je aan om een zware spinhengel van 300 cm mee te nemen voor het werpen met stickbaits en lepels vanaf het strand. Voor het werpen met kunstaas vanaf de boot een 8-voets spinhengel met een werpgewicht van 100 gram. Voor het driften met aasvissen volstaat een stevige jerkbaithengel. Op die laatste hoort een goede reel met 30/00 gevlochten lijn, op de andere hengels een molen uit de 4000- of 5000-reeks, volgespoeld met dezelfde diameter lijn.
Met een sleepje
Een tweede succesvolle techniek leek nogal op het vissen met het sleepje: een schuifloodje van een gram of vijftig, gestopt door een kraaltje en een wartel, met daarachter een onderlijn van een centimeter of 80 en een stevige circle hook maat 5/0. Op de haak prikten we een aasvis die de gidsen voor ons hadden gevangen met een werpnet – een hardertje of een tilapia – en deze hele handel mocht dan achter de boot aanhobbelen tijdens de drift. Ik hield de hengel daarbij in de hand, met de slip los en de vinger op de spoel. Aanbeten van een cubera waren zeer herkenbaar: eerst kreeg je een harde tik en dan een zeer snelle run. Cubera’s nemen hun prooi namelijk eerst dwars in de bek en zwemmen er vervolgens als een dolle mee weg. Als je de lijn van je spoel ziet gutsen, denk je: niet te missen! Dat viel echter dik tegen.
We voelden ons thuis.
De laatste voormiddag bijvoorbeeld kreeg ik maar liefst zes fantastische aanbeten, waarvan ik er maar eentje wist te verzilveren… Na twee lossers had ik een gewone haak gemonteerd in de hoop dat ik daarmee meer kans maakte, maar ook dat bleek niet de oplossing. Eén van de gidsen legde uit dat hij bij voorkeur grote harders inzette, omdat hij dan een extra dreg als stinger in de rug kon monteren. Dat loste het probleem volgens hem grotendeels op, maar helaas hadden wij enkel kleine aasvisjes kunnen bemachtigen tijdens ons verblijf en waren we dus op single hooks aangewezen. Wie ooit in Colombia op deze soort heeft gevist, weet dat de meerderheid van de vissen verspeeld wordt doordat ze de rotsen induiken en daarbij niet te stoppen zijn, ook al vis je met extreem zwaar materiaal. Het mooie aan cubera’s in Afrika is dat ze boven zand zwemmen en dus nergens heen kunnen, zodat je ze zelfs met lichte hengels kunt landen. Als ze blijven hangen tenminste… Ik kan je echter verzekeren dat de dril van een grote cubera op een 100-grams spinhengel in een kolkende rivier een van de spannendste dingen is die ik tot nog toe heb mogen meemaken in mijn vissersleventje!
Een grote cubera op een 100-grams stok: één van de spannendste momenten in mijn vissersleven…
De andere kant van de branding uitgooien.
Kunstaas-toppertjes
De stickbait waarmee ik het meeste succes had, was de Toro 140XH van Hart en de Popper 130T van Molix. Elke wat grotere zeebaarsplug die wired-through is, moet echter werken, maar ik raad aan om de dreggen te vervangen door enkele haken, want anders is het landen van een mahi mahi levensgevaarlijk. De lepels die ik gebruikte, waren de Molix Jugulo en Abu Toby – beide in gewichten tussen de 40 en de 60 gram. Goede shads waren de Q-Paddler van Quantum en de RA Shad van Molix – beide in de kleuren bruin en oranje.
Goede loodkoppen zijn niet makkelijk te vinden: je zoekt iets wat extreem sterk is en tussen de 15 en de 50 gram weegt. Loodkoppen die voor de meervalvisserij zijn ontwikkeld, kunnen wel, maar ik vind persoonlijk de haak veel te groot in combinatie met een shadje van 12-16 cm. Door de lange steel wordt de hele shad namelijk ‘verlamd’. Eigenlijk had alleen Molix wat ik zocht in de vorm van hun OJ1200, haakmaat 6/0. Bij mijn volgende trip ga ik echter meer werken met schroefloodkoppen in combinatie met een dreg, want zelfs die 6/0 vond ik nog net iets te groot. De diameter van de onderlijn vind ik lastig… ik gebruikte Momoi fluorocarbon van ongeveer 68/00 mm dik en daarmee gedroeg mijn shad zich lekker frivool onder water, maar ik verspeelde er wel een bak van een tarpon door. Ik denk dat je beter af bent met 1 mm of zelfs meer.
Met snoekbaarsshadjes op jacks.
Absurd sterk
Ten slotte heb ik ook een paar keer geverticaald. Gewoon een shadje op en neer tikken vlak onder de hengeltop, als tijdverdrijf bij het driften met aasvissen. Ook dit werkte, en ik weet zeker dat als ik het juiste materiaal bij me had gehad – een zware verticaalstok of een jerkbaithengel – en een arsenaal loodkoppen en shads in verschillende maten en gewichten, dit een regelrechte hit zou zijn geweest. Hetzelfde geldt voor fireballs: een grote dode harder, goed gemonteerd op een takeltje aan een fireball, was volgens mij echt een killer geweest. Als ik hier ooit terugkom, en dat ben ik vast van plan, maar dan beter bewapend met het juiste materiaal en in augustus, dan ziet het er niet goed uit voor al deze Afrikaanse rovers…
Waarom zou je de hele tocht naar dit verre Afrikaanse land moeten ondernemen, hoor ik u zeggen, als de visserij toch zo lijkt op wat we thuis meestal doen? Om de mensen, om de natuur, om het klimaat, om de ongereptheid, om het gevoel van vrijheid? Uiteraard, dit alles samen – maar wat mij betreft juist omdat we hier met zoetwatertechnieken op absurd sterke en mooie zeevissen kunnen vissen. Het geeft echt een enorme kick om de aanbeet te voelen van deze woeste krachtpatsers en om dan vervolgens je vertrouwde snoekhengel curves te zien aannemen die je nooit voor mogelijk had gehouden. En het gegil van de slip van je molentje onder zoveel geweld is een geluid dat je nooit meer vergeet – dat garandeer ik je. Zeker niet als je aan het andere eind een woest springende tarpon van zeker anderhalve meter hebt zitten – zoals mij overkwam. Helaas brak ook op deze biggamevis de onderlijn door…
Vergeet ten slotte niet om goede zonnebrandolie en antimuggenspray mee te nemen – anders zie je er binnen de kortste keren uit als een gekookte kreeft. Zoals ik al aangaf, is de visserij seizoensgebonden: in onze winter vis je er vooral op tarpon, marlijn, zeilvis en mahimahi, in de zomermaanden is de riviervisserij op onder meer threadfin top. Cubera en jacks zitten er altijd. O ja, nog een laatste dingetje: als je mijn drie vriendjes ziet, doe ze dan mijn hartelijke groeten.
De vis waarvoor ik hier kwam!
Voor meer informatie en filmpjes van onze pilot-trip kun je terecht op: www.visreis.nl/angola
Een bijzonder eiland
Halverwege Noorwegen, pakweg 150 kilometer ten zuiden van de poolcirkel en zo’n 300 kilometer boven Trondheim ligt Leka. Een bijzonder eiland, waar je fantasie al snel met je aan de loop gaat. Onder elk bruggetje kun je een trol verwachten. De sfeer is geheimzinnig. Grindweggetjes lopen dood bij kleine haventjes. Er is rust, ruimte, prachtige uitzichten, veel gelegenheid tot wandelen (heb ik niet gedaan) en vooral veel vismogelijkheden. Werkelijk honderden stekken wachten da...
Onbeperkt verder lezen?
Om het hele artikel te lezen, heb je een abonnement nodig op Beet Magazine. Ben je al abonnee? LOGIN om verder te lezen. Nog geen abonnement?
Lees onbeperkt online + 6x Beet Magazine thuis op de mat: € 62,50
Een tijdje geleden zette ik op mijn site Onderlijnenvooropzee.com het artikeltje ‘Op afstand met een lange dwarrel’. De lange dwarrel betrof in dit geval een mooie geclipte Up and Over Pulley Rig. Vlak daarna gooide ik het artikel ‘Flattie Up and Over Pennel Rig’ online. Deze onderlijn betrof een variant op de eerder geplaatste Up and Over Pulley Rig. Net iets anders gebouwd, andere onderdeeltjes, zelfs een mooie Pennel; kortom twee onderlijnen die qua bouw dicht in elkaars buurt zitten, maar ne...
Onbeperkt verder lezen?
Om het hele artikel te lezen, heb je een abonnement nodig op Beet Magazine. Ben je al abonnee? LOGIN om verder te lezen. Nog geen abonnement?
Lees onbeperkt online + 6x Beet Magazine thuis op de mat: € 62,50
Normandië weet mij keer op keer te charmeren met zijn ruige kustlijn, hoge kliffen, verlaten stranden en vele vissoorten die je er met kunstaas kunt vangen. Onder begeleiding van mijn goede vrienden Cedric en Fredric zal ik hier enkele dagen vertoeven op zoek naar grote lipvissen en alle andere soorten die ons kunstaas niet links kunnen laten liggen!
Tekst & foto’s Chris Chew
We volgen de kustlijn vanuit België en laten de Noordzee achter ons; daar waar zanderige duinen plaatsmaken voor met...
Onbeperkt verder lezen?
Om het hele artikel te lezen, heb je een abonnement nodig op Beet Magazine. Ben je al abonnee? LOGIN om verder te lezen. Nog geen abonnement?
Lees onbeperkt online + 6x Beet Magazine thuis op de mat: € 62,50
Lichter langs de kust
Vissen vanaf het strand is een ware beleving! Het geluid en de geur van de zee strelen je geest. Het uitzicht tot de horizon geeft het gevoel van vrijheid en rust. Het moment suprême aan het strand is wanneer de zon opkomt en zakt, voor even vergeet je dat je gewoon aan onze eigen kust staat te vissen, het strand heeft meer weg van het decor in een romantische film, gewoon adembenemend!
Tekst Martijn Dekkers, foto’s Bram Bokkers
Dit soort exemplaren zijn echt de kers op de ...
Onbeperkt verder lezen?
Om het hele artikel te lezen, heb je een abonnement nodig op Beet Magazine. Ben je al abonnee? LOGIN om verder te lezen. Nog geen abonnement?
Lees onbeperkt online + 6x Beet Magazine thuis op de mat: € 62,50
Expeditie Romsdalsfjord
Het Romsdalsfjord ligt ongeveer 100 km ten zuidwesten van Trondheim. Collega Ruben ving er jaren terug veel grote scharretong en zijn verhalen triggeren mij om een trip naar dit fjord te plannen. Ruben ziet het ook wel zitten om nog eens naar dit mooie fjord te gaan. Collega Remko en soortenjager Pascal sluiten zich aan en de groep is compleet. Ik neem jullie mee op een niet-alledaags Noors soortenavontuur.
Tekst & foto’s Pieter Beelen
Daniel en zijn schip.
Daniel en ...
Onbeperkt verder lezen?
Om het hele artikel te lezen, heb je een abonnement nodig op Beet Magazine. Ben je al abonnee? LOGIN om verder te lezen. Nog geen abonnement?
Lees onbeperkt online + 6x Beet Magazine thuis op de mat: € 62,50
Gretige wijtingen
Korte dagen en temperaturen die niet echt uitnodigen om te gaan witvissen; voor mezelf meestal de reden om even een winterse witvisstop in te lassen. Daar waar anderen zich dan concentreren op kerstmarkten, durf ik een zijsprong te maken naar het zilte water. Als de wind op de zoute plas het toelaat een welgekomen verpozing om de muffe glühweingeur te ontvluchten.
Tekst & foto’s Bart De Crée
Wat betere voorbereiding vooraf had ons nóg sneller aan vis kunnen helpen!
Zoals ee...
Onbeperkt verder lezen?
Om het hele artikel te lezen, heb je een abonnement nodig op Beet Magazine. Ben je al abonnee? LOGIN om verder te lezen. Nog geen abonnement?
Lees onbeperkt online + 6x Beet Magazine thuis op de mat: € 62,50
JAIMY POSTHUMIS - Het kunstaasvissen op zeebaars vindt meestal plaats in de vele havens, pieren en havenhoofden die ons land rijk is. Strandvissen op zeebaars gebeurt ook, maar dan met name met natuurlijk aas aan de strandhengel. Deze manier van vissen kan ook zeker effectief zijn, maar voor Jaimy Posthumus is de keuze simpel…
Ik dril liever een zeebaars van 40 cm aan de spinhengel dan aan een strandhengel. Dus ook voor het strandvissen op zeebaars ga ik eropuit met spinhengel en kunstaas. Omdat...
Onbeperkt verder lezen?
Om het hele artikel te lezen, heb je een abonnement nodig op Beet Magazine. Ben je al abonnee? LOGIN om verder te lezen. Nog geen abonnement?
Lees onbeperkt online + 6x Beet Magazine thuis op de mat: € 62,50
Vlissingen is veel meer dan een toeristische trekpleister voor zomerse badgasten. Als de dagen korter worden en de kalmte wederkeert in de havenstad, verandert haar kustlijn aan de Westerschelde in een waar viswalhalla. De overwegend zuidzuidwesten winterbries blaast frisse doch milde lucht aan de kant. En je weet wat ze zeggen: wind aan de kant, vis op het land…
Het mag geen geheim zijn dat de Zeeuwse kust bezaaid ligt met geweldige visstekken. Je kunt er met de (charter)boot of vanaf de kant, ...
Onbeperkt verder lezen?
Om het hele artikel te lezen, heb je een abonnement nodig op Beet Magazine. Ben je al abonnee? LOGIN om verder te lezen. Nog geen abonnement?
Lees onbeperkt online + 6x Beet Magazine thuis op de mat: € 62,50
HANK PERRÉE - Tikketikketik, doet de hengeltop. Eventjes niks. Tikketikketik doet de hengeltop weer. Walter geeft een klein tikje terug aan de hengel en zet hem weer terug op het voordek van de Wiesje. Voor de derde keer doet de hengel tikketikketik. Walters nieuwsgierigheid wint het van zijn geduld en langzaam begint hij binnen te draaien. De hengel buigt flink door en je kan al zien dat er mooie vissen aan hangen. Eerst een wijting, onmiddellijk gevolgd door twee scharren die ook niet gemeten ...
Onbeperkt verder lezen?
Om het hele artikel te lezen, heb je een abonnement nodig op Beet Magazine. Ben je al abonnee? LOGIN om verder te lezen. Nog geen abonnement?
Lees onbeperkt online + 6x Beet Magazine thuis op de mat: € 62,50
JOHN WILLEMS - Wil je weten waar het woord lekkerbek vandaan komt en tegelijkertijd leren hoe je heel eenvoudig een overheerlijke lekkerbek bakt? Lees dan deze ontzettend smakelijke ‘Panvisser’. Het recept van een frisse salade en dito sausje krijg je er dan zomaar bij.
De ‘ouderwetse’ lekkerbek is gesneden van wijting en ook wel van schelvis. De kleinere wijtingen werden destijds vooral op de ‘Hollandse manier’ gesneden. Deze techniek noemen we ‘vlinderen’. Hierbij wordt er vanaf de rug gefilee...
Onbeperkt verder lezen?
Om het hele artikel te lezen, heb je een abonnement nodig op Beet Magazine. Ben je al abonnee? LOGIN om verder te lezen. Nog geen abonnement?
Lees onbeperkt online + 6x Beet Magazine thuis op de mat: € 62,50
Martijn Dekkers – De ene dag is de andere niet, zeker niet wanneer het gaat om zeevissen. Er zijn zo veel factoren die medebepalend zijn voor een goede vangst dat zelfs de meest ervaren zeevissers wel eens van een koude kermis thuiskomen. In al die jaren dat ik op- en aan zee vis heb ik heel wat geleerd over de meeste zeevissoorten. Welk weertype goed is, welk getij, welk dagdeel, welk seizoen, welke aassoorten, noem het maar op. Toch is er voor mij nog steeds een punt wat ik niet goed kan bepalen, hoeveel aas ga ik meenemen?!
HOEVEEL ZEEAAS HEB JE NODIG?
De grootste groep zeevissers vist met aas, enkel zeebaars- en wrakvissers vissen met kunstaas. Of je nu vanaf de boot of vanaf het strand vist, aas komt steeds weer terug in je zeevisavontuur. Dit aas bestaat vooral uit zeepieren, zagers, mes heften en in mindere maten reepjes vis en inktvis. We zijn allemaal afhankelijk van dit aas, maar soms speelt het aas ons ook parten.
Ook het verbruik van je aas is afhankelijk van vele factoren. Zit er veel vis, dan verbruik je veel aas. Zitten er veel krabben of garnalen, ook dan verbruik je veel aas. Is dit allemaal niet het geval, dan verbruik je nauwelijks aas. Getij, weersomstandigheden e.d. kunnen op voorhand bepaald worden, maar de aanwezigheid van vis, krabben en garnalen is op voorhand zeer lastig te bepalen.
Om niet halverwege je visdag zonder aas te komen staan houd je rekening met het scenario dat je redelijk wat aas gaat verbruiken, dat is een veilige keuze. Dan blijkt het toch anders te lopen en houdt je aan het einde van je visdag meer aas over dan je lief is, wat ga je daarmee doen?
Aan het einde van de dag aas over? Zonde om weg te gooien….
KUN JE ZEEAAS BEWAREN?
Weggooien van je aas is erg zonde natuurlijk. Een ons zeeaas kost toch al snel rond de vier euro. Helaas heb je voorlopig ook geen tijd om te gaan vissen, bewaren zit er dus ook niet in, of misschien toch wel? Jazeker! Zeeaas is prima te bewaren en de beste manier om dit te doen is door het in te zouten. Bijna al het zeeaas laat zich prima zouten.
