Home Blog Pagina 33

Zeewolf Tweedaagse

0

MALTHE RYGE – Zeewolf wordt vaak in verband gebracht met populaire visbestemmingen in Noord-Noorwegen. Veel dichterbij zijn ze echter ook te vinden. Malthe Ryge Petersen stapt na de kennismaking met het heekvissen (zie vorige editie) in het noordwesten van Denemarken opnieuw aan boord van charter MS Bodil, voor een tweedaagse trip op zoek naar de zeewolf van de noordelijke Noordzee.

Keuzestress, zo zou ik de vroege zomer kunnen samenvatten als het over vissen gaat. Met een sterker wordende zon en een stijgende watertemperatuur ontwaken veel vissen. Zo begint de riviervisserij op zeeforel, proberen grote snoeken weer op gewicht te komen, ontwaken karpers uit hun winterslaap en is de baars in topconditie. En ook op het zoute water is er genoeg keuze; het is de toptijd voor leng en zeewolf op Noordzeewrakken. Ik hoefde dan ook niet lang na te denken toen ik een uitnodiging kreeg voor een tweedaagse zeewolftrip met de MS Bodil.

Pollak en kabeljauw

De aankomst in de haven van Thyborøn is aangenaam. Met een prachtige zonsondergang aan de horizon laden we onze spullen in en groeten we onze medevissers, een mix van nieuwe gezichten en oude bekenden.

De afvaart van zo’n meerdaagse trip is totaal anders dan de gespannen sfeer die soms heerst als je binnen een paar uur klaar moet staan om te vissen. Nu hebben we tijd voor een paar biertjes en delen we sterke verhalen met onze reisgenoten. De rest van de reis maak ik niet meer met open ogen mee. Pas de volgende ochtend komen we aan op de eerste van een groepje wrakken op een kleine 70 mijl van de haven.

Na het ontbijt maken we in alle rust onze spullen klaar. Het is hier een meter of 75 diep en de wrakken in dit gebied hebben een prima zeewolfpopulatie. Terwijl wij onze knopen controleren en montages vergelijken met de andere vissers, voelen we dat de schipper de boot stillegt. De hoorn gaat en iedereen die is opgetuigd laat zijn spullen zakken. De bodem bereiken we nooit. Ik haak onderweg al iets stevigs. Het blijken twee pollakken van een kilo of vier te zijn. Mijn maat Kim heeft een nog zwaardere klus. Na een stevige dril mag ik een kabeljauw van 12,5 kilo voor hem gaffen.

THYBOREN LIGT STRATEGISCH AAN ZEE LANGS DE DOORGANG VAN DE NISSUM BREDNING OP WEST-JUTLAND

Subtiel op zeewolf

De stek bevat enorm veel vis. Er komt vooral kabeljauw naar boven, af en toe een koolvis en stevige pollakken. Tijdens de tweede drift komt dan ook de eerste zeewolf langszij. De vis heeft aas gepakt dat aan een afhouder is gepresenteerd. Voor de meeste vissers is dit het signaal om hun montage aan te passen. Vanaf dat moment kun je de concentratie voelen op het dek, terwijl twaalf mannen tegelijkertijd hun nieuwe aasmontage laten zakken.

Zeewolf vissen is vaak een subtiel spel. De vissen zijn erg voorzichtig en laten zich niet zo maar uit een wrak lokken. Het is de kunst het aas voorzichtig en met finesse te bewegen. Met de vinger constant aan de lijn voel je zo de kleinste tikjes.

Ik laat mijn aas heel voorzichtig tegen het wrak zakken om het daarna zachtjes op te tillen. De truc is om constant contact te houden met mijn aas. Het duurt niet lang voordat er zachtjes aan mijn lijn wordt getrokken. Ik laat mijn lijn strak lopen en zet de haak met een stevige ruk, die meteen wordt beantwoord met een serieuze run. De vis probeert het wrak weer te bereiken, terwijl ik alles op alles zet om dat tegen te gaan. Gelukkig lukt dat en krijg ik steeds meer grip op de dril. De zeewolf probeert nog een aantal keren de bodem te bereiken. Als naast de boot een grijs silhouet zichtbaar wordt is het oppassen geblazen. Een gehaakte zeewolf kan venijnig bijten met het enorme gebit waarmee ze zee-egels, krabben en schelpdieren kraken.

De drift is nog niet over, dus met een lange worp probeer ik nog een puntje wrak te raken. En met succes, want kort erna weet ik een leng van een pond of vijf aan boord te hijsen.

VRIJWEL ALLE HENGELS INEENS KROM ALS WE OVER HET WRAK DRIFETN

 

Nieuw wrak, nieuwe kansen

Na de lunch, tijdens de tocht naar een nieuwe stek, weten we wat ons te doen staat. Het wrak moet eerst ‘leeg’ voordat we bij de zeewolf kunnen. Zoals bij veel wrakken vangen we eerst kabeljauw, koolvis en pollak. Die visserij duurt vier drifts. Ook tijdens de vijfde en zesde drift is het voor mij nog kabeljauw. Mijn medevissers hebben meer geluk als zij de eerste zeewolven tot een kilo of vijf over de reling tillen.

Tijdens de zevende drift bereikt mijn aas eindelijk de bodem. Ik voel direct een zachte aanbeet. Als ik met een stevige ruk de haak zet, volgt er meteen die krachtige, korte run die ik zo gewend ben van zeewolf. Dit is duidelijk een betere vis. Een paar runs later probeer ik mijn tegenstander nog steeds in bedwang te krijgen. Maar dan lijkt het gevecht gedaan.

Terwijl schipper Per de gaff heeft gepakt zie ik wat mijn aas heeft gepakt. Het is niet het zo gewenste grijze silhouet met een reusachtige ‘wolvenkop’ met bijpassend gebit. In plaats daarvan zie ik twee zeewolven omhoog komen. De kleinste heeft het aas aan de ophanger gepakt, bedoeld voor roodbaars of poon. Ontevreden ben ik niet. De vissen wegen respectievelijk 6,4 en 8,2 kilo – dat is helemaal geen slecht doublet.

OP DEZE VANGST KAN MALTHE HEERLIJK SLAPEN

We vissen of ons leven ervan afhangt. En bij ieder volgend wrak herhalen we het ritueel. En dat werpt zijn vruchten af met een beloning die bestaat uit pollakken, wijting, koolvis, schelvis en af en toe een lom. Bijna iedereen heeft zeewolf gevangen. Voor een aantal vissers is het de eerste keer dat ze deze soort aan boord mochten hijsen. Van iedereen aan boord heeft alleen Anders geen zeewolf aan de haak weten te krijgen. En dat laat iedereen hem goed weten tijdens het diner. Maar Anders heeft morgen nog een kans om de nul van het bord te vegen.

Volledig onbescheiden heb ik mezelf gekroond tot zeewolfkoning van dag één. De grootste vis van mijn doublet blijkt namelijk ook de grootste zeewolf van de dag te zijn. Met een brede glimlach plof ik in mijn kooi.

>| Dit is een preview van het artikel Zeewolf Tweedaagse – Wil je het hele artikel lezen?

Dit artikel en nog veel meer interessante Zeevis artikelen kun je zien en lezen in ZHS 382 NU in de winkel of thuis op de mat.

Wil je 6x Zeehengelsport thuis op de Mat? Neem dan NU een voordelig jaarabonnement.

ABONNEREN

 

 


 

Visreis.nl | Skreifestival – dag 5

0

MARTIJN DEKKERS – Op onze vierde visdag is het nog iets onstuimiger dan gisteren. De kop van Silda is nu niet meer te bereiken, wellicht dat het in de middag wat beter gaat, maar dat zal eerst nog moeten blijken. Joris staat vandaag bij ons op de Grumpy, met zijn vijven gaan we achter de heilbotten aan.

We varen een stuk richting de wonder-stek van gisteren. Het laatste stuk om de hoek gaan we ons echter niet aan wagen, dat moet je ook niet willen. Ondanks dat de boten het echt wel gaan houden is het geen verstandige keuze door te varen. Een ongeluk zit in een klein hoekje, zeker wanneer je met een mooie vis in de weer bent. We zoeken dezelfde diepte op en alle spinhengels worden voorzien van sandeels.

JORIS LEERT ARJAN DE TECHNIEK OM HEILBOTTEN TE VANGEN

Vol verwachting klopt ons hart, zeker als we de eerste drift al twee heilbotjes weten te vangen, maar we hebben blijkbaar te vroeg gejuicht. Wat we ook doen, we krijgen geen heilbot meer aan de haak. Sterker nog, er komt op een zeewolfje en gulletje na niets aan boord. Waar het aan ligt weten we niet, echt actief zijn ze vandaag niet en met deze omstandigheden is het ook extra lastig je aas goed te presenteren.

FRANS MET DE MOOISTE VAN DE DAG

De Lissy en de Nicky liggen vlak bij ons, maar wel iets verder uit de kant, daar komen wel wat heilbotten aan boord, maar wild is het zeker niet. Zij hebben ook beduidend minder last van de valwinden die tijdens de buien over de bergen heen komen. Dat doet ons ook besluiten de driften iets verder van de bergwanden te maken. De diepte is nagenoeg hetzelfde, de vangsten ook, maar de wind wel iets minder.

VEILIGHEID VOOR ALLES, DE BOOTVERHUURDER CHECKT REGELMATIG ONZE POSITIES.

De aanbeten worden op alle boten wat minder, de vraag of het de moeite om door te blijven vissen speelt bij me op. In het huisje hebben we koffie, een eitje, het is er lekker warm en we zijn gezellig met elkaar. Ik hou het nog even voor me, maar dan laten ook de andere deze gedachte doorsijpelen. We gooien voor vandaag de handdoek in de ring. De onmisbare drijfzak wordt binnengehaald en we zetten koers richting de steiger.

Nu hebben we ook de tijd om de boot weer tiptop in orde te brengen. We ontzouten onze materialen, knopen onderlijnen en doen andere werkjes waar we na lange visdagen niet aan toe komen of ons niet toe kunnen zetten.

De Nicky en Lissy vissen nog even door, maar verschijnen ook gewoon op tijd in de haven. We hebben het geprobeerd, wat gevangen en zijn uitgewaaid. Én er staat vanavond nog een samenkomst op het programma. Cor heeft een speciale ruimte, het Prathus, ingericht zodat alle vissers hier gezellig kunnen samenkomen. Cor heeft prachtig malse, koud gerookte heilbotfilets voor ons gemaakt. Ze smaken perfect rokerig en niet te zout, dank je Cor!

We hebben allemaal ons eigen hapje en drankje meegenomen en keuvelen de hele avond over van alles en nog wat. Uiteraard komen er meer dan genoeg visreis ervaringen aan bod, maar ook diverse andere zaken zoals onze Nederlandse visserijen rollen over de tafel. Er worden zelfs afspraken gemaakt om eens samen vistrips te ondernemen of in Nederland eens samen te gaan vissen. Dat is iets dat je overigens erg veel voorbij ziet komen tijdens groepsreizen. Er zijn al meerdere goede vriendschappen gesloten tijdens georganiseerde groepsreizen!

Bijna iedereen doet rustig aan met de alcohol, we hebben morgen immers weer een visdag op het programma staan. We kunnen niet naar de stekken van de afgelopen dagen, maar in de fjorden valt prima te vissen. Wat de visserij gaat brengen weten we niet, er is ook maar een manier om daar achter te komen…..

>| LEES ALLE SKREIFESTIVAL UPDATES

 

 

 

 

 


 

Visreis.nl | Skreifestival – dag 4

0

MARTIJN DEKKERS – Op onze derde visdag staat er aardig wat wind, maar dat gaat de pret echt niet bederven. Onze locatie biedt erg mooie mogelijkheden wanneer het wat harder waait. Vooral langs de randen van het eiland Silda kan je lekker in de luwte liggen en gewoon lekker vissen, tot een bepaalde hoogte natuurlijk. Met de wind van vandaag kunnen we redelijk ver naar de kop van het eiland, alle drie de boten kiezen dan ook voor deze optie.

De boot van Henk gaat vissen op een plateau op zoek naar heilbot, wij gaan op zoek naar zeewolven op langzaam aflopende randen en de boot van Marcel blijft wat meer in de luwte op zoek naar alles wat wil bijten. We komen na een hobbelig ritje aan op de kop van Silda, net voor het hoekje waar de wind als een malle langs waait. Last hebben we daar gelukkig niet van. Net wat hoger ligt Henk, die trotseren de hogere golven, maar worden rijkelijk beloond blijkt later!

Arjan heeft nog nooit een zeewolf gevangen, het is haast niet voor te stellen dat hij deze vandaag niet gaat vangen. Hij monteert een havfiskeboom met aan de haaklijn een muppet voor extra attractie en een stukje vis op de haak. De bedoeling is om agressie uit te lokken bij de zeewolven. De techniek is door met je lood op de bodem te bonken en dan vervolgens op te liften. Zo vis je de bodem af tot een zeewolf het aas pakt. Het duurt niet lang voor de eerste zeewolf zich meldt, Johan is de gelukkige, maar Arjan volgt hem op de voet. Ze kunnen samen op de foto.

JOHAN EN ARJAN SUCCESVOL OP ZEEWOLF

Zelf kies ik ervoor om met de shad te vissen op heilbot, maar dat wilt niet echt lukken. Bij Henk en Joris lijkt het beter te lukken, zij vangen in de eerste drift al 20(!) heilbotten. Op 25 meter lijken ze opgestapeld te liggen. Een ware vreetorgie onder water. Het wordt zelfs zo gek dat de heilbotten elkaar tot aan het oppervlak volgen en zelfs uit het water springen, dit heeft nog niemand van ons meegemaakt.

SJOERD MET EEN MOOIE HEILBOT

Ondertussen gaan de heren op de Lissi, de boot waar Henk op staat lekker door met vangen, de teller loopt al aardig door. Wij vissen dezelfde diepte, maar willen niet nog verder richting de kop. De sandeels, al dan niet met een krulstaart blijken de truc voor vandaag. Als we dan over een diepte van 30 meter driften is het wel raak bij mij. Er wordt eerst een paar keer aan het staartje getrokken en vervolgens buigt de hengel diep door, het moment om de haak te zetten! Een mooie heilbot van rost meters lijn van de molen voordat hij omhoogkomt. Na een paar wanhopige pogingen geeft hij het op, eindelijk toch een heilbot. Aan de andere kant van de boot staat Johan ondertussen ook te vechten met een mooie heilbot, nummer twee is een feit. Helaas krijgen we enkel nog wat staartplukkers en nummer drie komt niet meer aan boord.

FRANK MET EEN KROMME HENGEL, ZO ZIEN WE HET GRAAG

Het is genoeg geweest, we moeten nog 45 minuten terugvaren en de magen rammelen van alle kanten. Wetend dat Joris ons vanavond verse kibbeling van kabeljauw en zeewolf voorschotelt kunnen we niet meer wachten. Maar Joris vist natuurlijk lekker door, zij sluiten de dag af met het ongelofelijke aantal van 71 heilbotten. Met vissen tot een meter hebben zij zich meer dan prima vermaakt op het lichte materiaal.

DE BELONING VOOR MARTIJN

De meeste heilbotten hingen aan de stingerhook, dat is vaker zo. Helaas hebben Arjan en Johan deze niet bij zich, maar Arjan bedenkt een hele goede oplossing! Met wat tyraps en losse haken fikst hij super goede stingerhooks, die komen morgen wellicht weer van pas, ook dan gaat het weer waaien en zijn we aangewezen op de fjorden.

De visdag van morgen zal wat later van start gaan. Rond een uur of tien wordt het wat rustiger op het water, daar gaan we even op wachten. Geen straf natuurlijk, want vanwege de gezelligheid gaan we alle dagen later naar bed dan normaal en staan we steeds weer vroeg op om op tijd te kunnen gaan vissen. De wekker zetten we iets later en we gaan genieten van een uitgebreid ontbijt, wat we daarna gaan beleven lezen jullie morgen weer….

>| LEES ALLE SKREIFESTIVAL UPDATES

 

Accu’s – Waar moet je op letten?

0

THOMAS KUIJPER – Aan de waterkant, maar zeker wanneer je het water op gaat onmisbaar; accu’s. Jarenlang waren dit enkel zware loodaccu’s, maar tegenwoordig zijn lithium accu’s een serieus alternatief waarvan voornamelijk de aanschafprijs wel eens in de weg staat om hiervoor te kiezen. Maar is dit wel terecht? En waar moet ik op letten bij het kiezen van de juiste accu? Op deze vragen gaan we in dit artikel antwoord geven waarbij we gaan beginnen met de basis.

ACCU’S BINNEN DE HENGELSPORT; WE KOMEN ZE OVERAL EN STEEDS VAKER TEGEN.

Hoe werkt een accu?
Een accu heeft 2 polen, een positieve en een negatieve pool, afhankelijk van of je de accu oplaadt of ontlaadt vindt er een reactie plaats waar in elektronen van de positieve naar de negatieve kant verplaatsten. Dit effect heet redoxreactie (reductie-oxidatie), waarbij de elektronen van de kathode worden vrijgemaakt(reductie) en via een elektrochemische reactie aan de anode binden(oxidatie). Hierdoor ontstaat een potentiaalverschil en elektrodestroom tot gevolg, dit kan worden gebruikt om een gebruiker aan te drijven, zoals een elektromotor.

Soorten accu’s
In de basis zijn er twee soorten accu’s die in de hengelsport gebruikt worden:
1: Lood accu’s, verder opgedeeld in o.a. AGM en gel accu.
2: Lithium accu’s, verder opgedeeld in o.a. LFP(LiFePO4) en NMC.’

DUBBELE OPLADERS; DAT SCHEELT TIJD

Lood accu’s
Lood accu’s waren lange tijd de meest voorkomende accu’s, meestal in een onderhoudsvrije variant waarbij het niet mogelijk is om elektrolyt bij te vullen. Zo’n onderhoudsvrije accu is een gesloten systeem, vandaar de naam sealed lead acid, ofwel SLA. Wanneer de accu is voorzien van een overdrukventiel wordt er gesproken over Valve Regulated Lead Acid, ofwel VLRA.

Een SLA of VLRA-accu kan zowel een AGM (absorbed glass mat) als gel accu zijn, waarbij de elektrolyt verwerkt is in een soort gel. Door deze gel kunnen elektronen minder vrij bewegen dan bij AGM, waardoor gel accu’s doorgaans minder hoge ontlaadstromen aankunnen dan AGM-accu’s. Een voordeel van GEL accu’s is wel dat je ze meestal in meerdere posities kunt monteren (zoals op hun kant) wat bij AGM-accu’s dan meestal niet kan.

Verder wordt er vaak onderscheid gemaakt tussen startaccu’s, deep-cyle, tractie en semi-tractie accu’s. Hierbij is de startaccu met name geschikt voor het leveren van kortstondig hoge stromen (voor het starten van een verbrandingsmotor), deze “startkracht” wordt aangeduid in CCA, Cold Cranking Amps. De andere drie, deep-cyle, tractie en semi-tractie accu’s zijn allemaal accu’s die in tegenstelling tot startaccu’s ontworpen zijn om langdurig een bepaalde (lage) stroom af te geven. Deze accu’s kunnen doorgaans veel dieper worden ontladen op regelmatige basis zonder een hoge chemischeslijtagegraad.

Lithium accu’s
Als we kijken naar de lithiumtechnieken die het meest voorkomen in de hengelsport zijn dat NMC en LFP. Er zijn nog tal van andere accuvormen die op lithium gebaseerd zijn maar die komen in de praktijk weinig voor in de hengelsport.

APARTE ACCU’S VOOR ELEKTROMOTOR EN DIEPTEMETER VOORKOMT STORING

Zowel de LFP als NMC accu die je meestal tegenkomt vallen in de categorie Li-ion. Regelmatig kom je tegen dat importeurs met de term Li-ion enkel op NMC type accu’s doelen, hoewel het eigenlijk een overkoepelende term is voor zowel LFP(LiFePO4) als NMC. Goed om te weten dus dat een LiFePO4 accu een type li-ion accu is!

NMC Net als bij de loodaccu´s zitten er verschillen, voor- en nadelen, tussen de LFP en NMC type li-ion accu’s. Welke accu voor jou het meest geschikt is is een trade-off, want de ideale accu bestaat niet. Daarom is het belangrijk om je te verdiepen in de technieken om de keuze te maken die voor jou het meest geschikt is.

NMC ofwel Nikkel Mangaan, Kobaltoxide is een hele populaire chemische samenstelling, commercieel sterk door de relatief gunstige prijs en de hoge energiedichtheid – wat betekent dat je er relatief zeer lichtgewicht accu’s van kunt maken die veel energie kunnen opslaan. Ter info, we gaan in dit artikel even uit van de li-ion variant en laten LiPo buiten beschouwing gezien deze in de praktijk niet gebuikt wordt voor de hengelsport.

HEB JE KANS OM TUSSENDOOR OP TE LADEN? DOE DAT

LFP
Ook wel bekend als LiFePO4 of Lithium ijzer fosfaat, heeft in de basis een langere levensduur dan NMC vanwege de lagere slijtagegraad. Omdat de energiedichtheid en de nominale celspanning lager is zal je meer cellen nodig hebben om tot eenzelfde vermogen te komen als NMC-cellen. Dit resulteert in een hogere kostprijs en grotere en zwaardere accu’s dan wat met NMC mogelijk is. Positief punt van LiFePO4 buiten de levensduur is de veiligheid die aan de cellen wordt toegeschreven.

Spanning (V)
De spanning, ook wel voltage(V), wordt bepaald door het aantal cellen dat in serie staat. Hoe hoger het voltage, hoe “krachtiger” deze is (want groter potentiaalverschil tussen de plus en minpool).

Stel dat de cellen in bovenstaand schema 2V per stuk zijn, dan is het complete systeem 2*4= 8V

Naarmate een accu “leeg” raakt tijdens het gebruik daalt de spanning, dat geldt voor alle type accu’s. Het spanningsverloop van een lood accu is over tijd meer lineair te noemen dan het geval is bij lithium accu’s. Bij lithium accu’s is het spanningsverloop tussen grofweg 90% en 10% vrij horizontaal terwijl juist bij het begin en einde de spanning snel daalt.

Hoe komen we nou bij de voltages die staan aangeven op een accu? Daarvoor moeten we het nominale (let op; dit is iets anders dan “gemiddelde”) voltage van de accu berekenen.

Dit nominale voltage kun je berekenen door het aantal cellen dat in serie staat te vermenigvuldigen met de onderstaande nominale celspanning. Hieronder staat een overzicht van nominale voltages van verschillende chemische samenstellingen:

  • (Li-ion) NMC 3.6V
  • (Li-ion) LiFePO4 3.2V
  • Lood/zuur (AGM/gel) 2.0V

Ofwel, een lithium ion NMC-accu met 7 cellen in serie (7S) heeft een nominale spanning van (7*3.6=) 25.2V. Dit ronden we dan vaak (onterecht) af naar 24V. In geval van 6S lood/zuur kom je op 12V. Jawel; een 12V loodaccu bestaat uit 6 cellen.

DIGITAAL CHECKEN VAN JE ACCU’S; HANDIG!

 

Misschien is het je wel eens opgevallen dat wanneer het over de spanning van een accu gaat dit vrijwel altijd 12V is of een meervoud hiervan. 12V, 24V, 36V enz. Dit is niet helemaal toevallig maar het is wel vrij verwarrend en dit is waarom: Jarenlang hebben we voornamelijk de keus gehad uit loodaccu’s van 12V. Met lood/zuur als chemische samenstelling is dit ook goed te doen, immers, door de nominale cel spanning van 2V kun je er 6 in serie plaatsten om 12V te creëren.

Veel machines en apparaten zijn gebouwd om op deze setup te kunnen werken. Maar met de transitie naar lithium (Li-ion, NMC) gaat deze vlieger niet meer op en wordt het een hopeloze situatie. Sommige importeurs gaan met 4 cellen in serie aan de slag waardoor je nominaal veel te hoog uitkomt (14.4V), andere maken er 3 cellen van en komen op 10.8V. Daarbij rekenen ze meestal met 3.7V en noteren ze 11.1V in hun datasheet, wat dus niet klopt. Hoe dan ook zal in dat laatste geval jouw apparatuur niet kapotgaan omdat de spanning te hoog is, wel is er kans dat deze zich voortijdig uitschakelt omdat de apparatuur die ontworpen is voor loodaccu’s vaak een low voltage beveiliging heeft rond de 10V, hierdoor kun je dan niet het het hele potentieel gebruiken van je 3S li-ion NMC-accu.

OOK DE BELLYBOAT IS TEGENWOORDIG VOORZIEN VAN EEN MOTOR

De conclusie is dus duidelijk, 12V accu’s kun je niet maken met Li-ion NMC ondanks dat importeurs je graag anders doen geloven. Naast de lichtgewicht Li-ion NMC-techniek zullen we hetzelfde sommetje gaan maken met Li-ion LFP. Cellen van 3.2V nominaal, 4 stuks in serie geeft 12.8V. Ook hier mee kom je boven de 12V nominaal van de lood/zuur technieken maar we komen al in de buurt en het volgende gegeven hierin is interessant: De bandbreedte van het spanningsverloop van een 4S LFP-accu valt binnen de bandbreedte van een een (6S) 12V lood/zuur accu! Dit is te zien in de onderstaande grafiek waarbij de gewenste bandbreedte roze is gemaakt:

 

 

Grafiek 1; Weergave van spanningsverloop van diverse “12” Volt accu’s, waar bij de L/Z 6S de oorspronkelijke 12V loodaccu vertegenwoordigt. 

 

Capaciteit (Ah of Wh)
De capaciteit van een accu, ook wel Ampère-uur (Ah) wordt bepaald door de totale oppervlakte van de anode en kathode per cel en hoeveel er van deze cellen parellel staan.

Stel dat de cellen in bovenstaand schema een capaciteit hebben van 10Ah per stuk dan is de totale capaciteit 10*4= 40Ah. Als de cellen in dit voorbeeld een spanning hebben van 2V blijft de spanning van het hele systeem 2V.

Capaciteit van een accu is relatief, dat betekent dat de capaciteit van accu’s afhankelijk is van externe factoren zoals temperatuur, maar ook hoe deze wordt gebruikt. Wanneer een accu van 10Ah heel snel wordt ontladen (bijvoorbeeld met een zware motor) heeft deze minder capaciteit (dus minder dan 10Ah) dan wanneer je deze heel langzaam leeg trekt (bijvoorbeeld een klein klokje), dan is de capaciteit juist meer. Loodaccu’s hebben hier veel meer last van dan lithium accu’s, dit effect heet “Peukert effect”.

Het Peukert effect wordt op sommige loodaccu’s in beeld gebracht door een tabel waarin wordt weergegeven op hoeveel capaciteit (in Ah) gerekend kan worden bij bepaalde ontlaadstromen, weergegeven als tijd waarin de accu wordt ontladen van vol naar leeg. Voorbeeld tabel:

  • 5 uur | 30Ah
  • 10 uur | 33Ah
  • 20 uur | 36 Ah

Zoals je ziet, wanneer je heel lang over het ontladen doet, ofwel een lage stroom, haal je aanzienlijk meer energie uit deze accu dan wanneer je hem heel snel ontlaadt.

Ondanks dat capaciteit vaak wordt uitgerukt in Ah, is het nauwkeuriger om de capaciteit van een accu uit te drukken in Wh (Wattuur), ofwel Voltage(V) * Ampère uur (Ah). Dit geldt met name voor alle accu’s lithium accu’s waarbij de nominale spanning dus is afgerond 12V of een meervoud daarvan. Als de capaciteit in Wh niet is aangegeven op een accu is dit eenvoudig zelf uit te rekenen door de nominale spanning te vermenigvuldigen met de capaciteit in Ah. Voorbeeld een 3S 12V 10Ah accu gebouwd met Li-ion NMC-cellen: 3.6*3*10=108Ah. Dit is een groot verschil met een 4S 12V 10Ah accu, waarbij je uitkomt op 144Ah. De effectieve capaciteit van de laatste variant is veel hoger. Overigens goed om te weten, veel importeurs melden hier foutieve informatie, dit hoeft natuurlijk niet moedwillig te zijn, het kan ook gebrek aan kennis zijn.

Capaciteit wordt dus uitgedrukt in Ah of Wh. Het is dus fout om te zeggen dat een accu een capaciteit heeft van 100A. Enkel A, of Ampère, is de manier om stroomsterkte uit te drukken en heeft niks met capaciteit te maken. Je kunt het zien als zeggen dat je een auto heel snel voorbij zag rijden die minimaal 100 kilometer reed, ipv 100 kilometer per uur.

Cost of ownership

De afweging tussen het kopen van een lood- of lithium accu kun je baseren op het feit dat het gewicht veel lager is maar voor velen is de prijs minstens zo belangrijk. Lithium accu’s zijn nog altijd vele malen duurder in aanschaf dan loodaccu’s. Toch zou een lithium accu op termijn een goede investering zijn wanneer deze minimaal net zo veel keer langer meegaat dan hij duurder is dan een lood accu. Ofwel, de cost of ownership. In theorie zou een kwalitatieve lithium accu gemakkelijk 10 jaar mee kunnen bij twee keer per week vissen, maar dit hangt naast de kwaliteit ook af van hoe deze wordt gebruikt. Er zijn namelijk een aantal situaties die de levensduur ernstig beïnvloeden op de verkeerde manier. Enkele belangrijke voorbeelden:

  • Opladen onder het vriespunt. Buiten dat dit de levensduur van de accu ernstig verkort, is het ook potentieel gevaarlijk. Voorkom dit dus te allen tijde.
  • Wanneer je de accu langere tijd niet gebruikt zorg dan dat je hem niet helemaal opgeladen, maar zeker niet helemaal ontladen wegzet. Af en toe controleren wat de status van de accu is is aan te raden. Afhankelijk van het type lithium kun je grofweg zeggen dat je tussen de 80% en 30% goed zit.
  • Het draaien van volledige cycli of diepontladingen. Ofwel, op regelmatige basis de accu net zo lang gebruiken tot hij helemaal leeg is. Met name aan de onderkant van de bruikbare capaciteit is de chemische slijtage vrij hoog. Dus heb je de kans om tussendoor te laden? Doe dat.

Sommige importeurs blijven stug volhouden: Je kunt de volledige capaciteit gebruiken zonder nadelige gevolgen. Dat is dus niet waar, de chemische slijtage is hoger. Verder kan gesteld worden dat wanneer je je binnen de opgegeven waardes uit de datasheet van de betreffende accu begeeft je in theorie vele malen langer plezier kunt hebben van een lithium accu dan een op lood gebaseerde accu. We gaan niet in op het aantal cycli dat je al dan niet kunt doen met een lithium accu, hiervoor moet namelijk eerst de term “cyclus” gedefinieerd worden incl. alle bijbehorende factoren als restcapaciteit en gebruikscondtities. Omdat dit vrijwel altijd ontbreekt kun je dit het beste met een korreltje zout nemen. Op deze manier is het namelijk een holle uitspraak waar je niet mee kunt rekenen.

WE HEBBEN TEGENWOORDIG NOGAL WAT STROOM NODIG TIJDENS HET UITOEFENEN VAN ONZE HOBBY

Welke lithium accu heb jij nodig?
Als je overtuigd bent van de voordelen van lithium accu’s zijn er een aantal tips. Heb je een 12V accu nodig? Zorg dan dat die van het type LiFePO4 (LFP) is. Is de spanning van je systeem hoger dan 12V kun je ook kiezen voor een Li-ion NMC-techniek.

Welke capaciteit je kiest is afhankelijk van je verbruik. Als je nu een 24V 100Ah loodaccu setup gebruikt die je in 5 uur leeg trekt zou je kunnen zeggen dat je met 80Ah lithium redelijk wegkomt. Vergeet daarbij niet; capaciteit is relatief, en zeggen dat 100Ah lood gelijk staat aan 80Ah lithium heeft een vrij hoog goochelshow gehalte. Het is namelijk te verklaren en uit te rekenen. 100Ah is 100Ah, zo lang je opereert met de gegevens waarop de capaciteitsberekening is gebaseerd.

Over dimensioneren is anticiperen. Wanneer je een lithium accu kiest, wees dan niet te zuinig met de capaciteit. Enkele voordelen van iets meer capaciteit dan nodig:

  1. De slijtagegraad is lager omdat je minder aan de onderkant van de capaciteit komt waar de slijtagegraad hoger is.
  2. Buiten dat de accu minder snel slijt is er ook meer “slijtage ruimte”.
  3. Je kunt in de toekomst eventueel meer energiegebruikers toevoegen.
  4. Niemand klaagt over te veel energie. Wel over te weinig.
DE BATTERY LABS ACCU (RECHTS) STOND NAAST DE VOLLEDIG GEDESINTEGREERDE ALI-ACCU, MAAR HEEFT GEEN KRIMP GEGEVEN DANKZIJ DE VELE BEVEILIGINGEN.

Sommige accu’s zijn ontworpen om parallel te schakelen waarbij je de capaciteit van het gehele systeem kunt vergroten. Dit heeft als bijkomend voordeel dat je een vorm van redundancy hebt, mocht een accu onverhoopt uitvallen heb je de andere(n) die ervoor zorgen dat jij niet zonder energie komt te zitten.

Of je een accu in Nederland koopt of toch aan de slag gaat op Alibaba is een interessante kwestie. Immers; vrijwel alle accu’s van de “grotere merken” in de hengelsport zijn op Alibaba te vinden, maar vele malen goedkoper. Ze halen ze zelf ook uit China, vandaar. De importeurs houden zelf graag voor dat het Nederlandse producten zijn, maar dat is helaas niet waar.

Wanneer je veel verstand hebt van elektronica en lithium accu’s kies je waarschijnlijk niet voor zo’n relatief dure Chinese accu met een Nederlandse sticker. Begrijpelijk. Maar wanneer je minder verstand van deze materie hebt is het misschien nog niet zo gek om een importeur te vinden waar je in ieder geval een vorm van garantie hebt.

MEER LEZEN

 

 

 

 


 

Visreis.nl | Skreifestival – dag 3

0

MARTIJN DEKKERS – Onze tweede visdag is de dag dat iedereen vol adrenaline zit! Waar de dag gisteren nog een beetje in het teken stond van zoeken, oriënteren en kijken welke technieken er werken zijn we nu wijzer en kunnen we rechtstreeks naar de beste stekken varen. Deze stekken zijn de steile randen vlak bij het eiland Loppa, om exact te zijn zuid van Loppabaan.

Alle drie de boten lagen in hetzelfde gebied, dat overigens groot genoeg is. Het weer is prima om heerlijk te driften, weinig wind, weinig golfslag en een heerlijke temperatuur voor deze tijd van het jaar. Al snel druppelen er foto’s van de vangsten binnen in onze whatsappgroep. Op alle drie de boten worden mooie vangsten gedaan. De vangsten bestaan uit een mix van dikke kabeljauwen, wat heilbotten en dat afgewisseld met wat mooie zeewolven. De visserij van vandaag is wat typerend, we vissen niet in grote scholen skrei waarbij je het aas laat zakken en er vrijwel meteen een aanbeet volgt. Die scholen komen we eigenlijk gewoon niet tegen. Het is echt vissen en dat maakt het natuurlijk wel extra leuk.

 

Joris staat vandaag bij ons op de boot en neemt de taak van schipper op zich. De eerste driften maken we over randen die ergens tussen de 70 meter en 100 meter diepte liggen. De shads laten we helemaal naar de bodem afzakken en vissen steeds wat hoger de waterlagen af. Zo proberen we te weten te komen op welke diepte de vis zich bevindt. De meeste aanbeten volgen tot 15 meter boven de bodem. Toch blijkt het verstandig te zijn om ook wat hoger door te vissen tot half water, liefst met korte tussenpozen. Zeker de heilbotten die gevangen worden lijken het aas te volgen en vervolgens pas toe te happen.

We zien haast geen vissen voorbijkomen op de dieptemeter, maar we vangen ze wel. Als we dan wat vissen voorbij zien komen zijn de plukjes zo klein dat we eigenlijk al te laat zijn om er gericht op te vissen. Ook op de bodem zijn het van deze kleine plukjes. Soms krijgen we een tijdje geen aanbeet om vervolgens weer met meerdere kromme hengels aan boord te staan. Gelukkig helpen we elkaar graag en wie niet met een kromme hengel staat draait binnen en helpt met landen en fotograferen.

Ons groepje neemt geen vis mee naar huis, wij vissen enkel catch & release, zoals we dat ook in Nederland doen. Natuurlijk gaat er wel iets mee naar huis, maar we houden het beperkt tot wat we deze trip in de avond opeten. Met deze vis maken we heerlijke nasi, lekkere kibbeling en zelfs overheerlijke gevulde vissoep.

Natuurlijk kan je er ook voor kiezen je vis te fileren, in te vriezen en de filets mee naar huis te nemen. 18 kg filet is toegestaan en hier bij het viskamp Loppa Seafising zijn ze hier prima op ingesteld. Op aanvraag regelen zijn piepschuim kisten zodat je de ingevroren filets ook bevroren thuis kan krijgen! Fileren kan in de speciaal ingerichte fileerruimtes om vervolgens de filets in een van de vriezers in te vriezen.

Het formaat vissen is echt goed, haast allemaal grote vissen van 10 kg, 15 kg en zelfs over de 20 kg en dat is toch wel het doel wanneer je gaat vissen op skrei. De grootste vissen van de dag is voor Frank die een dikke kabeljauw van 128,5 cm en 27 kg zwaar weet te vangen, wat een bakbeest zeg! Zelf mag ik me gelukkig prijzen wanneer ik op half water een 119 cm lange en 24,5 kg zware skrei weet te haken. Tegen het einde van de dag krijg ik echter nog een droomvis aan de haak.

Ik sta wat met Joris te keuvelen over diverse visreizen terwijl ik wat aan het binnen draaien ben. Als ik mijn shad even stil laat hangen voel ik een zachte tik op de hengeltop, uit reflex sla ik aan. Hengel hoepel krom, maar weinig beweging. De eerste gedachte gaat uit naar een hele dikke kabeljauw, maar binnen no-time is de vis op de bodem, duidelijk een flinke heilbot.

Het wordt 20 minuten geven en nemen op het redelijk lichte materiaal. Als deze vloermat langs de boot ligt duikt hij nog even terug naar half water, maar de tweede keer weet Joris de gafhaak door de bek te halen. We besluiten de vis niet binnen te halen en langs de boot te fotograferen. Puur voor het welzijn van deze prachtige vis. Dit is voor onze boot de afsluiter, het is welletjes geweest, morgen weer een dag.

De boot van Henk komt pas laat binnen en daar hebben ze een hele goede reden voor. Zij stuitte op een grote school skrei en vangen de sterren van de hemel. Van 90 meter diepte tot half water ligt het vol grote vissen, dan denk je niet eens aan terug varen…

Morgen wordt het wat winderig, maar op deze locatie bieden verschillende eilanden genoeg beschutting om toch te kunnen gaan vissen. De kans is er altijd, maar de verwachting is dat we het met wat minder grote vissen moeten gaan doen, maar met aangepast materiaal is dit ook gewoon een zeer leuke visserij!

>| LEES ALLE SKREIFESTIVAL UPDATES

MAARTSNOEKEN

0

OP HET ONDIEPE 
Er bestaat een periode waarbij je als snoekvisser eigenlijk niet van het water weg mag blijven. Maart is voor mij nog steeds een maand waarin je geweldig kunt genieten van dat malle snoekvissen. De temperatuur kan al top zijn, er is weer volop leven in de natuur en snoek kan het ontzettend goed doen. Ze willen zich maar wat graag met je kunstaas bemoeien en dat maar al te vaak in zeer ondiep water.
Tekst & foto’s: Bertus Rozemeijer
Ik kan me voorstellen dat je jezelf afvraagt...


Dit is een premium artikel.

Het hele artikel kun je lezen in Beet Magazine, voor slechts € 62,50 per jaar 9x thuis op de mat. Beet Magazine is als los exemplaar te koop voor € 7,95 in de betere hengelsportspeciaalzaak en de boekhandel.

ABONNEREN

9x Beet thuis op de mat!

 



KOPVOORN & CO

0

Wintervissen op kleinere rivieren
Kopvoorn is een prachtige vis die helaas in ons land maar op een paar rivieren en beken zwemt, en een soort die maar door heel weinig mensen doelgericht bevist wordt. Een vis die zich moeilijk laat haken ondanks zijn grote bek. Ze nemen het aas tussen hun lippen en bij een klein beetje weerstand laten ze je aas direct weer los. Deze moeilijkheidsgraad maakt het extra leuk als je dan zo'n prachtige kopvoorn mag vangen in een mooi winters decor. Korum prostaffer T...


Dit is een premium artikel.

Het hele artikel kun je lezen in Beet Magazine, voor slechts € 62,50 per jaar 9x thuis op de mat. Beet Magazine is als los exemplaar te koop voor € 7,95 in de betere hengelsportspeciaalzaak en de boekhandel.

ABONNEREN

9x Beet thuis op de mat!

 



VOERVARIATIE

0

Met Nick Speed
Grondvoer is voor veel witvis- en commercialtechnieken het uitgangspunt voor de voeraanpak. De bereidingswijze is vrij basic, of toch niet? De Britse topvisser Nick Speed kwam speciaal voor Beet Magazine naar Nederland en laat ons nadenken over de wijze waarop je voer kunt bereiden, aanpassen en inzetten.
Tekst & foto’s: redactie
Een uitdaging kon je het wel noemen. Nick zou in de ochtend met de veerboot in Nederland arriveren, naar de Vossekuil rijden, en in de namiddag alwee...


Dit is een premium artikel.

Het hele artikel kun je lezen in Beet Magazine, voor slechts € 62,50 per jaar 9x thuis op de mat. Beet Magazine is als los exemplaar te koop voor € 7,95 in de betere hengelsportspeciaalzaak en de boekhandel.

ABONNEREN

9x Beet thuis op de mat!

 



EEN BEWOGEN JAAR

0

HET INTERNATIONALE VISJAAR
Voor de nationale en internationale viswedstrijden is 2021 een heel vreemd visjaar geworden. In de eerste helft van het jaar werden simpelweg alle kampioenschappen afgelast. Gelukkig veranderde dat in de tweede helft van 2021 en konden nog een aantal kampioenschappen gevist worden. En naast de uitslagen konden we weer nieuwe, interessante zaken in het logboek noteren.
Tekst Jan van Schendel, foto’s Gerda Swart, Edgar Kuus, Gerrit Ansing, Lucien de Rade en Walter Lens.
...


Dit is een premium artikel.

Het hele artikel kun je lezen in Beet Magazine, voor slechts € 62,50 per jaar 9x thuis op de mat. Beet Magazine is als los exemplaar te koop voor € 7,95 in de betere hengelsportspeciaalzaak en de boekhandel.

ABONNEREN

9x Beet thuis op de mat!

 



Visreis.nl | Skreifestival dag 2

0
EEN UITGEBREIDE BREEFING VOORDAT WE HET RUIME SOP KIEZEN

MARTIJN DEKKERS – Woensdag zou onze eerste visdag moeten zijn, maar de SAS schrapt onze vlucht waardoor we pas woensdagavond kunnen aankomen in Bergsfjord. Aangezien woensdag wel een van de beste dagen van de week zal worden zet Joris alles op alles om ons toch nog op tijd bij de boten te krijgen. Het voorstel om in de nacht met een bus te reizen zodat we om 4.30 uur bij de veerpont kunnen zijn wordt unaniem aangenomen. Nachtrust blijkt minder belangrijk dan een visdag.

VISDAG 1

Cor en Patricia wachten ons in de vroege morgen op en brengen ons direct naar de accommodaties. Na een welverdiende bak koffie worden alle spullen in gereedheid gebracht. Om 10 uur gaat de plaatselijke supermarkt open, we halen wat proviand en staan te popelen om te gaan vissen. Na de uitleg over de boten en het uitvaren van de haven kan het dan echt gaan beginnen.

EEN UITGEBREIDE BREEFING VOORDAT WE HET RUIME SOP KIEZEN

Twee van de drie boten liggen al klaar, de derde heeft net onderhoud gehad en wordt met hoog water te water gelaten. Henk vaart op de ene boot, Roel op onze boot. Er wordt direct koers gezet naar een gebied op open zee, daar liggen mooie steile randen, drop off genoemd, waar de skrei vaak rondhangt. Helaas weten de beroepsvissers dat ook en alles staan vol netten. We krijgen geen enkele aanbeet. We zetten daarom snel koers naar het fjord een stukje verderop. Hier heeft Ruil zijn 29 kg vis gevangen en hebben ze zich verder prima vermaakt met vissen van ver boven de 15 kg.

Vol goede moet stomen we een half uurtje over het redelijk vlakke water, maar alles blijkt voor niets te zijn geweest. Arjan vangt nog een gulletje en zelf verspeel ik een iets betere vis, maar hier gaan we geen kromme hengels zien.

Stek drie ligt iets verder op zee en we hebben alle mogelijkheden, diep, ondiep, steile kanten en vlakke platen. Ergens tussen de 80 en 120 meter verwachten we toch wel een skrei en dat blijkt dan ook! Arjan is de eerste die beet krijgt op zijn roze shad. Met 108 cm en 12 kg is dit een mooie vis om te beginnen. Voor Arjan klaar is met drillen kan ik ook aan de bak. Op 110 meter diepte tegen de bodem wordt mijn shad ook gegrepen. Deze vis is ook exact 108 cm, we kunnen gezellig samen op de foto. Niet veel later word ik getrakteerd op een 109 cm lange kabeljauw, maar dan is de koek helemaal op!

Ook bij Henk en kornuiten verloopt het exact hetzelfde, ook zij weten een paar mooie vissen te vangen en ook daar komt niets meer aan boord. Henk stelt voor 2 mijl verderop te proberen. Hier krijgen we wat aanbeten, maar die blijven in eerste instantie niet hangen. Arjan vangt nog wel een koolvisje en een kleine roodbaars en die had hij nog niet. Altijd leuk een nieuwe soort.

ROODBAARSJE VOOR ARJAN

Roel heeft ondertussen wat last van de golven gekregen en is niet meer helemaal scherp. Dat kost hem helaas een goede vis, waarschijnlijk een mooie heilbot. Ook Johan klaagt een beetje, zijn shad wordt wel gepakt, maar die zetten niet door. Als hij bij de volgende aanbeet besluit aan te slaan giert de slip het uit, daar gaat een heilbot aan komen.

De eerste ooit voor Johan en met 124 cm gelijk een beste, gefeliciteerd Johan! Roel heeft nog nooit een heilbot in levenden lijve gezien, maar hij raakt in gevecht met de grootste kabeljauw van de dag. 120 cm en 18,5 kg voor Roel, wat een mooie vis zeg. Na al deze hectiek besluiten we dat het genoeg is geweest voor vandaag, de vermoeidheid slaat toe.

Bij Henk aan boord wordt nog een mooie zeewolf gevangen en ook zij besluiten de handdoek in de ring te gooien.

De boot waar Joris vandaag op staat heeft wat pech. Ook daar hebben ze last van de golven en vis kunnen ze niet echt vinden. Wat aanbeten en vissen die toch nog gelost worden is al dat zij vandaag beleefd hebben.

Gelukkig is het morgen een mooie dag, dan varen ook zij direct mee naar de goede stekken van vandaag. Gezellig met drie boten bij elkaar in de buurt gaan we het hele gebied uit kammen. De kans is groot dat ook morgen weer records gaan sneuvelen!

>| LEES ALLE SKREIFESTIVAL UPDATES

 

 

 

 

 


 

Visreis.nl | Skreifestival 2022

0

MARTIJN DEKKERS – Al jaren zwemt hij door mijn gedachten, die ene 20kg+ kabeljauw, die enorm dikke skrei. Waarom hij daar nog steeds rondzwemt weet ik eigenlijk niet, onbereikbaar is hij zeker niet! Zeker nu niet meer. Visreis.nl organiseert het Cinnetic skreifestival, een groepsreis voor twaalf vissers die worden begeleid door Joris zelf.

De vraag wie zin heeft de kou te trotseren is snel beantwoord, Roel, Arjan en Johan gaan ook mee. Met Roel heb ik al een eerdere poging gewaagd, met Arjan en Johan sta ik regelmatig op de boot. Samen met acht andere vissers vissen we dit skreifestival in het hoge noorden. We vliegen naar Alta en reizen dan nog een stuk verder naar het dorpje Bergsfjord. Hier runt het Nederlandse echtpaar Patricia en Cornelis de Wilde het viskamp Loppa seafishing.

Drie accommodaties en drie boten, allemaal gereserveerd voor dit festival. De mooie walk-around boten worden door Cornelis zelf gemaakt. In oktober 2019 was ik ook hier, toen werden we hier getrakteerd op een heerlijke visserij. Veel heilbotten en grote kabeljauwen, afgewisseld met koolvis tot ver over de meter, zeewolf en nog wat soorten zorgen dat voor een prima visserij, ondanks het minder goede weer.