Het grote voordeel van het zouten is niet enkel dat je je aas langer kan bewaren, maar ook dat het taaier wordt en dus beter op de haak blijft zitten.Je zal er versteld van staan hoe gemakkelijk het zouten van je aas is én het is spotgoedkoop, je hebt dus geen enkele reden meer je aas weg te gooien!
WAT HEB JE NODIG VOOR HET ZOUTEN VAN ZEEAAS?
Keukenzout € 0,39 per kilo
Keukenpapier € 0,89 per rol
Oude kranten € 0,00
WERKWIJZE ZOUTEN ZEEAAS:
Leg twee lagen van de krant op een tafel.
Bedek deze vervolgens met twee lagen keukenpapier.
Hierop leg je het overgebleven zeeaas. Belangrijk is wel dat het aas niet tegen elkaar aan ligt! Wanneer je zout over de pieren strooit zullen deze wat gaan bewegen en bestaat de kans dat ze tegen elkaar komen te liggen. Om dit te voorkomen strooi je na het uitleggen een dun laagje zout over de pieren. Na vijf minuten bewegen ze niet meer en kan je controleren en herschikken.
Strooi een ruime hoeveelheid zout over het aas, ze hoeven niet geheel bedekt te zijn.
Hierop leg je weer twee lagen keukenpapier en deze dek je af met kranten
Dek toe met een handdoek
Het geheel laat je 24 tot 36 uur rusten op een droge plaats. Wanneer deze tijd verstreken is dien je enkel nog het aas uit het zout te halen en netjes in een bakje op te bergen. Wanneer je gezouten aas in een bakje zit strooi je er nog een goede eetlepel zout over en dek je deze af met de deksel. Totaal ben je er een uurtje mee bezig en kost het je nog minder dan wat een onsje aas zou kosten, beter dan weggooien natuurlijk!
VOORDELEN INZOUTEN ZEEAAS
Geen aas verspilling
Wijting, bot, tong enz., een gezouten aasje lusten ze allemaal
Zeer lang houdbaar, tot wel een jaar in de vriezer
Taaier aas, goed voor verre worpen
Sterkere geur
Altijd aas op voorraad, voor die ongeplande sessie
Aas dat net even iets anders is, op sommige momenten lijkt de vis er beter op te reageren dan op vers aas.
Waar hangen ze uit? En wanneer azen ze? Dat zijn de twee belangrijkste vragen die beantwoord moeten worden om überhaupt een kans te maken op een karper in de winter. Natuurlijk zijn er ook nog andere aspecten die dienen te kloppen, maar deze zijn in eerste instantie van ondergeschikt belang. Het is heel belangrijk dat je het juiste voer en aas gebruikt en dat je aanbieding klopt, maar feitelijk doet dat er eerst niet toe. Vis je met de perfecte onderlijn en het allerbeste aas op een plek waar ge...
Onbeperkt verder lezen?
Om het hele artikel te lezen, heb je een abonnement nodig op Beet Magazine. Ben je al abonnee? LOGIN om verder te lezen. Nog geen abonnement?
Lees onbeperkt online + 6x Beet Magazine thuis op de mat: € 62,50
Kleine moeite, groot verschil
Als je met dood aas tijdens de winter vaak achter de snoeken aanzit, dan heb je vast weleens nagedacht over het oppeppen van je aas om meer aanbeten te krijgen. Je kunt dit op verschillende manieren doen; van je haakaas aantrekkelijker maken tot voor langere tijd meer snoek op je favoriete stekken lokken. Veel van dit soort tactieken kunnen je vangsten vergroten, maar het is belangrijk te weten hoe je ze het beste uitvoert. Doe je het goed, dan krijg je de komende w...
Onbeperkt verder lezen?
Om het hele artikel te lezen, heb je een abonnement nodig op Beet Magazine. Ben je al abonnee? LOGIN om verder te lezen. Nog geen abonnement?
Lees onbeperkt online + 6x Beet Magazine thuis op de mat: € 62,50
FINN FENGLER – De temperatuur daalt en de Esox Lucius word weer traag. De visserij wordt voor veel mensen iets lastiger. Sommige vissers vinden het zelfs te koud om op stap te gaan, maar voor de echte groenjas liefhebber is het vol op snoek vangen. In dit artikel ga ik het hebben over de winter snoek vanaf de kant. Met wat tips en tricks en winterse stekkeuzes, kun je alsnog leuk snoek vangen in het najaar.
De snoek en winter
Wanneer de watertemperaturen dalen, wordt onze mooie Esox Lucius weer kieskeuriger in wat zij wilt bijten. Door studies over het gedrag van de snoek is gebleken dat de watertemperatuur vrij weinig te maken heeft met het passieve gedrag van de meeste snoeken. Wel is het zo dat de snoek zijn menu aan past.
Omdat de groenjas zijn buikje al heeft vol gevreten in het vroege najaar bijt de snoek alleen in het aas wat hij/zij de moeite vind om te grijpen. Dus stop die kleine shadjes van onder de 10 cm en finesse technieken maar snel terug in de viskoffer. En haal het wat grotere rubber en de natuurlijk zwemende swimbaits maar uit de kast!
Gouden stek kiezen
In het najaar blijf ik mij toch altijd focussen op een aantal vaste plekken om te gaan vissen op snoek. Mijn top prioriteiten zijn dat het water minimaal een diepte moet hebben van 2.5 meter, bruggen met niet minder dan 2 doorvaart tunnels. En tot slot, Afgelegen polderplassen. Polderplassen zijn kleine meertjes die zijn aangesloten op een polder sloten systeem. Het is in deze plassen dieper dan in de polder sloten, dus trekt de aasvis hier naartoe wanneer het kouder word. En waar aasvis zit, staat de groenjas op de loer!
Een mooi voorbeeld van een polderplasje.
Zo weet ik nog goed dat ik een mooie polderplas had gevonden rond Alphen aan den Rijn, en daar met mijn dood aas set-up een paar uurtjes ging vissen, het weer,…tja…precies wat je verwacht van het najaar. Nat en koud met een guur windje. Rond een uurtje of 4 in de middag toen de schemer bijna aanbrak en de laatste zonnen stralen de polderplas verlichten. Ging mijn beetmelder als een gek af! Even later toen ik de vis goed had uit gedrild kwam er een prachtige vogelbek groenjas te handen. Misschien een raar gezicht maar zeker weten een sportvis waardig.
Wat een mooie kleuren op deze ‘volgelbek’ snoek, die mijn doodaas niet kon weerstaan.
Ik zette mijn hengel weer terug in de steun en ging met mijn spinhengel even de kant af voor doodaas. Met daar aan een fox rage spikey shad. Uiteindelijk voelde ik wat tikjes. Ik sloeg aan en kon mijn ogen niet geloven… tot verbazing en vol ongeloof had ik opeens een gouden baars in handen! Wat een ongelofelijke prachtige vis was mijn eerste reactie. Deze heb ik natuurlijk weer netjes terug gezet.
Tot slot kwamen er geen aanbeten meer en werd het al snel donker, dus heb ik mijn spullen opgeruimd en ben ik lekker naar huis gegaan om een kop warme koffie te drinken en na te genieten van deze mooie visdag.
Kleine baars, maar een toppunt van mijn dag!
Hengel set-up
Zware, lichte, dure en goedkope hengels. Je hebt ze in allerlei verschillende vormen en maten. Voor de najaars- en wintervisserij op snoek ga ik het liefst op stap met een baitcaster en een spinhengel. Dit doe ik zodat ik optimaal gebruik kan maken van verschillende soorten kunstaas. Bij het vissen met shads tussen de 10 en 15 cm gebruik ik het liefst een baitcaster met een werpgewicht van tussen de 15 en de 60 gram.
De Westin Ultra Stick met een 20/00 gevlochten Spiderwire lijn erop: een top combinatie.
Wanneer het rubber tussen de 15 en de 20 cm ligt maak ik gebruik van een strakke spinhengel met een snelle actie, waarbij het werp gewicht tussen de 20 en de 60 gram is. Verder stel ik niet veel eisen aan welke molen of reel ik gebruik. Wel dat de gear ratio minimaal 5:1:1 moet zijn en maximaal 5:5:1. Dat is aardig laag zou je denken, maar dat is ook precies de bedoeling!!Hiermee zorg je ervoor dat je een tragere aas presentatie geeft. En een tragere aaspresentatie kan net effe dressuur doorbreken werken in de koude maanden.
Met de Abu Garcia Venturi en een ambassadeur 6501-S smijt je die swimbaits weg alsof het niks is!
Voor de swimbaits gaan we naar een wat zwaardere klasse baitcaster met een werp gewicht van 60 tot en met 150 gram. Met daarop een stevige ronde reel. Een ronde reel vind ik persoonlijk fijner drillen als ik op snoek vis. Ook bij deze reel hoeft de gear ratio niet te hoog te zijn.
Kunstaas
Een mooie 90’er, gevangen op de Savage Gear 4play Hering.
Kunstaas vissen is men wel bekent, elke maand komt er wel weer een nieuwe innovatie op de markt. Van de Shallow rig tot de shads met 25 grams loodkoppen en die wel bekende stinger montage op zijn achterste.
Links de Fox Rage pro shad, rechts de Westin hypo-teez en onderin de Westin shad-teez met in het midden een lekker potje aroma om over je softbalt heen te smeren, voor extra aantrekkingskracht.
Ik zelf vis rond het najaar met alleen shads die tussen de 10 en 20 cm liggen. Hierbij geld voor mij de regel voor kunst aas tussen 10 en 15 cm, een loodkop van 10 gram. Met shads die tussen de 15 en de 20 gram liggen gebruik ik een loodkop van 5 gram met een stinger montage, of je de stinger in de rug of in de buik prikt is geheel de keus aan je eigen fantasie. Let er wel bij op dat bij het vissen met veel structuur op de bodem zoals planten en rotsen of zelf fiets, de stinger het best bevestigt kan worden op de rug van de shad. Een klein geheimpje die ik jullie geef is om je shad in te smeren met een geur vloeistof. Dit zorgt er voor dat de snoek je kunstaas langer tussen zijn 700+ tandjes houd omdat het natuurlijker aanvoelt.
De SPRO BBZ1 swimbait JR. en de Savage Gear 4Play Herring (rechts) zijn toppers voor in het najaar en de winter!
Met dood aas op snoek
Voor het dood azen op snoek geef ik een paar tips die het vissen nog leuker maakt.
Tip 1: vang je doodaas zelf. Ga bijvoorbeeld in havens of langs bruggen met een vaste stok vissen op voorn of baars.
Tip 2: gebruik ook een geurstof om in je kunstaas te injecteren, dit zal nog meer snoeken in het net brengen.
Tip 3: laat je vaste stekken los en ga op pad. Het met rust laten van je goede stek waar je veel snoeken vangt is soms beter voor het vis bestand op die stek. Dus ga lekker op pad om nieuwe stekken te vinden met misschien wel verrassende resultaten.
Tip 4: gebruik bij het doodazen een kleine dreg als rugvin montage. Een kleine dreg brengt minder schade aan de snoek en je krijgt zo ook veel minder lossers 😉
De Jenzi zander/Hecht concentraat doet het super als extra lokmiddel.Zelf gevangen baars – ready to go!
Voorjaar voorbereiding
Het gesloten seizoen nadert onze mooie wateren en de tijd van plastic en hardbaits zijn effe voorbij. Wat nu? Vissen op baars met wormen staat uiteraard op de planning. Maar wat dacht je van vliegvissen net over de grens bij Kleve! Wanneer het gesloten seizoen nadert gaan de visspullen uit de kast, in Duitsland is het zo dat je een angelshein moet aanvragen bij een bij liggend gemeentehuis dan moet je nog bij een angelshop een betaling regelen voor het water waar je in wilt vissen. Het is veel minder gedoe dan dat het lijkt. En er zijn super leuke sport vissen te vinden in de beekjes en riviertjes. Denk maar aan forel en baars maar ook snoek is zeker te vinden, in deze mooie beboste omgeving. Verder koop ik natuurlijk het kunstaas in voor het nieuwe seizoen, met name crankbaits en poppers.
BEREND MASSELINK - Things you want to do in life. Op de denkbeeldige lijst met targets kunnen we bijna het woordje ‘Neist Point’ gaan afstrepen. Bijna, want de dag moet nog beginnen, en we moesten echt vroeg op om de karavaan aan campers voor te blijven op het Schotse – en scheve – kronkelweggetje naar deze toeristische rotspunt op The Isle of Skye, zo had James gewaarschuwd.
Ik haat snel ontbijten, ik wil de tijd nemen voor een sterke bak koffie met gekookte melk, maar James en Gwyll staan al i...
Onbeperkt verder lezen?
Om het hele artikel te lezen, heb je een abonnement nodig op Beet Magazine. Ben je al abonnee? LOGIN om verder te lezen. Nog geen abonnement?
Lees onbeperkt online + 6x Beet Magazine thuis op de mat: € 62,50
COR JUFFERMANS - Zo rond deze tijd zit er nog volop schar en met een beetje mazzel valt er ook nog wel een wijting te vangen. Van schar weten we dat die van wat dieper water houdt en bij voorkeur op een zandbodem verblijft. Vang je de eerste, dan kan je er (bijna) gif op innemen dat er op die plek nog meer vertoeven.
Schar mag graag in grote scholen rondscharrelen en de term ‘ze liggen gestapeld’ wordt dan vaak gehanteerd. Ver in zee stekende pieren en havenhoofden, zoals die van IJmuiden en Sch...
Onbeperkt verder lezen?
Om het hele artikel te lezen, heb je een abonnement nodig op Beet Magazine. Ben je al abonnee? LOGIN om verder te lezen. Nog geen abonnement?
Lees onbeperkt online + 6x Beet Magazine thuis op de mat: € 62,50
Voor onze rubriek Noordzee Kanjers zijn er weer de nodige spraakmakende vangsten binnengekomen. Een bonte mix aan kanjers, want haai, zeebaars, pijlstaartrog én een zeer beroemd vlogger staan dit keer centraal… Vergeet ook zeker niet om de cartoon van Jaap van de Heide te checken!
Vlogger Enzo Knol naar de haaien
’s Lands bekendste vlogger Enzo Knol heeft de smaak van het sportvissen goed te pakken. Een aantal van zijn vlogs staan inmiddels al in het teken van zijn nieuwe virus. Met de 2,25 milj...
Onbeperkt verder lezen?
Om het hele artikel te lezen, heb je een abonnement nodig op Beet Magazine. Ben je al abonnee? LOGIN om verder te lezen. Nog geen abonnement?
Lees onbeperkt online + 6x Beet Magazine thuis op de mat: € 62,50
Weet je welke manier van vissen vrijwel totaal veronachtzaamd wordt wanneer je een keer je in het Hoge Noorden, in IJsland komt? De kantvisserij. En die verdient toch echt wel veel meer aandacht dan nu het geval is.
Door: Thomas Sinbotin
Bij mijn tripje naar Flateyri in IJsland enige jaren geleden, met visreis.nl kon ik dat aan den lijve ondervinden. Ik had een 50-grams spinhengel meegenomen en besloot al de eerste avond vanop het steigertje in de haven te gaan vissen. Een licht loodje en een paternostermontage was snel geregeld. Als haakaas nam ik een reepje kabeljauw van een van de karkassen die ik bij de vismijn vond. Na 10 seconden ving ik mijn eerste drie IJslandse vissen: drie scharren. En geen kinderachtige postzegeltjes, nee – stevige en opvallend donker gekleurde vissen. Ongeveer een uur en een paar dozijn scharren later ging ik met een grijns van oor tot oor naar het huisje – zo makkelijk had ik het nog nooit meegemaakt!
SCHARREN BONANZA
Later die week, op een winderige dag die het uitvaren lastig maakte, besloot ik wat te gaan experimenteren om het spelletje wat uitdagender te maken en voorwaar: alles lukte. Ik ving scharren op shads, op lepeltjes, in de oppervlakte met een reepje vis, noem maar op. Omdat ik van de gids begreep dat er soms heilbot komt azen in de haven monteerde ik een haak 8/0, met daaraan een kort lijntje geknoopt met een haakje nummer 4 en een klein stukje vis. Ik vond mijn idee briljant: een schar zou zich vergrijpen aan dat kleine haakje, en ik zou niet opdraaien bij de aanbeet zodat die schar dan als springlevende aasvis net onder mijn haak 8/0 zou hangen… Na een half uur draaide ik toch maar eens in en ik had twee scharren: een aan de kleine haak en een aan de 8/0. Ik snap nog altijd niet dat dat beest zo’n kolossale haak in zijn bek kreeg maar goed…
KANTVISSEN OP ZEEFOREL
Een ziljoen scharren later was ik die vissoort meer dan beu – en dat terwijl het thuis in België toch echt wel een van mijn favoriete zeevissen vormt! – zodat ik geen twee keer moest nadenken toen de gids me vroeg of ik meewilde om een paar uurtjes te zeeforellen op een rivier een eindje verder. Die vissoort heeft de reputatie een erg lastige klant te zijn: de vis van de duizend worpen is zijn omineus klinkende bijnaam. Dat moest ik daar inderdaad ondervinden… Visgids Julius en ik stonden urenlang zij aan zij te werpen in dezelfde stroomnaad vlakbij een brug, en net op het moment dat ik dacht dat die vervloekte rivier totaal visloos moest zijn, klapte mijn hengel dubbel en mocht ik na een stevige dril met een forse forel op de foto…
SPINHENGEL MEE!
Moraal van dit verhaal: neem een spinhengel mee en wat kleinmateriaal waarmee je alle kanten op kunt: loodjes, haakjes in verschillende maten, shadjes en zeker ook een set lepeltjes en werppilkertjes in gewichten van 10-45 gram. De IJslandse wateren zitten echt helemaal ramvol met vis en die komen tot vlak onder de kant – dus je weet nooit wat je gaat vangen. De dag komt dat ik naar IJsland ga met als doel niets anders dan kantvissen met mijn strandhengels. Ik weet vrijwel zeker dat kabeljauw van 100 cm+ tot de mogelijkheden behoren!
Een mysterieuze platvis
ARNOUT TERLOUW - Tot 10-20 jaar geleden was het vangen van een heilbot in Noorwegen nog een uitzondering, vaak een onverwachte bijvangst tijdens het vissen op kabeljauw en koolvis. Hoe anders is het nu! Wie gericht op heilbot aan de gang gaat, met het juiste materiaal en op de juiste stekken, heeft een goede kans om een heilbot te vangen, zelfs meerdere op een dag!
We weten inmiddels veel meer over hoe en waar we op heilbot moeten vissen. Maar toch blijft heilbot een myst...
Onbeperkt verder lezen?
Om het hele artikel te lezen, heb je een abonnement nodig op Beet Magazine. Ben je al abonnee? LOGIN om verder te lezen. Nog geen abonnement?
Lees onbeperkt online + 6x Beet Magazine thuis op de mat: € 62,50
ARNO VAN ‘T HOOG – Warmer zeewater is goed geweest voor de komst van zeebaars, heek, ansjovis en inktvis. Tegelijkertijd lijkt kabeljauw geleidelijk uit de Noordzee te verdwijnen. De visstand wordt gevarieerder en dat komt niet doordat sommige soorten koelere wateren opzoeken. De Noordzee is onzichtbaar en ingrijpend aan het veranderen en sportvissers gaan dat merken.
Noodsituatie voor de kabeljauw.
Het heeft de kranten niet gehaald, maar hartje zomer luidden visserijbiologen de noodklok voor kabeljauw in de Noordzee. Ondanks jaren van strenge visquota en herstel staat het kabeljauwbestand er slecht voor. Visserijinstituut ICES adviseert om de vangst in 2020 met 60 procent te beperken. Er was al eerder zorgelijk nieuws, toen in april 2019 een totaalverbod werd ingesteld voor de kabeljauwvisserij in het Kattegat, de ooit rijke kabeljauwgronden tussen Denemarken en Zweden. De vangsten in dat gebied lopen al jaren terug, en zelfs als volgend jaar alle boten aan de ketting blijven zal er in 2021 waarschijnlijk geen herstel te zien zijn.
Het Kattegat.
MIGRATIE?
Toch is het niet overal kommer en kwel. Biologen adviseren namelijk om de kabeljauwquota voor de Barentszzee en de wateren rond IJsland met 2 tot 3 procent te verhogen. De vangsten bij IJsland gaan sinds 2007 elk jaar verder omhoog. De ontwikkeling van de kabeljauwstand in het noorden van de Noordzee is een beetje omgekeerd aan de wateren in het zuiden.
Die noordwaartse trend is al 30 jaar stapsgewijs aan de gang. Het lijkt alsof kabeljauw ‘wegtrekt’, omdat de vis van kouder water houdt. Alsof de voorkeur van de kabeljauw bepaalt waar de vis wordt gevangen. Die verklaring is toch iets te eenvoudig om waar te zijn: kabeljauw is geen watje en vlucht niet zomaar weg als het water een of twee graden warmer wordt.
Zo zijn er interessante proeven gedaan met 3000 kabeljauwen met een zendertje in de Noordzee, Barentszzee, Kattegat, en wateren in rond IJsland en Noorwegen. De gezenderde vissen zwemmen honderden kilometers kriskras rond op zoek naar voedsel. Het blijkt dat kabeljauw zich prima voelt bij zeer uiteenlopende temperaturen. Variërend van minus anderhalve graad in het noorden, tot bijna plus twintig graden in het zuiden van de Noordzee.
Afgelopen zomer hadden we extreem hete dagen, op zee is dat ook goed te merken.
Ook bijzonder: kabeljauw zwemt niet automatisch weg als de temperatuur oploopt, zelfs niet als koeler water in de buurt is. Volwassen kabeljauw laat de keuze voor zijn leefomgeving in ieder geval door veel meer zaken bepalen dan door temperatuur. Als er voldoende voedsel te vinden is, dan is een paar weken bij 18 graden ook prima.
Toch speelt oplopende watertemperatuur wel degelijk een belangrijke rol in de levenscyclus van de kabeljauw, zelfs al gaat het maar om een of twee graadjes temperatuurstijging. In milde jaren paaien kabeljauwen bijvoorbeeld een week of twee eerder dan na een elfstedenwinter. Bij koudbloedige dieren als vissen bepaalt de watertemperatuur namelijk de ontwikkeling van eitjes en de timing van de voortplanting.
De noordwaartse trek van kabeljauw is al 30 jaar stapsgewijs aan de gang.
2 GRADEN WARMER
Iedereen kent de grafieken die vertellen dat de gemiddelde temperatuur in Nederland de laatste decennia is gestegen. We hebben mildere winters gekregen, en meer warme perioden in voorjaar en zomer. De jaargemiddelde temperatuur ligt nu bijna twee graden hoger dan in 1906. In zee is dat ook te merken; de Noordzee is gemiddeld 1,7 graden warmer geworden. Gemiddelden vertellen niet alles, want er zijn grote verschillen. In ondiep water kan het in de zomer stukken warmer worden dan op twintig meter diepte op de Doggersbank. Zo was de Waddenzee in augustus 2018 na twee hittegolven 4 graden warmer dan het langjarig gemiddelde, met een piektemperatuur van tegen de 24 graden. Gevolg: sterfte onder kokkels, die in de zon op droogvallende wadplaten bij temperaturen boven de 32 graden massaal het loodje legden. De opwarming verderop in het diepere deel van de Noordzee gaan veel trager en kent ook minder uitschieters: de gemiddelde temperatuurstijging in de Noordzee bedraagt sinds 1990 ongeveer 0,6 graden per tien jaar.
COMBINATIE VAN…
De laatste dertig jaar zijn er dus verschuivingen te zien. In de Noordzee paaien kabeljauwen tegenwoordig enkele weken eerder. Vooral in het zuiden is die verschuiving groot. Kabeljauwlarven eten piepkleine roeipootkreeftjes, die op hun beurt grazen op de massale algenbloei die elk voorjaar optreedt. De vislarven komen tegenwoordig vroeger uit het ei, terwijl hun geboorte netjes moet samenvallen met de komst van roeipootkreeftjes en daar zit een probleem: de komst van de roeipootkreeftjes is in al die jaren niet mee veranderd.
1 van 3
Detailopname van algenbloei in de Noordzee.
De piepkleine roeipootkreeftjes voeden zich met de algen.
Tenslotte doet kabeljauw zich tegoed aan de roeipootkreeftjes.
Kabeljauwlarven vinden daardoor waarschijnlijk in het zuiden van de Noordzee minder voedsel en dat is weer van invloed op de overleving. In de zee voor de kust van Nederland en Duitsland worden tegenwoordig nog maar weinig 1-jarige kabeljauwtjes gevangen, terwijl dat rond 1985 nog belangrijke gebieden waren voor jonge kabeljauw.
Tot slot speelt commerciële visserij een rol in alle verschuivingen. De kabeljauwstand in Schotse en Engelse wateren is sterk achteruit gegaan, en dat heeft veel te maken met een te hoge visserijdruk. Het is kortom lastig om klimaatverandering als de enige of belangrijkste oorzaak aan te wijzen. Het is in ieder geval zo dat de combinatie van overbevissing en warmer water de kabeljauw de verkeerde kant op helpt.
De combinatie van overbevissing en warmer water helpt de kabeljauw de verkeerde kant op.
Kabeljauw is een van de best onderzochte vissoorten en deze vis laat zien dat gevolgen van warmer zeewater eigenlijk altijd indirect en via omwegen de visstand beïnvloeden. Wat we nu weten: de meeste vissen gaan echt niet op de vlucht omdat ze last krijgen van hittestress. Veel Noordzeevissen kunnen als ze eenmaal volwassen zijn prima omgaan met zeewater dat gemiddeld 2 graden warmer is.
Opwarming van het water werkt meer via de jonge levensfasen, zoals de voortplanting en het voedsel dat vissenlarven nodig hebben om snel te groeien. Dat is ook bij andere, minder opvallende vissen te zien. Zeer talrijke soorten zoals haring, zandspiering en sprot doen het in de Noordzee minder goed dan in de jaren negentig. Dat heeft alles te maken met veranderingen in de soortensamenstelling en rijkdom van de belangrijkste prooien: algen en roeipootkreeftjes. Zandspiering en sprot blijven daardoor tegenwoordig wat kleiner, en de jaarlijkse populatieaanwas is fors afgenomen. Dat werkt ook door op de groei van andere visbestanden, want vis zoals zandspiering is een belangrijke prooi voor opgroeiende kabeljauw, schelvis en makreel.
PROFITEURS
Toch levert opwarming van het zeewater ook positieve veranderingen. Want waar de ene vissoort in aantal vermindert, komt er ruimte voor andere soorten. En dat is precies wat er op beperkte schaal al zichtbaar is. Sinds een aantal jaren vangen beroepsvissers vaker heek (Merluccius merluccius), vooral tijdens pelagische visserij op makreel en blauwe wijting. De vis heeft een opmars gemaakt naar noordelijker wateren. Heek zwemt verder uit de kust, dus de kans op hengelvangsten vanaf de wal is niet zo groot.
Een andere vis in opmars is de zeebaars, die steeds vaker in de Noordzee wordt gevangen, niet zelden vanaf havenhoofden in IJmuiden, Hoek van Holland of de Maasvlakte. De zomerse verspreiding van deze vis reikt van Marokko tot Noorwegen, maar de paai vindt grotendeels plaats ten zuiden van het Kanaal, al zijn er al in 2004 en 2005 ook paairijpe zeebaarzen gevangen in een beschut Noors fjord.
Zeebaars is met een opmars bezig en daar zijn we als sportvissers natuurlijk erg blij mee!
De verklaring voor de opmars in onze kustwateren heeft iets te maken met klimaatverandering. Mildere winters zorgen er waarschijnlijk voor dat zeebaars minder vaak en ver wegtrekt naar zuidelijker water. De vis heeft een groter leefgebied gekregen, waar andere vissoorten bovendien minder talrijk zijn geworden. Mogelijk paait de zeebaars nu zelfs in noordelijker streken. Toch floreert de zeebaarsstand niet: door overbevissing staat de soort nog altijd zwaar onder druk. Commerciële en sportvisvangsten zijn fors beperkt, maar herstel tot oude niveaus gaat nog jaren duren.
NOG MEER BIETSERS
Soorten pijlstaartinktvissen zijn echt een blijvertje!
Opvallende andere succesvolle nieuwkomers zijn enkele soorten pijlstaartinktvissen (Loligo forbesii, Allotheutis subulata), waarvan de vangsten sinds de jaren negentig spectaculair zijn toegenomen. Milde winters zorgden ervoor dat pijlinktvissen konden overleven; sommige soorten hebben inmiddels een groot deel van de Noordzee gekoloniseerd. Onderzoekers vermoeden dat niet alleen de watertemperatuur een rol speelt; de lage visstand biedt leefruimte en minder competitie. Het is goed mogelijk dat inktvissen een open plek innemen en bij verdere opwarming nog talrijker kunnen worden. De inktvis is een blijvertje en gericht vissen wordt steeds interessanter.
Krijgen pijlstaartinktvis-imitaties binnenkort een vaste plek in de kunstaasdoos?
Warmer water biedt ook kansen voor kleinere soorten als sardines en ansjovis. Echte nieuwkomers zijn het niet, want ansjovis deed het voor de aanleg van de Afsluitdijk ook al goed in de ondiepe, lauwe wateren van de Zuiderzee. Het inleggen van gezouten ansjovis was ooit een winstgevende activiteit in veel vissersplaatsen.
Tot slot zijn er soorten in opmars, met een uiterlijk die echt aan de subtropen doen denken: mul, zeekarper, zeebrasem en verschillende soorten lipvissen. In 2016 werden zelfs bonito’s gevangen vanaf de pier in IJmuiden, en ook uit Scandinavië kwamen meldingen. Ten zuidwesten van Engeland wordt de blauwvintonijn vaker gespot, net als in Deense en Noorse wateren, terwijl in 2018 een Urker visser per toeval een blauwvin van bijna twee meter uit de Noordzee haalde.
BLAUWVINTONIJN
Blauwvintonijn is geen nieuwkomer of profiteur van een veranderend klimaat. In Noorwegen en Denemarken bestond in 1965 een florerende blauwvinvloot. Denemarken kende zelfs een sportvisvereniging – de Scandinavian Tuna Club – die jaarlijks een toernooi hield. De leden schreven jaarlijks zo’n vijfhonderd vissen in de boeken. Ook op de Doggersbank werd op haring en makreel jagende blauwvin gevangen, totdat het bestand door overbevissing verdween.
Dat we meer blauwvintonijn zien is geen gevolg van alleen warmer zeewater. Het is vooral te hopen dat de vis de kans krijgt om zich verder te herstellen. De soort zou een opmerkelijke toevoeging zijn aan het visbestand van de Noordzee. Op dit moment loopt er onderzoek waarbij sportvissers en onderzoekers blauwvintonijn proberen te vangen om ze van een zender te voorzien. Dat moet meer gaan leren over de migratie: waar de vissen vandaan komen en overwinteren.
VISSERIJ BIJSTELLEN
Als de klimaatscenario’s kloppen, dan zal de gemiddelde temperatuur van het Noordzeewater geleidelijk verder oplopen. Toch is het lastig om te voorspellen wat dat precies betekent voor verschillende vissoorten, laat staan de vangsten van sportvissers. Het is niet zo dat de ene vissoort simpelweg de andere soort vervangt: dat heek en zeebaars de plaats innemen van kabeljauw, of inktvis de plek van tong, en mul de plaats van schol. Het is waarschijnlijker dat al die soorten door elkaar gaan voorkomen, en dat de aantallen geleidelijk verschuiven.
Onderzoekers hebben met historische gegevens berekend dat de productiviteit van veel vispopulaties in de Noordzee fors is teruggelopen door een oplopende watertemperatuur. Dat is een gevolg van de onzichtbare veranderingen in het ecosysteem van algen en plankton die doorwerken op alle vissoorten van zandspiering tot tarbot.
Als vissers dienen we ons aan te passen op de nieuwe situatie, met nieuwe soorten, maar dat hoeft niet per definitie negatief uit te vallen!
Opwarming van het zeewater betekent dus ook dat sportvissers net als de beroepsvisserij ook veranderingen merken in aantallen en soorten. Aanpassen is onvermijdelijk en dat begint met nadenken over de eigenschappen en stekken van nieuwe soorten plus ander vismateriaal. Of de balans van alle verschuivingen onder water uiteindelijk positief of negatief uitpakt op vangsten en visplezier weten we pas over een aantal jaar.
Literatuur:
Christopher M. Free (2019) Impacts of historical warming on marine fisheries production. Science 363: 979-98
David Righton (2010) Thermal niche of Atlantic cod Gadus morhua: Limits, tolerance and optima. Marine Ecology Progress Series 420: 1-13
Lotte W. Clausen (2018) Shifts in North Sea forage fish productivity and potential fisheries yield. J. Appl Ecol 55: 1092-1101
COR JUFFERMANS - De Hondsbossche en Pettemer Zeewering waren zwakke schakels in de kustverdediging van Nederland. Als oplossing is er destijds gekozen voor een volledig zandige versterking in plaats van de traditionele dijkversterking of ophoging. In zee, voor de dijk, is een compleet nieuwe duinenrij en strand aangelegd ter grootte van ongeveer 300 voetbalvelden. Hiervoor werden tientallen miljoenen kubieke meters zand aangebracht…
Het hele project startte in maart 2014 en nog binnen een jaar w...
Onbeperkt verder lezen?
Om het hele artikel te lezen, heb je een abonnement nodig op Beet Magazine. Ben je al abonnee? LOGIN om verder te lezen. Nog geen abonnement?
Lees onbeperkt online + 6x Beet Magazine thuis op de mat: € 62,50
Soortenjagen
In Zeehengelsport 366 kondigde Pieter Beelen in zijn artikel over Dover al aan dat hij revanche wilde nemen op de griet. Deze vissoort is hem al een paar keer ontsnapt. Hij reisde daarvoor af naar een van de Kanaaleilanden: Alderney. Een eiland dichtbij, maar toch ver weg! In dit artikel lees je hoe hem dat verging.
De Kanaaleilanden zijn helaas niet eenvoudig te bereiken en al helemaal niet als je naar Alderney wil. De eerste keer dat ik er kwam ben ik via Weymouth met een lokale c...
Onbeperkt verder lezen?
Om het hele artikel te lezen, heb je een abonnement nodig op Beet Magazine. Ben je al abonnee? LOGIN om verder te lezen. Nog geen abonnement?
Lees onbeperkt online + 6x Beet Magazine thuis op de mat: € 62,50
Panvisser
Een tijdje terug zette Nathalie van den Berg een filmpje op Facebook waarin ze het villen van tong en het pellen van Hollandse garnalen demonstreerde. Dat ze dit goed kan, is niet toevallig: Nathalie en haar familie brengen namelijk al hun zomervakanties door aan zee. Daar ligt hun hart.
Lekker met de blote voeten op het strand. Genieten van hun zelf gevangen vis en het pellen van zelf gevangen garnalen. ‘Quality time’ doorbrengen met elkaar, ‘quality food’ vangen – én maken – met elka...
Onbeperkt verder lezen?
Om het hele artikel te lezen, heb je een abonnement nodig op Beet Magazine. Ben je al abonnee? LOGIN om verder te lezen. Nog geen abonnement?
Lees onbeperkt online + 6x Beet Magazine thuis op de mat: € 62,50
Hollandse zeebaars
SIU DE MOOR - Wie wel eens op zeebaars heeft gevist, weet hoe wispelturig deze visserij kan zijn. Soms bijten ze op alles wat beweegt, maar er zijn altijd ook heel wat uren waarin ze wel van de aardbol verdwenen lijken te zijn. In deze bijdrage beschrijft Siu de Moor een nieuwe techniek om de zilveren stekels aan de haken te komen…
Wie veel vist, leert veel bij – het is een eenvoudige waarheid. In het seizoen gids ik 3 tot 4 keer per week vanuit de boot op zeebaars, en in de l...