Op de bijeenkomst zie ik bekende en minder bekende gezichten. We horen alle info over deze reis zodat we ons goed kunnen voorbereiden op de reis en de visserij. Op de bijeenkomst spreek ik Henk van Kempe, ik ken Henk alleen van Facebook, maar ik weet dat hij al vaker op deze bestemming heeft gevist. Het is altijd fijn om iemand mee te hebben die de omgeving goed kent. Henk kent ook al een heel aantal goede stekken. Die deelt hij graag, ook hij weet dat iedereen hier met hetzelfde doel naartoe gaat en gunt ons allemaal die droomvis

Maar het beste nieuws komt nog, Edwin en Yvon van Kempe gaan samen met Ruilof van Putten al voor ons uit. Zij vissen hier twee weken eerder en hebben hetzelfde doel, dikke skrei. Edwin (Ed Joy) is beheerder van de facebookgroep vissen rond Loppa en daar vind je echt alles wat je moet weten wanneer je gaat vissen in Loppa. Wat zij gaan ervaren, lezen en zien wij elke dag en dat is interessant!

In het kort gezegd hebben die berichten voor veel opwinding gezorgd binnen onze groep. We zagen vooral vissen van 15kg+, maar er kwamen ook foto’s voorbij met vissen van ver over de 20 kg tot zelfs 29kg toe, oei, oei, oei.

Daarnaast zagen we ook ruige en besneeuwde bergtoppen, witte fjorden, kromme hengels, korte video’s en het mooie Noorderlicht.

Alsof dit nog niet genoeg was om iedereen nog zenuwachtiger te krijgen worden er wat vangsten die door beroepsvissers gedaan zijn gedeeld op de groepsapp. Bij de visafslag van Bergsfjord worden vissen tot 40kg aangeland. Het gebeurt niet vaak dan een vis van dit formaat aan de hengel wordt gevangen, maar het kan wel.

Iedereen heeft er nu al erg veel zin in, maar eerst moeten we nog even afreizen richting Bergsfjord…

>| LEES ALLE SKREIFESTIVAL UPDATES

 

 

 


 

Schotse Vloermatten

0

DAVE LEWIS – Schotland, het land van de doedelzak, mannen in kilt; een ruig land en volgens menigeen ook het mooiste land ter wereld. In dit mooie land vind je de Hebriden, een eilandengroep aan de noordkant van Schotland. Dave Lewis struinde er enige tijd rond en ving er vissen van het formaat waar we in de Lage Landen van dromen…

De Hebriden bestaat uit ruim vijfhonderd eilanden, waarvan er ongeveer honderd bewoond zijn. Deze groep kan in tweeën gedeeld worden, de Binnen Hebriden en de Buiten Hebriden. De zee die deze twee groepen uit elkaar houdt heet de Minch. Zoals de naam al doet vermoeden is de naam Binnen Hebriden de groep die het dichtste bij het ‘vaste’ land liggen. De regio kenmerkt zich door de ongerepte, afgelegen schitterende landschappen, en biedt een onwijs grote variëteit aan vissoorten, zowel vanaf de kant als vanaf de boot.

In de zomermaanden heeft Kevin Mckie zijn charterboot Size Matters in de haven van Plymouth afgemeerd en in de wintermaanden verhuist hij zijn boot naar de rivier de Mersey rondom Liverpool als daar de dikke winterkabeljauwen rondzwemmen.

De afgelopen twee jaar echter neemt hij vanaf maart het roer in handen en zet koers naar het noorden van Schotland, waar hij voor een aantal maanden zijn boot afmeert in de haven van Craobh voor de jacht op de allergrootste vleten die daar in de diepe wateren rondzwemmen. Kevin staat inmiddels bekend om de enorme ‘skates’ die hij aan boord krijgt, maar dat niet alleen: hij vangt ook nog eens grote aantallen: vissen van 50 kilo per stuk en meer dan acht per dag zijn geen uitzondering.

‘SIZE MATTERS’ ZOALS DE NAAM DOET VERMOEDEN NEEMT DE SCHIPPER MET MINDER GEEN GENOEGEN

Blauwe luchten

Zoals je wel kunt zien op de foto’s was het weer tijdens onze ‘vakantie’ absoluut fantastisch: de heldere blauwe luchten, de felle zon en het ontbreken van harde wind maakten het avontuur helemaal onvergetelijk. De westkust van Schotland staat nu niet bepaald bekend om zijn mooi weer. Veelal is het regenachtig en staat er een flinke bries. Gelukkig treffen wij het dit keer. Bij het uitvaren van de haven glijden we over een spiegelende zee die zo vlak is als een biljartlaken. Met de sneeuw nog zichtbaar op de bergtoppen, is het onderaan in het ‘dal’ heerlijk vertoeven en zo kunnen we zelfs enkele uren in ons T-shirt vissen.

In de knoop

Na een minuut of veertig na het verlaten van de haven in Craobh neemt Kevin wat gas terug tot we stil liggen. Even zoeken naar de juiste plek, en daar gaat het anker overboord. Het harde geratel van de ketting aan het anker, en vervolgens een geruis van het ankertouw. Dit duurt wel een aantal minuten, want we vissen immers op minimaal 150 meter diepte.

Hoe je het ook wendt of keert, 150 meter is een hele slok water, maar als je het vergelijkt met de meeste andere stekken waar je op vleet kan vissen, is dit maar een schijntje. Geloof me, iedere keer dat je je aas moet controleren ben je blij dat je niet op meer dan 300 meter diepte aan het vissen bent. Die bonk lood en dat immense stuk aas is niet niks om naar boven te halen, dus na 150 meter draaien ben je het wel beu.

Samen met mij bestaat de bemanning uit vier vissers, en allemaal staan we te popelen om het aas naar de bodem te laten zakken. We beseffen ons wel dat we moeten vermijden om in de knoop te geraken, dus beslissen we om met drie hengels te vissen. We trekken lootjes wie als eerste de hengel mag pakken als we beet krijgen, en wie als tweede mag en als derde en wie het langste moet wachten.

Als je op zulke dieptes vist zit je al vrij snel in de knoop, dus dat is wel een dingetje. Het is belangrijk om te wachten tot de schipper zegt dat het kan, anders ligt de boot nog niet helemaal vast, en is de kans op bewegen van de boot nog te groot, en dus ook de kans op ‘kruisende lijnen’. We wachten dus geduldig tot de boot vast ligt en de stroming zijn werk doet.

WE VERLATEN DE HAVEN VAN CRAOBH, EEN VEERTIG MINUTEN DIRENDE VAART VOLGT

 

Zalmenkoppen

Terwijl we aan het wachten zijn tot de boot zijn plaats gevonden heeft, komt Kevin met zijn crew uit de stuurhut en openen ze de koelbox. Aan boord hebben ze als het ware een werkbank gemaakt waar we het aas kunnen prepareren. Het lijkt wel alsof de koelbox bodemloos is, er blijft maar aas uit komen. Dit varieert tussen makrelen, inktvis, sepia, zalmenkoppen en hele regenboogforellen. Er wordt mij duidelijk uitgelegd dat de succesfactor voor het vangen van een vleet ligt in het maken van een zo groot mogelijk reukspoor.

Ik kan je verzekeren dat het reukspoor dat we maakten met dit aas bijna de hele zee aangetrokken zou hebben. Het aas was net zo lang als mijn arm en zonder twijfel het grootste stuk aas dat ik ooit heb gebruikt. Terwijl Kevin een haak aan het vullen is met aas, vertelt hij over de vele krabben en garnalen die ook verzot zijn op de lekkernij die met de onderlijn naar de bodem gaat…

ZONDER TWIJFEL HET GROOTSTE STUK AAS DAT IK OOIT HEB GEBRUIKT

Loting

Na bijna een kwartier rijgen, kunnen we eindelijk de eerste hengel klaarmaken om te vissen. Kevin pakt de hengel, en hangt de enorme rits aas overboord. Hij geeft de hengel aan mij met het advies om het langzaam te laten zakken, om zeker te zijn dat het niet in de knoop komt. Na een ellenlange afzinkperiode stopt de spoel met aflopen. We vissen hier met multipliers, reels dus in gewoon Nederlands. Zodra de spoel stopt geef ik nog een paar meter lijn en zet ik de molen op vismodus. Na de loting is besloten dat John McBride de eerste honneurs mag waarnemen, en dat duurt niet lang…

Na een kwartier krijgen we namelijk al de bevestiging dat Kevins superaas zijn werk doet: de top buigt langzaam maar zeker door, steeds een beetje meer. John loopt naar de hengel toe en zet hem gereed in zijn harnas. Zodra hij begint met draaien voelt hij een onbeweeglijk ‘object’ aan de lijn hangen. Wat hij ook probeert, hij krijgt het niet in beweging…

JOHN MC BRIDE MAG ALS EERSTE DE HONNEURS WAARNEMEN

Vloerkleed

John begint langzaam maar zeker de reel te waarderen: we gebruiken een reel met een lage overbrenging, zo kan je bij een zwaar gewicht toch ietsje blijven draaien. Het gaat wel niet zo snel, maar je kan in ieder geval je slinger rond krijgen. De reels zijn perfect voor dit werk omdat ze ook een ‘snelle’ stand hebben wanneer er geen vis aan zit en je je aas van 150 meter diepte moet ophalen. Binnen de eerste tien minuten in het gevecht besluit de vis al twee keer om terug te gaan naar de bodem en is alle gewonnen lijn weer terug in zee. De uitdrukking op het gezicht van John is werkelijk onbetaalbaar, vol ongeloof staat hij schuddend naar zijn reel te kijken wanneer de vis zonder enige moeite zijn reel weer leeg trekt. Maar hoe dan ook; deze vis moet aan boord komen.

EEN FORSE REEL MET EEN LAGE OVERBRENGING

Na een gevecht van ongeveer 30 minuten verschijnt er een schim in het water, een puntvormige vis met staart ter grootte van een vloerkleed. De crew met twee man sterk kan de vis net aan boord krijgen, waar deze veilig wordt onthaakt, gemeten en gefotografeerd.

ALLE HENS AAN DEK VAN DE ‘SIZE MATTER’

Het dek wordt vooraf nat gemaakt zodat de vis geen beschadigingen oploopt. Kevin heeft een conversietabel aan boord, waardoor we de afmetingen kunnen terugrekenen naar gewicht. Deze mooie vis van John blijkt ongeveer 85 kg te wegen. Een waar monster uit de diepte!

GEVANGEN VLEET DIENT GOED NAT TE WORDENGEHOUDEN

Zoals alle goede schippers geeft Kevin erg veel om het welzijn van de vis. Aan boord zal je alleen maar bronzen weerhaakloze haken vinden; deze zorgen voor de minste beschadiging bij de vis. Zodra de vis aan boord ligt, is er een deckhand die er voor zorgt dat de vis constant nat gehouden wordt door emmers water over de vis heen te kiepen. De tijd dat de vis aan boord ligt, wordt tot een minimum beperkt.

MET CONVERSIETABEL ZIJN DE AFMETINGEN TERUG TE REKENEN NAAR GEWICHT

Soortenjager

Aan boord hebben we een heuse soortenjager in ons midden, genaamd Jon. Wanneer hij zijn eerste vleet mag noteren gaat hij op zoek naar andere vissen. Hij weet ons te vertellen dat het noorden van Schotland een van de plekken is waar je een zwartmond hondshaai (blackmouth catshark – Galeus melastomus) kan vangen. Zodra Kevin bevestigt dat dat ook hier mogelijk is, pakte Jon zijn lichtere materiaal uit en laat een kleine makrelenkop naar beneden zakken om toch te proberen een ‘special’ toe te voegen aan zijn lijst.

DEZE MOOIE VIS VAN JOHN BLIJKT ONGEVEER 85KG TE WEGEN

Bakbeest

De vleten zijn al goed aan het bijten die dag, en we voorspellen Jon dat die makrelenkop niet gegrepen zal worden door een hondshaai, maar door een vleet. En inderdaad, na een paar minuten buigt ook zijn hengel flink door en kan hij aan de bak. Met zijn 12-20 lb hengeltje belooft dit een sportief avontuur te worden en zoals je je kunt voorstellen buigt het hengeltje tot in het handvat door. Het gevecht duurt inmiddels al meer dan 40 minuten.

De eerste twintig minuten is het vooral proberen de vleet van de bodem af te krijgen. De vleten kunnen zich door de vorm van hun lichaam bijna vastzuigen aan de bodem, en geloof mij: dan krijg je er echt geen beweging in. Maar na een minuut of 20 begint de zeebodem ineens te bewegen en kan Jon beginnen met het binnenhalen van een beetje lijn. Decimeter voor decimeter kan hij wat lijn nemen, maar het beest neemt net zo makkelijk weer lijn terug als hij een paar keer met zijn vleugels klappert.

MET EEN GEWICHT VAN BIJNA 92KG KUNNEN WE VAN EEN ECHTE SCHOTSE VLOERMAT SPREKEN.

 

Toch, na nog een aantal minuten, lijkt de vis mee te komen en komt er zowaar wat hoop op overgave. Na bijna een uur van lijn geven en lijn nemen zien we een schim in de diepte opduiken. Gelukkig lukt het de vis aan boord te krijgen en het bakbeest te meten en fotograferen. Na het terugzetten halen we de calculator er weer bij en kunnen we vaststellen dat Jon aan zijn makrelenkop de grootste vis van de trip heeft gevangen. Met een gewicht van bijna 92 kg kunnen we van een echte Schotse vloermat spreken!

DOUBLE HOOK-UP!

Een mijlpaal

De volgende dag moet ik helaas weer naar huis en onder neem de lange weg terug. Maar ik ben nog niet voorbij Glasgow wanneer ik een belletje krijg van Kevin. Hij vertelt me dat hij op dat moment de honderdste skate aan boord heeft gekregen. Een mijlpaal! Op het moment van schrijven is deze mijlpaal alweer een jaar geleden, maar tijdens de zestien dagen dat hij in 2018 in Schotland viste, wist Kevin maar liefst 113 vleten te vangen, met een totaal gewicht van 8800 kg, wat neerkomt op ongeveer 78 kg gemiddeld.

ONDERWATER IS HET BEELD VAN ZO’N SKATE INDRUKWEKKEND

Elf van deze vissen wogen meer dan 91 kg en 90 van deze beesten wogen meer dan 45 kg. Nu, een jaar later, is het vletenseizoen alweer bijna voorbij, maar heeft hij inmiddels alweer meer dan 113 vleten gevangen, terwijl het nog een aantal dagen duurt voordat het seizoen voorbij is. Dit seizoen noteerde Kevin zelfs twee bijzondere vleten, namelijk een albino vleet van 90.9 kg en een ‘blue skate’, die laatste is een nieuwe vangst voor Schotland, sinds men de vleet indeelt in twee verschijningsvormen: de flapper skate (Dipturus intermedia) en de kleinere blue skate (Dipturus flossada).

Vanaf midden maart tot en met het eind van mei gaat de Size Matters weer varen vanuit de haven van Craobh. In die periode is Kevin van plan om nog betere visgronden te gaan bevissen, in een gebied vol riffen, wrakken en andere hotspots en naast de vleet ook diverse haaiensoorten te gaan zoeken.

|> DIT IS EEN PREMIUM ARTIKEL UIT ZEEHENGELSPORT

Zeehengelsport is als los exemplaar te koop in de boekwinkel of neem NU een voordelig jaarabonnement .

 

 

 

 


 

 

Riviersnoekbaarzen vanaf de kant

0

PETER DE KOCK – Hoe ga je om met stroming als je vanaf de kant op snoekbaars vist? Een vraag die Peter de Kock maar wat graag op de Nederlandse rivieren in de praktijk brengt. Het bracht hem in de loop der jaren een schat aan informatie over het ‘wanneer, waar, hoe en waarmee’. Ook niet-alledaagse informatie, zoals de grote invloed van de hoofdlijn op de aaspresentatie, is voor Peter een reden om een boekje open te doen en jullie de juiste weg te wijzen.

Een paar jaar geleden viste ik vanaf de kant een avond aan de Bergsche Maas. Aan de lijn een 7 grams loodkopje versiert met een 8 cm lang shadje. Om de situatie een beetje te schetsen; ik sta aan een havenhoofd en er staat een flinke stroming op de rivier. Direct voor mij ligt er een ondiepte van ongeveer 1,5 tot 2 meter diep. Op ongeveer 10 meter uit de kant volgt er een talud aflopend van 2 naar ongeveer 3,5 meter. Het lukt nog net om met 7 gram vanuit de stroming naar de stroomnaad en dus de grens naar stiller water te vissen. Geen enkele worp levert echter een aanbeet op. Ik vis met een 10/00 gevlochten 8-braid en één meter 33/00 fluorocarbon als onderlijn.

VISSEN MET SOFTBAITS STAAT MET STIP OP 1

Wanneer ik bij de kop van het havenhoofd mijn shad binnenvis krijg ik een eerste vastloper, net aan de bovenkant van het talud, daar waar het ondieper wordt. Gelukkig kan ik de haak lostikken, waarna ik vrijwel direct een aanbeet krijg die ik mis… En nog erger: de twee volgende worpen exact hetzelfde scenario!

Ik besluit om mijn set-up om te bouwen en plaats een andere molen op de hengel. De spoel van deze molen is gevuld met een behoorlijk drijvende 20/00 mm 8-braid en de fluorocarbon onderlijn is nu slechts 50 cm lang en van 26/00 dik materiaal. Deze dikkere dyneema heeft veel meer drijfvermogen… en dus ook liftvermogen.

Met die combinatie maak ik weer een worp en stuur de softbait naar het juiste plaatsje, zo lukt het mij om weer bij het talud des onheils te komen. Door de lijn te liften en zo een opwaartse druk te creëren slaag ik er nu in om het talud af te vissen zonder erin vast te hangen. Kortom, ik verander niet de loodkop-shad combinatie, zoals veel vissers zouden doen. Echter, door mijn lijn-onderlijn combinatie weet ik een andere aanbieding te organiseren. Deze aanpassing wordt beloond met een paar mooie snoekbaarzen! Gebruik de stroming als een bondgenoot om jouw ding te doen en besef dat de allerbelangrijkste parameter op een rivier absoluut de stroming is!

IN DE WINTER WERKT EEN MINDER AGRESSIEVE EN LANGZAMERE AASVOERING VAAK BETER

 

JACHT- & RUSTPLAATSEN

Om beter te begrijpen waar een snoekbaars zich bij voorkeur ophoudt laat je je best inspireren door het beestje zelf! Een snoekbaars is een snoekbaars en zal zich dus altijd gedragen als een snoekbaars. Wat ik daar mee bedoel? Een snoekbaars zoekt omstandigheden die hem in het voordeel brengen. Ik zal de belangrijkste kort beschrijven.

De waterkleur is één van de parameters om te weten dat snoekbaarzen zich dieper of ondieper gaan ophouden. Bij somber en zeker vochtig weer kunnen snoekbaarzen zeer ondiep gaan liggen. Vochtig weer is bepalend om insectenlarven te laten uitkomen, wat prooivis aantrek en op zijn beurt weer de rovers.

Snoekbaars is bovendien een liefhebber van alles wat onder water botst. Daarmee doel ik op diepteverschillen, maar ook verschillen in hardheid van bodem, uitgespoelde oevers, diepe putten, beschutting van havens. Dit zijn potentieel goede stekken omdat ze jachtterrein kunnen zijn met nabij de nodige schuilplaatsen.

Naar mijn mening is er een duidelijk verschil tussen jacht- en rustplaatsen, afhankelijk van het moment en aasgedrag. Diepere plaatsen, schaduw en plantenbedden, onderkanten van taluds of dieperliggende plateaus zijn potentiële rustplaatsen. Rustplaatsen hebben een duidelijke link met niet-actieve periodes en snoekbaars ligt dan vaak tegen de bodem.

VAAK IS DE SCHEMERING DE BESTE PERIODE VAN DE DAG

Wanneer de snoekbaars actief wordt verlaat hij meestal de rustplaats en komt losser van de bodem. Avond, nacht en ochtend zijn meestal de actiefste periodes. Gelukkig voor ons vissers kan snoekbaars in rust en niet-actief toch verleid worden tot een aanbeet. Er is wel een duidelijk verschil in benadering van actieve en passievere snoekbaarzen. Bij actieve rovers is dikwijls de imitatie van de prooi belangrijk. Vooral de grootte is soms cruciaal.

Bij passieve snoekbaarzen hebben we gelukkig nog andere trigger mogelijkheden. Agressie en territoriumdrift zijn wel de twee belangrijkste. Onder deze omstandigheden komt de doos met frivole verschijningen en flashy kleurtjes tevoorschijn!
Voor mij zijn de donkerste uren meestal de uren om grotere vis te verwachten. Overdag zijn dit de agressievere vissen en de kleinere exemplaren die zich laten verleiden.

MAAR AL TE VAAK KOMEN DE GROOSTSTE VISSEN ER IN DE NACHT UIT, ZOALS DEZE OM 01:15 .. (TOM SINTOBIN)

 

STEKBENADERING

Stel, je staat op een haven- of kribkop, hoe pak je het dan aan? Ten eerste werp je de softbait in de stroming onder een hoek die je kunstaas weer uit de stroming duwt, naar de keerstroom toe. Je werpt niet de shad op de beoogde visplek, maar je maakt gebruik van de stroming door er steeds naartoe te vissen.

Belangrijker dan jezelf de vraag te stellen of je wel het juiste gewicht jighead en type kunstaas gebruikt, is je eigen staanplaats en de hoek van je aanbieding. Maak eerst kortere worpen, en daarna pas langere worpen om het gebied gecontroleerd af te vissen.

VAN KORT NAAR LANG

Onderdeel van het plan om zo efficiënt mogelijk een spot te bevissen is goed na te denken over korte en lange worpen. Ik begin altijd met een korte worp om de vissen zo weinig mogelijk te verstoren. Waarom? Wanneer je direct volle afstand werpt en op grote afstand een vis haakt, dan kan het drillen de potentieel vangbare vissen dichterbij verstoren en moeilijker vangbaar maken. Dus eerst korte worpen en dan steeds verder weg vissen.

 

Er zijn van die momenten dat elke beweging wel te veel lijkt en voortgang van je kunstaas niets oplevert omdat snoekbaarzen compleet passief zijn, herkenbaar? Voor mij werkt het volgende alternatief soms echt wel goed, vooral in koudere periodes: een iets te zware loodkop. Bijvoorbeeld 10 of 14 gram, terwijl 7 gram perfect te vissen is. Kies een stand-up of erie jigkop met als versiering een softbait die zo weinig mogelijk weerstand heeft en veel beweging in zich draagt zonder uitgesproken in beweging te zijn.

Dus geen schoepstaarten, tenzij zeer soepel en beweeglijk, maar eerder slugs, wormen of v-staarten. Het kunstaas wordt over de stek geworpen en al schuifelend en met zachte bewegingen vanuit de hengeltop voortbewogen over de bodem. De rustperiodes zijn langer dan de bewegende periodes. Deze techniek heeft al vaak opeens wel vis opgeleverd!

PONYTAILS, SLUGS EN WORMEN KENNEN WEINIG WEERSTAND

 

EEN PLAN VAN AANPAK

Het is van groot belang om je visdag goed te plannen. Alle elementen die je in jouw voordeel kan gebruiken moet je kennen en alle elementen die je nadeel opleveren moet je evenzeer kennen. Ik loop enkele belangrijke elementen na.

Gaat het om de periode van de dag, besef dan dat de avond en ochtend in de regel de ideale aasperiodes zijn. Overdag en vooral bij betrokken of vochtig weer kunnen snoekbaarzen vrij ondiep zitten. Zonnig weer noodzaakt je om wat dieper of beschaduwde plekken te bevissen.
Rekening houden met de periode van het jaar is enorm belangrijk om snoekbaarzen te lokaliseren.

Koude periodes beïnvloeden het insectenleven ongunstig en hierdoor gaan aasvissen zich ook anders gedragen. Prooivissen zijn dan meestal wat dieper te vinden! Warmere periodes daarentegen beïnvloeden het insectenleven gunstig en brengen prooivissen dikwijls zeer dicht onder de kant of tussen de plantenbedden. Daar vind je dan ook hun predatoren.

Als het gaat om windrichting, heb ik geen uitgesproken voorkeur. De enige uitzondering is een warme, vochtige zuidwesten- of westenwind, omdat het insectenleven hierdoor gestimuleerd wordt. Wat ik wel belangrijk vind, is dat ik mezelf kan positioneren op een manier dat de wind mij voordeel brengt. Ik vind in mijn plan van aanpak het erg belangrijk om een groot arsenaal aan potentieel belangrijke visstekken te hebben. Zo vind ik altijd wel een paar stekken die ik qua windinvloed in mijn voordeel kan gebruiken.

De getijwerking kan op sommige stekken een allesbepalend element zijn. De stroming in bepaalde momenten van het getij kan snoekbaarzen actief maken of ervoor zorgen dat ze zich op een bepaalde plaats ophouden. De stroomperiode van halfweg afgaand over laag tot half opkomend, of de stroomperiode van halfweg opkomend tot half afgaand over hoogtij zijn meestal ideaal.

SWIMMING SLUGS BLIJVEN NA HET LANDEN NOG SECONDEN LANG OVEREIND OP DE BODEM STAAN EN ZIJN DUS ZEER VANGKRACHTIG.