Onbeperkt verder lezen?
Om het hele artikel te lezen, heb je een abonnement nodig op Beet Magazine. Ben je al abonnee? LOGIN om verder te lezen. Nog geen abonnement?
Lees onbeperkt online + 6x Beet Magazine thuis op de mat: € 62,50
Botenpraat
JOHN WILLEMS - Al jarenlang vist John Willems met veel plezier met zijn Elan van 5,70 meter lengte. Een zeer stabiele consoleboot, waarmee hij graag op allerlei vissoorten jaagt. Een tijd terug besloot John dat het de hoogste tijd was voor een flinke upgrade van zijn Visling-boot… Dit is het relaas van de bewuste metamorfose…
Mijn visboot ligt in de Seaport Marina van IJmuiden, op circa twintig minuten van mijn woonplaats. De Evinrude Etec 75pk buitenboordmotor brengt me in korte tijd...
Onbeperkt verder lezen?
Om het hele artikel te lezen, heb je een abonnement nodig op Beet Magazine. Ben je al abonnee? LOGIN om verder te lezen. Nog geen abonnement?
Lees onbeperkt online + 6x Beet Magazine thuis op de mat: € 62,50
Inshore & Offshore
Na ruim een jaar voorbereiden staan we met 16 vissers op Schiphol. We verzamelen, checken in en vliegen met de KLM naar Panama. Na een rechtstreekse vlucht van 10 uur zijn we dan eindelijk gearriveerd. Het is warm als we het vliegtuig uitkomen…
Tekst & foto’s Maurits de Wolf
Wanneer we uit de slurf komen, staan er twee dames en een heer ons op te wachten met een bordje met daarop het logo van Cordes Travel. Dit is de VIP-service die Linda en Raffie van het bewuste reis...
Onbeperkt verder lezen?
Om het hele artikel te lezen, heb je een abonnement nodig op Beet Magazine. Ben je al abonnee? LOGIN om verder te lezen. Nog geen abonnement?
Lees onbeperkt online + 6x Beet Magazine thuis op de mat: € 62,50
Het is de nachtmerrie van elke zeevisser: harde wind die je visvakantie vergalt. Op sommige bestemmingen zit er dan niets anders op dan gaan zitten kniezen in het huisje. Maar gelukkig liggen de haventjes vaak in een fjord dat beschutting biedt tegen zelfs zeer harde wind. Er is daar vrijwel altijd wel een mooie luwe kant te vinden waar je comfortabel kunt driften, zeker in IJsland! Alleen: om ook dan van je visdagje te genieten, moet je vaak je verwachtingen wat naar beneden bijstellen, zo ook je materiaal.
Door: Thomas Sinbotin
Hoewel fjorden beslist ook veel vissen bevatten, is het gemiddelde formaat er doorgaans een heel stuk kleiner dan op open zee. Natuurlijk zijn er uitzonderingen – elk jaar worden er meterkabeljauwen en grote heilbotten gevangen diep in zo’n fjord, maar meestal is dat niet het geval. Om dan toch optimaal plezier te beleven, pas ik mijn vistechniek aan. Ik ga dan namelijk zoveel mogelijk werpend vissen met lichte loodkoppen en shads.
SPIN-/SNOEKHENGEL
Als hengel gebruik ik een wat zwaardere spin-/snoekhengel of lichte meervalhengel met een werpgewicht tot een gram of 80-100, en een lengte van 250 cm of meer. Daarop zet ik een 5000 molen volgespoeld met 20/00 gevlochten lijn. Een voorslag van 1,5 meter fluorocarbon in de dikte 0.80 mm maakt het af. Met deze uitrusting gooi ik interessante kantjes uit waarbij ik de shad allerhande kunstjes laat doen. Soms laat ik hem snoekbaarsstijl huppelen over de bodem, soms vis ik hem zoals je op snoek zou vissen in half water, en wat ook altijd werkt is de shad een mooie lange glijvlucht langs het talud te laten maken. Dat laatste doe je door zo dicht mogelijk bij de kant in te gooien en de shad dan aan een strakke lijn te laten zwemmen tot hij weer onder je is.
LOODKOPPEN – NIET TE ZWAAR!
Het gewicht van de loodkop hangt af van de omstandigheden: diepte, wind, bodemstructuur en eventuele stroming. Met 20-100 grams loodkoppen in combinatie met een shad van een centimeter of 15 zit je vrijwel altijd goed. En als je écht spektakel wil, raad ik je aan om een keer met een lichte spinhengel aan de slag te gaan. Een gul van drie kilo blijkt dan plots in staat tot zeer lange runs en bizarre gevechten! Zet die hengel echter enkel in als de bodem schoon is en je niet te dicht bij kelpbedden vist… Moraal van het verhaal: steek een lichte hengel in je koker als je Up North gaat want je kunt er in noodgevallen veel plezier aan beleven.
Wat een griezel! Dat is zo’n beetje de gedachte die veel mensen bekruipt als ze voor de eerste keer in hun leven een levende zeewolf zien in Noorwegen of IJsland. Nee, dit beest heeft zijn uiterlijk niet mee. Het ziet er wratterig uit, zijn imposante tanden staan schots en scheef. En hij heeft rimpels rond zijn ogen… Ook de dril is nagenoeg altijd een grote teleurstelling: ze verweren zich zo’n beetje zoals een plastic zak zou doen, en dan niet een grote vuilniszak, maar zo’n klein zielig supermarktzakje…
Door: Thomas Sinbotin
En toch vind ik de zeewolf een van de meest fascinerende vissoorten die je in IJsland kunt vangen, misschien juist omdat hij zo lelijk is dat hij op een manier toch weer een soort van mooi wordt. Maar voor je er een kunt ‘bewonderen’, moet je er een weten te haken natuurlijk. Gelukkig is dat niet al te moeilijk als je weet hoe het moet.
ZEEWOLF STEKKEN
Eerst en vooral moet je een goede stek vinden. Deze wolven houden van prooien die tussen rotsen en stenen wonen: krabben, zeesterren, zee-egels. Ook houden ze van wat dieper water… Het komt er dus op aan om een stenige ondergrond te vinden waar het minstens 25 meter diep is, en liever nog een heel stuk meer. Een goede zeekaart kan je helpen, alsmede een babbeltje met de gids of met Joris (van Visreis.nl) want die weten heel goed waar deze vissen graag huizen. Nabij kliffen hebben wij altijd goeie zaken gedaan…
ZEEWOLF MONTAGE
Ten tweede moet je montage goed zijn. Voor het vissen op zeewolf heb je een afhoudersysteem nodig. Onderaan hang je een bonk lood (of een pilker) dat je middels een breeklijntje vastmaakt zodat je enkel je loodje kwijt bent als je vastloopt tussen de stenen. Aan de afhouder zelf monteer je een korte onderlijn in minstens 60/00 nylon, waarop je een plastic octopusje schuift en waaraan je een stevige haak 3/0 of groter knoopt. Als het hard stroomt is het verstandig om een wartel te monteren op de onderlijn zodat de in de stroming ronddraaiende zeewolf de onderlijn niet zozeer kinkt dat hij breekt.
ZEEWOLF AAS
Ten derde heb je aas nodig – dat is the easy part want eender welk stuk vis will do. Een lap koolvis, lom of kabeljauw of wat dan ook is prima – en prik het uiteinde een of twee keer op de haak zodat de lap zelf verleidelijk wappert.
ZEEWOLF- TECHNIEK
Last but not least: de techniek. Zeewolven hebben een territorium dat zij beschermen. Het komt er dus op aan om hen zo erg op de zenuwen te werken dat ze je montage aanvallen om de indringer te verdrijven. Dat doe je door tijdens de drift met je lood op de bodem te bonken: bonk, bonk, bonk, en dan even de hengeltop omhoog om wat verder te driften. Dan weer bodemcontact zoeken, bonk, bonk, bonk, en dan weer optillen… Vroeg of laat komt je montage voorbij het Hol van de Wolf en heb je er een te pakken.
VOORZICHTIG!
Ten slotte: wees voorzichtig als je dit beest aan boord tilt want ook al verzet hij zich amper tijdens het bovenhalen, toch beschikt hij over zowat de sterkste kaakspieren van het noordelijke halfrond want hij is gewend hard gespuis te vermorzelen.
Nog een allerlaatste ding: behalve de gewone, grijze zeewolf bestaat er ook nog een gevlekte zeewolf. Deze luipaardvariant wordt veel groter en is waanzinnig mooi, maar helaas ook erg zeldzaam. Wij hebben hem zelf nog niet kunnen vangen, maar in IJsland is je kans op zo’n ‘beauty’ groter dan waar dan ook ter wereld. De truuk schijnt te zijn op zeer diep water te vissen… Succes!
Ik weet niet hoe dat met u zit, maar ik vang graag de allergrootste vissen. Begrijp me niet verkeerd: als ik in België vanaf de pier een gul van een kilo of 2-3 vang dan dans ik naar huis, maar in IJsland stelt zo’n visje echt niets voor want er zitten er een ziljoen. En als ik de een na de andere vis vang van hetzelfde formaatje, dan is de spanning er snel uit.
Door: Thomas Sinbotin
In de loop der jaren ben ik er echter achter gekomen dat er wel degelijk manieren zijn om de betere kabeljauwen te selecteren. Twee sleutelwoorden: snelheid en kunstaas. Toen ik met Joris Nieuwenhoff in IJsland viste, inmiddels al bijna tien jaar geleden, viste ik langzaam met grote shads omdat ik hoopte op een heilbot. Joris was energiek aan de slag met pilkers en bottom ships en viste mij qua aantallen gul totaal naar huis. Alleen: meerdere van de vissen die ik ving, waren fors groter dan zijn vangst, op een enkele gup die aan de stingerhaak bleef hangen na dan.
GEEN STINGERHAAK!
Op de tweede avond vertelde visgids Julius Drewe ons zijn truuk om gericht op grote kabeljauw te vissen: “Everthing that does not take a run immediately after I strike, I try to get rid of”. Vrij vertaald: als hij iets haakt dat niet meteen een run neemt doet hij alles wat hij kan om ervan af te komen: de lijn slap laten vallen bijvoorbeeld, in de hoop dat de haak losschiet. Julius raadde ons ook aan om de extra stingerhaak maar achterwege te laten en op de grote enkele haak van de loodkop te vertrouwen…
KABEL-U
De rest van de week visten we dus inderdaad met shads van 25 cm die slechts van 1 grote enkele haak waren voorzien. We verspeelden heel regelmatig aanbeten na hooguit enkele seconden drillen, maar ik maakte me er niet druk om want ik wist nu dat dat kleinere kabeljauwen waren die niet goed gehaakt waren omdat hun bek niet groot genoeg was om de zeer grote shad/haak goed te pakken. Daar stond tegenover dat we een hele school kabeljauwen om ‘u’ tegen te zeggen (kabel-u zoals iemand dat een keer noemde) aan boord kregen: loeisterke vissen van dik over de meter met gigantische bekken…
Dus zit je in een kabeljauwrijk gebied als IJsland en wil je de kneiters van 10 kg+ er tussenuit plukken, vis dan traag en met groot rubber dat van slechts 1 haak is voorzien. Succes verzekerd!
Welke haak gebruik je voor feedervissen? Een veel gestelde vraag, waar ook niet één en hetzelfde antwoord voorhanden is. In dit item geeft Arnout van de Stadt zijn visie over dit onderwerp.
Welke type haak voor welke vis?
Eigenlijk is er geen goed antwoord op deze vraag mogelijk, want het uitgangspunt moet het aas zijn. De vraag zou moeten zijn ‘waar vang je vandaag het beste de vis mee?’
Welke haak gebruik je voor feedervissen? Ga eerst uit van het best vangende aas, daar pas je de haak op aan.
Wanneer je gaat vissen schakel je vaak tussen verschillend aas; lusten ze deze dag meer maden, of juist dikke pieren of een maiskorrel. Op basis van het meest vangende aas kies je de haak.
Welke type haak voor welk aas?
Mijn favorieten zijn de N20 en N30, beide uit de Natural serie van Preston. Ik zal ze kort even toelichten
De N20 is een echte allround haak, met een rechte haakpunt. Een mooie haak voor een visserij op voorn met maden of casters. Deze haak is voor het feedervissen ontworpen, is erg sterk, maar de draad van de haak is nog opvallend dun. Je zou deze haak ook prima voor het vissen met de vaste hengel kunnen gebruiken.
De N30 is een haak die zich uitstekend leent voor een bodemvisserij. Door de naar binnen gebogen haakpunt pakt deze minder snel rommel op en wordt daardoor ook minder snel bot dan een haak met een rechte haakpunt. Een mooie haak voor brasem of bliek met maden of wormen.
Welk formaat haak?
Ook voor deze vraag geldt dat het formaat aas leidend is voor het formaat van de haak. Om je enigszins een richtlijn te geven:
Groot aas? Grote haak! Met een formaat 12 haak kun je prima tot wel twee wormen vissen.
Met een maat 14 haak kun je goed een mestpier vissen.
Haakjes maat 16 en 18 lenen zich prima voor een visserij met maden en casters.
Vond je dit leerzaam?
[irp posts=”22437″ name=”Welke gevlochten lijn bij het feedervissen?”]
[irp posts=”22279″ name=”Hoe vis je op een commercial visvijver?”]
Spreek je over de hoofdlijn bij feedervissen, dan heb je grofweg de opties: ga je voor een nylon of een gevlochten hoofdlijn? Het merendeel van de wedstrijdvisser gebruik tegenwoordig een gevlochten hoofdlijn, met een nylon voorslag. Maar welke gevlochten lijn? Je hebt dan wel een goed zinkende variant nodig, en die zijn er steeds meer! Arnout van de Stadt geeft zijn tips & tricks over vislijnen.
Welke gevlochten lijn?
Er is nogal een kwaliteitsverschil tussen gevlochten lijnen. Een relatief dikke, drijvende lijn is voor het feedervissen minder geschikt. Het is een ramp om dit op bijvoorbeeld op kanalen met scheep- en pleziervaart te gebruiken. Wat je nodig hebt is een gevlochten lijn die glad is, fijn knoopt en zinkt.
De Preston Absolute Feeder Braid is een betaalbare 8-braid die uitstekend zinkt voor een gevlochten lijn. Zo heeft de wind en stroming minder vat op de lijn. Ook de ‘gladheid’ speelt hierbij een positieve rol; daardoor werpt deze ook als een zonnetje. Het is één van de best, zo niet de beste gevlochten lijn voor het feedervissen.
Hoe spoel je de lijn op?
Ik vind het belangrijk om de lijn hoog op te spoelen, tot aan de rand van de spoel, waar deze schuin wegloopt. Hoe beter de lijn is opgespoeld, des te makkelijker je ermee werpt. Het is makkelijk om dit thuis te doen.
Wat je nodig hebt is:
een emmer
afwasmiddel
een sponsje
Zo zet ik de lijn op de spoel
Vul de emmer met water, doe er een scheutje afwasmiddel bij en gooi de klos gevochten lijn in het water. Laat dit eventueel eventjes, 10 minuten staan. Vervolgens haal je de lijn door het startoog, monteer je deze aan de backing (bijvoorbeeld dik nylon) en draai je de lijn op de spoel. Omdat ik de lijn zo strak mogelijk op de spoel wil hebben, zet ik de slip behoorlijk dicht en klem ik de lijn op spanning tussen een sponsje. Gebruik uiteraard niet een schuursponsje, maar zo’n egale spons.
Zonder enige twijfel één van de beste gevlochten feederlijnen die Arnout ooit heeft gebruikt!
RONNY DE GROOTTE – Hoe maak je de wier rig? Karpers houden van waterplanten en je kunt er bijna zeker van zijn dat als je wier vindt, de karper niet ver weg zal zijn. Maar hoe presenteer je het aas tussen het wier?
WAAROM LIGGEN KARPERS TUSSEN HET WIER?
In de zomer, wanneer het zuurstofgehalte van het water door de hogere temperatuur gaat zakken, heeft dit als gevolg dat het metabolisme van de karpers naar een lagere versnelling gaat omschakelen. Net zoals ieder ander levend wezen hebben karpers zuurstof nodig om hun voedsel te verteren. Is dit in mindere mate aanwezig dan gaat dit logischerwijs de vertering bemoeilijken.
Kijk ook maar naar jezelf, in de winter kies je eerder voor een zware maaltijd dan in de zomer. Bij karpers wil dit zeggen dat ze eerder natuurlijk aas zullen gaan verorberen dan het aas dat door karpervissers wordt aangeboden. De zuurstofrijke wierbedden zorgen bij de karper voor een optimale spijsvertering, dit verhoogt de kans dat ze het karperaas pakken aanzienlijk. De zuurstofrijke omgeving trekt ook andere waterdieren aan zoals garnalen, mosselen en zoetwaterkreeftjes. De wierbedden zijn voor de karper een rijk gedekte tafel, wat wil je dan als karper nog meer?
Een prachtige schub lag tussen het wier.
ZOMER EN WINTER
Liggen de karpers alleen in de zomer tussen het wier? Neen! Ook tijdens de winter zul je er regelmatig karpers aantreffen. Het zuurstofgehalte op de plas mag dan wel overal optimaal zijn. Nu gaat het wier echter als een soort ‘deken’ fungeren. Dikwijls is de temperatuur van het water in het wier net ietsjes hoger dan dit van de plas. Dit gegeven, in combinatie met dat er wel wat te smikkelen valt, is een reden voor de karpers om zich hier op te houden.
HOE VIS JE TUSSEN HET WIER?