 

 

 

SOFTBAIT STUREN

Voor mij heeft de ideale hengel een fijne topactie. Dat houdt in een gevoelige top voor zowel een fijne beetregistratie als om het moment dat je jighead op de bodem valt te kunnen registreren. Het verdere verloop van de hengel is het best te omschrijven als een taaie halfparabool met veel body in het laatste gedeelte. De lengte is afhankelijk van je standplaats ten opzichte van het water. Hoe hoger je boven het water staat, des te korter de hengel kan zijn. Op rivieren is dit minimaal 2,4 meter, met een maximum van 3 meter.

Het belangrijkste onderdeel aan een molen is een fijn opspoelmechanisme. De norm is het feilloos opspoelen van je lijn zonder spanning en toch foutloos opgespoeld. Qua formaat voelt een type 1000 tot 2500 voor mij het best aan. De spoel wordt voorzien van bij voorkeur een 8-braid dyneema die zo glad en soepel mogelijk is.

Een 4-braid heeft dan weer als voordeel dat ze minder kwetsbaar is. Een lijn moet je optimaal kunnen zien. De kleur hangt af van de achtergrond, maar meestal is fluo groen in donkere omstandigheden en grijs of oranje in heldere omstandigheden het beste zichtbaar. Dikwijls volg ik tijdens het vissen alleen de lijn; zo zie ik aanbeten die ik niet voel. Ook zie ik aan de lijn mijn loodkop op de bodem landen in plaats van het moment met de hengel te voelen.

Gebruik bij voorkeur minimaal 10/00 op snoekbaars, bij een riviervisserij is 12/00 of 14/00 een betere keuze. Hoe dunner, des te kwetsbaarder. Met dikkere lijnen kan je ook beter een ‘vorm meegeven’ op het water. Een dunnere lijn zinkt rechter naar je loodkop toe en dat is zeker een nadeel als je de stroming op je lijn gebruikt om de softbait naar een plaats uit de stroming te sturen. Om zeer lichte loodkoppen (lichter dan 4 gram) te sturen en een bepaald patroon te laten zwemmen gebruik ik somt tot 20/00 dyneema.

 

JIGKOPPEN
Je kan verschillende typen jigkoppen gebruiken. De meest gebruikte is ongetwijfeld de ronde loodkop. Kenmerkend is de snelle afzink en de weinige zweeffase. Bij landing op de bodem platvallend wegens geen profiel. Kortom, ideaal om te verticalen maar ik vind dit type compleet ongeschikt om werpend te vissen! Wat ik dan gebruik is een football vorm, zeker wanneer er geen uitgesproken talud is. Deze vorm heeft een ideale glijbeweging en blijft perfect in balans bij het landen. Perfect in te zetten bij jiggen over de bodem, zeker bij een ‘start en stop’ techniek, waarbij de stop zeker een aantal seconden na de landing mag worden aangehouden.

Daarnaast is een erie-vorm loodkop perfect geschikt om de contouren van een talud te volgen. Zo’n jigkop is ook ideaal om de versnelling en beweging uit je aanbieding te halen.
In combinatie met een pointy tail of v-staart gaat je kunstaas licht schommelend in de stroming bewegen: een topkeuze, die zeker in koude omstandigheden het verschil kan maken!

VAN BOVEN NAAR BENEDEN: EEN ERIE, FOOTBALL EN RONDE JIGHEAD

 

“Lijndikte is één van de aspecten die een grote invloed heeft op de manier waarop en de plek waar je het kunstaas wil aanbieden

Bij het snoekbaarsvissen spelen soms kleine aspecten van doorslaggevende rol. Lijndikte is één van de aspecten die een grote invloed heeft op de manier waarop en de plek waar je het kunstaas wil aanbieden. Het is tevens een aspect waar je zelden over leest. Voilà, ik hoop dat je daardoor geïnspireerd raakt en wens je veel succes bij het snoekbaarsvissen in de stroming. Doe er je voordeel mee!

ZOVEEL ASPECTEN WAAR JE BIJ DIT VERSLAVENDE SPELLETJE REKENING MEE MOET HOUDEN

| DIT IS EEN PREMIUM ARTIKEL UIT BEET MAGAZINE 

Beet is als los exemplaar te koop in de boekwinkel of neem NU een voordelig jaarabonnement en ontvang Beet Magazine iedere 6 weken thuis op de mat.

 

 

 

 


 

 

10 Feedertips

0

FRANK VAN WAELDEREN – Om de komende maanden goed beslagen aan de waterkant te verschijnen heeft Belgisch topvisser Frank van Waelderen, tevens lid van het internationaal feederteam, 10 nuttige feedertips voor je op een rij gezet. We volgen hem tijdens een visdag op het Limburgse Latheraalkanaal.

TIP 1 – PERFECT OPGESPOELD

Als ik een molen opspoel met een gevlochten hoofdlijn, dan wil ik dat deze perfect gevuld is, niet teveel, maar ook niet te weinig. Hoe doe je dat? Neem twee dezelfde molenspoelen en vul de eerste spoel met het klosje gevlochten lijn. Ja, inderdaad eerst de gevlochten lijn! Vervolgens vul je de spoel met nylon tot deze de gewenste ‘hoogte’ bereikt. Nu haal je de gevulde spoel van de molen en vervang deze door de tweede, lege spoel. De gevulde spoel je ‘omgekeerd’ op de nog lege spoel. Eerst zal de nylon backing op de spoel komen gevolgd door de gevlochten lijn. En wat denk je? Als resultaat heb je nu een perfect gevuld spoel! Voorslag monteren en vissen maar!

EEN PERFECT OPGESPOELDE LIJN MAAKT HET VISSEN EEN STUK AANGENAMER!

TIP 2 – VOORSLAG LENGTE

De lengte van de voorslag is van cruciaal belang! Ideaal is, wanneer je de hengel in de werppositie houdt, vijf tot zes omwentelingen van de voorslag op de molen zit. Dit is ongeveer vier keer de spanwijdte van je armen. Wanneer je de voorslag korter neemt, krijg je teveel belasting op de voorslagknoop tijdens het werpen, met als gevolg lijnbreuk! Neem je de voorslag te lang, dan remt dit de snelheid bij het werpen, omdat langer een grotere weerstand door de hengelogen glijdt. Om ver uit de kant te vissen vind ik 28/00 de ideale dikte van een voorslag

EEN GOEDE GEVLOCHTEN LIJN IN COMBINATIE MET EEN VOORSLAG IS NEGEN VAN DE TIEN KEER ONMISBAAR BIJ HET FEEDERVISSEN.

TIP 3 – VISAFSTAND

We maken onze hengel klaar om ver uit de kant te vissen. Bepaal allereerst wat je maximale visafstand is; het moet nog wel comfortabel zijn en je moet precies kunnen vissen. Stap twee is het bepalen van de diepte. Ik werp met een loodje naar mijn maximale afstand; op het moment dat het loodje het water raakt, start ik de stopwatch en wanneer het loodje de bodem raakt stop ik deze. Zo weet je hoeveel ‘seconden’ diep het is. Dit herhalen we een paar keer, waarbij je telkens 5 meter korter werpt. Op dit water zal de afstand waar de chronometer de meeste seconden aangeeft normaal gezien onze visafstand worden. Succes verzekerd!

BEPAAL EERST HOEVER JE MAXIMAAL WILT VISSEN…

TIP 4 – FLOATERS MAKEN

Het is geen kunst om van zinkende maden floaters te maken. De benodigdheden en methode om floaters te maken zijn simpel. Een madendoos met deksel en bruiswater is alles wat je nodig hebt. Als eerste snijd je de binnenkant van het deksel weg, om te voorkomen dat de maden uit de doos kruipen. Je vult de madendoos met een bodempje verse maden en overgiet deze met bruiswater tot deze net onder komen te staan. De maden kruipen langs de zijkant naar boven en vallen weer terug in het bruiswater. Bij deze cyclus nemen de maden water en gas op, waardoor deze een traag zinkende werking krijgen. Op de licht zwevende presentatie van de maden reageren de vissen vaak beter dan op gewone, zinkende maden.

> LEES OOK : DRIJVENDE MADEN

FLOATERS ZIJN EENVOUDIG TE MAKEN IN EEN MADENDOOS MET EEN LAAGJE WATER, DIE VOORZIEN IS VAN EEN ANTI UITKRUIP DEKSEL.

TIP 5 – JUIST BEAZEN

Prik de maden op de juiste manier op de haak om bij het binnenhalen op verre afstand het kinken van de onderlijn te voorkomen. De beste manier is om de maden afwisselend op de haak te prikken. Bijvoorbeeld de eerste made met de twee puntjes aan de haak, de tweede met het smalle gedeelte en de derde weer met de twee puntjes, enzovoorts. Zo voorkom je dat de maden als een
helikopterblad gaan spinnen bij het binnendraaien.

SOMMIGE HAAKAASCOMBINATIES DOEN DOOR HET SPINNEN DE ONDERLIJN KINKEN.

TIPS 6 – VULLEN X-CHANGE DISTANCE FEEDER

De door mijn gebruikte X-Change Distance Feeder kun je via twee kanten vullen. Namelijk aan de kant van het lusje of waar de verzwaring omheen loopt. Omdat de korf getapered loopt, het gedeelte aan de lus kant, geef ik de tip de korf te vullen langs de loodzijde. Zo voorkom je dat het voer en eventueel los aas vast blijft zitten. Bij vismeel is dit minder van toepassing omdat deze een fijnere structuur heeft. smalste gedeelte aan de lus kant, geef ik de tip de korf te vullen langs de loodzijde. Zo voorkom je dat het voer en eventueel los aas vast blijft zitten. Bij vismeel is dit minder van toepassing omdat deze een fijnere structuur heeft.

TIP 7 – TIP & KLEUR VOER

Tegen het einde van de winter is het water vaak op zijn helderst, maar eigenlijk is het vaak vooral de kleur van het water dat verandert. Daarom is ook de voerkleur belangrijker dan veel vissers denken! Troebel zomerwater begint in de herfst te verkleuren en wanneer het water nog enigszins troebel blijft gebruik ik graag een geel gekleurd voer. Wordt het water echt helder, dan geef ik mijn voer een bruine of zwarte toets. Zo valt het minder snel op, anders kan het de witvis zelfs afschrikken. In het slechtste geval trekt zo’n opvallend voer ook roofvis aan.

OP HELDER ‘WINTERS’WATER VERKIES IK EEN IETS DONKERDER VOERTJE DAN TIJDENS DE ZOMERMAANDEN.

TIP 8 – WINDOW FEEDER

Als we verder uit de kant vissen, dan is het meestal ook dieper. Wanneer de vangsten niet lopen zoals gehoopt, kunnen we overschakelen op een zogenaamde window feeder. Je bereikt hiermee dat het voer en aas compacter op de bodem terechtkomt. Daardoor creëer je een mindere werking van het voer en aas, met als gevolg dat de vissen minder naar de los gekomen deeltjes toe gaan zwemmen en een rustiger aasgedrag zullen vertonen op de bodem. Soms begint het dan opeens wel te lopen!

TIP 9 – POWER GUM

Soms komen er blankvoorns op je stek, maar kun je het grootste deel van de aanbeten niet verzilveren. Het euvel is dat de beten niet goed doorkomen. In deze situatie moet je de voorslag vervangen door een stukje power gum van ongeveer 30 centimeter. Je zult ervaren dat de beet veel directer doorkomt, omdat je het elastisch nylon gedeelte van de voorslag helemaal weg hebt genomen; het contact met de vis is veel directer. De power gum is noodzakelijk om bij de laatste meters van het drillen de schokken van de vis op te vangen.

EEN SPANNEND MOMENT NET VOOR DE LANDING; ZONDER DEMPENDE VOORSLAG IS DE VERVANGENDE POWER GUM CRUCIAAL.

TIP 10 – NET ER OVER OF JUIST ERVOOR

Het einde van mijn sessie komt in zicht en de beten vallen weg. De visafstand met een metertje verlengen doet soms wonderen! Het levert zo goed als altijd een paar extra beten op. Dit is niet aan te raden halverwege de sessie, omdat je de vis dan aan het zwemmen gaat brengen. Het zou spijtig zijn om op deze manier je visstek om zeep te helpen. Het tegenovergestelde kan ook; wanneer je op het einde van de sessie alleen maar lijnzwemmers krijgt. Dan kun je het beste je visafstand met een meter inkorten.

TEGEN HET EINDE VAN DE SESSIE KAN HET LONEN OM DE VISAFSTAND IETS TE VERLENEGEN.. OF IN TE VERKORTEN.

 

|> DIT IS EEN PREMIUM ARTIKEL UIT BEET MAGAZINE 

Beet is als los exemplaar te koop in de boekwinkel of neem NU een voordelig jaarabonnement en ontvang Beet Magazine iedere 6 weken thuis op de mat.

 

 

 

 


 

 

Voorjaarszeelt

0

DAI GRIBBLE – Het voorjaar is dé periode om zeelt te belagen. Al in maart kun je op milde dagen een flinke kans op de prachtige ‘doktersvis’ maken. Reden om een van de meest ervaren en succesvolste zeeltvissers van het afgelopen decennium voor een bijdrage te vragen: de Engelsman Dai Gribble. Hij schrijft over stekkeuze, voertactiek en zijn favoriete zeeltmontages in het voorjaar.

Het is altijd de moeite waard om wat tijd te spenderen aan het ontdekken van een zone van het water waar de zeelt op dat moment huist. De beste onderlijn of het beste systeem is namelijk waardeloos als deze wordt gevist op een stek waar geen vis zwemt. Een beetje een open deur, ik weet het, maar dat wordt nog weleens vergeten… Het lokaliseren van zeelt op een water kun je middels twee verschillende schaalniveaus benaderen. Waar op een water zullen ze waarschijnlijk uithangen en waar binnen die zone zijn jouw kansen het grootst?

Mijn ervaring leert dat zeelt, meer dan andere soorten, zich redelijk verspreid op een water bevindt. Naast weersfactoren als wind en watertemperatuur, spelen ook andere zaken een rol. Denk onder meer aan waterdiepte en de aanwezigheid van planten(resten). Het beste signaal dat je kunt krijgen zijn rollende zeelten. Dit kun je het meest tijdens de ochtend- en avondschemering waarnemen. Zeelt leeft in schoolverband, dus als je er één ziet rollen dan is het zeer waarschijnlijk dat er meer in de buurt zijn.

Deze imposante zeelt van bijna 5 kg was een van de 200 zeelten die ik in vier jaar op Linear Fisheries wist te vangen en de worm kebab rig voor het eerst gebruikte.

ONDERWATERBEELD

Zeelt houdt er van om op plekken met verschil in bodemstructuur te azen. Denk aan een talud in de oeverzone of verder in het water, een onderwaterbult, de overgang van harde naar zachte bodem en op de Engelse reservoirs een oude bedding van een rivier. Op helder water kun je soms met het oog op schone en ondiepere plateaus zien zwemmen, maar in de meeste gevallen krijg
je met een peilhengel een gedetailleerder beeld. In mijn optiek is het zorgvuldig uitpeilen en onderzoeken van een stek nooit verspeelde moeite en ik kan me ook niet aan de indruk onttrekken dat zeelt geen last heeft van deze activiteit. Kortom, neem de tijd en moeite om je visstek te bepalen en maak je geen zorgen om het verstoren van het water.

Het type draadloze ‘eitje’ dieptemeter, zoals bijvoorbeeld de Deeper, is ook erg handig; je kan daarmee heel snel een stek in kaart brengen en maakt het gebruik van een peilhengel bijna overbodig. Bijna, want ik gooi toch De vishengel kun je hier op aanpassen. Als je genoeg ruimte hebt op de kant kun je de afstand natuurlijk ook uitlopen. Als extra hulpmiddel markeer ik afstand door ter hoogte van het topoog een stuitje van heel dun topelastiek op de hoofdlijn te knopen. Zo kun je bijna op de centimeter nauwkeurig zien hoe je montage ligt.

Dai spreidt graag zijn kansen door zijn hengels op verschillende dieptes en stekken te positioneren

HOEVEEL VOEREN?

Een van de meest gestelde vragen is: ‘hoeveel voer moet je brengen?’ Mijn favoriete voermix bestaat uit 2 mm pellets, hennep en maden. Per twee hengels start ik met ongeveer 500 ml voer. Het is een attractieve mix en omdat de losse voerdeeltjes erg klein zijn kan de zeelt de voerplek niet snel leegvreten. Ter vergelijking: een 4 mm pellet is ook nog klein, en veel mensen zullen zeggen dat deze maar twee keer zo groot is als een 2 mm pellet. Maar schijn bedriegt, want het volume is maar liefst 8x zo groot!

Op de typische Engelse grindplassen heb je nog eens als bijkomend voordeel dat het voer tussen de steentjes komt te liggen en de zeelt extra moet werken om zijn maaltje bij elkaar te scharrelen. Hierdoor blijven ze langer op de stek hangen: de kans dat ze jouw aas vinden wordt hiermee vergroot. Vervolgens werp ik elk uur opnieuw in om de stek op te bouwen. Door om het uur de stek van twee tot drie Spomb ladingen voer te voorzien ligt er altijd wel wat voer.

Spot on: deze zeelt pakte het aas terwijl ik de spomb nog aan het binnendraaien was

Maak je geen zorgen over de impact van de Spomb op het water; ik heb meermaals meegemaakt dat ik een aanbeet kreeg terwijl ik de Spomb nog aan het binnendraaien was! Gebruik deze voerhoeveelheden als basis, maar het is beslist geen regel. Door ervaring en door de frequentie van aanbeten krijg je vanzelf een gevoel hoeveel te voeren. Het doel moet zijn om genoeg aas op de stek te hebben om de vissen bezig te houden, maar overdrijf niet. Bijvoeren kan altijd, eruit halen niet.

 

NATUURLIJKE AASSOORTEN

Zeelt kun je aan een breed scala aan aassoorten vangen. De afgelopen drie jaar zijn voor mij maden, casters en wormen het best gebleken. Tenzij jouw water veel kleine vis bevat die de zeeltvisserij in de war schopt, zou ik adviseren om deze natuurlijke aassoorten te gebruiken. Dankzij het quick-change systeem kun je eenvoudig van onderlijn en aassoort veranderen.
Wormen vis ik het liefste aan een kebab rig met drie tot vier stukje worm op de hair, gestopt door een quick stop.

De voerkorf vul ik dan ook met geknipte wormen. Wil ik maden of casters als haakaas gebruiken dan neig ik toch meestal naar nepaasjes in plaats van de ‘real thing’. Ze zijn makkelijk in gebruik, bestand tegen aanvallen van kleine vis en worden snel door zeelt geaccepteerd. Omdat een hair van dun, gevlochten materiaal snel voor knopen zorgt, gebruik ik een nylon hair. Probeer wel het aas goed aan de achterkant van de haaksteel te positioneren om de inhakingskansen te vergroten.

Wanneer die soms felgekleurde nepaasjes niet zijn toegestaan, ik ken een paar wateren waar dat zo is, dan kun je de maden ook rechtstreeks op de haak prikken. Wel
altijd de haakpunt vrij laten!

ANTI-TANGLE SYSTEEM

Naast stekkeuze en voertactiek is ook een betrouwbaar rig erg belangrijk.In de meeste situaties zet ik bij hetzeeltvissen een helikopter rig in, oftewel een korte onderlijn die op/rond de
hoofdlijn kan draaien. Ik heb verschilllende variaties op de helikopter riggebruikt in combinatie met voerkorvenen in de loop van de jaren er honderden zeelten mee gevangen.
In mijn ogen is ‘anti-tangle’ het belangrijkste aspect van welk systeem dan ook. Oftewel het niet in de war raken tijdens de inworp.

Specimen hunting is vaak wachten op actie; je moet het vertrouwen hebben dat je rig er goed bij ligt wanneer je uren of zelfs een hele nacht op die ene aanbeet wacht. Hoe werkt de helikopter rig en waarom is deze zo effectief? Ten eerste minimaliseer je dus de kans op in de war raken. Daarnaast is het zelfhakende effect buitengewoon goed omdat de hoofdlijn onder spanning staat. Dit bereik je door redelijk zware hangers te gebruiken, ook zet bij wind de onderstroom de lijn vaak al op spanning. Wanneer een vis het haakaas in de bek heeft en de onderlijn strekt zich, dan is het erg lastig om de haak uit te spuwen. Er komt dan vanuit twee richtingen druk op de haak te staan, namelijk vanaf de voerkorf en de druk van de uitstaande hoofdlijn en zware waker. Dit resulteert vaak in harde aanbeten!

In het verleden bouwde ik mijn systeem op uit losse onderdelen die elke uit hun eigen verpakking kwamen. Sinds de komst van het Korum Ready Heli Kit val ik tegenwoordig meestal terug op deze kant-en-klare kit. Alles in één verpakking en de losse items zijn precies op elkaar afgestemd, met losse verpakkingen is dit soms even zoeken. Bijkomend voordeel is dat de kraalwartel van het quick-change type is De afstand tot de voerkorf kun je simpelweg instellen door de stoppers te verschuiven.

Houd altijd iets van ruimte tussen de twee stoppers, zodat de onderlijn om zijn as kan draaien tijdens de worp. Je kunt ook een zogenaamde feederlink gebruiken die ervoor zorgt dat de onderlijn tijdens de dril niet tot aan het loodgewicht of korf kan verschuiven. Hoe dichter bij het lood, des te groter de kans op verspelen wordt. Kies de breeksterkte van deze feederlinks lager dan de hoofdlijn. Als de korf onverwacht vast komt te zitten trek je slechts het laatste stukje van de lijn kapot en voorkom je dat de gehele montage in het water achterblijft.

NYLON ONDERLIJN

Ik gebruik graag nylon onderlijnen, deze raken op een helikopter rig vrijwel nooit in de war. Een gevlochten onderlijn heeft de neiging om sneller in de war te raken, zeker als de hair soepel is. Deze slaat dan om de hoofdlijn of heen; van een effectieve montage is dan natuurlijk geen sprake meer. Als uitganspunt positioneer ik de stoppers zo, als je het geheel verticaal houdt, dat het
haakaas zich ongeveer 5 cm vanaf de korf bevindt. Het haakaas ligt dan ongeveer tegen de ‘buitenrand’ aan van het voer en aas wat uit de korf komt. Een 56 grams (2 oz) medium formaat Korum Combi-feeder is zwaar genoeg voor een zelfhaakeffect en kun je met voldoende los aas vullen. Als ik verder dan 60 meter moet werpen vervang ik dit type korf voor een aerodynamischer model.

ai met een schitterende voorjaarszeelt die zich eind van de dag meldde.

PRODUCTIEVE UURTJES

De beste periode voor zeelt past zich gedurende het voorjaar aan. De grootste vissen vang ik vroeg in het voorjaar voornamelijk in het donker. In mei vang ik doorgaans overdag het beste. Onthoud ook dat elk water anders is. De meest productieve uurtjes blijken, na al die jaren specimen hunting, vaak toch tussen 09:00 uur in de ochtend tot aan het middaguur te liggen. Ook de late middaguren kunnen goed zijn. Als ik twee visdagen aan elkaar plak en aan het water bivakkeer, dan haal ik vaak de hengels ’s nachts in, zeker later in het voorjaar. Zo pak ik mijn nachtrust en vis zo scherp mogelijk op de momenten dat de zeelt het beste aast. Succes

 


 

Karper Voorjaarstips

0

BERND BRINK –  Als je een klein beetje zoekt, dan zal je ongetwijfeld veel do’s en dont’s tegenkomen over karpervissen in het voorjaar. Echter… er bestaan geen tips die overal en altijd werken. Bernd Brink onthult zijn top-lentetips en wanneer, hoe en waar ze toe te passen.

Na de lange winterpauze lokken de eerste warme dagen veel karpervissers naar het water. De vangsten blijven vaak achter bij de verwachtingen, want de lente is één van de moeilijkste seizoenen. Theoretisch is karpervissen in de lente vrij gemakkelijk; het wordt warm en de karpers worden actiever. Ondiepe delen van het water warmen sneller op en dat is waar je de karpers vangt. Echter, de realiteit is vaak anders.

Deze prachtige schub van een diep water pakte het aas op slechts twee meter van de oever.

Deze prachtige schub van een diep water pakte het aas op slechts twee meter van de oever. Zo is het weer erg wisselvallig in de lente. De regel ‘ondiep vissen’ gaat niet op wanneer een hogedrukgebied met warm, zonnig weer wordt vervangen door een lage luchtdruk die acht graden en koude hagelbuien met zich meebrengt. Maar ‘ondiep vissen’ is niet de enige lentetip die niet altijd opgaat. Naast enkele eenvoudige regels, zal ik voor elke tip een precieze gebruiksaanwijzing geven, want er zijn altijd uitzonderingen op de regel. Dit alles met het doel om de start van het seizoen voor iedereen zo succesvol als mogelijk te maken.

TIP 1 – (Water) temperatuur is alles

Vaak wordt een maand genoemd wanneer het weer de moeite waard is om op karper te vissen. Maar het zit natuurlijk ingewikkelder in elkaar. De kansen om een voorjaarskarper worden groter naarmate de watertemperatuur boven de 10 graden Celsius komt. De eerste zachte dagen zijn vaak al in maart en ondiepe
wateren bereiken al snel temperaturen met dubbele cijfers.

Niet de kalender, maar de (water)temperatuur bepaalt de karperactiviteit.

Nu is het tijd om naar het water te gaan, want zo vroeg kan je de klok er op gelijk zetten dat er bijna zeker nog een koudegolf komt, met weer dalende watertemperaturen. Zo kunnen de vangsten in maart soms beter zijn dan in april of mei! Vooral in mei kan het naderende paaiseizoen een stagnatie in aasgedrag veroorzaken. Het is niet de kalender die de juiste tijd bepaalt, maar de (water)thermometer.

TIP 2 – Ondiep Beter?

Zoals alle warmbloedige dieren, houden karpers van warmte. Ondiepe wateren of de ondiepe zones van diepe visgronden warmen sneller op. Daarom blijven ze, wanneer de temperatuur stijgt, bij voorkeur in ondiepe zones. Helaas vertoont de temperatuur in de lente geen continu stijgende curve. Een milde 15 graden met zon kan de volgende dag worden gevolgd door 6 graden met hagelbuien; april doet wat ie wil! Het is een feit dat ondiep water snel opwarmt, maar ook weer snel kan afkoelen. Daarom kun je niet over de hele linie zeggen dat ondiep altijd beter is, zelfs niet in het voorjaar.

Een zonnige voorjaarsdag met aangename temperaturen in het verschiet, echter heeft de nachtvorst het ondiepe water sterk afgekoeld…

De weersomstandigheden bepalen waar de karpers blijven, het liefste vertoeven op dat moment. Als de temperatuur daalt, gaan onze targetvissen terug naar diepere delen van het water. Het wordt bijzonder kritisch wanneer de temperaturen voortdurend veranderen. Want karpers houden minstens evenveel van constante temperaturen als van warmte. Kortom, ondiepe wateren met een
diepte van minder dan twee meter, kunnen in het voorjaar erg onvoorspelbaar zijn. Immers heeft hier elke verandering in temperatuur een sterk effect op het hele waterlichaam.

Laat je ook niet misleiden door helder, mooi weer. Vaak als de dagen zonnig zijn, is er sprake van nachtvorst. Voor zeer ondiepe wateren betekent dit pieken en dalen in de watertemperatuur.

TIP 3 – Diep Water biedt ook kansen

Een typische grind- of zandwinningplas met overal steile oevers is niet het ideale voorjaarswater, maar toch kan hier karper worden gevangen. Zelfs het diepste meer is ondiep aan de oever. Vaak vis ik op dit type wateren niet verder dan vijf meter van de oever, en ja, dan is absolute stilte vereist als je onder je eigen kant een rig dropt.. Daarom leg ik mijn montage zo ver mogelijk van mijn kampement vandaan.

Een ideale stek is een rietkraag waar een milde wind op waait. Als je montage strak tegen het riet ligt, maakt het niet uit dat een meter daarna de bodem steil naar 15 meter zakt.  Diepe meren hebben zelfs voordelen ten opzichte van zeer ondiepe wateren. Als de temperatuur daalt, vindt de karper nog steeds constante waarden op diepte. Zo hakt een koudegolf niet zo erg in op de bijtlust. Vaak zie je ook dat de rest van het jaar het bestand veel meer verspreid ligt. In het voorjaar concentreren de karpers zich op de ondiepe oeverzone. Vooral wanneer het bestand laag is, zijn de kansen om vis te vangen groter dan tijdens de rest van het jaar.

>| WIL JIJ OOK DE VOLGENDE 7 KARPER VOORJAARSTIPS LEZEN?

Dit artikel en nog veel meer interessante karper artikelen kun je zien en lezen in Karperwereld 143

Karperwereld 143  ligt NU in de winkel !

Wil je 6x Karperwereld thuis op de Mat? Neem dan NU een voordelig jaarabonnement.

ABONNEREN

 

 

 


 

Baars en snoekbaars met de Yubis twitchbait

0

Met de 88 en 101 mm grote Yubis twitchbaits van Doiyo is het prettig vissen. De suspenderende (zwevende) pluggen kun je makkelijk op de juiste diepte tikken en daar houden. Het zijn niet alleen baarsmagneten maar ook snoekbaarsvangers.

Lichtgewicht

De Yubis is een lichtgewicht twitchbait, zowel in de kleinere als de grotere uitvoering. Beide lengtes zijn uitstekend van grootte om als aasje voor de baars en snoekbaars te dienen. Dankzij de meerdere opvallende kleuren en het ontbreken van ratels kun je de plug heel stilletjes binnentikken en zodoende ook de argwanende grote vissen over de streep trekken.

 Baarsmagneet…

Remparachute

De achterste van de twee dreggen heeft een versiering van veertje gekregen die de aantrekkingskracht verhogen en als remparachute werken en de balans optimaliseren. Hoe dat werkt? Probeer het maar eens uit. Met de eerste tikken breng je de Yubis op diepte, door de kleine schoep maximaal 1,5 tot 2 meter, en dankzij de interne gewichtsverdeling hangt de plug precies in balans. Die balans zou verstoord worden wanneer dat veertje aan de laatste dreg er niet zou zijn, omdat een binnengetwitchte (getikte) Yubis op snelheid niet direct zou stoppen maar doorschieten.

Een bijzonder leuke manier van vissen om eens uit te proberen. Meer info? Klik hier.

Statisch snoeken op ondiepe recreatieplassen

0

Het is begin november wanneer ik voor het eerst dit najaar naar de waterkant ga voor een snoeksessie met dood aas. Velen denken dat je voor echte grote snoeken naar het grote, open water moet, zoals het Haringvliet of het Volkerak, maar je zult versteld staan wat voor formaat snoeken er in recreatieplassen huizen. Niet alleen diepe zandafgravingen maar ook meer en meer ondiepe plassen of meren die gegraven zijn voor wateropvang.

De makreel gaat per voerboot een eindje verderop…

Tekst & foto’s: Bram Bokkers

Voorgaande jaren begon ik altijd al in oktober, maar omdat de temperaturen veranderd zijn vind ik tegenwoordig november een mooie startmaand voor het doodaasvissen op snoek. Ik vis op een afgesloten plas van 38 ha met een gemiddelde diepte van twee meter. Het water is rijk aan eilandjes en watergangen en ik kies voor een stek die centraal ligt. Het is een soort kruispunt, waarvan ik denk dat de grotere snoeken hier langs zullen komen wanneer zij op zoek zijn naar voedsel.

Een montage met twee dreggen en fluorocarbon.

Ik vis met 3 lb hengels met een lengte van 3 meter (10 ft). Deze zijn net wat stugger om een aasvis mee te werpen of om de haak te zetten dan een 12 ft 2,5 lb hengel die doorgaans gebruikt wordt. Op wateren als deze gebruik ik altijd een voerboot omdat ik vaak behoorlijk ver uit de kant vis. Mijn onderlijnmontage is heel eenvoudig en bestaat uitsluitend uit een takel, ik vis dus zonder lood! Wanneer je met lood vist denk ik dat snoek loslaat bij het voelen van de minste weerstand.

Tot zover een deel uit het artikel dat je kunt lezen in de Beet die nu in de winkels ligt. Met een aatrekkelijk geprijsd abonnement hoef je er niet voor naar de winkel en lees je alles voortaan als eerste: klik hier. 

De voorjaarsklassiekers aan zee

0
Noordzeekust Zeeuws-Vlaanderen: Zwin-Breskens © foto: Joop van Houdt

De periode van de late winter en het vroege voorjaar, zijn maanden die te boek staan als moeilijke maanden voor de zeevisser. Maar we blijven er niet voor thuis, want er zijn zeker mogelijkheden voor wat mooie vangsten. Winterse soorten als schar, wijting en wellicht een verdwaald gulletje trekken stilaan naar dieper water, de bot zit onder de kant en de eerste zomergasten gaan zich aandienen!

Door Steven Beuckels

 

 Bewust kiezen tussen die eerste zomervisjes of die verre winterschar… (hoofdfoto: tussen winter en zomer kun je als strandvisser alle weertypen verwachten! (Foto https://beeldbank.rws.nl, Rijkswaterstaat / Joop van Houdt)

Het is een beetje een aparte tijd voor de gedreven strandvisser, die periode van maart, april en soms ook mei. De fruitbomen staan in april al volop in bloei, maar tegelijk kunnen ochtendvorst en gure hagelbuien de winter nog proberen te rekken. En wie in februari alle ‘maartse’ stormen en regens heeft opgemerkt, weet langzamerhand niet volledig meer wat het klimaat met ons voor heeft.

Hoe moet je daar als strandvisser of wedstrijdvisser op in? Het weer blijft de belangrijkste factor. Want zo gezegd; het ene jaar ook het andere niet. Als we te maken hebben met een koude winter met strenge vorst en veel sneeuw dan is het vrij duidelijk dat er een hemelsbreed verschil kan zijn met een zachte winter, zoals we dit jaar gekend hebben, waar het tot half februari uitzonderlijk zacht was. De oppervlaktemperatuur van het zeewater kwam eigenlijk niet beneden de 7 graden. Tot die tijd viel er een normale hoeveelheid neerslag die het zoutgehalte van het zeewater hoegenaamd niet beïnvloed heeft. Dat er later veel neerslag bij zou komen, heeft dat weer enigszins ‘verwaterd’.

Bij dergelijke meteorologische omstandigheden zal bijvoorbeeld zeebaars de jaarlijkse trek vanuit de overwinteringsgebieden in het westelijk Kanaal vroeger aanvatten. Intussen weten we ook wel dat wijting en gul niet verlegen zitten met een graadje meer of minder van het zeewater. Nadat deze voor een maand of twee (februari/maart) efkens zijn vertrokken om kuit af te leggen, komen ze graag – en graatmager als ze zijn – nog eens naar de stranden om zich tegoed te doen aan garnaal.

Een wintervisje…(schar) 

Kiezen is niet altijd verliezen

Wanneer je als wedstrijdvisser aan de start komt van die ‘voorjaarsklassiekers’ sta je op de stranden zowel in België als Nederland dikwijls voor een verscheurende keuze. Ga ik nog volop vér, alles de kast, om alsnog die laatste wijtingen of scharren te pakken te krijgen of zoek ik het korter onder kant op (scholen)baars en bot ? Moeilijke keuze of toch niet? Want het komt er op neer dat je ver weg gooit met geclipte onderlijnen of juist dichtbij werpt met een zomerse two-up/one down onderlijn?

Zorg voor een goede voorbereiding. 

Optimaliseren

Wat kun je allemaal doen om de voorbereiding te optimaliseren? Vooreerst kan je je in de dagen voor de visdag of de wedstrijd eens gaan informeren hoe de vangsten ervoor staan. Wij doen dit bijvoorbeeld door eens te gaan kijken naar de vissers op de staketsels van Blankenberge of Oostende en daar te vragen of er nog iets van wintervis gevangen wordt. In Holland kijken jullie dan waarschijnlijk op de pieren van Hoek van Holland, IJmuiden of Scheveningen. Een andere manier van informatie optimalisering is het bootvissen. Ik kan een dagje opstappen met de sportvisboot van mijn teammaat Daan die in die vroege periode al probeert een vroeg tongetje te vangen, ofwel nog volop in de wintervis zit. Als er daar nog wintervis gevangen wordt, dan weet je dat je op de stranden eveneens nog een kans maakt.

Stop de keuzestress

Brengt dit ook nog geen klaarheid in de keuze, dan zit er niets anders op dan voor beide te gaan. Stop de keuzestress door je viskist te verdelen in een zomer- en winterafdeling. Op zich uiteraard geen probleem. Het aas daarentegen vereist wat denkwerk; daar heb je ook met twee soorten van doen, namelijk slikjes en leeglopertjes voor baars en bot, en Franse tap (vers of belegen of diepvries) voor de schar en de wijting.

Ook tijdens de wedstrijd of vissessie kun je alsnog je keuze laten bepalen door het getij. Je kunt gerust aannemen dat de wintervissen schar en wijting bijvoorbeeld slechts bij aanvang van de wedstrijd, wanneer het net laag water geweest is en de ebstroom nog even doorloopt, nog even bijtlust vertonen. Naarmate de diepere muien niet meer zo goed te bereiken zijn, schakelen we liever op zomerse toestanden. Dan gaan de zware hengels en dito loodgewichten en onderlijnen aan de kant en zetten we ons achter het lichtere materiaal. Zeker naar het hoog water toe, wanneer de vloedstroom erin komt, kan dat het verschil maken tussen winst en verlies. Ik wil hier natuurlijk niet mee gezegd hebben dat je met dat zwaardere winterse materiaal ook geen botje of zeebaars zult gevangen krijgen. Maar zeg nu zelf, een baars in de branding drillen aan een iets gevoeliger hengel is toch zoveel leuker dan deze aan een strakke hengel binnen te takelen. Dus, zelfs in de overgang der seizoenen, is er met wat inventiviteit en aanpassingsvermogen voor de liefhebber van de zoute visserij nog altijd wat leuks te vangen.

Oei, dat is al een mooie voorbode van het voorjaar, die zeebaars geeft al een boost aan motivatie.

Two-up/one down

Als zomeronderlijn kun je gerust de two-up/one-down, oftewel twee haken boven het lood en één haak eronder, zien als de meest essentiële basis voor de lichtere visserij waarin afstand geen eerste prioriteit heeft. Het is inderdaad een onderlijn die ook vaak door wedstrijdvissers gebruik wordt in de meest uiteenlopende omstandigheden. Als standaarduitvoering vertrekken we van een body of staande lijn van 40/00 tot 50/00 met daaraan haaklijnen tussen de 60 en 90 cm in diktes variërend tussen de 20/00 en 35/00 aan superkleine warteltjes tussen twee kraaltjes.

Gezien de snel evoluerende trekkracht van de monolijnen is 40/00 in de meeste gevallen ruim voldoende op voorwaarde dat de kraaltjes op de staande lijn gelijmd worden in plaats van geknoopt. Dit is een techniek die enkele jaren geleden naar ons is overgewaaid vanuit de Zuid-Europese wedstrijdvisserij waarbij alles gericht is op het zo licht en onzichtbaar mogelijk maken van de onderlijnen zonder aan sterkte te moeten inboeten.

Wanneer we op de dikte van de haaklijnen focussen komen we in eenzelfde gedachtegang. Wanneer op een zomerse dag wind en branding ontbreken, en het water net zo helder is als een glas jonge jenever, en de zon van ‘s morgens vroeg tot ‘s avond laat de badgasten verblijdt, dan zal een schuwe scholenbaars zich rapper vergrijpen aan een extra fijne montage dan aan een streng van pakweg 40/00 of 50/00. Dat zal iedereen begrijpen. In dat opzicht is fluorocarbon dan ook aanmerkelijk beter geschikt dan gewone (gekleurde) nylon, voor zowel body als haaklijnen.

Wordt er nog wijting gevangen bij het bootvissen? Dan kun je ze ook vanaf het strand misschien nog bereiken…

De zomerclip

Maar stel nu je nu eens een dag voor waarop zon en wind en branding het ideale scenario vormen om eens lekker op de grotere jongens te gaan jagen. In de branding zelf zal het dan algauw op een wasmachine gaan lijken waarin de zilveren rover zich ook niet thuis voelt. En over de branding heen werpen is dan ook niet altijd evident met de one-up/one-down. In dat geval kun je beter opteren voor wat ik gemakshalve de ‘zomerclip’ zou noemen. Dit betreft een gewone geclipte lijn gemonteerd zoals die voor de wijting- en scharrenvisserij in de winter, maar dan wel met slechts twee in plaats van drie haken en met haaklijnen van 60 tot 90 cm. Ook doen we alles in fluorocarbon maar in een zwaardere uitvoering en zonder toeters of bellen. In zulke omstandigheden zou ik gerust tot 40/00 haaklijn durven gaan, mede om het in de war raken van de haaklijnen zoveel mogelijk te vermijden. En meestal lukt dat dan ook wel.

Uiteraard kun je vanuit de basismontage van two-up/one-down zoveel variëren als je maar wil. Maar houd toch maar altijd voor ogen dat ‘licht en fijn’ het uitgangspunt blijft. Een vlottertje hier of een lovertje daar, of toch nog een extra pareltje, kan leuk ogen maar het moet toch ook nog altijd zijn nut hebben. Ik citeer hier graag nog eens Chris Clark, de Engelse internationale tophengelaar, als hij zegt: ‘Er zijn al veel meer vissers aan parels en kleurtjes gevangen dan vissen.’ Zullen we dat dan maar vooropstellen?

De complete strandvisser

Als wedstrijdvisser blijft het belangrijkste de goede beslissing te nemen op het goede moment als het om winst of verlies gaat. Nu ben ikzelf geen slechte werper dus ik laat mij in deze periode moeilijk verleiden tot het ‘dichtbijvissen’. Maar dit wil niet zeggen dat ik mijn buurman tien baarzen zal laten uitlopen, dus zal ik moeten reageren door ook naar de ‘dichtbijhengel’ te grijpen. In deze periode moet je alles bij hebben om op het juiste moment toe te slaan; ofwel dichtbij of veraf. Wanneer  je begrijpt wat de zee je te vertellen heeft aan stroming, wind en temperatuur, en je als visser de afstand, vissoort, aassoort, en de juiste onderlijn beheerst, dan pas ben je de complete strandvisser.

Ik hoop jullie met deze tips toch enigszins vooruit te kunnen helpen in de ‘voorjaarsklassiekers’!

Wie de zwinnen en de muien kent, heeft ook in het voorjaar een voorsprong!

(Foto https://beeldbank.rws.nl, Rijkswaterstaat / Joop van Houdt)

 

Serieuze krachtmeting

0

Optelsom aan inzichten
 Het KNMI waarschuwde voor een orkaanachtige storm met windsnelheden tot 11 Beaufort. Regen viel in buien met bakken omlaag. Nagenoeg horizontaal kletterde het tegen de ruiten. De luchttemperatuur bedroeg 9 graden Celsius. De watertemperatuur schommelde op hetzelfde niveau. Het waren dit jaar de eerste dagen van de maand mei. Van ook maar een begin van het voorjaar was totaal geen sprake. Ideaal. Er was weinig dat me nu kon tegenhouden.
Tekst & foto’s: Ewout Smeerdijk
...


Dit is een premium artikel.

Het hele artikel kun je lezen in Beet Magazine, voor slechts € 62,50 per jaar 9x thuis op de mat. Beet Magazine is als los exemplaar te koop voor € 7,95 in de betere hengelsportspeciaalzaak en de boekhandel.

ABONNEREN

9x Beet thuis op de mat!

 



Retraite

0

Yin yang dingen
 Aan het einde van het jaar blikken veel mensen terug op het jaar dat achter hun ligt. Iedereen doet dit terugblikken op zijn eigen unieke manier, ik zelf doe dit graag langs de waterkant. De maand december zorgt er voor dat veel vissers de bivvy inruilen voor een warme huiskamer en comfortabele bank, daarnaast is ook de natuur in een standby modus en juist deze combinatie van factoren zorgt voor een heerlijke atmosfeer aan het water. De afgelopen jaren breng ik standaard de dage...


Dit is een premium artikel.

Het hele artikel kun je lezen in Beet Magazine, voor slechts € 62,50 per jaar 9x thuis op de mat. Beet Magazine is als los exemplaar te koop voor € 7,95 in de betere hengelsportspeciaalzaak en de boekhandel.

ABONNEREN

9x Beet thuis op de mat!

 



Wiervissen

0

Half oktober. Samen met mijn maat Christophe ‘le boulanger’ hebben we een 10-daagse sessie gepland op één van de grotere Franse reservoirs. De woensdag daarvoor hadden we al drie wateren bezocht en begon het er al behoorlijk druk te worden. De vraag was dan ook niet ‘welke stekken vrij waren’ maar eerder ‘welke stekken er vrij zouden komen’? Op het water van onze eerste keuze zat een koppel op een stek die ons ideaal leek met in gedachten de weersverwachting voor de aankomende week: lage druk me...


Dit is een premium artikel.

Het hele artikel kun je lezen in Beet Magazine, voor slechts € 62,50 per jaar 9x thuis op de mat. Beet Magazine is als los exemplaar te koop voor € 7,95 in de betere hengelsportspeciaalzaak en de boekhandel.

ABONNEREN

9x Beet thuis op de mat!

 



Een vers visjaar

0

Nieuwe ronde, nieuwe kansen
Eén druk op de rode knop, twee stralen vloeibaar genot, gitzwart van kleur, vullen een hevig vibrerende mok. Een krachtig aroma walmt bedwelmend door de keuken, zet mijn reukorgaan op scherp en geeft me direct al een stevige boost. Arabica? Brazilian blend? Geen idee, but who cares... De welriekende geuren voeren me terug naar de zomerse oevers aan het kanaal, verkoelend briesje door de steeds dunner wordende haardos. Ritmisch wuivende grassen, bezige bijtjes en last ...


Dit is een premium artikel.

Het hele artikel kun je lezen in Beet Magazine, voor slechts € 62,50 per jaar 9x thuis op de mat. Beet Magazine is als los exemplaar te koop voor € 7,95 in de betere hengelsportspeciaalzaak en de boekhandel.

ABONNEREN

9x Beet thuis op de mat!

 



Vol Gas!

0

Een jaar vol verassingen
Als ik foto’s zie van jongens die ver weg in het buitenland hun heil zoeken, dan snap ik dat het een geweldig avontuur is en het oog wil qua omgeving ook wat. Als je verder doorvraagt dan hoor ik vaak; ‘Die twintig kiloplus vissen vangen we in Nederland niet, daar is het toch wat makkelijker”. Met deze stelling ben ik het niet eens, want ons kikkerlandje heeft heel wat te bieden!
Tekst & foto’s: Sander van Duinen-Kaars
Wanneer ben je tevreden? Terwijl ik deze tekst t...


Dit is een premium artikel.

Het hele artikel kun je lezen in Beet Magazine, voor slechts € 62,50 per jaar 9x thuis op de mat. Beet Magazine is als los exemplaar te koop voor € 7,95 in de betere hengelsportspeciaalzaak en de boekhandel.

ABONNEREN

9x Beet thuis op de mat!

 



Omzwervingen

0

Eind goed, al goed
Mijn visserij speelt zich voor het overgrote deel af in Frankrijk en op de openbare wateren die in veelvoud aanwezig zijn in het land van wijn en stokbrood. In veruit de meeste gevallen vis ik solo, echter een aantal sessies per jaar ga ik samen met mijn vismaat Jork er op uit. Vooral de jaarlijks terugkerende tweeweekse najaar sessie is er eentje waar ik gedurende het seizoen enorm naar uitkijk, de tijd die dan beschikbaar is wordt volledig benut en biedt weer kansen voor de ...


Dit is een premium artikel.

Het hele artikel kun je lezen in Beet Magazine, voor slechts € 62,50 per jaar 9x thuis op de mat. Beet Magazine is als los exemplaar te koop voor € 7,95 in de betere hengelsportspeciaalzaak en de boekhandel.

ABONNEREN

9x Beet thuis op de mat!

 



De Coronajaren

0

Wie zoet is krijgt lekkers
 Voor ons allen een bizarre periode, de afgelopen twee jaren. Zakelijk, persoonlijk, iedereen heeft zijn verhaal. Dat geldt ook voor mij, en zeker op visgebied is een terugblik daarom zeer interessant. Het wegvallen van werk in 2020 bleek voor mij ook wat goede kanten te hebben; vanaf half maart direct ongevraagd veel meer ‘vrije tijd’, die ik gelijk kon doorvertalen naar meer vistijd. En daarmee meer vangsten. En nee, ik heb niet op jullie kosten lekker zitten hengele...


Dit is een premium artikel.

Het hele artikel kun je lezen in Beet Magazine, voor slechts € 62,50 per jaar 9x thuis op de mat. Beet Magazine is als los exemplaar te koop voor € 7,95 in de betere hengelsportspeciaalzaak en de boekhandel.

ABONNEREN

9x Beet thuis op de mat!

 



Debuut in de Alpen (deel 2)

0

Au revoir!
 In dit tweede en laatste deel het vervolg van de 10-daagse trip van Wim Kuypers en Louis Kruyfhooft naar de Franse Alpen, met zijn vele wateren, klein en groot, vaak vol dikke vissen. Wateren die inmiddels wel behoorlijk bekend zijn en dus ook druk bevist worden. Nachtvissen is bovendien op veel wateren verboden. Met een dosis slaaptekort werden de eerste successen behaald. De Green Rhinos 4x4 bus had zijn waarde al bewezen. Zou er nog meer in het vat zitten tijdens dit eerste Alpen-...