Echter nu ga ik me focussen op een rig die ik bij voorkeur vis op de bodem tussen het wier, de wier rig. Wanneer je een beetje zoekt dan vind je gegarandeerd open plekjes in wier. Misschien lijkt op het eerste zicht het wier volledig dichtgegroeid maar als je een beetje zoekt dan zie je de ‘karpergangen’ of open plekken. Bied je hier nu je aas aan dan is de kans heel groot dat de karper ook zal aanbijten. Om je presentatie doeltreffend aan te bieden moet de rig wel aan een aantal zaken voldoen.
Heel belangrijk is dat je deze rig doeltreffend kunt gaan aanbieden midden in het wier en daarom is het natuurlijk van belang dat je haak zich niet gaat vastzetten in de wierstengels tijdens het afzinken naar de bodem. Hiervan ben je enkel zeker als je je haakpunt gaat maskeren. De gemakkelijkste manier is de haakpunt gaan omwikkelen met PVA tape. Echter je haak opbergen in het midden van een PVA zakje met voer is nog stukken beter.
Mosseltjes op het wier, smullen voor de karper.
WIER RIG PRESENTEREN
Vul eerst een PVA zakje met allerlei lekkers zoals lokvoer, hele en gebroken boilies, pellets enz. Als je echt 100% zeker wilt zijn dat die ook tot op de bodem komt stop dan ook je lood in dit PVA-zakje. Mijn persoonlijke voorkeur gaat uit naar een zo plat mogelijk lood met centraal gat en dit plaats ik dan aan één zijde tegen het PVA-zakje aan. Door het gewicht komt dit nu tegen de bodem aan te liggen met daarboven het voer en de pop-up. Als je er nu voor zorgt dat je lijn je lood kan lossen, mocht de karper zich vastzwemmen in het wier, dan is de vangst bijna gegarandeerd.
Om er zeker van te zijn dat mijn haakaas opvalt kies ik voor een pop-up. De stap per stap foto’s zullen veel verduidelijken. Aangezien ik de karper wil haken terwijl hij de volledige inhoud van het PVA zakje binnenzuigt, kies ik voor een zeer korte onderlijn. Als standaard is de lengte van mijn rig bij deze aaspresentatie ongeveer 7, maximaal 10 cm lang en zoals bijna al mijn onderlijnen kies ik voor een 100% dyneemalijn waarvan ik de buitenmantel volledig strip.
Onweerstaanbaar voor iedere karper.
Verder breng ik twee stukjes kneedbaar lood aan, waarvan deze die het dichtst bij de haak wordt aangebracht best wel een behoorlijke ‘klomp’ mag zijn. Ten eerste moet deze voorkomen dat de pop-up de volledige onderlijn gaat strekken en ten tweede kan dit overgewicht eveneens nog eens voor een beter inhaking van de haak zorgen.
Verder gebruik ik voor deze rig zo klein mogelijk haakaas. Meestal kies ik hier voor een 15 mm pop-up. Enkel als ik op lange afstand vis met deze rig en de kans op het vangen van brasem groot is, kies ik voor een iets groter haakaas. Echter dit heeft niet mijn voorkeur.
Hoe vis je op een commercial visvijver? Hoe vis je hier met de vaste hengel, method feeder of pellet waggler? Welk materiaal heb je nodig, en welk aas en voer moet je hier gebruiken? Wat zijn de beste commercial visvijvers van Nederland?
Wat is een commercial visvijver?
Dit type wateren zijn niet meer dan visvijvers met een hoge bezetting vis. De visstand is door middel van de uitzet van kleine karper, kruiskarpers en giebels tot stand gekomen. Dit soort type wateren is vanuit Engeland komen overwaaien en biedt iedere visser een goede kans op succes.
Wat zijn de beste commercial visvijvers van Nederland?
Het aantal commercials is het afgelopen decennia enorm toegenomen. Maar wat zijn de beste commercial visvijvers van Nederland? Wij zetten er een aantal voor je op een rij en beschrijven tevens hoe je de visserij hier aan kunt pakken:
In dit item geeft Peter Urscheler antwoord op de vraag: hoe bevestig je een method feeder? Hij laat je de 3 meest gebruikte systemen zien! Niet alle method feeders zijn hetzelfde en bevestig je op dezelfde manier op of aan de lijn. Lees ook ‘hoe vis je met een method feeder‘.
Zo pak je het vissen met de method aan
Eerder gaven we al antwoord op de vraag ‘hoe bevestig je een method feeder‘. In dit vervolgdeel gaan we verder in op de vraag ‘hoe vis je met de method feeder’. Hoe werkt de method , welk gewicht method heb je nodig en tot slot welk voer moet je gebruiken?
De ideale methodhengel ziet er zo uit…
De keuze van een hengel voor het vissen met de methodfeeder is niet gemakkelijk. Het aanbod is groot en alle firma’s beweren uiteraard het beste product in huis te hebben. Fanatiek commercial visser Peter Urscheler geeft zijn mening en visie over dit onderwerp! Lees hier verder…
TIPS VOOR HET VISSEN MET DE VASTE HENGEL
Tip: Vaste hengel – vis in de kant en op afstand
De stokvisserij op vijvers wordt steeds populairder. Maar de veelal grote en sterke (kruis)karpers vragen om aangepast materiaal. Wat is een goede vaste hengel? Hoe vis je met de vaste hengel? Hoe tuig je zo’n vijverhengel op en welk elastiek heb je nodig en tot slot: welke vaste hengel voor karper heb je nodig?
Tip: kies de juiste dikte elastiek
Om bij het vissen met de vaste hengel op karper en andere grote, sterke vissoorten te kunnen landen is elastiek onmisbaar. Wellicht vraag je jezelf af: welke dikte en sterkte elastiek heb je voor karper nodig? Hoe ziet een elastiek montage er uit? Hoe monteer je elastiek in de top? Lees in dit artikel alles over hoe met elastiek op karper te vissen.
Tip: voer geconcentreerd en zuiver met een pole cup
Een zogenaamde pole cup is in feite een klein, kunststof potje, dat je op de top van de vaste hengel klemt. Door het potje te draaien kun je aas bijvoeren. Er zijn verschillende varianten beschikbaar, elk met hun unieke eigenschappen. Waar moet een pole cup aan voldoen?
TIPS VOOR HET VISSEN MET DE PELLET WAGGLER
Ieder jaargetijde kent zo haar charmes en vereist een specifieke benadering voor wat betreft techniek of tactiek. Waar de koude periode vraagt om zuinig vissen en soms veel geduld, is dat in de zomer vaak precies omgekeerd. De watertemperaturen zijn inmiddels flink opgelopen en de vissen zijn aanzienlijk actiever op zoek naar voedsel… Tijd voor de pellet waggler. Lees hier het complete artikel over de pellet waggler!
TIPS VOOR COMMERCIAL MATERIAAL
Tip: De haak match je bij het aas en techniek
Zeg nu zelf, als je voor een winkelschap met haken staat, kom je er dan nog uit? Welke type haak heb je voor welke vis(serij) nodig? Welk type haak voor welk type aas? Welk formaat haak en hoe bevestig je de haak aan de lijn? Lees hier verder
Tip: Organiseer je materiaal!
Het volgende is voor veel vissers vast herkenbaar: in welke tas, vak of lade liggen mijn onderlijnen? Ah, ze zijn op… Dan maar even eentje knopen, maar waar ligt het juiste klosje onderlijn materiaal, en dat ene zakje haakjes, heb ik die niet thuis op een onlogische plek in de garage zien liggen…? Tijd voor orde: hoe organiseer je het vismateriaal?
TIPS VOOR COMMERCIAL VOER & AAS
Tip: Laat je pellets kleven – stap voor stap
Hoe maak je pellets klaar? Leer in deze stap-voor-stap hoe je in 10 stappen harde pellets kunt laten kleven. Na afloop kun je de bewerkte pellets op een method feeder laten kleven of er een balletje voer van kneden.
Hoe maak je pellets klaar? Leer in deze stap-voor-stap hoe je in 10 stappen harde pellets kunt laten kleven. Na afloop kun je de bewerkte pellets op een method feeder laten kleven of er een balletje voer van kneden.
Stap voor stap: hoe maak je pellets klaar
STAP 1. Je hebt nodig: 2 mm pellets, water en een aasbakje. De Preston Supera Pellet Wetter is erg handig voor het nat maken van pellets.Stap 2. Haal het gaasmateriaal ‘lekbakje’ uit de waterdichte bak.Stap 3. Vul de waterdichte bak met water.Stap 4. Open de rits van het lekbakje.Stap 5. Voeg de benodigde hoeveelheid 2 mm pellets in het lekbakje en sluit deze met de ritssluiting af.Stap 6. Plaats de lekbak in het water.Stap 7. Zorg dat de pellets helemaal onder water staan. Houd als vuistregel aan 2 mm is 2 minuten laten staan.Stap 8. Simpelweg middels de handige greep het bakje uit het water halen en uit laten lekken.Stap 9. Roer de pellets goed door elkaar. Als het goed is zijn de pellets nu klaar voor gebruik.Stap 10. In slechts enkele stappen hebben de harde, droge pellets het water opgenomen en zijn ze iets zachter en kleverig geworden. Deze pellets kun je gebruiken om een method feeder. Je kunt er tevens een klein voerballetje van maken, niet te hard aandrukken!
Leer meer over het vissen met de method feeder:
[irp posts=”19431″ name=”Hoe bevestig je een method feeder?”]
RONNY DE GROOTTE – Hoe maak je de snowman rig? De ‘snowman rig’ of sneeuwman rig is waarschijnlijk de meest gebruikte rig sedert jaren. Deze rig heeft reeds een ontelbaar aantal karpers verschalkt en behoort tot het basis arsenaal van vele karpervissers. Ronny De Groote neemt in het derde deel van zijn onderlijnleer deze rig nader onder de loep.
Laat ik maar gelijk met de deur in huis vallen, de sneeuwman rig is verre van mijn favoriete rig. Een groot gedeelte van het karpervisserslegioen zweert echter bij deze rig, er wordt veel karper mee gevangen. Volgens mij worden er enkel zoveel karpers aan deze rig gevangen, omdat er simpelweg heel veel vissers zijn die deze rig als hun standaard rig beschouwen en hem daarom te pas en te onpas gebruiken. Qua finesse blinkt deze rig zeker en vast niet uit. Ik durf te stellen dat deze rig lomp is ten opzichte van andere rigs. Ik zal uitleggen waarom ik zo tegen deze rig aankijk en waarom ik deze rig soms zelf ook gebruik.
Een rivierschub die de aantrekkingskracht van een sneeuwman montage niet kon weerstaan.
WAAROM SNOWMAN RIG?
De term ‘sneeuwman’ komt van het feit dat als haakaas twee boilies van verschillende diameters op de hair worden gebruikt. Een zinkende grote boilie zorgt voor het visuele aspect en een kleinere zwevende boilie balanceert het geheel uit. De combinatie kan met een beetje verbeelding dan ook gezien worden als een sneeuwpop. Het feit dat het haakaas relatief groot is creëert een natuurlijke aversie bij mij. Ik ben er namelijk van overtuigd dat kleiner aas sowieso veel sneller wordt genomen dan groot aas. Dit heb ik tijdens het vissen op karper, maar eveneens bij het vissen op roofvissen zoals steur en meerval mogen constateren.
Daarom gaat mijn persoonlijk voorkeur uit naar klein haakaas. Bovendien kun je kleiner aas met meer finesse vissen; je begrijpt misschien waarom ik in eerste instantie niet wild ben van de sneeuwman rig. Echter, na vele jaren karpervissen, maar ook het vissen op andere vissoorten over de gehele wereld, heb ik geleerd dat je soms je overtuigingen aan de kant moet schuiven. Dat je voor de gegeven omstandigheden de beste rig moet gaan gebruiken. In sommige situaties is dat de sneeuwman rig. De visser die dit niet wil inzien, is hoogstwaarschijnlijk ook de persoon die op langere termijn minder succes zal hebben.
Om dit soort bijvangsten te vermijden moet je soms naar groter aas grijpen. Ervaring heeft me geleerd dat dit pas echt lukt vanaf een combinatie van een 20 mm pop-up en een 24 mm zinkende boilie.
WANNEER GEBRUIK JE DE SNOWMAN RIG?
De sneeuwman rig gebruik ik op het ogenblik dat een fijne aaspresentatie van minder belang is. Een fijne, uitgebalanceerde aaspresentatie heb je nodig als die ene, solitaire karper je stek aandoet en als die karper alle tijd heeft om ieder aasdeeltje te onderzoeken. Indien de aaspresentatie dan te wensen overlaat, dan zul je deze karper moeilijk, of misschien zelfs helemaal niet vangen. Ontstaat er echter voedselnijd op de stek, dan mag de rig ietsjes ‘lomper’ zijn. Echter, dit wil niet zeggen dat niet alle details van deze rig tot in de puntjes verzorgd moeten zijn. Dit hoor je me ook weer niet zeggen.
Ik gebruik deze rig op plaatsen waar het visuele aspect van de aaspresentatie van primair belang is. Met andere woorden, daar waar je haakaas het onderwerp van voedselnijd kan zijn. Onder welke condities kun je aan deze eis voldoen? Heel simpel, op het ogenblik dat de karpers zich in een (grote) groep voort bewegen. Deze omstandigheden krijg je bijvoorbeeld wanneer je op groot en weinig bevist water aan de slag gaat. Grote meren zijn hiervan een voorbeeld. De karperpopulatie komt daar niet elke dag in contact met karpervissers en zeker in het begin, als er gevist wordt, bestaat de karperpopulatie uit een paar (grote) scholen karper. Krijg je dan een school op de stek, dan zal haakaas dat goed opvalt ook eerder genomen worden in vergelijking met een haakaas dat moeilijk waarneembaar is. Rivieren zijn een ander voorbeeld waar de waarneembaarheid van je haakaas een dominantere rol krijgt bij het boeken van succes.
Voorafgaande aan deze vangst hadden diverse karpers zich meermaals aan de oppervlakte laten zien. Een teken dat er zich meerdere karpers op de stek bevinden en er dus voedselnijd is.
WAAR MOET JE OPLETTEN?
Karpers zijn van nature egocentrisch ingesteld en net die eigenschap zorgt ervoor dat ze als eerste iets zullen proberen te verorberen als ze zich in een groep voortbewegen. Op dat ogenblik kies je dus voor de waarneembaarheid en mag de finesse een beetje naar de achtergrond worden geschoven. Een ander voordeel van groot haakaas is dat je bepaalde vissoorten kunt selecteren. Met groot haakaas zul je vanaf een bepaald ogenblik bijvangsten van brasems en barbelen grotendeels kunnen vermijden. Op bepaalde rivieren houdt dit in dat er een combinatie van een 20 mm pop-up en een 25 mm zinkende boilie gebruikt moet worden.
Bij groot aas is het vanzelfsprekend dat ook de individuele componenten van de rig aangepast dienen te worden. Het haakmaatje 6 of 8 zal worden ingeruild voor een maatje 4. Maar ook andere dimensies zullen iets toenemen, bijvoorbeeld de lengte van de hair. Zo zal de afstand tussen de zinkende boilie en de haak minimaal 2 cm, of zelfs meer moeten bedragen. Dit is nodig om te voorkomen dat het grotere haakaas de haak gaat maskeren en zodoende de inhaking bemoeilijkt. Een veel gemaakte fout is dat karpervissers een te korte hair gebruiken. De inhaking verloopt hierdoor niet optimaal en de haakbocht wordt slechts voor de helft gevuld.
Tijdens de dril komt alle kracht dan ook op de haakpunt in plaats van de haakbocht te staan. Nu zijn er twee mogelijkheden: de haak buigt uit en/of de haak gaat snijden in de bek van de karper. Het resultaat is steeds hetzelfde, een karper die tijdens de dril verspeeld wordt. Gebruik dus een langere hair als het formaat van het haakaas toeneemt. Ik hanteer reeds een kwart eeuw de ‘1 op 10 regel’. Is mijn onderlijn 20 cm lang, dan laat ik ongeveer 2 cm tussen mijn haakaas en de bocht van de haak. Bij het vissen met een sneeuwman rig gebruik ik een onderlijn van minimaal 30 cm lang. Dit is ongeveer de dubbele lengte van de rigs die ik doorgaans pleeg te gebruiken.
Waterkracht is een duurzame vorm van energieopwekking en daar zijn steeds meer mensen groot voorstander van. Energie uit waterkracht wordt opgewekt uit stromend water. Doordat bij de productie van elektriciteit geen schadelijke stoffen vrijkomen en de bron onuitputtelijk is, lijkt deze vorm van energieopwekking zeer duurzaam. Echter zijn waterkrachtcentrales gevaarlijk voor vissen en veroorzaken deze vissensterfte. Daarnaast kunnen stuwdammen plaatselijke ecosystemen aantasten. Er zijn dus uitgebreide voorzieningen nodig die voorkomen dat vissen sterven doordat ze te dicht bij de centrales komen.
Waterkracht en vissterfte
De waterkrachtcentrales zijn voornamelijk gevaarlijk voor vissen die stroomafwaarts zwemmen. Deze vissen komen in aanraking met turbinebladen als ze te dicht bij zwemmen en worden vervolgens vermalen. Voor de vissen die stroomopwaarts zwemmen, zoals de forel, zijn namelijk al diverse oplossingen verzonnen en zijn er vistrappen aangelegd. Vissen die de andere kant op zwemmen, lopen een stuk meer risico. De afgelopen 30 jaar is de kwaliteit van het Nederlandse rivierwater sterk verbeterd, waardoor juist vele vissoorten zijn teruggekeerd. De bouw van waterkrachtcentrales kan dit tenietdoen waardoor de verbetering van de visstand wordt belemmerd. Sportvisserij Nederland volgt de ontwikkelingen rondom waterkrachtcentrales in Nederland dan ook op de voet.
Mogelijke oplossingen
Er zijn verschillende oplossingen om vissterfte als gevolg van waterkrachtcentrales tegen te gaan. Er worden momenteel verschillende visgeleidingssystemen ontworpen om de vissterfte tegen te gaan. Deze systemen zorgen ervoor dat de vissen naar goten en buizen geleid worden, waardoor ze niet in aanraking komen met de turbinebladen. Momenteel worden deze systemen nog nergens toegepast en niet alle systemen zijn specifiek ontworpen om vissterfte te voorkomen. Een andere mogelijke oplossing is door de turbine gericht te beheren. Zo kan deze bijvoorbeeld stop worden gezet tijdens de palingtrek en kunnen er vistrappen worden ontwikkeld waardoor vissen stroomopwaarts langs de waterkrachtcentrales kunnen zwemmen. Diverse Nederlandse centrales hebben deze vistrappen al geplaatst of zijn deze aan het installeren. Een belangrijk punt dat daarmee nog niet is opgelost is de sterfte onder vissen die stroomafwaarts zwemmen, die momenteel tot wel 30 procent bedraagt.
Voordelen van waterkracht
Waterkracht is een goedkope en onuitputtelijke vorm van energie. Zo kunnen consumenten dankzij waterkracht nog voordeliger uit zijn bij de goedkoopste energieleverancier. Voor de bouw van een waterkrachtcentrale is wel een flinke investering nodig, maar zodra de centrale eenmaal staat zijn de kosten laag. Daarnaast gaat de centrale tientallen jaren mee. De energieopwekking is nauwelijks afhankelijk van het weer, waardoor het een betrouwbaardere oplossing is dan windenergie of zonne-energie. Er hoeft geen grondstof te worden gewonnen waardoor waterkracht een zeer schone vorm van energie oplevert, zonder afvalproducten.
REDACTIE – De keuze van een hengel voor het vissen met de methodfeeder is niet gemakkelijk. Het aanbod is groot en alle firma’s beweren uiteraard het beste product in huis te hebben. Fanatiek commercial visser Peter Urscheler geeft zijn mening en visie over dit onderwerp!
Welke hengel heb je voor het methodfeederen nodig?
De hengel en de werpmolen die gebruikt worden voor de methodfeeder visserij verschillen niet heel veel van de ‘normale’ feedervisserij. Er zijn speciale hengels op de markt voor deze visserij, maar een lichte feederhengel voldoet perfect. De lengte is afhankelijk van de afstand waarop gevist wordt en natuurlijk persoonlijke voorkeuren.
Tip van Peter: “Bekijk eens in de hengelsportzaak of op een beurs de Monster X Rods van de Britse firma Preston. Zij hebben een uitgebreide range met o.a. speciaal voor het methodvissen ontworpen hengels”.
Een checklist met mijn voorwaarden:
Over het algemeen voldoet een lengte tussen de 3,00 meter en 3,60 meter op de meeste wateren.
Belangrijk is wel dat deze een parabolische actie heeft. Zo kan de vis de kleine weerhaakloze haak niet uit de bek kan schudden.
Omdat de method feeder vooral wordt ingezet op de wat kortere afstanden, tot ongeveer 40 meter, is het niet nodig om een enorme big-pit werpmolen in te zetten. Een 320, 420 of 520 model is zeer geschikt voor deze visserij.
Welke lengte en werpvermogen heb je nodig?
Dit hangt af van de afstand die je vist en uiteraard het gewicht van de method dat je gebruikt. Vis je tot 15 meter, dan kun je prima uit de voeten met een 20 grams method en een hengel van 2,15 of 2,75 meter. Vis je tot 30 meter, dan is het gebruik van een 3,00 meter method feeder in combinatie met een 30 grams method een aanrader. Wanneer je verder vist dan 30 meter, gebruik dan een 3,30 of 3,60 meter lange methodhengel.
Welke werpmolen past erbij?
Voor een 2,15 en 2,75 meter hengel zou ik een 320 model molen adviseren, voor de 3,00 meter een 420 model en voor de 3,30 & 3,60 meter een 520 model molen.
Doorslaggevend details bij de keuze voor een hengel: dankzij de plat afgewerkte eva handgreep, ligt deze hengel een stuk comfortabeler en stabieler in de hand! Je ziet tevens dat de molen van een bescheiden formaat is.
Lees ook:
[irp posts=”19434″ name=”Hoe vis je met de method feeder?”]
[irp posts=”19428″ name=”Welke haken heb je bij commercial vissen nodig?”]
RONNY DE GROOTTE- Hoe maak je de Chod Rig? Laat ons eens de geschiedenis van de Chod rig onder de loep nemen. Wanneer je het over een Chod rig hebt dan kom je steeds bij twee namen uit. Terry Hearn is de eerste, aangezien hij de uitvinder van de Hinged Stiff rig is. Een gedeelte van die rig is de Chod. Later zou mijn goede vriend Frank Warwick zijn huidige twist geven aan deze rig.
Frank is zonder meer een van de meest vooruitstrevende karpervissers van de laatste twintig jaar. Frank was de eerste die dit Chod-gedeelte direct op een leadcore leader gebruikte. De combinatie van Terry’s Chod, gemonteerd op Franks leadcore leader, zorgt voor deze spraakmakende rig.
In tegenstelling tot de meeste rigs, die alleen op of laag tegen de bodem gevist kunnen worden, kun je met een Chod rig terecht op modderbodems (chod). Bodems waar allerlei rotzooi ligt, maar je kunt hem ook hoger op de leader vissen tegen het wier aan. Met een beetje verbeelding kun je het ‘3D vissen’ noemen.
Karpers die reeds meermaals zijn gevangen associëren boilies die op de bodem worden aangeboden dikwijls met gevaar. Persoonlijk heb ik reeds mogen ondervinden dat de karpers mijn haakaas, dat op de bodem werd aangeboden, volledig negeerden. Zodra ik mijn haakaas in het wier en op 40-50 cm hoogte aanbied komen de aanbeten.
Eigenlijk is dit best logisch aangezien vissers dikwijls in de buurt van wier vissen en daar ook voeren. Een deel van hun voer blijft op verschillende hoogten in het wier hangen. Karpers zijn in feite in de loop van tijd positief geconditioneerd op dat aas dat daar maar ergens hangt. In ieder geval ze associëren het niet met gevaar en daar moet je als visser van profiteren.
Een Chod rig gevist in of op het wier kan dus productief zijn daar waar rigs aangeboden op de bodem onaangeroerd blijven. Om nu te stellen dat dit de ultieme rig is, is wellicht een beetje overdreven. Maar de visser die de moeite neemt om deze rig te knopen en aanpast aan de omstandigheden, vist met een rig die daadwerkelijk ook ‘vist’! Dit kan niet van iedere andere rig gezegd worden.
Het feit, dat het gewicht van de leadcore leader voor een constante druk zorgt op de haakpunt wanneer de karper het haakaas in de bek heeft genomen, zorgt er voor dat deze karper meer problemen zal hebben om zich van deze haak te ontdoen. Hierdoor zal hij vroeg of laat nerveus worden en van de stek wegvluchten.
Wanneer de karper eenmaal zwemt, zal de haak zich echt vastzetten in zijn bek. Die constante druk op de haakpunt kun je alleen bewerkstelligen met een rig waar een elastisch element is ingebouwd, zoals bij een bungee rig, een Trigga link rig of met een zeer laag geviste pop-up rig, waarbij een veel te zwaar lood (15 tot zelfs 30 gram) wordt gebruikt.
Iedere andere rig, waarbij de visser een loodgewicht gebruikt om de haak te zetten, heeft steeds die 100%-0% druk op de haakpunt situatie. Volledige druk op het ogenblik dat de onderlijn wordt gestrekt en het loodgewicht van de bodem wordt getrokken. Komt de karper echter terug in de richting van de bodem dan valt deze druk volledig weg, op dat moment kan de karper door spiercontracties in de bek zich van de haak ontdoen. Karpers die eerder zijn gevangen zijn hier heel bedreven in.
Dus die constante druk op de haakpunt is de sleutel tot het haken van karpers die het haakaas schichtig opnemen. Automatisch wil dit ook zeggen dat je het best met slappe lijnen vist, aangezien anders het gewicht van de leadcore leader gedeeltelijk teniet kan worden gedaan door de druk op de lijn.
Wanneer ik een Chod rig op de bodem presenteer, plaats ik meestal de eerste Rig Bead op ongeveer 20 cm boven de rig ring, die beide delen van de leadcore leader verbindt. De tweede Rig Bead komt daar ongeveer 20 cm boven, zodat de Chod rig over deze afstand vrij kan bewegen.
Door deze ‘speelruimte’ aan de Chod rig te geven vermijd ik dat die 100%-0% situatie snel ontstaat en zo probeer ik te voorkomen dat de karpers zich van de haak kunnen ontdoen. Wanneer ik echter mijn haakaas tegen het wier aan of zelfs boven op het wier wil aanbieden, zal ik beide rig beads zo ver opschuiven op de leadcore leader als nodig mocht zijn. Het is niet ongewoon voor mij om de Chod Rig 1,5 meter hoog op de leadcore leader te vissen en vanzelfsprekend moet deze dan minimaal 2 meter lang zijn.
De minimum lengte van de leadcore leader die ik gebruik is in ieder geval 1,2 tot 1,5 meter, anders is het gewicht van de leader te laag om een constante druk op de haakpunt te houden.
Los tijdens dril
Met enige regelmatig hoor je dat er karper wordt verspeeld tijdens de dril. Wellicht kunnen de volgende kleine tips je helpen om dit te voorkomen.
TIP 1. Allereerst is het loodgewicht dat je gaat gebruiken bij het vissen met een Chod rig heel belangrijk. De functie van je lood wordt grotendeels beperkt tot het werpen van de rig. Op het moment dat je rig zich op de gewenste plaats bevindt is de vorm van je lood en zijn gewicht van ondergeschikt belang. Herinner dat het gewicht van de leadcore leader aanwezig is om een constante druk op de haakpunt uit te oefenen. Natuurlijk is de druk die het lood ontwikkelt de eerste seconden van de run van belang, echter zodra de hengelaar zijn hengel in de hand neemt en zodoende zelf druk creëert via zijn hengel, verliest in feite het lood zijn positieve eigenschappen.
TIP 2. Een veel gemaakte fout is dat de hengelaar te zwaar lood gebruikt en dit zorgt er voor dat de haak tijdens de dril zijn grip kan verliezen. De hengelaar oefent druk uit van bovenaf en het lood creëert een druk van onderaf. Deze twee krachten worden via de korte, stijve onderlijn getransformeerd naar de haakpunt en dit zorgt er voor dat de haak in feite verandert in een snijdend voorwerp. Lees: De haak verliest zijn grip en de visser blijft gedesillusioneerd achter.
TIP 3. In een ideale situatie zul je je lood dus gebruiken voor de bovenvermelde doeleinden en dril je eenmaal de karper dan zul je er voor zorgen dat je je lood kwijtspeelt. Op dit ogenblik worden hiervoor allerlei soorten zwakke verbindingen gebruikt. Sommige vissers gebruiken een 4 lb nylonlijn om het lood met de leader te verbinden. Bij een aanbeet is er genoeg tegendruk om de haak volledig te laten indringen, maar zodra het lood ergens blijft hangen breekt de breeklijn. Vanzelfsprekend moet deze verbinding voor het werpen verstevigd worden en daar wordt PVA lijn voor gebruikt, die oplost zodra het in het water komt.
Met een beetje ervaring kan de rig een heel eind worden weggezet. Dit heeft echter als nadeel dat, zodra de leader nat is en je wilt opnieuw werpen, de PVA reeds tijdens de worp zal oplossen en dan verliest het vanzelfsprekend zijn eigenschappen. In een ideale wereld zou een systeem moeten bestaan met een hele sterke verbinding, maar zodra de karper is gehaakt heel gemakkelijk je lood loslaat. (Redactie: Nog beter stenen of ander milieuvriendelijk materiaal gebruiken i.p.v. lood. Zeker met PVA als hulpmiddel is dit een goede optie. Kom maar op met je suggesties en ideeën! Stuur ze naar de redactie redactie.beet@vipmedia.nl).
TIP 4. Persoonlijk gebruik ik geen zware loodgewichten wanneer ik met een Chod rig vis. Meestal houd ik het bij 40 tot 50 gram. Met een 40 grams lood kun je 60-70 meter ver werpen. Ten tweede zal een licht lood minder druk creëren op de haakpunt, waardoor deze minder snel zal gaan snijden. Aangezien ik eveneens probeer te vermijden dat het lood, door de korte onderlijn welke een Chod rig nu eenmaal is, constant tegen de bek van de karper klapt tijdens de dril, plaats ik op ongeveer 10 cm van het lood vandaan een rig ring waar de Chod rig tegen blokkeert. Deze kleine verandering zal er dus voor zorgen dat de karper rustiger reageert.
Deze karper kon het aas aan de Chod rig niet weerstaan.
Hoe lang is een chod rig? Wat is de ideale curve?
Afhankelijk van waar ik de chod rig wil presenteren, zal de lengte variëren van 3 tot maximaal 8 cm. Kort tegen de bodem aan en iets langer wanneer ik het tegen of bovenop het wier vis. Bedenk, zoals eerder omschreven, dat we de druk zo lang mogelijk op de haakpunt willen houden en dan is vanzelfsprekend een kortere onderlijn beter.
Om de druk die het gewicht van de leadcore leader creëert zo goed mogelijk over te zetten op de haakpunt, is de beste optie dat de hoek van de haakpunt naar de leader zo dicht mogelijk de 90° benadert. Vanzelfsprekend mag met een heel scherpe haak deze hoek een beetje afwijken. Meestal bewaar ik mijn Chod rigs onder druk op de insert van een Deep Box Chod en aangezien fluorocarbon een sterk geheugen heeft, zal dit ongeveer de hoek gaan vormen.
Heb je nog nooit met een Chod rig gevist, neem dan eens de moeite om er eentje in elkaar te knutselen en je zult zien dat moeilijk vangbare karpers iets gemakkelijker vangbaar worden.
PAUL GARNER- We zijn nu aangekomen bij mijn favoriete periode van het jaar voor het barbeelvissen, waarbij korte avondsessies tot in het donker de beste kansen bieden. De barbelen zijn zich aan het volvreten en hebben nu een fantastische bronzen gloed. Barbeel gedraagt zich voorspelbaar in deze tijd van het jaar. Als je je trip kunt plannen tijdens mild, regenachtig weer, is succes bijna gegarandeerd. Dit is het moment dat barbelen zich aan het volstoppen zijn.
Barbeel tactiek
Helaas hebben we niet altijd de tijd om te gaan vissen als de omstandigheden perfect zijn. Dus hoe maken we het beste van die trips waarbij de vis minder trek heeft? Tijdens de laatste paar jaar heb ik me met deze kwestie bezig gehouden en heb ik mijn barbeelvisserij aangepast om het beste uit de gegeven condities te halen. Vaak is de meest consistente tactiek, in alle behalve de slechtste condities, om spaarzaam te zijn met boilies en deeg. Dit is een verbazend flexibele benadering en ook nog eentje die de grotere exemplaren kan selecteren.
Simpel voer voor barbeel
Hoewel boilies vrij prijzig lijken en lastig zelf te maken, heb je er voor een barbeelsessie in deze tijd van het jaar niet veel nodig. Dus zijn ze eigenlijk een van de zuinigste aassoorten die je kunt gebruiken. Als ik een avond aan een stek zit, drop ik elke tien minuten een paar boilies, om de barbeel attent te maken op het gratis maaltje. Zeer regelmatig bevis ik diverse stekken een uurtje en dat maakt het mogelijk elke stek van wat voer te voorzien, en elk uur nog wat extra voordat ik op een stekje ga vissen.
Omdat ik zo’n kleine hoeveelheid aas gebruik, is het zeer belangrijk te weten dat het blijft liggen op de plek waar ik het hebben wil. Het aas met een katapult naar het midden van de rivier schieten, staat gelijk aan het snel meegevoerd zien worden. Zoek naar stekken bij een stroomnaad waar het voer in het langzamer stromende deel kan blijven liggen of gebruik een aasdropper om het zeer precies te plaatsen.
Spaarzaam voeren op de juiste plek.
Welk aas gebruik ik voor barbeel?
Mijn vuistregel bestaat er uit dat hoe hoger het water staat en hoe troebeler het is, hoe groter het aas is dat ik zal gebruiken. In de kern betekent dit een zo klein aas als mogelijk gebruiken; 8 mm aas is niet te klein. In normale herfstomstandigheden zal mijn doorsnee aas uit 15 mm boilies bestaan en bij hoogwater zet ik graag aas in zo groot als een walnoot.
Dezelfde logica gaat op voor de tijd van de dag. Op het midden van de dag vis ik met klein aas en in het donker zijn de grotere aassoorten aan zet. Deze regels gaan vooral op als ik niet heb kunnen voorvoeren. Want algemeen genomen, hoe meer voer de vis al is tegengekomen dankzij het voorvoeren, hoe minder ik me druk maak over de aasgrootte. Er is natuurlijk geen reden waarom je niet hetzelfde aas zou gebruiken als waarmee je hebt gevoerd, maar heb het wel in verschillende formaten voor de verschillende omstandigheden.
Boilies van 8 mm tot 15 mm zijn mijn favoriet voor de herfst.
Flexibel deeg
Deeg heeft veel voordelen, het grootste is dat je a la minute het formaat kunt aanpassen waarmee je voert of aan de haak doet. Het moet een hele rare dag zijn, wil ik geen bal deeg bij me hebben als ik op barbeel vis, het is zo veelzijdig. Een laagje over een boilie voor extra attractiewaarde of juist als extra grote bal als haakaas om de kleine vis te ontmoedigen, deeg geeft je zoveel extra opties in vergelijking met alleen een boilie.