Dit is een premium artikel.

Het hele artikel kun je lezen in Beet Magazine, voor slechts € 62,50 per jaar 9x thuis op de mat. Beet Magazine is als los exemplaar te koop voor € 7,95 in de betere hengelsportspeciaalzaak en de boekhandel.

ABONNEREN

9x Beet thuis op de mat!

 



Elke dag is weer anders…

0
oppo_0

Twee weken terug zijn mijn vismaat Tom Ploeger en ik wezen vissen in het afvoerkanaal bij Terwolde. We hadden toen een geweldige dag. We vingen met enig geluk – we moesten de lijn binnenhalen met de hand omdat er een pruik om de molen zat – een snoek van maar liefst 116 cm lang (klik hier). Dat was samen met de regen en de kou een gedenkwaardige dag die volgens ons niet te overtreffen viel. Twee weken erna gingen we weer op pad…

Door Arend Disberg

Hoe anders was de dag en het weer nu. De zon kwam tevoorschijn en het was wel 4 graden warmer dan toen. We waren op alles voorbereid. Laarzen en dikke sokken aan, de pyjamabroek onder de spijkerbroek, het regenpak en droge kleding achter in de auto en het schepnet gereed voordat we van start gingen.

We besloten om op een andere stek te gaan, want het zou wel heel toevallig zijn als de grote snoek van twee weken terug weer zou bijten. We besloten om zo’n 30 meter van een smalle (loop)brug te gaan vissen. Het water stroomde langzaam.

“Ik zet de dobber iets hoger. Ik bied het aasvisje net boven de bodem aan,” zei Tom.

“Ik leg het gewoon op de bodem,” antwoordde ik.

“Moet je een kleine voorn of een grote,” vroeg Tom.

“Doe maar een middelmaat”.

“Oké, dan doe ík er een grote aan.”

Zo gezegd zo gedaan.

Hengel krom

De dobber van Tom lag ongeveer in het midden van het kanaal. Die van mij zo’n meter uit de kant en zo’n 10 meter bij mij vandaan. Het duurde ongeveer 40 minuten en toen kreeg ik beet. Ik wachtte een poosje en sloeg aan. De hengel stond krom. Na zo’n 15 tellen liet de vis los.

“Jammer man,” zei Tom.

“Jazeker. Maar mijn visje zit er nog goed aan. Ga het weer proberen”.

Zo’n 5 minuten later kreeg Tom beet. Zijn dobber ging loodrecht naar beneden en de vis zwom rondjes van 3 meter in doorsnede. Tom draaide het snoer wat op en sloeg aan.

“Het is een beste Arend. Pak jij het schepnet,” zei hij beheerst.

“Doe ik,” Was mijn antwoord.

Na een minuut of zes werd een grote snoek in het karpernet geland. Deze was bijna even groot als die van twee weken daarvoor. Alleen deze dame was duidelijk zwaarder.

Nadat de snoek onthaakt was werd deze op de meetlat gelegd.

Ze was 114 cm lang.

Slechts 2 cm korter dan de vorige grote snoek van twee weken geleden!

Tom begint direct goed…

Behoedzaam zette Tom de vis weer terug.

Na 20 minuten wachten ging mijn dobber weer onder. Als een raket vloog de dobber weg. Omdat ik een karperhengel en molen met vrijloop gebruikte kon de vis snel meters pakken.

Ik pakte de hengel op en sloeg aan. Mis!

“Je hebt mooi pech, ouwe,” riep Tom. Ik ben bijna 65 en Tom is 35, dus hij had wat dat betreft 2 x gelijk.

Mijn visje was er af.

Ik deed er een nieuwe aan en gooide het op dezelfde plek weer in het water.

Tom besloot nog een stukje verder van de loopbrug te gaan vissen.

Ook dit keer deed hij er een grote dode voorn aan.

Het duurde 15 minuten en ja hoor, Tom kreeg weer beet.

Deze snoek was sneller aan de kant dan de eerste snoek.

Na vijf minuutjes was ze binnen. Ze was 94 cm lang.

En nog eentje van 94 cm… 

Het stond dus 2-0 voor Tom.

We hadden beiden 2 x beet gehad, hij haalde ze binnen en ik niet. Maar zoals ze zeggen, de aanhouder wint. Want een winnaar geeft nooit op en een opgever wint nooit.

En ja hoor: na ongeveer 20 minuten ging mijn dobber onder. Dat wil zeggen: hij werd deels onder getrokken, want ik viste op de bodem. Ik sloeg aan en jawel, de vis zat goed gehaakt. Na een minuut of 7 lag mijn snoek op de kant. Deze werd gemeten en bleek 94 cm lang te zijn. Net zo lang als de tweede snoek van Tom.

Eveneens 94 cm…

In de leer

De ene dag is de andere niet zeggen ze altijd. Dat klopt.

Twee weken geleden hadden we een heel mooie visdag en vandaag was het nog mooier.

We beseffen dat we niet elke keer snoeken vangen. Maar ook dan kunnen we altijd nog genieten van de mooie omgeving en kunnen we terugkijken op twee zondagen vissen waarop we één snoek van 116 cm; één snoek van 114 cm en twee snoeken van 94 cm hebben mogen vangen.

En ik moet toegeven. Tom hoef je niks meer te leren. Ik ben nu als ‘oude man’ bij hem in de leer en dat bevalt me goed 😉

Arend mag de dag mooi afsluiten… 

 

 

Voorjaarsmeerval: vraag & antwoord van drie toppers

0

Nu de dagen weer langer worden, het zonnetje aan kracht wint, worden de vissen langzaamaan actiever. Dat geldt ook zeker voor de meerval! Met een stijgende watertemperatuur beginnen ze meer en meer te zwemmen, op zoek naar voedsel. Maar hoe pak je het in deze periode het beste aan? We vroegen het aan een drietal meervalexperts: Tobias Stuurman, Freek Janssen en Ivo van de Berghe.

Ready to rumble… 

Tekst & foto’s: Tobias Stuurman, Freek Janssen & Ivo van de Berghe

 TOBIAS STUURMAN

Favoriete vismethode: vanuit de bellyboot

Grootste Nederlandse meerval: 237 cm

Sponsor: Abu Garcia, Penn, FloatPlus

Vist al ? jaar op meerval: 5 jaar

Vist ? dagen/nachten per jaar op meerval: 1 tot 2 keer per week, ongeveer 75 dagen per jaar

Tobias (links) en Freek vissen graag vanuit de bellyboot.

FREEK JANSSEN

Favoriete vismethode: vanuit de bellyboot

Grootste Nederlandse meerval: 219 cm

Sponsor: FloatPlus

Vist al ? jaar op meerval: sinds 2005

Vist ? dagen/nachten per jaar op meerval: 1x per week, vrijwel altijd overdag.

Ivo  is met een ‘cat’ van 232 cm houder van het Belgisch record.

IVO VAN DE BERGHE

Favoriete vismethode: statisch/afspannen

Grootste Belgische meerval: 232 cm (huidige Belgische record)

Sponsor: BlackCat

Vist al ? jaar op meerval: sinds 1994

Vist ? dagen/nachten (per jaar) op meerval: elk weekend

 

Vraag & antwoord

Liggen de meervallen in maart/april verspreid of juist (nog) bij elkaar in groepen? Zijn het honkvaste vissen?

IVO: ‘s Winters vind je wel eens groepen met meerval in diepe gaten, maar in maart/april beginnen ze zich meer te verspreiden. Kleineren meervallen blijven wel vaker meer samen dan grote. Meerval is een honkvaste vis, vooral grote meerval. Je zal al wel eens gehoord hebben van de standplaats van een meerval, dit is de plaats waar hij in rust verblijft (zeg maar zijn huis), deze wordt enkel verlaten om te jagen.

FREEK: In maart en april liggen ze vaak nog redelijk bij elkaar. Wanneer de paaitijd aanstaande is (mei-juni), dan beginnen ze te trekken en gaan de meeste kleinere vissen de rivieren op. De grotere exemplaren blijven het gehele jaar door op de plassen liggen, dicht bij de plekken waar ze ook afpaaien.

TOBIAS: De meerval is een vrij onvoorspelbare vis. Rond de start van het voorjaar kan een plotselinge temperatuur daling/stijging er zomaar voor zorgen dat ze zich verplaatsen richting een comfortabele plek. Omdat de omstandigheden ieder jaar anders zijn kan het van jaar tot jaar verschillen; liggen ze al ondiep of juist nog op de winterstekken, of misschien de weg ertussen? Uit onderzoek blijkt dat de meerval over het algemeen een vrij honkvaste vis is en om en nabij dezelfde plek blijft liggen, mits de stand- en voedplek dichtbij elkaar liggen. Op ondieper water, zoals de Oude IJssel of de Lage Vaart is dit niet het geval, de meerval is hier meer geneigd om afstanden af leggen. Mijn vismaat Mark herkende een ‘geknakte’ vis die hij eerder dat jaar 7 km verderop had gevangen. De grotere exemplaren zwemmen vaak met een of twee vissen bij elkaar, de kleinere meervallen liggen vaak bij elkaar in groepen.

Tot zover een deel van een prachtig en leerzaam artikel over het vissen op meerval in het voorjaar, dat je kunt lezen in de Beet die net in de winkels ligt. Zorg dat je hem in huis haalt of dat je een abonnement hebt om alles als eerste te kunnen lezen: klik hier.

 

De Deel Jerkbait: enthousiasme en kennis delen!

0

Sinds de Facebookgroep ‘Vissen met jerkbaits’ tot leven geroepen is, zien we steeds meer bijzondere en interessante jerkbaits voorbij komen. Je raakt gewoon geïnteresseerd in al die soorten jerkbaits. En daarom is dit ook zo een leuk idee gebleken, je hebt nu de kans om echt eens één van die aasjes te bestuderen en er lekker eens mee te gaan vissen!

Is hij niet prachtig?


Het verhaal achter de Deel Jerkbait

Leon Prins: “De Deel Jerkbait was een idee uit het oude Roofvisforum. Ik kon mij het nog goed herinneren dat dit een idee was van een oud forumlid die later helaas ‘van de aardbodem verdwenen’ is.

Niet iedereen heeft het geld van de wereld om te besteden aan een heel assortiment van handgemaakte jerkbaits. Dat was gelijk de eerste reden voor mij om dit idee terug in leven te roepen. Als tweede reden kwam daarbij dat het een goede manier was om de leden van onze Facebookgroep een beetje in contact te laten komen met elkaar.

Het idee staat voor nieuwe vriendschappen en voor het delen van kennis en ervaringen tussen de leden van onze groep. We hebben twee Hökers van Eric de Lange gesponsord gekregen in een prachtige firetail kleur. De leden die mee wilden doen werden verdeeld over 2 groepen van 10 leden. Dus iedere jerkbait kreeg 10 personen waar hij dan 2 weken door ingezet mocht worden. Wel moest je dan zelf voor je vistijd zorgen natuurlijk. En dat pakt erg goed uit! Er is heel veel hulp en interesse tussen de leden, manieren van vissen en iedereen probeert er een stukje over te schrijven. Al hoop ik dat er de volgende keer een stukje beter meegedaan word door iedereen qua stukjes schrijven over de persoonlijke ervaringen met de Deel Jerkbait.

Een echte vanger!

Is er al enig succes met de Deel Jerkbait?

Leon Prins: “Ik kan zeker zeggen dat het succes heeft geboekt. Ik persoonlijk kan er echt enorm van genieten om te zien hoe iedereen respectvol met elkaar omgaat en iedereen kennis maakt met in dit geval de Höker. Sommige mensen hebben het model al eens gebruikt, waar anderen er voor het eerst mee vissen. Dit zal ook voor Eric in dit geval natuurlijk goed werken als stukje reclame voor zijn vakmanschap! Ook wordt er natuurlijk goed gevangen op de Deel Jerkbait, en dat geeft de bait ook weer een karakteristieke look natuurlijk! Vol tandafdrukken en krassen, zoals een goede jerkbait eruit hoort te zien gaan we ze uiteindelijk verloten aan de deelnemers.”

Klaar voor de tewaterlating… 

Komen er meer Deel Jerkbaits in de toekomst?

Leon Prins: “Als het aan mij ligt is dat zeker een optie! Enkel wil ik de volgende keren de tijd iets inkorten of de capaciteit groter maken. Ook ga ik dan iets scherpere regels maken, wellicht een kleine borg, mocht de Deel Jerkbait kwijtgeraakt worden en er een nieuwe jerkbait ingezet moeten worden. Graag zou ik in de toekomst ook meerdere typen jerkbaits inzetten, ook zodat de leden nu kunnen kiezen of ze liever meedoen met een glider, hybride of een zager. Ik vind het prachtig om te zien hoe iedereen beleefd naar elkaar is en interesse toont naar elkaar. Je kan zien dat we respect naar elkaar tonen.”

Sommige mensen hebben het model al eens gebruikt, waar anderen er voor het eerst mee vissen.

Grote vissen op kleine wateren…

0

Mitch van Grondelle is een fanatieke snoekvisser die in de regio Utrecht de wateren zoekt voor grote snoeken. Dat het niet altijd grotere wateren moeten zijn, ondervond hij onlangs weer in het mooie riviertje de Kromme Rijn, die tussen Utrecht en Wijk bij Duurstede stroomt…

Een fanatieke roofvisser… 

“Ik vis vaak op deze plek in het weekend zodat ik een langere sessie kan blijven, het liefst net voor het donker dus rond half 4 en half 10 uur, dan zijn daar de meeste aanbeten. Ik ga vaak samen met mijn vismaat Ricardo. De sessies voor de bewuste sessie hadden we al exemplaren van 91 cm; 97 en 104 cm en daarna eentje van 110 cm gevangen. Die laatste was meteen mijn pr.

Statisch

Niet te verbreken zou je denken. Enfin, we waren weer naar dezelfde stek. De hengels lagen nu al 2,5 uur zonder aanbeten. We visten statisch met een dode horsmakreel. Onze andere vismaat Jan sloot zich ook bij ons aan.

We hadden de vis tent op staan want was erg koud (3 graden die avond) en gingen maar een hapje eten op onze gas bbq. Tien ineens ging de ontvanger af en we renden erheen. Ik had die hengel verderop in een andere bocht gelegd van het water. Toen we eraan kwamen lag de pike swinger eraf en ging de pieper tekeer. Ik pakte de hengel en draaide de lijn strak en sloeg aan….raak!

 We konden het nauwelijks geloven…

Drie keer scheppen

De hengel boog helemaal door en wist het meteen: dit een hele grote snoek. Wij probeerden hem binnen te halen maar zodra die ons zag met onze hoofdlampen, ging de vis er weer ervan door, dwars door de slip. Toen hij moe werd kregen we hem dichtbij om te scheppen. Na 3x scheppen kregen wij hem erin. Hij paste amper! Het was een hele dikke snoek. Zodra we hem onthaakt hadden, legden we hem op het meetlint en konden het nauwelijks geloven: 119 cm lang! Een avond in ieder geval om nooit vergeten…

Een magische lengte voor een klein watertje…

Game on: de gemaskerde struikrover genaamd ‘roosterfish’

0

“Een van de mooiste vissen om te vangen is ongetwijfeld de roosterfish. Deze prachtige jager met zijn groenzwarte bovenlijf,  zijn goudwit onderlijf met in het oog springende zwarte strepen die in een gebogen lijn vanaf zijn kop en over zijn ogen naar het achterlijf lopen, vind ik nog steeds het meest lijken op een gemaskerde struikrover. Inclusief de werkelijk prachtige hanenkam die hij tevoorschijn tovert als de aanval wordt ingezet!” Aldus Peter Ouwendijk in zijn Zeehengelsport rubriek ‘Game on!’

Krijgen we ooit genoeg van deze vis? Never ever…

Een warme zonnige dag

Quepos, Costa Rica. Terwijl ik in mijn dromen nog heerlijk lig na te genieten van de toernooidag van de dag ervoor, met spectaculaire aanbeten en grote supersnelle zeilvissen, die een maximum snelheid van 108 km kunnen bereiken, gaat om 4.30 uur de wekker. Dat is altijd even afzien. Maar na een koude douche ben je weer  wakker en zo fris als een hoentje! Op dit vroege tijdstip is er natuurlijk geen uitgebreid ontbijt, maar gelukkig ligt er voldoende fruit in de koelkast om onze magen mee te vullen. Na een halve watermeloen en een handvol noten weggewerkt te hebben race ik naar de uitgang waar mijn vismaten Hein en Roderik al staan te trappelen van ongeduld. Gedrieën togen wij naar de haven. Het is nog vroeg in de morgen maar toch al drukkend warm, alles voelt  door de extreem hoge vochtigheidsgraad aan als een klamme deken. Je hoeft maar met je ogen te knipperen en je begint al spontaan te zweten. Het wordt dan ook weer een warme zonnige dag met temperaturen van rond de 35 graden Celsius. Dat betekent goed insmeren met factor 50 en vooral ook niet je Buff halsdoek, zonnebril en hoed of pet vergeten.

Peter Ouwendijk heeft er een te pakken… 

Roostertime!

John, eigenaar van drie ‘panga style’ 28 voets visboten (panga style’ betekent eigenlijk: vissen met smalle boten met een laag dak en weinig bewegingsruimte), opererend onder de naam Quepos Fishing Adventures, had  eerder deze week aan ons uiteengezet hoe de inshore visserij ter plaatse tussen de riffen en scherpe rotsen in zijn werk ging. Het allerbelangrijkste ingrediënt naast een goed humeur was plenty aasvis –  zonder deze twee ingrediënten konden we gelijk terug naar de haven. Aan ons humeur schortte in het geheel niets maar die aasvisserij bleek helaas toch wel een dingetje te zijn. Wat we ook probeerden, de felbegeerde sardines en horsmakreeltjes lieten het keer op keer afweten. Gelukkig brachten de door mij meegenomen haringpaternosters die ik in Nederland voor de fintvisserij gebruik, uitkomst: die bleken wel te werken. In een mum van de tijd was de bun vol en riep de captain: ‘Lets’s go to the real fish, it’s roostertime!’…

Meer lezen van dit prachtige avontuur? Je kunt het lezen in de Zeehengelsport Magazine die nu in de winkels ligt. Ben jij een fervent zeevisser dan wil je natuurlijk niks missen van de artikelen in dit enige zilte magazine van de Lage landen en neem je een abonnement: klik hier.

Pellet waggler en bomb vissen

0

De twee technieken pellet waggler en bomb vissen, zou iedere witvisser eigenlijk moet beheersen, of je nu wedstrijden vist of gewoon af en toe lekker een dagje naar één van de vele visvijvers in Nederland of België gaat. Je vist alle waterlagen af en haalt er het maximale mee uit je visdag. Hieronder enkele tips van Kris Sloof en Jorg Dekkers.

Tekst & foto’s: redactie

De twee genoemde vissers weten van wanten, want ze eindigden niet voor niets als kampioen bij het NK Commercial Teams Competitie. Enkele van hun tips:

 

Baitband of hair?

Bij het vissen met de pellet waggler wil je de pellet zo kort mogelijk tegen de haaksteel hebben en is een superkorte hair ideaal waar je het haakaas op rijgt. Voordeel daarvan is dat de pellet beter blijft zitten en je dus vaker met hetzelfde aasje kunt inwerpen. Een korte hair is ideaal. Bij het vissen met de bomb mag je iets meer ruimte creëren en is een baitband aan een hair vaak beter. Kies de micro versie, ook al gebruik je 7 tot 10 mm aasjes, ze rekken erg goed. De allerbeste qua kwaliteit, duurzaamheid en rekbaarheid zijn volgens Kris die van Drennan.

Hoe ziet je bomb montage eruit?

Mijn montage is simpel: je schuift het beoogde loodje op de 20 tot 22/00 mm hoofdlijn, in mijn geval Technium Invisitec. Tot 20 meter gebruik ik 8-10 gram, bij afstanden boven de 30 meter pak ik de 15 grams versie. Veel zwaarder is meestal echt niet nodig. Na het loodje bevestig ik een siliconen stoppertje en twist ik de eerste 10 cm door 20 cm lijn in een lus te leggen en dit te twisten. De getwiste lijn heeft een aantal voordelen: doordat de lijn dubbel is, is hij dus ook veel zwaarder en ligt perfect op de bodem en tevens dient de getwiste lijn als een ‘kicker’ en voorkomt zo in de war gooien. Aan het einde van het getwiste gedeelte monteer ik mijn onderlijn middels een lus-in-lus verbinding. Door de extra lengte van de lus zijn mijn onderlijnen maar 30 cm lang. Voordeel is dat ze in een veel subtielere en handzamere onderlijnenbox kunnen, samen met mijn 20 cm versie voor snelle visserij op F1 karper. Meest gebruikt is toch wel 15/00 en 17/00 mm als onderlijndikte in combinatie met een Guru QM1 haak in maat 16 en 14.

Een bomb montage die veel wordt gebruikt…

Hoe is de aanpak met de bomb?  

Voor het vissen met de bomb gebruik ik meestal harde 8 mm pellets om te schieten en ook een harde 8 mm pellet als haakaas. Op sommige wateren waar veel F1 karpertjes zitten of waar je relatief kort de vis met de bomb kunt vangen, kunnen 6 mm pellets dressuurdoorbrekend zijn. Hoofdregel: je moet de stek wel kunnen halen met de katapult, ook later op de dag als het bijvoorbeeld begint te waaien.

Hoeveel en hoe vaak? In de zomer schiet ik bijvoorbeeld in het begin zo om de 5 minuten een paar pellets. Aan het begin schiet ik telkens twee keer achter elkaar een pellet of 4 tot 6, omdat ik dan nog niet weet of de karper graag op de bodem wil azen of hoger (en dus de pellet waggler de beste techniek gaat zijn die dag). Als je de vis bovenin wil houden dan schiet je heel vaak en erg weinig zoals Jorg. Als je de vis omlaag wil houden, dan schiet je wat meer pellets per keer, maar minder vaak.

De reden dat ik meestal twee keer achter elkaar schiet is om secuurder te schieten en beter kan ‘afmeten’ hoeveel pellets erin gaan.

Pellet wagglers… 

Dobber afremmen!

Zorg dat je alles netjes naast je op het aasplateau hebt staan zodat je zonder de te kijken je katapult en je pellets kunt pakken. Ritme is alles! Zorg ook voor een reserve katapult.

Rem tijdens het ingooien op het laatste moment de dobber af zodat je lijn zich helemaal uitstrekt. Hierdoor zal de vis zich als het ware zelf haken op je top tijdens de aanbeet.

Deze Tips & Tricks kun je terugvinden in de Beet Magazine van oktober/november 2021, naast vele andere tips en wetenswaardigheden.

 

Casters en hennep in de juiste voerverhouding

0

Bij het witvissen is de juiste hoeveelheid voer en aas zien te vinden elke keer van groot belang. Het haakaas afstemmen op het voer en dan zorgen dat je de vis niet overvoert, afhankelijk natuurlijk van de watertemperatuur (zomer of winter). Het is een puzzel die steeds opgelost moet worden. Garbolino-visser Jo Adriolo geeft in onderstaande tip een voorbeeld.

 

Twee prima voornaasjes: casters en hennep.

De juiste mix

 “Tijdens de sessie op grote voorn schiet Jo met een katapult een mix van casters en hennep rondom de dobber. Heel belangrijk is de juiste verhouding van deze twee aassoorten. Op een mini handje mix, zo’n 35 korrels hennep, maar enkele casters. Waarom zo weinig casters? Jo: Ik zat ooit eens langs het Voorns Kanaal en was goed voorn aan het vangen. Ik begon bij te schieten met deze mix, waarbij de verhouding 1:1 was, om de vis op de stek te houden en de aanbeten te versnellen. Het tegenovergestelde gebeurde: het duurde juist langer totdat ik beet kreeg. Er vielen zoveel casters naar beneden dat mijn haakaas minder opviel. Kortom, als er vanuit het cupje of de katapult maar enkele casters zakken, dan zijn dit de krenten uit de pap die de vis makkelijker en sneller onderschept.”

Deze tip komt uit de Beet Magazine die momenteel in de winkels ligt uit het artikel ‘Limburgse Monstervoorns’ met Jo Adriolo.

 De juiste ratio casters-hennepzaad om bij te voeren.

 

Noord-Hollands kanaal: topwater het hele jaar door

0

Het Noord-Hollands kanaal is een van de bekendste wedstrijdwateren in ons land en er zijn hier de laatste jaren dan ook al heel wat nationale en internationale wedstrijden en kampioenschappen gevist. Jan van Schendel ging een dag op stap met Twan Swart, een van de jonge wedstrijdtalenten die Nederland rijk is.

 Tekst: Jan van Schendel, foto’s: redactie & Jan van Schendel

Het NH-kanaal is al bijna 200 jaar oud en diende in het verleden als een kortere route vanaf zee naar Amsterdam in vergelijking met de oorspronkelijke route die via de Zuiderzee (het huidige IJsselmeer) liep. Uiteraard is die rol tegenwoordig volledig overgenomen door de nog veel kortere route via het later gegraven Noordzee Kanaal. In totaal is het Noord-Hollands kanaal zo’n 80 kilometer lang en loopt vanuit Amsterdam-Noord via Purmerend naar Alkmaar en van daaruit verder tot aan Den Helder. Langs het kanaal liggen diverse bekende visparkoersen zoals bij ’t Zand, Akersloot, Spijkerboor en aan weerszijden van Purmerend.

Goed voorbereid…

Voor deze visdag werd gekozen voor een stek op het stuk tussen de brug van de ringweg om Amsterdam en Ilpendam, om precies te zijn op zo’n twee kilometer voor het pontje bij Ilpendam. Met name in de koudere tijd van het jaar is hier bijna overal nog steeds volop vis te vangen, en met de VISpas mag je hier vissen. De leefomstandigheden voor de vissen op dit kanaal zijn optimaal. Over de gehele lengte van het kanaal heb je allerlei zijwateren die ideaal zijn voor de paai en dus is er jaarlijks volop nieuwe aanwas van vis. Nou, die vissen zwemmen er dan ook in overvloed en dan heb ik het over allerlei vissoorten ook. Wel zijn hier de brasem en kolblei de hoofdsoorten, maar ook blankvoorns zijn er meer dan voldoende.

Twan Swart is absoluut een van de grootste talenten die we hebben in ons land en komt uit een echte visfamilie. Hij wist dan ook vooraf al precies hoe hij de visdag ging aanpakken…

Tot hier een deel uit een artikel dat je kunt verwachten in de Beet Magazine die omstreeks 15 februari zal verschijnen. Wil je dit verhaal als eerste lezen, zorg dan voor een abonnement: klik hier. 

 

De Inu rig: ook voor baars en snoekbaars?

0

Het internet ontplofte onlangs toen een Japanner genaamd Hirosan de Inu rig via YouTube introduceerde, en terecht. De ‘spastische’ actie die je met de Inu rig aan een zachtplastic worm meegeeft is ongekend: extreem uitdagend en daardoor dressuur doorbrekend. Killing voor ‘bass’ en andere rovers, maar zou het ook voor onze baars en snoekbaars werken?

Zo ziet dat eruit, die Inu rig. Zou deze nog verbeterd kunnen worden voor onze baars en snoekbaars? 

Stof tot nadenken

Aangestoken door zijn enthousiasme ging Beet een dag met UFX visgids Juul Steyn op pad in het Amsterdamse havengebied. Een gebied dat hij als zijn broekzak kent. Hij heeft de afgelopen tijd al heel wat ervaring met de Inu rig opgedaan. “De eerste resultaten waren verrassend, maar gaven ook stof tot nadenken”, blikt hij terug. Juul zou Juul niet zijn als hij niet direct aan het knutselen sloeg om te kijken hoe hij de Inu rig het beste kan inzetten, kan verbeteren, effectiever kan maken voor de Nederlandse visserij.

Nieuwgierig geworden? Wij ook! Het artikel over de Uni rig kun je tegemoet zien in de Beet magazine (met extra Roofvisspecial) die zal verschijnen rond 22 maart 2022. Wil je er niks van missen, dan zorg je natuurlijk dat je een abonnement hebt: klik hier.

 

Haal meer uit de methodfeeder

0

Wanneer je met het methodfeeder systeem gaat vissen, dan kan je in veel situaties heel gemakkelijk, simpel en snel grote vissen vangen. Maar ook bij deze visserij kun je een stapje verder gaan door op de details te letten. Method-expert Jeroen Peters geeft hieronder wat tips over het methodvissen.

Tekst & foto’s Jeroen Peters

De JUISTE HENGEL

Tot een meter of 30 en waarbij karper niet groter is dan een kilo of drie volstaat een lichte 2,7 of 3 meter lange feederhengel. Ga je verder vissen – tot circa 40 meter – of zijn de vissen groter, dan is een 3,3 meter feederhengel aan te raden. Besluit je ervoor om nog verder te vissen, dan is het raadzaam om een hengel van minimaal 3,6 meter te gebruiken. De aanbeten zijn zeer explosief en het is dan ook belangrijk dat je een goede steun gebruikt waar de hengel niet uit getrokken kan worden!

Match de hengel aan het formaat vissen en de visafstand.

 TYPE METHOD

Wanneer je tegen oeverzones vist waar minder dan 1,5 meter water staat, zoals eilandjes, dan is een open method feeder absoluut mijn favoriet. Het voer valt snel van de feeder zodat de vis direct kan azen. Regelmatig inwerpen is met deze methode belangrijk.

Kies je voor dieper water dan 1,5 meter of laten de beten langer op zich wachten, dan is een meer gesloten model zoals een Hybrid feeder aan te raden. Ook wanneer je op grote afstanden vist heeft deze feeder de voorkeur, omdat zo’n model opstaande randen heeft waarbij het voer beter beschermd wordt. Het blijft ook compacter op de bodem liggen zodat het langer aantrekkingskracht heeft.

Voor grote afstanden is een hybrid methodfeeder ideaal.

AFREMMEN!

Het is belangrijk dat de worp op het laatste moment wordt afgeremd en de method met de hengel wordt ‘opgevangen’, zodat deze met de vlakke kant op het water landt. Zo blijft het voer intact en wordt het niet door de impact op het water eraf geslagen. Waak er ook voor als de method op de bodem ligt deze niet te verplaatsen. Alles moet zo compact mogelijk blijven liggen. Span de hengeltop daarom niet al te strak. Bovendien kan een te strakke lijn vissen afschrikken wanneer ze er tegenaan zwemmen.

 Alle details helpen!

STOPWATCH

Een stopwatch is één van de belangrijkste items die ik mee heb. Een aanbeet vindt vaak binnen een bepaald ‘tijdslot’ plaats. Een stopwatch kan helpen om patronen te herkennen en te voorkomen dat je te lang wacht op een aanbeet. Wanneer je weet dat aanbeten vaak binnen een bepaalde tijd komen, dan kun je hier de visserij op aanpassen.

Echt een heel handig hulpmiddel om patronen te ontdekken.

 

GEEN BLUBBER

Zoek een stek die schoon en vrij van obstakels is. Een harde klei of zandbodem is het meest ideaal. Vermijd een bodem met een dikke laag slib. Het vooraf uitpeilen met een loodje geeft naast het meten van de diepte hier goed zicht op.

 ERIN OF ERUIT?

Pellets, boilies en wafters zijn de meest gebruikte aassoorten. Maar zelfs maden en mais zijn aassoorten die gebruikt kunnen worden, deze prik ik dan vaak wel direct op de haak. Bij gebruik van wafters is het belangrijk dat de haak vlak op de bodem blijft liggen en de wafter een beetje ruimte heeft om erboven te zweven (waften). Een bakje water op de aastafel om dit vooraf te testen is een must. Bij karper is het beter om het aas in het voer te verstoppen, terwijl het bij een brasemvisserij juist goed kan werken om het aas naast de feeder te laten hangen!

Pellets, boilies en wafters zijn de meest gebruikte aassoorten.

VOERMIX

Voor beide systemen kan voer op basis van gemalen bestanddelen (grondvoer) of op basis van geweekte pellets worden gebruikt. Op heel ondiep water of bij het vissen op brasems gaat mijn voerkeur uit naar grondvoer. Je kunt er ook wat geweekte pellets bij mengen, dit houdt de vis beter op de plek. Bij de geweekte pellets is het toevoegen van gecrushte boilies ook een optie. Vooral op wateren waar met regelmaat met boilies op karper wordt gevist werkt dit erg goed. Wissel tijdens het vissen eens tussen voer of pellets en kijk wat beter werkt, dit kan het verschil maken. Het aandrukken van het voer kun je het beste doen met een bijbehorende mal. Dit maakt alles een stuk eenvoudiger. Tot slot: maak het voer en de pellets niet te nat. Na het aandrukken moet het nog wel los kunnen weken.

Nog meer tips en tricks vind je in het artikel uit de Beet van september 2021

 

Kiezen voor de juiste voerkorf

0

Ook de Duitse feeder-international Jens Koschnick is in Nederland geen onbekende verschijning aan de waterkant. Jens heeft al veel prijzen op zijn palmares en kent de nodige tips om veel vis te vangen. De Browning prostaffer vertelt iets over de verschillen tussen voerkorven en over zijn twee feedermontages.

Jens  Koschnick

Kun je uitleggen wanneer je kiest voor een gaaskorfje of juist voor een plastic exemplaar? Wat zijn de wezenlijke verschillen?

Het grootste verschil zit hem in het vrijgeven van aas en voer. Daar waar een gaasmodel reeds tijdens de afzinkfase voerdeeltjes verliest, brengt een plastic korf de inhoud compact en passief naar de bodem.

Wanneer je aan het begin van een sessie of wedstrijd snel vissen wilt aantrekken en activeren, is de gaaskorf de beste optie. Vaak lok je hier snellere aanbeten mee uit.

Zit er echter veel kleine vis rond je stek, dan worden deze zeker door de rondzwevende deeltjes aangetrokken. Een plastic korf zorgt dan voor een compactere benadering, waardoor kleine vissen minder getriggerd worden. Daarmee vergroot je de kans om juist de grotere vissen te vangen aanzienlijk. Tijdens een visdag kun je uiteraard wisselen tussen de verschillende modellen. Gaandeweg ontdek je welke manier van vissen en voeren de meeste en beste vissen oplevert.

Tenslotte heb je bij een plastic korf de optie om overbevochtigd voer te brengen. Zo breng je nog passiever voer op je stek, perfect voor de grotere vissen. Vooral bij het feederen op voorn is dit trucje zeer effectief en niet te overtreffen.

Met de keuze voor plastic of gaaskorf kun je enigszins op vissoort en formaat de vis selecteren.

Maak je bij het feederen altijd gebruik van dezelfde montage? Of zit er nog verschil in de diverse disciplines binnen het feedervissen?

Feitelijk maak ik gebruik van twee verschillende montages. De eerste is de free-running-rig, in de meeste gevallen en schuivend zijlijntje, zoals deze wordt voorgeschreven in de CIPS reglementen en de klassieke lusmontage. Beide montages hebben hun voordelen.

Indien mogelijk, kies ik bij voorkeur voor de free-running montage, temeer omdat dit bij internationale wedstrijden verplicht is. Dit is de meest gevoelige montage voor het feederen, vooral wanneer vissen de tijd nemen om het aas te pakken. De weerstand bij de aanbeet is minimaal en de feedertip geeft duidelijke aanbeten. Hoe meer ik met deze montage heb gevist, des te meer vertrouwen ik erin gekregen heb. Vertrouwen is heel belangrijk, zeker wanneer je internationale topwedstrijden zoals WK’s mag vissen.

De lusmontage gebruik ik graag bij het vissen op grote afstanden, denk aan 60 meter en verder, mede omdat deze montage minder gevoelig is om in de war te gooien. Deze feedermontage is perfect voor het vissen op grote brasem en het vissen op stromend water.

 Een schuivende montage op een zijlijn is verplicht bij internationale wedstrijden.

Bij het feederen is het belangrijk om het juiste ritme van ingooien uit te vinden en te hanteren. Zo voer je efficiënt en krijg je ook de meeste aanbeten. Hoe vind je uit wat het beste ritme is?

Ik denk dat ik wel kan zeggen dat de stopwatch tegenwoordig tot de standaarduitrusting van de moderne feedervisser behoort. Zo kun je goed waarnemen hoelang het gemiddeld duurt voordat een vis het aas pakt na het ingooien. De beste methode is om dit met meerdere vissers uit te proberen voor diverse en goede informatie. De praktijk is de beste leermeester. Bij het vissen op kleinere vissen werkt een hoog werpritme met een klein korfje vaak het beste. Grofweg gezegd werkt een trager ritme met een grotere korf beter voor grote vissen. Deze regel gaat echter zeker niet altijd op.

Feitelijk is ieder water anders en kan om een eigen aanpak vragen. Waterdiepte kan ook een grote rol spelen bij het bepalen van het goede ritme. In ondiep water worden vissen vaak schuw wanneer je te veel en te vaak ingooit en worden ze steeds moeilijker te vangen.

Wanneer tijdens het vissen de aanbeten afnemen, kun je proberen het ritme te verhogen om vissen weer te activeren. Krijg je echter veel lijnzwemmers en aanbeten die je mist, is het meestal een teken dat je teveel voert. Op die momenten moet je rust brengen op je stek en kleinere korfjes gebruiken.

De Browning Window Feeder is zeker het proberen waard!

Een bijzondere voerkorf is de windowfeeder. Het model verschilt nogal van de traditionele korven. Wanneer kies je ervoor om specifiek met een ‘window’ te vissen?

Ten eerste heeft een windowfeeder min of meer dezelfde eigenschappen als een plastic korf. Gesloten en compact maar ook zeer aerodynamisch. Het aan de voorzijde gemonteerde gewicht maakt dat je deze feeder verder en nauwkeuriger kunt werpen dan ieder ander model korf. Tevens is de weerstand bij het binnendraaien minimaal en blijft hij niet zo gemakkelijk hangen aan taluds met stenen of mosseltjes onder water.

Door het gesloten model kun je veel aas zoals casters, maden, maïs of wormen voeren zonder veel voer te hoeven gebruiken. Je gebruikt alleen een beetje voer om het luikje dicht te smeren na het vullen met aas. Beperkt voer gebruiken komt weer goed van pas wanneer je ‘last’ hebt van kleinere vissen op je stek die je haakaasje plunderen voordat grotere vissen een kans krijgen.

Van oorsprong komt de windowfeeder uit Ierland (waar deze veel gebruikt wordt); een idee van Barry Smith en samen met de inzichten van Bob Nudd en Browning is de Browning Window Feeder ontstaat. Zeker in de winderige omstandigheden komt de window feeder daar heel goed uit de verf. Een van mijn mooiste visdagen beleefde ik met een 35 grams Browning Windowfeeder aan Lough Erne in Noord Ierland tijdens het World Pairs Festival. Ik ving 45 kilo aan hybrides in 5 uurtjes en sindsdien ben ik ook groot fan!

 

 

 

 

Een bijzondere vangst op een regenachtige zondag

0

Het was donderdag 6 januari 2022 toen mijn vismaat Tom mij omstreeks 11.30 uur appte en vroeg of ik zin had om met hem te gaan snoeken. Hij stelde voor de eerstvolgende zondag te gaan, want volgens de weersvoorspellingen zou het die dag droog zijn.

Door Arend Disberg en Tom Ploeger

“Natuurlijk ga ik met je mee,” was mijn antwoord. “Goed dan zorg ik ervoor dat ik horsmakreel en dode voorns heb,” zei Tom, “Ik kom  je tegen 8.45 uur ophalen, dan gaan we richting Twello.”

Ik ben een fervent karpervisser, maar snoeken trekt mij ook wel. Ik ben naar mijn zolder gegaan, daar staan al mijn hengelspullen in een hoekje. Ik heb een spinhengel gepakt en ik heb een karperhengel omgebouwd tot snoekhengel. Daardoor had ik al de nodige voorpret. Ik keek er naar uit om met Tom te gaan vissen. Ook al zouden we die dag niets vangen, dan nog was de visdag geslaagd.

Tom kwam mij die zondag de 9e januari om 8.45 uur ophalen. Zoals gewoonlijk was hij een man van de tijd. Het regende heel erg zacht. “Maak je geen zorgen Arend, volgens de Buienradar gaat het tegen 14.00 uur pas heel hard regenen. Het wordt zo droog,” riep hij enthousiast.

Twello en Terwolde

De spullen werden ingeladen en we gingen op weg naar de Wetering nabij Twello en Terwolde. Toen we aankwamen was het droog en we hadden alleen wat last van een koude wind, maar daar kun je je tegen kleden.

Tom wist een plekje waar hij in november een snoek van 94 cm had gevangen. Daar moesten we maar eens beginnen. We zouden maximaal 4 stekken afvissen en maximaal 1 uur per stek, want tegen 14.00 uur zou het gaan hozen volgens de Buienradar.

We besloten om eerst naar de verste stek te gaan. Daarna zouden we zogezegd steeds weer afzakken in de richting van onze woonplaats Apeldoorn. Tom maakte twee hengels klaar en ik een. De spinhengel liet ik achter in de auto.

Tom zou aan een hengel een horsmakreel doen en aan de andere een voorn. Hij had de dode vis besteld bij de plaatselijke hengelsportzaak. Ik zou een voorn aan mijn haak bevestigen. Zo gezegd zo gedaan. Het stroomde behoorlijk. Het was duidelijk dat het gemaal open stond.

Voordat ik mijn aas ingooide kwam Tom bij me en zei dat hij het zwemblaasje ging doorprikken, zodat deze beter kon worden gepresenteerd. Ik wist dat niet. Weer wat geleerd.

Ik ben een fervent karpervisser, maar snoeken trekt mij ook wel. 

Beet!

We waren zo’n 50 minuten aan het wachten en vissen , toen we ineens wat visjes zagen wegspringen. Er werd dus op hen gejaagd. We besloten om het aas op zo’n 6 meter van elkaar in het water te werpen. Daar waar de visjes sprongen was het ongeveer 80 cm tot 110 cm diep. Het water stroomde nog steeds heel behoorlijk. Daarom besloten wij om de dobber op 130 cm van de haak te zetten. We visten nu dus met ons dode aas op de bodem, daarvoor visten we vlak boven de bodem.

Na circa 15 minuten wachten kreeg Tom beet. De dobber ging tegen de stroom in. Hij ging niet onder. Tom sloeg aan en hij slaakte een kreet van ontzetting. Hij had de slip te los gezet en daardoor was er een enorme warboel (een zogenaamde pruik ) rondom zijn molen ontstaan. De dobber kwam naar hem toe.

“Wat nu?” vroeg Tom hardop.

“Geef de hengel maar aan mij, dan haal ik hem wel met de hand binnen. Pak jij het schepnet maar alvast,” riep ik hem toe. “Oh nee. Dat ding ligt nog in de auto. Ik haal hem snel op,” was zijn antwoord.

Terwijl Tom het schepnet ging ophalen en in elkaar zette, haalde ik meter voor meter met de hand de lijn binnen. Ik moest opletten dat ik de vis niet zou verspelen. Ik had het snoer om mijn hand gewikkeld. Ik voelde meteen dat het een flinke vis was. We hadden geluk dat de vis naar een ondiep en smaller gedeelte zwom.

Ook een dode rat kwam met de snoek op de kant…

Dode rat

Het was een beste snoek. Uiteindelijk hebben we haar na zo’n 10 minuten naar de kant kunnen krijgen en heeft Tom haar geschept. Zij  bleek groter dan we eerst dachten en dus was het mooi dat we ons karperschepnet hadden meegenomen in plaats van een kleiner schepnet.

Nadat de snoek op de kant lag wilden we hem onthaken en toen zag Tom dat zij naast de voorn ook een dode rat in de bek had.

De snoek werd keurig onthaakt en op de meetlat gelegd. Ze lag iets met haar bek voorbij het beginpunt van de meetlat. Het einde ( bij de staart ) gaf een lengte van 116 cm aan. Dus misschien was ze wel 117 cm. Maar we houden 116 cm aan, want dan hadden we het maar goed moeten doen.

We hielden voor de zekerheid maar 115 cm aan…

Regenen

Voorzichtig werd de snoek weer teruggezet. Daar nam Tom alle tijd voor. Daar genoot ik net zoveel van als van de dril. We keken hoe de grote snoek langzaam weer wegzwom en op dat moment begon het keihard te regenen. De temperatuur daalde meteen fors. Buienradar had het dus helemaal mis. Het was nog geen 12.30 uur of de wolken braken open.

We besloten om nog niet naar huis te gaan, want de door ons gevangen kanjer gaf ons zoveel adrenaline dat we de regen voor lief namen. We gingen naar de volgende stek, maar na 10 minuten waren we het er over eens dat onze dag al geslaagd was en we beter naar huis konden gaan!

Wat hebben we nu geleerd deze dag? Een paar dingen:

Vertrouw de Buienradar niet blindelings.

– Wees op alles voorbereid.

– Neem regenkleding mee.

– Neem voor de zekerheid ook droge sokken en een droge broek mee, dan kun je je na het vissen  in de auto warm omkleden.

– Maak voordat je het aas in het water gooit, eerst je schepnet klaar.

– Blijf te allen tijden rustig.

– Respecteer de gevangen vis en zet het dier rustig terug.

– Deel de vangst met je maat, want je hebt de vis er samen uit gehaald.

Tom met de vangst van de dag op zondag 9 januari 2022… 

 

Baars fever: een flexibele strategie naar succes

0

Het is inmiddels geen geheim meer dat veel rivierplassen een mooi roofvisbestand kennen, zo ook grote baarzen. Zeker momenteel, in de winter tot de sluiting van het seizoen, is het één van de meest kansrijke watertypen om gericht grote baars te vangen, ook vanaf de kant! Shimano pro-staffer David van Maanen is verslaafd geraakt aan dikke winterbaars. We gingen een dag met hem op pad om te kijken hoe hij het aanpakt.

Nog één poging om de haak los te schudden…

Tekst en foto’s: Mark Pijnappels en David van Maanen

We treffen elkaar aan een rivierplas, maar dit had net zo goed midden in een stad of in de polder kunnen zijn. Want de variatie binnen het roofvissen, in de breedste zin van het woord, dat vormt een rode draad in de visserij van David. Een allround roofvisser, maar dan wel iemand die hetgeen hij doet tot in perfectie wil uitvoeren. Zo werd hij in oktober nog tweede bij het NK streetfishing in Utrecht, samen met Jordi Rakiman. Waar en hoe hij vist? Eigenlijk alle denkbare technieken en watertypen passeren de revue, zowel vanaf de kant, zijn bellyboot of bij vrienden in een boot; binnen het roofvissen kan je zo ongelooflijk veel kanten op.

Flexibiliteit in hengels en kunstaas om een stek met verschillende technieken af te vissen.

HOTSPOTS ZOEKEN

Vandaag ligt een dagje baarsvissen in het verschiet. “Er zijn ontzettend veel methoden om baars te vangen, dat maakt het zo leuk en uitdagend.” Echter, niet zomaar baars, maar het liefst zo groot mogelijk. Het is de aankomende periode zijn favoriete visserij. Gewapend met twee hengels, een rugzak, schepnet en onthaakmat loopt David naar de eerste stek.

Bij een kantvisserij gaat men het liefst zo licht bepakt op pad. Het is niet heel gebruikelijk om meerdere hengels mee te nemen, waarom doe je dit?

Wanneer ik het water goed ken, weet ik waar ik de vissen precies kan verwachten. Nét dat ene plateau of richeltje kan maar zo de plek zijn waar alle vissen zich samenscholen. Ik dek dan weinig water af, maar probeer juist op verschillende manieren de vis te verleiden. Twee hengels geven je het voordeel dat je jouw kunstaas zo optimaal mogelijk kunt presenteren. Natuurlijk zijn er ook mogelijkheden om dit met één hengel te doen. Een hengel is maar een stuk gereedschap; precies het juiste gereedschap gebruiken helpt je natuurlijk enorm. Voor sommige technieken is een kortere, strakke hengel het meest praktisch en voor andere juist een lange gevoelige hengel. Er zijn natuurlijk allround hengels waarmee je tot op bepaalde hoogte goed kunt werken met meerdere technieken. Echter zijn specifieke zogenaamde ‘nichehengels’ een werkelijk genot. Ik vis met de Poison Adrena en de Yasei LTD Perch Finesse Softbait, beide uit de stal van Shimano.

Met topmateriaal is het net even fijner vissen…

 En op een water waar je nog niet bekend bent?

Vis ik op een onbekend water vis, dan is mijn strategie totaal anders. Het heeft dan geen zin om één stek compleet uit te vissen. Het is belangrijker om zo snel mogelijk de baars te vinden. Struinen door het water, al het water blijven afvissen, dus meters maken en iets sneller vissen. De ondieptes vis ik snel af met twitchbaits, tubes en crankbaits. Hierbij is het bodemcontact niet zo belangrijk. Bij diepere delen wil ik meer gevoel krijgen van het bodemverloop. Ik zoek actief naar hotspots. Dat wil zeggen dat ik veel contact maak met de bodem. Dat kan met shads, tubes, c-rig, t-rig, dropshot of nedrig. Door gebruik te maken van een mustad fast tach, of een gewoon kunstaasspeldje, wissel ik gemakkelijk en snel van methode. Hierbij is licht bepakt en één enkele hengel een absoluut voordeel. Ook tel ik bij elke worp de afzinkfase. Zo ontdek je interessante stukken wat betreft bodemverloop, potentiële hotspots, ook als ik niets vang. Deze markeer ik op Google Maps, zodat we hier op een andere dag weer terug kunnen komen. Dat doe ik overigens ook met mijn vangsten.