De meeste voer- en aasfabrikanten bieden deeg aan dat past hun boilielijnen en voor mij is dat essentieel. Als je liever niet zelf aan de slag gaat, koop het dan kant en klaar. Maar het is goedkoper en, ik denk ook, effectiever als je zelf je deeg maakt. Het geeft je totale controle over de consistentie, versheid en smaaklevel.
Deeg is een echte attractor voor barbeel.
Aan ieder begin van de herfst besteed ik een avond om mijn barbeelaas voor de komende maanden te maken, de vriezer vullend met verschillende soorten ballen deeg die passen bij diverse boilies. Een klomp ter grootte van een vuist is ideaal voor een sessie. Ik bewaar dit aas in luchtdichte zakken om het in topconditie te houden. Op deze manier blijft het de hele winter goed en is er geen gedoe om voor elke trip nieuw deeg te maken.
Barbeel flavours
Er zijn hele debatten gaande over wat voor barbeel de beste wintersmaken en -geuren zijn en iedere barbeelvisser heeft zijn eigen voorkeur. Dit zegt mij dat barbeel in ieder geval een brede smaak heeft, hoewel sommig aas nog steeds duidelijk de voorkeur kan hebben. Ik denk dat de echte test eruit bestaat een smaak te vinden die vangt tijdens erg koude en zeer slechte omstandigheden. Een aassoort die consequent vangt tijdens een slechte visserij, zal het altijd goed doen.
Zoete, romige smaken zoals Scopex hebben een goede winterscore en het is de moeite waard er wat intense zoetstof aan toe te voegen om de smaak nog beter te laten uitkomen. Aan de andere kant van het spectrum, ik heb tijdens echt ijskoude dagen een verbazend aantal barbelen gevangen aan deeg met een paar druppeltjes pepermuntolie. Er moet dus wel iets zijn wat barbeel erg lekker vindt aan deze doordringende, penetrante olie.
Flavours voor de herfst.
Verkassen
Een ander groot voordeel van vissen met deeg of boilies is dat je licht bepakt bent en veel stekken kunt afvissen. Een uur per stek moet meestal voldoende zijn voor een aanbeet op een boilie. Dat betekent dat ik regelmatig kan verkassen op zoek naar de vis. In vergelijking met een andere standaardbenadering: het kan tijd kosten een stek op te bouwen met klein voer, zoals maden en casters, waardoor je feitelijk lang vast staat op deze ene stek. Als het koud is ga ik liever achter de vissen aan, liever dan lange tijd moeten hopen dat ik de goede stek heb gekozen. Dus kies ik meestal voor de boilietactiek.
Snelle tip – Boilie/deeg combo
Mijn normale haakaas bestaat uit een boiliekussentje aan de hair met een plukje deeg er omheen. De boilie raakt niet los, dus zelfs als kleine vis het deeg wegplukt, vis ik nog steeds effectief. Het perfecte haakaas krijg je door het deeg om de boilie en de haak te kneden, laat de haakpunt vrij.
10 minuten recept – Boiliekussentjes
Mijn zelfgemaakte boilies zijn afgeplat, wat helpt ze op de bodem te houden. Aas in deze vorm maken is eenvoudiger dan ronde boilies en je hebt er weinig gereedschap voor nodig.
STAP 1. Tik een paar eieren in een kom en voeg je vloeibare geur- en smaakstoffen toe.STAP 2. Doe een theelepel zout bij de eieren en klop ze goed door.STAP 3. Voeg langzaam boiliepoeder toe aan de eieren en blijf goed kloppen.STAP 4. Stop met poeder toevoegen als het deeg een klei-achtige substantie is geworden en laat het 10 minuten staan.STAP 5. Neem ongeveer een derde van het deeg, doe het in een zak en bewaar het als deeg dat bij deze boilies past.STAP 6. Neem een klein stukje van wat er is overgebleven en rol dit tot een worstje. Strooi wat bloem of boiliemix op het werkblad om plakken te voorkomen.STAP 7. Snijd met een mes het worstje in plakjes van ongeveer 15 mm lengte. Het maakt niet uit dat ze wat plat zijn, ze zullen hierdoor minder gaan rollen.STAP 8. Kook de aasjes ongeveer een minuut en leg ze uitgespreid op keukenpapier te drogen.
Ook interessant voor jou:
[irp posts=”18413″ name=”Barbeel vangen op kleine rivieren”]
Matchvissen met de schuivende montage, hoe doe je dat? Deze keer zet Lucien de Rade zijn uitrusting neer aan de oevers van het prachtige riviertje de Linge. Op grote afstand vist hij hier met een grote, schuivende matchdobber op een diepte van ruim 4 meter. Deze techniek wordt ook wel het vissen met de slider genoemd.
In deel 1 van deze serie viste Lucien op een ondiepe polderwetering met een vaste dobbermontage en matchhengel. Door de geringe waterdiepte was het mogelijk om zijn dobber te fixeren op de lijn, net zoals bij een vaste hengel, en alsnog goed te kunnen werpen en drillen. Die dag werd het een schitterende demonstratie met volop mooie, bronzen brasems.
Hoe vis je op diep water met de dobber en werphengel?
Vandaag is de situatie anders. Lucien heeft een stek uitgekozen aan het riviertje de Linge. Uit eerdere sessies weet Lucien dat het water hier ruim 4 meter diep is. Een dobber kun je op zo’n diepte wel vastzetten op de lijn, maar de montage is vanuit een praktisch oogpunt niet te werpen. Zelfs niet met een 4,20 meter lange matchhengel. Ook tijdens het drillen en scheppen ga je zo tegen problemen aanlopen. De oplossing: een schuivende dobbermontage, ook wel de slider genoemd!
Hoe peil je de dobbermontage uit?
Stap 1 is het peilen van de stek. Tijdens reportages gaan we vaak met niet de minste witvissers op pad en het is opvallend hoe belangrijk zij dit vinden; of het nu gaat om het vissen met een dobber of met de feeder. Een klein geultje kan bijvoorbeeld net een spot zijn waar van nature meer natuurlijk voedsel ligt. Een hotspot waar vissen met vertrouwen azen. Aan de andere kant: wie zegt dat zo’n plek een hotspot is… misschien ligt deze wel vol met afgestorven waterplanten, prut en bladeren.
Speciaal voor het peilen heeft Lucien een oude matchhengel omgebouwd tot peilhengel. Op de hoofdlijn zit, van boven naar beneden, een nylon stuitje, kraaltje, matchdobber en 3 loodjes. De loodjes bestaan uit een kleine loodhagel van 1 gram, een iets grotere loodhagel van 4 gram en tot slot een 15 grams lood. Op matchdobbers kom je vaak codes tegen die iets zeggen over het draagvermogen en het eigen gewicht, in dit geval staat op de dobber ‘3+15 gr’.
Wat betekent dit? Het eerste getal staat voor het eigen gewicht van de dobber, dus in dit geval weegt deze 3 gram. Het tweede getal staat voor de hoeveelheid verzwaring die nodig is om de dobber perfect uit te loden, in dit geval dus 15 gram lood.
De verzwaringen op de peilhengel worden als volgt op de lijn gezet.
Omdat er 20 gram lood op de lijn zit, zal de dobber altijd op dit gewicht onder worden getrokken. Werp je de peildobber en verdwijnt deze onder water, dan is de waterdiepte groter dan de afstand van het lood tot het stuitje. Blijft de dobber plat op het oppervlak liggen, dan is de afstand van het stuitje tot het lood groter dan de waterdiepte. Staat de dobber met het puntje van de antenne net boven water, dan staat deze op exact de waterdiepte.
Hoe bepaal je de juiste visdiepte en visafstand?
Lucien laat het in de praktijk zien. In het midden van het water ligt een diepere vaargeul, maar eigenlijk is deze vrijwel zo plat als een pannenkoek. Als de dobber van de peilhengel naar tevredenheid op een stek staat, laat Lucien deze in het water liggen en pakt zijn ‘vishengel’ erbij.
Deze werpt hij ongeveer 5 meter verder dan de dobber staat. Vervolgens plaats hij de lijn achter de lijnclip. Met een aantal slingerslagen staat de dobber precies naast de peildobber. De visafstand is dus geregeld, dat is werpen tot op de clip en vijf slingerslagen binnen halen. Tezamen met een richtpunt aan de overkant vis je ‘spot on’.
Nu is het enkel nog zaak om de vishengel op de juiste diepte af te stellen. Lucien draait de peilhengel binnen en legt hiervan een gestrekte lijn van lood tot stuitje op het gras. Hiernaast plaats hij de montage van de vishengel. De haak legt hij tegen het lood, het stuitje verplaatst hij naar boven. Wanneer de twee stuitjes exact gelijk liggen, vist hij feitelijk met een staande haak, zo nauwkeurig kun je de vishengel instellen. Omdat hij met ongeveer 15 cm van de onderlijn op de bodem wil vissen, schuift hij het stuitje ook 15 cm naar boven. Wat een perfecte en handige manier om snel en nauwkeurig te peilen!
Welk voer gebruik je bij het matchvissen?
De hengel en montage is klaar; nu is het tijd om het voer te maken! Wanneer je bij de bodem vist, dan wil je dat de voerballen pas op de bodem uiteen breken. De samenstelling van het voer en de waterdiepte zijn belangrijke factoren. Omdat Lucien op ruim 4 meter water vist gebruikt hij ‘rivierklei’ als verzwarend en bindend element. In een emmer gaan gelijke delen rivierklei, Vijver Geel en Turbo Classic, allemaal uit het gamma van Marcel Van Den Eynde. Met behulp van een accuboormachine met mixer wordt het geheel tegelijkertijd gemengd en bevochtigd. Als los aas voegt Lucien een handje dode maden, casters en wormenstukjes toe.
Hoe gevoelig is matchvissen met de schuivende montage?
De montage ziet er op het eerste oog lomp uit; de dobber, het lood en de lijndikte is in vergelijking met een vaste hengel aanpak een stuk groter, zwaarder en dikker. Je vervalt dan snel in de veronderstelling dat verfijnd vissen niet mogelijk is. Dit wordt echter vrijwel direct door Lucien onderuit gehaald, want al bij de eerste inzet is het raak; een klein voorntje heeft de made gepakt. Het vis je is nauwelijks 10 cm lang, maar zorgde voor een duidelijke aanbeet op de dobber!
Matchvissen met de schuivende montage
In de daarop volgende uren vangt Lucien een netje mooie blankvoorns, wat kleine en iets grotere brasems. Lucien geeft grift toe dat je hier met een feederhengel meer vis zult vangen, maar met een dobber op zo’n afstand; het is gewoon een schitterende en leuke techniek! Zo zonnig en droog deze zomerse dag begon, zo donker wordt het in de middag. Als de donkergrijze wolken steeds dichterbij komen, wordt voor de zekerheid de weer-app op de telefoon bekeken… Er komt noodweer aan, tijd om de spullen in te pakken!
Visstekken: vissen op de Linge
Tijdens deze sessie heeft Lucien plaatsgenomen op de Lingedijk, om precies te zijn op de westoever tussen Arkel en Gorinchem. Dit deel van de Linge mag je bevissen wanneer je in het bezit bent van een VISpas. Hier is de Linge nog breed en bevaarbaar voor schepen. Ook de visstand is enorm gevarieerd. Hoe meer je naar het oosten gaat, des te smaller wordt de Linge. In het oostelijke deel van de Betuwe is de Linge niet meer dan een brede sloot met kraakhelder water en veel planten.
Hoe ziet de schuivende montage er uit?
Stuitje gemaakt van 25/00 Gorilla Red nylon, plastic kraaltje met klein gaatje waar het stuitje nooit doorheen past, Rive 3+15 slider, loodhagels en een Cresta miniwartel maat 20 waar de onderlijn met een lusverbinding in gehangen wordt.
HENGEL: 4,2 meter lange matchhengel.
HOOFDLIJN: 24/00 mm Gamakatsu G-Line Flex.
ONDERLIJN: 40 cm 12/00 G-Line Neo met een Gamakatsu LS1310 in de maat 14 tot en met 18.
Bij matchvissen met de schuivende montage heb je grote dobbers nodig. Die lijken lomp, maar kun je erg gevoelig afstellen!
Lees ook:
[irp posts=”19953″ name=”Matchvissen met de vaste montage”]
Normaal gaan we met JVS Cityfishing naar openbaar water, deze keer niet. We zijn afgereisd naar de Slothoevevijver, een commercial vijver in Brabant. De visserij op commercials is niet meer weg te denken uit Nederland. Voor wie wedstrijden vist zijn het immers ideale wateren. Er is altijd wel een vis te vangen en gelijke kansen voor iedereen!
Ik bezocht deze vijver hier niet voor de eerste keer. Enkele dagen voorafgaand aan dit bezoek viste ik er een koppelwedstrijd. Er werd toen prima gevangen, met bijna 37 kilo werden Mandy Swart en ik 2e in ons vak. Dat was volgens mij het laagste vangstgewicht wat een prijs opleverde. En dat zijn echt veel vissen! De F1’s wegen misschien gemiddeld 300 tot 400 gram en de gewone karpers wegen gemiddeld genomen ongeveer een kilo. Veel vis dus!
Hoewel ik het gevoel had dat we de geviste wedstrijd tactisch niet helemaal goed hadden aangepakt, leek het me leuk om alles nog eens op precies dezelfde manier over te doen. Dat betekende vissen op verschillende visafstanden. Allereerst tegen het eiland, althans op zo’n meter van de oever ervan. Daar is het water ongeveer 1 meter diep, De oever is vrij steil aflopend vanaf het eiland gezien en het idee was dan ook om pal tegen die oplopende kant te vissen.
De tweede visafstand was tegen de behoorlijk steil aflopende eigen oever. Waar ik viste was het ruim 2 meter diep en dat op zo’n 5 meter uit de oever! Net een meter verder wordt de maximale diepte van het water bereikt met ongeveer 2,7 meter diepte.
Slothoevevijvers.
De Slothoevevijvers in Vinkel bestaan al langer. Er ligt al enkele jaren een vijver die vol zit met vooral F1 karper en karpertjes. Ik was daar al eens voor een clinic met de Nationale jeugdteams en de visserij was toen ronduit fantastisch. Ik hoorde toen over de plannen van een nieuwe vijver, die is inmiddels dus af!
Het eerste wat opvalt wanneer je de vijver ziet is de rechthoekige vorm, met in het midden een reeks van eilandjes met overal openingen daartussen. Daar is echt wel goed over nagedacht. Aan beide lange kanten van het water liggen de visplekken. Vanaf iedere visplek is het mogelijk om vlakbij de eilandjes te vissen met een 13 meter vaste hengel. Ook voor wedstrijden is dat natuurlijk ideaal want alle deelnemers hebben zoveel mogelijk vergelijkbare omstandigheden.
Weinig voer
Ik besloot om op de korte visafstand een hoeveelheid van zo’n 150 ml (een halve cup) aan te voeren met geknipte wormen, maïs en ook wat 4 mm pellets. Vanwege de steil aflopende oever moest dat uiterst secuur gebeuren en om er absoluut zeker van te zijn dat ik op de juiste plek zou vissen, bevestigde ik een elastiekje op het hengeldeel dat ik in de hand had tijdens het vissen.
Ik begon daarna met vissen tegen het eiland. Ik bevestigde een pole cup op de hengeltop en zo voerde ik constant en bij iedere nieuwe inzet wat maïskorrels en later ook 4 mm pellets. Als je erover nadenkt belachelijk weinig voor de vele vissen die hier rondzwemmen.
Het belangrijkste verschil tussen het vissen op dit soort wateren ten opzichte van het vissen op natuurlijke wateren is de manier van voeren. Bijna altijd maak je op de natuurlijke wateren een voerstek waarna het wachten is totdat de vissen de voerstek hebben gevonden. Op dit soort vijvers echter kun je er veel meer vanuit gaan dat de vissen niet meer hoeven te worden aangelokt. Ze zwemmen bijna altijd al in de buurt.
Teveel vissen tegelijk aanlokken is heel vaak een recept voor vals gehaakte vissen en veel teveel onrust op de plek. Daarom werkt het voeren via een pole cup vaak zo goed. Constant kleine hoeveelheden aas bijvoeren, vlakbij de plek waar de dobber in het water staat, zal de in de buurt zwemmende vissen continu geïnteresseerd houden, zonder daarbij een overvloed aan vissen aan te lokken.
Ultrakort
Het duurde vrij lang voordat de eerste aanbeten kwamen tegen het eiland en stuk voor stuk waren de gevangen vissen F1 karpers. Wat zijn dat toch prachtige vissen! Carassio’s, giebels en ook de F1’s, allemaal lijken ze familie van elkaar te zijn en deze vissen zijn werkelijk gemaakt voor dit soort wateren.
F1’s worden niet veel groter dan 2 kilo en het zijn echte vechters. Hun kenmerk is bovendien dat ze nog steeds azen bij behoorlijk koude temperaturen, dus ook tijdens de herfst en winter zijn ze meestal nog goed vangbaar. Na een tijdje besloot ik om over te stappen naar de korte visafstand en meteen kreeg ik daar volop aanbeten. Het frustrerende was echter dat de vissen echt heel moeilijk te vangen waren tegen die steile oever.
Uiteindelijk lukte het me om veel meer aanbeten te verzilveren door te vissen met een ultra korte afstand tussen dobber en hengeltop en dan niet zozeer de haak te zetten bij een aanbeet, maar simpelweg de hengel op te lichten. Door de ultra korte opslag kon ik exact de plek uitkiezen waar de maïskorrel op de haak precies de bodem raakte, zonder met heel veel overdiepte te vissen. Wat een verschil maakte dat zeg!
In de kant
Uiteindelijk kreeg ik er nog een visafstand bij. Dat gebeurde toevallig nadat ik een op de haak gezette maïskorrel vlak tegen de oever in het water liet zakken, waarna ik enkele hengeldelen wilde opsteken. Op het moment dat ik dat deed haakte ik een flinke F1 die dus vlakbij de oever het haakaas had gepakt.
Ik besloot daarna om constant enkele maïskorrels bij te voeren, werkelijk vlak onder de oever op misschien 2 meter uit de kant. Daar waar normaal het leefnet in het water ligt.
Bizar hoeveel vis er vlak onder de oever zat en dat gebeurt heel vaak op dit soort wateren. Ik viste hier met flink wat overdiepte en legde eigenlijk gewoon de lijn van dobber tot haak zodanig in het water dat alles pal tegen de oplopende oever lag. Daar ving ik een tijdje echt goed en bovendien bleken het zowel de gemiddeld grootste F1’s te zijn. En hier ook karpertjes!
Analyse
Terugkijkend op die sessie zou mijn aanpak zeker anders zijn. Die eilandstek was prima, denk ik. Die zou ik aanhouden. Maar de stek op kortere afstand zou ik veranderen. Ik zou nu de plek kiezen waar de volledige diepte van het water is bereikt.
Ik zou het daarmee voor mezelf veel gemakkelijker maken omdat de bodem veel vlakker zou zijn daar. Daarnaast zal ik in een toekomstige sessie zeker ook weer een stek extreem kort aanvoeren. Maar in plaats van recht voor mijn voeten dan iets meer schuin opzij.
Vanaf het begin van een wedstrijd steeds kleine beetjes maïs om daar dan het laatste wedstrijdgedeelte op te gaan vissen.
Al met al waren het een paar heerlijke visuurtjes hier en waren het ook vooral interessante en leerzame uurtjes! Ik vis al heel lang en vaak op natuurlijk water en probeer nu steeds meer te leren over deze visserij.
Geloof me, het vissen op dit soort vijvers is echt iets anders! Anders, maar ook heel mooi. Voor iedereen die een dag gaat vissen lijkt het me belangrijk dat er simpelweg iets te vangen valt. Nou, dat kan tegenwoordig nergens beter dan op dit soort wateren waar je eigenlijk zowat vangstgarantie hebt! Ik kan het iedereen aanraden!
PAUL GARNER– De kortere dagen en de dalende watertemperaturen zetten alle witvis aan om nog even goed te eten voordat de karige maanden weer aanbreken. Vrijwel zonder uitzondering, netten vol witvis zijn er te vangen in deze beste vistijd van het jaar. Een soort die het meest met de herfst wordt geassocieerd is de brasem en voor mij de specimen brasems. Vanaf nu tot december, zolang de omstandigheden mild blijven, zijn brasems erg goed vangbaar, met elke herfst weer prachtfoto’s van grote vangsten en grote vissen.
Specimen brasems
Ik ga in deze tijd van het jaar graag specifiek achter de grote specimen brasems aan, maar dezelfde regels gelden eigenlijk voor elk formaat vis: zorgvuldig voeren met aas van goede kwaliteit in plaats van een berg goedkope meuk te storten. Dit laatste werkt prima als de scholen brasems groot zijn en er honderden monden te voeden zijn. Een groot voerbed neerleggen of zelfs voorvoeren om de vis langer op een plek te houden zijn goede keuzes. Als de vis minder talrijk is en aanbeten uiterst schaars, dan gaat kwaliteit op zeker boven kwantiteit.
Een boilie in combinatie met een opvallend aasje.
Kers op de taart
Mijn benadering van brasemvissen in de herfst bestaat uit zo min mogelijk voeren, in balans met het aantal aanbeten dat ik verwacht. Zeer vaak vis ik door tijdens de nacht, dus heb ik ook haakaas nodig dat stevig genoeg is om tijdens de donkere uren op de haak te blijven zitten. Ik stel me mijn rig en haakaas voor als de ‘kers op de taart’, het meest attractieve ding op de stek. Dus de brasems die dankzij het voer komen kijken, zullen, ik hoop liever eerder dan later, het haakaas vinden omdat het meer opvalt.
[irp posts=”7795″ name=”Specimen hunten op brasem”]
Mijn voer bestaat uit veel kleine partikels die de brasems op de stek zullen houden zonder ze te verzadigen. Kleine pellets zijn een goede start – 3 mm halibut pellets zijn ideaal, want ze zijn erg attractief en ze zullen de brasems ook nog wel even bezig houden. Een goede portie maden mag er bij, geknipte wormen mag ook als je dat liever hebt. Uiteindelijk doe ik er wat boiliekruimels bij van dezelfde smaak als de boilies die ik als haakaas gebruik. De brasems krijgen een voorproefje van het aas zonder ze af te vullen.
Deze mix wordt accuraat met de spod gebracht naar het gebied waar ik wil vissen. Een licht bevoerde plek van ongeveer tien vierkante meter is ideaal, wat neerkomt op ongeveer twintig spodladingen, oftewel ongeveer een kilo voer.
Met deze gedekte tafel heb ik twee opties die ik kan gebruiken voor de kers op de taart. In beiden zit een bijgeknipte boilie, omdat ik er zeker van kan zijn dat die de nacht meegaat. Plastic maïskorrels zijn een geweldig alternatief, ofwel in combinatie met een miniboilie voor de balans. Ik heb mijn haakaas graag helder gekleurd dus ik gebruik vaak gele of zandkleurige aasjes.
Mijn spodmix: dode maden, gemalen boilies en pellets.
Method bommen
Ik zou gokken dat ik waarschijnlijk meer specimen brasems aan de method feeder heb gevangen dan aan welke feeder tactiek ook, maar het is de laatste jaren een beetje uit de gratie geraakt. De method heeft veel voordelen. De korf geeft die belangrijke aantrekkingskracht vlakbij het haakaas. Ik gebruik graag een trilobe (Bait Up) korf, liever dan een platte korf, omdat er meer lokvoer in past. Omdat de rig nu meer symmetrisch is, werpt hij accurater.
[irp posts=”15183″ name=”Mega brasems 7 en 8 kg+”]
Mijn method korven zijn gevuld met lokvoer op basis van vismeel, vrij plakkerig zodat het onder water vrij langzaam uit elkaar valt. Het laatste wat ik wil als de hengels er urenlang in liggen, is dat het lokvoer snel uiteenvalt. Als dit gebeurt zal de eerste brasem die voorbij komt het voer verstoren en het in de wervelingen laten wegdrijven van de korf. Een combinatie van de helft vismeel lokvoer en de helft gecrushte pellets geeft een mix die beter kleeft dan alleen het lokvoer.
Ik voeg geen ander haakaas aan de mix toe omdat ik zeker niet wil dat per ongeluk een pellet of een made de haakpunt maskeert. Ik vertrouw volledig op de lokvoermix.
De method feeder is een perfecte methode voor het creëren van compacte voerplekken.
Karpertactieken
Er kunnen in deze tijd van het jaar nog steeds veel planten staan in zandwinputten, wat het gebruik van de method minder effectief kan maken. Niet alleen zal de korf planten pakken tijdens de dril van een vis, hij kan ook verborgen raken onder het wier op de bodem. Als ik denk dat dit aan de hand is, dan schakel ik over naar een karperstijl set-up en gebruik een PVA stick lokvoer geregen op de haaklijn voor die belangrijke concentratie van aantrekkelijkheid.
De stick op de haaklijn rijgen in plaats van aan de haak te hangen, maakt dat de rig tijdens de worp minder snel in de knoop raakt – belangrijk als je de hengels ’s nachts wil laten liggen. In de PVA stick gaat weer de eenvoudige mix van vismeel lokvoer en gecrushte pellets, stevig aangedrukt.
Met zoveel vissoorten die op het moment zo mooi te belagen zijn, kan het lastig zijn een keuze te maken. Brasem is toch nog steeds een van m’n favorieten, want er zijn weinig mooiere momenten dan een dikke bronzen rug over de netrand te zien schuiven. Met deze simpele tactiek is grote brasem vangen nooit gemakkelijker geweest.
Snelle tip – bevroren maden voer
Levende maden trekken vaak kleine baars en voorn aan, die ze dan snel opruimen voordat de brasems arriveren. Ik gebruik daarom dode maden en alles wat ik overhoud gaat in diepvrieszakken, alvast klaar voor het brasemvissen in de herfst.
10 minuten specimen brasem recept
1 Mix vismeel lokvoer en pellet poeder half om half.
2 Voeg een theelepel superzoet Betalin toe aan een glas van het water waar je aan het vissen bent.
3 Voeg een soeplepel molasse toe aan het water.
4 Giet de vloeistof langzaam bij de lokvoermix, goed roeren totdat het gaat plakken.
5 Doe wat van dit lokvoer in een PVA stick.
6 Duw het lokvoer in de PVA vorm en pers het er aan de andere kant van de buis uit.
7 Knoop de PVA stick dicht met een halve knoop zodat het voer onder druk blijft staan.
RONNY DE GROOTTE – Hoe maak je een standaard rig? In dit stap voor stap item laat karpervisser Ronny De Groote zien hoe je zelf een standaard rig knoopt. Deze gebruikt hij op een schone bodem.
Er vanuit gaan dat er zoiets bestaat als een ultieme rig die onder alle omstandigheden alle karpers zal vangen is een utopie. Karpers azen op verschillende manieren, dit kan gemakkelijk worden waargenomen als ze aan de oppervlakte azen. De ene karper zwemt in een rechte lijn naar het drijvende aas en slikt het aas weg zonder aarzelen, terwijl andere vissen veel voorzichtiger azen.
De ene vis is de andere niet. Dat geldt ook voor aasgedrag. Kortom: de ideale rig bestaat niet.
De boodschap die ik wil overbrengen: gebruik verschillende rigs als je zoveel mogelijk kans wilt maken om de volledige populatie karpers te haken die je visplek bezoekt. Wanneer ik met deze reeks artikelen er in slaag om een paar vissers de basismechaniek van een rig bij te brengen en aan het denken te krijgen, zodat ze hun eigen rigs kunnen ontwikkelen, dan ben ik in mijn opzet geslaagd. Laat ik om te beginnen een rig ontleden die ik als standaard beschouw tijdens het vissen op een ‘propere’ zandbodem.
Welk haakaas?
Meestal kies ik voor een zinkend haakaas omdat deze zich hetzelfde gedraagt als alle andere losse voerdeeltjes op de stek. Op water met een hoge hengeldruk kies ik daarentegen voor een heel langzaam zinkend haakaas.
Aangezien ik er van overtuigd ben dat karpers klein aas sneller tot zich nemen dan groot aas, kies ik in eerste instantie voor 10-15 mm groot aas. Ik schrijf ‘aas’ en niet boilies omdat ik alle opties wil openhouden. Met klein aas vang je niet enkel karper, maar ook witvis zoals brasem. Geen probleem om een paar brasems op korte afstand te vangen, maar vis je ver uit de kant, dan gebruik ik groter aas. Besef echter wel dat het gebruik van groter aas ten koste van de efficiency kan gaan. Trouwens, in vergelijking met mensen verschillen karpers niet veel wat voedselvoorkeur betreft. In grote lijnen wil dit zoveel zeggen dat je met één type aas nooit de volledige populatie karper gaat vangen.
Relatie haakaas – haak
Omdat ik graag klein aas gebruik, laat dit me eveneens toe om een kleine haak te gebruiken. Meestal kies ik voor een formaatje 6 of 8 van een zogenaamd ‘curved hook’ type. Zelfs als ik groter aas (20 mm+) gebruik, ga ik zelden voor een grotere haak.
De reden waarom ik voor dit formaat haken kies is dat ze sneller gevuld zullen worden zodra ze zich vastzetten in het vlees in de karperbek. Is de bocht van de haak eenmaal gevuld, dan zal tijdens de dril alle kracht hierop getransporteerd worden. In tegenstelling tot een haak die slechts gedeeltelijk is gevuld, zul je met een kleine haak zelden lossers hebben.
Bij een te grote haak komt de kracht voornamelijk op de haakpunt te staan en dit is zelden goed tijdens een dril. Ik krijg regelmatig vragen omtrent rigs, lossers blijken meestal het probleem te zijn. Een te korte hair is vaak het eerste euvel dat ik vaststel. Deze zorgt ervoor dat de haak door het haakaas wordt gemaskeerd en weinig gelegenheid krijgt om zich te vullen. Enkel de haakpunt vindt een houvast, waardoor de haak gaat insnijden in de karperbek: een geloste karper is het resultaat.
Meestal kies ik voor een formaatje 6 of 8 van een zogenaamd ‘curved hook’ type.
Andere opties zijn dat de haak uitbuigt of breekt. Steeds zal er met een beschuldigende vinger gewezen worden naar de haak. Als natuurlijke reactie grijpt de twijfelende hengelaar bijna altijd naar een groter formaat haak. Veelal resulteert dit in een rig die volledig uit balans is en daardoor minder karper op de mat brengt. Daarom is een iets langere hair met een normale haak altijd beter dan een enorme haak in combinatie met een korte hair.
Agressievere inhaking
Om je haak beter zijn werk te laten doen zijn er verschillende kleine details die kunnen helpen. Als allereerste is er de line aligner. Op het ogenblik dat Jim Gibbinson de line aligner ontwikkelde, realiseerde hij zich dat het verlengen van de haaksteel, waarbij hij ook de onderlijn door de wand van het krimpkous liet komen aan de binnenzijde van de haak, de agressiviteit van de haak vele malen zou verhogen. Hoewel kant-en-klare aligners verkrijgbaar zijn, gaat mijn voorkeur nog steeds uit naar een ouderwetse krimpkous.
Om de agressiviteit bij het inhaken te bevorderen is het aan te raden om de hair daar te laten vertrekken waar de bocht van de haak begint. Wanneer karper het haakaas in zijn bek neemt en de onderlijn strak zwemt, dan zal de combinatie van het gewicht van de haak plus het gewicht en de weerstand dat het haakaas in de bek opwekt, de neerwaartse beweging van de haakpunt positief beïnvloeden.
Om op dat punt de hair te fixeren gebruik ik een 2 mm grote hook bead, een soort rubberen kraal. Je kunt hiervoor echter eveneens een 3-4 mm lang stukje zachte silicone gebruiken. Een bijkomend voordeel is dat de plek waar de hook bead of stukje siliconen slang op de haak zit, je aanwijzingen kunnen geven over onopgemerkte aasopname.
Is de kraal of slang richting haakoog, tegen de line aligner opgeschoven, dan is de kans heel groot dat een karper er in is geslaagd om zich van de rig te ontdoen. In plaats van na de inhaking weg te vluchten van de stek, heeft de vis zich rustig gehouden en doormiddel van spiercontracties in de bek zich van de haak weten te ontdoen. Dit moet dan voor jou een teken zijn om in te grijpen. In een later artikel zal ik hier zeker op terugkomen.
Welk onderlijnmateriaal?
Er zijn veel verschillende typen onderlijnmateriaal verkrijgbaar. Mijn voorkeur gaat uit naar gecoat onderlijnmateriaal: een zachte, dyneema kern dat omhuld wordt met een plastic mantel.
Dit type materiaal laat je toe om deze op meerdere manieren te gebruiken. Je kunt de coating van de lijn strippen, zo blijft enkel de soepele dyneema kern over. Met de coating is de lijn stugger en stijver. Dyneema bezit een zeer geringe diameter t.o.v. de treksterkte en blijft vaak drijven.
Door de soepele kern te omwikkelen met een plastic buitenmantel, heft het gewicht van de mantel het drijfvermogen van de dyneema kern op. Ook al is dit het geval, toch zal ik een paar stukjes kneedbaar lood op de onderlijn aanbrengen om deze tegen de bodem aan te drukken.
Gecoat onderlijnmateriaal: wel of niet strippen?
Hoe lang moet de onderlijn zijn?
Wanneer ik op een harde bodem vis, ligt de lengte van mijn onderlijnen op tussen de 15 en 20 cm. Indien de kans bestaat dat mijn lood (en daarmee ook het aas) wegzakt in een zachtere bodem, dan gebruik ik een langere onderlijn.
Wil je regelmatig karpers vangen dan moet je je haakaas waarneembaar maken voor de karpers. Wordt je boilie in de modder getrokken dan is dit niet het geval. Een eenvoudige truc om te weten of mijn haakaas in de modder is getrokken of niet is door er simpelweg aan te ruiken. Ruikt deze sterk naar een stinkende modderbodem dan is een langere onderlijn, al dan niet in combinatie met een zwevende boilie hier de oplossing.
Wil je de ideale lengte van je onderlijn aan de weet komen dan moet je eveneens telkens de inhakingsplaats in de bek van de karper controleren. Bevindt deze plaats zich verder dan vijf centimeter in de bek dan is je onderlijn hoogstwaarschijnlijk te lang. Omgekeerd is eveneens waar. Ik probeer de karper steeds tussen de anderhalf en drie centimeter diep in de bek te haken.
Wij gebruiken cookies om onze website en onze service te optimaliseren.
Functioneel
Altijd actief
De technische opslag of toegang is strikt noodzakelijk voor het legitieme doel het gebruik mogelijk te maken van een specifieke dienst waarom de abonnee of gebruiker uitdrukkelijk heeft gevraagd, of met als enig doel de uitvoering van de transmissie van een communicatie over een elektronisch communicatienetwerk.
Voorkeuren
De technische opslag of toegang is noodzakelijk voor het legitieme doel voorkeuren op te slaan die niet door de abonnee of gebruiker zijn aangevraagd.
Statistieken
De technische opslag of toegang die uitsluitend voor statistische doeleinden wordt gebruikt.De technische opslag of toegang die uitsluitend wordt gebruikt voor anonieme statistische doeleinden. Zonder dagvaarding, vrijwillige naleving door uw Internet Service Provider, of aanvullende gegevens van een derde partij, kan informatie die alleen voor dit doel wordt opgeslagen of opgehaald gewoonlijk niet worden gebruikt om je te identificeren.
Marketing
De technische opslag of toegang is nodig om gebruikersprofielen op te stellen voor het verzenden van reclame, of om de gebruiker op een website of over verschillende websites te volgen voor soortgelijke marketingdoeleinden.