Kantvissen is nu heel effectief!

We vissen vanaf de kant, maar is het bootvissen niet effectiever?

Stel, je hebt een plek die je zowel vanaf de kant als vanaf de boot goed kunt bevissen, dan durf ik te stellen dat in de meeste gevallen kantvissen op baars effectiever is. Ten eerste sta je stil op de kant of in het water. Je kunt dan heel gericht een stek afvissen. In het geval van een bodemaas, zoals met de c-rig, vis je het aas van diep naar ondiep. Als je wil kun je het kunstaas tergend langzaam, in sprongetjes van 10 centimeter het talud opvissen. Kleine aanbeten kun je als je stil staat goed zien. Vanuit een (belly)boot lig je nooit helemaal stil, dan heb je met een c-rig minder controle over de aasvoering. Wat dan ook mee speelt is dat je het aas het talud afvist, dus van ondiep naar diep, dat is toch echt anders.

De bellyboot is echter een fantastisch hulpmiddel om baars op een andere manier te belagen en geeft je de mogelijkheid om op plekken te komen die vanaf de kant onbereikbaar zijn. Daarnaast is het een hele andere beleving, dat dobberen op het water. Ook geeft het je de mogelijkheid om een fishfinder te gebruiken, te verticalen of met twee hengels te vissen.

Tot zover een deel uit een groot artikel over baarsvissen dat je kunt lezen in de Beet Magazine die nu in de winkels ligt. Zorg dat je een abonnement krijgt als je niet naar de winkel wilt en alles voortaan als eerste wil lezen: klik hier.

 

 

 

 

 

Exotenjacht op de Waal

0

 Het Nederlandse landschap wordt gekenmerkt door meerdere grote rivieren, die elkaar kruisen, samenkomen en ook soms weer afsplitsen. Wat ze gemeen hebben, is dat ze uiteindelijk allemaal in zee uitkomen. In 1992 werden het stroomgebied van de Rijn en de Donau verbonden doormiddel van het Main-Donaukanaal. Deze verbinding zorgt ervoor dat vissen die voorheen niet in ons land voorkwamen, nu vrije doorgang hebben. Vandaag de dag zijn er dan ook heel wat extra vissoorten, zogenaamde exoten, te vangen in onze rivieren. Een mooie kans voor een soortenjager als Sjors Waterschoot.

Tekst & foto’s: Sjors Waterschoot

De roofblei was al eerder in ons land gesignaleerd door Duitse uitzettingen in de Roer, maar komt sinds de verbinding van 1992 in alle grote rivieren en daarop aangesloten wateren voor. In 2007 werd de Kessler grondel voor het eerst in ons land aangetroffen. De grondelsoorten uit de Donau hebben sindsdien een ongelofelijke piek in aantallen doorgemaakt. Gelukkig is die piek voorbij en kan er op veel plekken weer leuk met de feeder gevist worden…

 Veelal niet gewenste Donau-soort: zwartbekgrondel.

Gunstige waterstand

Precies die techniek beoefenen is wat vismaat Roman Schaeken en ik van plan zijn. Begin april dit jaar is de waterstand van de Waal al vroeg gezakt. Als de waterstand te hoog is, is het zeer moeilijk om vis te vangen omdat de stroming dan ontzettend hard is en er veel ‘vuil’ in het water zit, vooral in de vorm van bladeren en takjes.

Doordat de waterstand dit jaar al zo snel gunstig is, maken wij daar dankbaar gebruik van. Roman wil graag een nieuwe stek bij Wamel uitproberen in de hoop dat hij daar zijn eerste witvinriviergrondel kan vangen. Na een poosje rondrijden parkeren we de wagen op een open veldje. Ik heb vandaag een feeder en een kortere reishengel bij me, die ik vlug klaarmaak voordat ik de krib op ga.

Ik kies een plek bij de kop, waar ik met de feeder net naast de stroomnaad een voerplek aanleg. Aan het kleine reishengeltje bevestig ik een schuivend wartelloodje van 25 gram, met daaronder een onderlijn van ongeveer 45 centimeter en een haakje maat 14. Deze gooi ik elke paar minuten opnieuw naar links uit en rolt dan langzaam door de stroming naar rechts. Op deze manier bied je je aas wat actiever aan dan met de feeder en daardoor kan het verrassende vangsten opleveren!

Roman kiest er voor om met lichte hengels wat dichterbij de kant te vissen, hopend op die ene witvin…

De pontische stroomgrondel (Neogobius fluviatilis).

Het duurt niet lang voordat we allebei onze eerste vissen hebben. Roman vangt een zwartbekgrondel en ik vooral blankvoorns. De vijfde voorn is een prachtige blankvoorn van 37 centimeter, een vis die je toch niet elke dag te zien krijgt. Even later krijg ik weer een prachtige aanbeet en deze keer is het een kolblei van 39 centimeter, wat voor mij een speciale vis is. De ‘bliek’ die ik meestal vang is meestal niet groter dan 15 centimeter…

Aspius aspius

Terwijl ik deze vis onthaak en fotografeer, is de feeder per ongeluk met de korf net onder water komen te liggen. Waardoor het aas in de kant gebungeld moet hebben… wanneer ik de kolblei vrij laat, hangt er een roofblei van een centimeter of dertig aan de lijn! Dat is de tweede exoot uit de Donau vandaag!

Roofblei (Aspius aspius) was al vanaf 1984 in ons land aanwezig, maar mede door het Main-Donaukanaal hebben ze echt een opmars gemaakt. Dit was feitelijk de eerste exoot die het (mede) dankzij het nieuwe kanaal maakte in ons land. Omdat het zo’n felle jager is, die ook nog eens groot kan worden, is er niemand die klaagde over deze nieuwkomer. Ze zouden zelfs meer dan een meter lang kunnen worden… Zo’n lengte is nog iets om van te dromen, maar het BNRZ-record staat ondertussen al wel op 87 centimeter! Wie weet hoeveel rek daar nog in zit? Grote roofbleien worden meestal met kunstaas belaagd, maar aan de feeder of tijdens het drijvend vissen met de korst op winde, komen er ook nog wel eens leuke exemplaren boven.

De roofblei is al vanaf 1984 aanwezig… 

Witvinriviergrondel

Zo vis ik heerlijk verder en is het bij elke aanbeet spannend wat erboven water komt. Hoe langer we zitten, des te beter de vis gaat bijten. Het rolloodje doet ook steeds beter zijn werk en levert de ene na de andere voorn op. Maar dan zie ik een klein tikje op de top van de feeder. Ik draai langzaam binnen en zie dat ik de witvinriviergrondel, waar Roman al die tijd al achteraan zit, heb gevangen! “Nee, dat meen je niet!” roep ik, waarop Roman direct komt kijken…

De witvinriviergrondel (Romanogobio albipinnatus) is een soort die ontzettend veel wegheeft van onze inheemse riviergrondel. Toch is het verschil best goed te zien, de witvin heeft namelijk geen vlekken in de rug- en staartvin. Als je hem goed bekijkt, dan zie je ook dat de baarddraden langer zijn en dat hij ietwat gestroomlijnder is dan onze inheemse riviergrondel. Ze worden zo’n veertien centimeter lang, dus als je er kans op wil maken, is een kleinere haak zeker aan te raden. Vaak worden ze op het ondiepe gevangen, maar hij kan dus ook gewoon op de feeder bijten!

Roman met een heuse donaubrasem!

Ik sta mijn hengels voor even af aan Roman, in de hoop dat er nog een tweede komt. Hij weet met mijn hengels ook de nodige vissen te haken en vangt al snel meerdere mooie voorns en even later zelfs een kleine pontische stroomgrondel. Dat is nummer vier van het Donau-lijstje!

De pontische stroomgrondel (Neogobius fluviatilis) heeft wel wat weg van de zwartbekgrondel. Maar ze zijn veel lichter van kleur, hebben geen kenmerkende vlek in de eerste rugvin en grotere exemplaren zijn zelfs meer zilverkleurig dan bruin. Pontische stroomgrondels worden zo’n 18 centimeter lang, maar zijn meestal kleiner. Ze zijn net als de zwartbekgrondel erg gulzig en hebben vaak geen moeite met een haakmaat 8 of zelfs groter.

Donaubrasem

Het rolloodje levert echt de meeste vis op voor Roman, vooral meer voorns en grondels, maar de volgende vis is wel heel speciaal: een heuse donaubrasem! Dit is naar mening de lastigste van het rijtje Donau-soorten om te vangen.

De donaubrasem (Ballerus sapa), heeft meer weg van een kolblei dan van een brasem. Het oog is groter dan de afstand tussen het oog en de punt van de neus. Maar het verschil is toch ook weer best goed te zien, de donaubrasem heeft namelijk een ontzettend lange anaalvin en een ongelijke staartvin. Daarbij valt het ook op dat hij erg zilver is en vaak donkere vinnen heeft, terwijl die van kolblei meestal rood of deels rood zijn.

De meeste donaubrasems die gevangen worden zijn zo’n 20-30 centimeter lang, dus niet erg groot, maar misschien dat dat nog komt wanneer ze hier wat langer aanwezig zijn. Ronnie van Beem wist er in elk geval eentje van 40 centimeter te vangen op een plek waar ik zelf ook vaak gevist heb! Ik denk niet dat deze soorten snel weg zullen gaan in ons land en misschien zelfs nog veel verder inburgeren, waardoor ze op steeds meer plaatsen voor gaan komen.

Een forse kolblei…

De typische kop van een blauwneus.

Wanneer de donaubrasem goed en wel op de foto staat, hopen we beide op nog een bonusvis. Roman zou graag die witvingrondel afvinken voor zijn soortenlijst, maar ik hoop eigenlijk dat één van ons twee een blauwneus te pakken krijgt.

Blauwneus (Vimba vimba) is een soort met een opvallende ronde neus en daardoor een duidelijke onderstandige bek. Ze hebben wel wat weg van een houting of een sneep. Toch zijn deze ook goed uit elkaar te houden; een houting heeft een vetvin en de sneep heeft echt een harde, rechte bekspleet. Dat zijn twee duidelijke kenmerken die de blauwneus niet heeft. De blauwneus kan zo’n 50 centimeter lang worden, misschien zelfs nog iets groter. Het record staat sinds dit jaar op 47 centimeter, wat echt al een prachtige afmeting is.

Gijs van Straten met het 47 cm lange NL record blauwneus (Vimba vimba), gevangen op de Waal (foto: Gijs van Straten).

===========================

DONAU EXOTEN

Donau-soorten die je hier kunt vangen:

  • Roofblei
  • Zwartbekgrondel
  • Pontische stroomgrondel
  • Witvinriviergrondel
  • Donaubrasem
  • Blauwneus
  • Kessler grondel
  • Marmergrondel

============================

Vijf van de acht

Helaas laat de blauwneus zich vandaag niet zien, terwijl dit voor Roman en mij een algemenere vangst is dan de donaubrasem. Ook die witvinriviergrondel wil niet nog een keer bijten en daarmee staat onze teller voor Donau-exoten vandaag op vijf van de acht.

Ik hoopte zelf dat we de zes vandaag zouden halen, maar de kessler grondel lijkt de laatste tijd vrij zeldzaam op de Waal, ik heb hem er al een paar jaar niet meer gevangen in elk geval… En de marmergrondel is een heel klein visje, wat ondiepere kleinere beken opzoekt en dus veel verder stroomopwaarts te vinden is. Ze zijn daarbij zeer klein, maximaal een centimeter of zeven, maar meestal kleiner. Doordat ze zo klein zijn, blijven ze meestal onopgemerkt door vissers.

 

De Kesslers grondel. 

Kesslers grondel (Ponticola kessleri) is de eerste grondelsoort die in ons land terecht is gekomen. Ze lijken nog het meest op de zwartbekgrondel, maar de kenmerkende vlek in de eerste rugvin ontbreekt. Daarnaast hebben ze ook een bredere plattere kop en als je ze vaker gevangen hebt, kun je het verschil vaak al snel zien aan het patroon op de flanken.

Marmergrondel (Proterorhinus semilunaris) is de laatste soort in ons lijstje en ook al is deze via de Donau in Nederland terecht gekomen, je vind ze eigenlijk niet op de grote rivieren. Ze lijken ook weer op de zwartbekgrondel, maar ze hebben twee duidelijke buisjes als neusgaten, vandaar dat ze in het Engels ‘tubenose goby’ genoemd worden. Verder ontbreekt ook weer de kenmerkende vlek in de eerste rugvin, die bij zwartbekgrondel altijd aanwezig is.

Wanneer het ongeveer half negen is, zit de beet er nog steeds heel goed in, maar toch besluiten we om er maar mee te stoppen. Hoewel we maar vier uurtjes gevist hebben, zijn we allebei tevreden met het resultaat en kijken we alweer uit naar de volgende sessie, op jacht naar exoten…

 

 

 

 

De charme van de dalende temperaturen

0

Zodra de thermometer onder of net boven de 0 graden komt, kijken mensen je toch wat vragend aan wanneer je zegt dat je in alle vroegte gaat vissen. En zeker met de bellyboot. De eerst reactie is vaak: ‘Het is toch veel te koud!’ of ‘De vissen bijten toch niet met dit weer?’ Maar zoals de meesten van jullie wel weten, valt dat reuze mee… 

 

Door Robbert-Jan Legtenberg

 

Waar begin je?

Zodra het kwik zakt laten veel rovers zich ook zakken richting de diepe gaten of aanliggende plassen van rivieren. De bijtmomenten worden korter maar zeker niet minder heftig wanneer je op de juiste plek op het juiste moment bent. Dit heb ik begin dit jaar ook weer mee mogen maken en dan is een grote snoekbaars vangen mooi, maar zeker geen must wanneer je met licht materiaal in een bellyboot vist.

Waar begin je dan, welke techniek gebruik je, wat voor aas doe je eraan en welk formaat pas je toe? De grootste vragen voor elke fanatieke visser, van karper tot witvis tot roofvis. Zo stel ik mijzelf deze vraag ook elke keer weer. De volledige focus en fanatisme op roofvis heb ik pas sinds twee jaar, aangezien ik voorheen meer gericht was op het feedervissen en karpervissen. Dit houdt in dat ik ook alle technieken nog aan het optimaliseren en uitproberen ben. Ik loop dus ook vaak nog tegen hetzelfde, altijd het frustrerende antwoord aan wat je krijgt wanneer je aan ervaren roofvissers vraagt naar het antwoord: proberen, proberen, proberen. Wat de ene dag niet werkt kan de andere dag wel werken.

Maar dit betekent niet dat er geen beredenering achter je strijdplan zit! Ik pak het vaak als volgt aan voor mijn eigen visserij qua techniek en aanpak.

Waar begin je dan, welke techniek gebruik je, wat voor aas doe je eraan en welk formaat pas je toe?

Jigging

Persoonlijk heb ik geen 10 hengels om alle technieken van te voren te monteren. Vaak laat ik het afhangen van het type visserij, vis je vanaf de boot, bellyboot of vanaf de kant? In dit specifieke geval gaat het om bellybootvissen op snoekbaars en dan kies ik er tot op heden eigenlijk altijd voor om één hengel te voorzien van een gevlochten hoofdlijn 10/00 met daaraan een speld, vervolgens monteer ik een fluorocarbon onderlijn van 28/00, direct op de loodkop gebonden om zo min mogelijk extra clipjes/bevestigingen bij de shad te hebben. Waarschijnlijk maak ik het mijzelf te moeilijk op die manier, maar het voelt goed om het op deze manier te doen.

Het gewicht van de loodkop is en blijft afhankelijk van de stroming en wind. Toch gebruik ik vaak 10 gram als uitgangspunt en varieer ik naar 5 tot 20 gram, afhankelijk van de situatie.

De avond van tevoren begint het al…

Shad keuze

Er is eigenlijk te veel keuze in kleuren, formaten en detaillering van de shads. Voor mij persoonlijk is belangrijk dat het een slanke flexibele shad is die makkelijk gepakt kan worden. Wat betreft staartvorm probeer ik zowel V-tails als schoepstaarten mee te nemen, zodat je kunt afwisselen als het stilvalt.

Qua kleur probeer ik aan te houden om bij helder water en helder weer natuurlijke kleuren te gebruiken en bij troebel en bijvoorbeeld mist opvallende kleuren. Dit betekent echter niet dat wanneer de zon schijnt en je kijkt op de bodem, dat ik er nooit voor kies om een knalpaarse shad te gebruiken en vervolgens toch goed te vangen. Probeer voor jezelf een standaard te ontwikkelen die voor jou werkt en word niet onzeker om af te wijken als het niet goed loopt.

Dropshot

Een van de voordelen van in een bellyboat zitten en je alle plekjes precies uit kan kammen, is dat er makkelijk een bijhengel in een steun gezet kan worden.

Tot op heden gebruik ik voor de bijhengel een dropshotmontage waar ik een kleinere shad aan doe met een andere kleur dan aan de jigging montage. Vaak gebruik ik voor het jiggen een shad van 7-12 cm, soms 15 cm, en aan de dropshot meestal een shad van 5-9 cm. Op deze manier bied je in één keer twee technieken aan en verschillende kleuren en formaten aas. Of meer mensen dit ervaren weet ik niet, maar wanneer het jiggen niet meer loopt vang je meestal nog wel een visje op de dropshot, merk ik vaak. Indien zowel jiggen als dropshot niet werkt en ik heb voor die dag de vriezer geraadpleegd, dan vervang ik de shad aan de dropshot nog wel eens door een klein dood voorntje.

De dag geboren zien worden…

Trotseer de kou

Eerlijk is eerlijk, het is niet altijd even warm in de wintermaanden op het water. Om dit tegen te gaan kun je honderden euro’s aan warmtepakken en speciale kleding kopen. Mijn totale uitgave aan kleding is circa 180 euro, waarvan 110 euro gebruikt is voor een 5 mm neopreen waadpak. Wanneer je je in de waadpakken gaat verdiepen is de kans op verdwalen bij de keuze aanwezig. Maar wanneer je praat met de ervaren vissers, dan kom je erachter dat alle waadpakken vatbaar zijn voor lekkage: de waadpakken van 60 euro maar ook de waadpakken van 300 euro. Wat ik belangrijk vind bij de keuze voor een waadpak is dat deze warm is in de winter. Mocht het in de zomer echt veel te warm worden koop ik er een ‘goedkope’ bij. Daarnaast kies ik er altlijd voor om veel lagen over elkaar heen te dragen. Startend met thermo-ondergoed, gewoon gekocht in de aanbieding bij de supermarkt voor 15 euro. Vervolgens een strak hardloop-shirt met lange mouwen, daarover een gewone hoodie en tot slot een softshell jas met daarover een ski-jas. Wat betreft het onderstel zorg ik naast het thermo-ondergoed voor dikke sokken en een trainingsbroek.

Mijn totale uitgave aan kleding is circa 180 euro, waarvan 110 euro gebruikt is voor een 5 mm neopreen waadpak.

Talkpoeder

Tijdens één van mijn vissessies vertelde een ervaren rot mij dat een goede laag talkpoeder in je sokken zweet opvangt en zo koude tenen tegengaat. Dit doe ik nu al een aantal sessies en ik moet zeggen dat het wel effect heeft. Na 4 of 5 uur dobberen voel je de kou nog wel, maar aanzienlijk minder. Daarentegen zijn er ook genoeg warmtesokken te koop die dit kunnen verhelpen indien je aanleg voor koude voeten hebt. Tot slot zorg ik dat ik altijd een lekkere warme muts bij me heb waar ik een capuchon overheen kan doen wanneer de wind aantrekt.

Geen must

Nogmaals; als je goed zoekt, kost het alsnog geld, maar kun je de kosten wel minimaliseren. Met visvrienden heb ik het ooit eens berekend dat je voor 250 euro een nieuwe bellyboot kun kopen en alle basis toebehoren. Daarentegen zijn er ook genoeg websites en webpagina’s waar fanatieke vissers hun startersset verkopen.

Uiteraard zie je de grootste en meest complexe fishfinders gemonteerd op een bellyboat wanneer je video’s bekijkt en verslagen leest. Zelf ben ik ook in het bezit van een fishfinder en het helpt ook wanneer de vis lastig bijt maar de aasvis wel aanwezig is volgens je fishfinder. Dit geeft meer zelfvertrouwen over de plek. Maar het is geen must en zeker niet om de smaak te pakken te krijgen! Bruggen en taluds uitgooien en verschillende dieptes af vissen, geeft je vanzelf de locatie van de actieve vis. Voor wie geen fishfinder heeft: er zijn ook gratis waterkaarten op internet te vinden.

Door overal over na te denken en veel te vragen en te lezen probeer ik het beste uit een vissessie te halen. Helaas komt het bij mij ook vaak genoeg voor dat er niks gevangen wordt. Hierover had ik laatst een gesprek met Luc Coppens van Westin en hij kwam met de levensles: “Je vist niet alleen om te vangen maar het gaat ook om de beleving”. En laten we eerlijk zijn: je vist inderdaad wel eens achter het net, maar wanneer je een onvergetelijke zonsopkomst meemaakt, dan zijn een paar koude tenen en geen vis slechts bijzaak. Gewoon blijven zoeken en proberen, dat komt de vis vanzelf!

Blijven zoeken en proberen, dan komt de vis vanzelf!

 

SUCCESVOLLE WINTER

0
Deze ‘brasem’ had ik even niet zien aankomen…

Geduld wordt beloond
De meeste vissers lassen vaak een kleine winterstop in, maar ik ga juist dan weer vol aan de slag. Zeker afgelopen winter! Door de lockdown werden veel van de openbare wateren overrompeld door (karper)vissers. Daarom heb ik bewust gewacht tot de winter aanbrak, zodat ik het water weer voor mij alleen had.
Tekst & foto’s: Lennert Van Loock
Een beter begin kan ik me niet wensen.
Locatie is alles in de winter. Als je niet in de buurt van de vis zit, dan kan je zomaar weken ...


Dit is een premium artikel.

Het hele artikel kun je lezen in Beet Magazine, voor slechts € 62,50 per jaar 9x thuis op de mat. Beet Magazine is als los exemplaar te koop voor € 7,95 in de betere hengelsportspeciaalzaak en de boekhandel.

ABONNEREN

9x Beet thuis op de mat!

 



NOORS VISPARADIJS

0

‘Beste fisken’ bij Lauklines
Na twee prachtige vistrips in Noord-Noorwegen samen met Daniël Weyers, kon deze ondertussen jaarlijkse visreis vorig jaar om welbekende redenen helaas niet doorgaan. Toen begin dit jaar mijn collega en Nederlands' populairste vis-vlogger Daniël belde met de vraag om in september weer een paar dagen af te reizen naar het hoge noorden, was nadenken niet lang nodig; boeken en gaan!
Tekst: Tamme Smit, foto’s: Daniël Weyers
Veel landen die op slot zaten of erg strenge maa...


Dit is een premium artikel.

Het hele artikel kun je lezen in Beet Magazine, voor slechts € 62,50 per jaar 9x thuis op de mat. Beet Magazine is als los exemplaar te koop voor € 7,95 in de betere hengelsportspeciaalzaak en de boekhandel.

ABONNEREN

9x Beet thuis op de mat!

 



PREDATOR TOUR

0

INTERNATIONAAL MEGA-EVENT
Grote internationale roofviswedstrijden worden steeds populairder, steeds groter. Wedstrijden die tegenwoordig ook ‘live’ op smartphone te volgen zijn. Die trend zie je in heel Europa en Nederland dient vaak als wedstrijddecor voor dit soort mega-events. De Predator Tour is de oudste en de bekendste met de laatste edities een deelnemersveld van maar liefst 150 boten. De redactie ging op bezoek bij Evert Oostdam, de organisator en drijvende kracht achter de Predator Tour...


Dit is een premium artikel.

Het hele artikel kun je lezen in Beet Magazine, voor slechts € 62,50 per jaar 9x thuis op de mat. Beet Magazine is als los exemplaar te koop voor € 7,95 in de betere hengelsportspeciaalzaak en de boekhandel.

ABONNEREN

9x Beet thuis op de mat!

 



BAARSFEVER

0

Flexibele strategie
Het is inmiddels geen geheim meer dat veel rivierplassen een mooi roofvisbestand kennen, zo ook grote baarzen. Zeker momenteel, in de winter tot de sluiting van het seizoen, is het een van de meest kansrijke watertypen om gericht grote baars te vangen, ook vanaf de kant! Shimano pro-staffer David van Maanen is verslaafd geraakt aan dikke winterbaars. We gingen een dag met hem op pad om te kijken hoe hij het aanpakt.
Tekst en foto’s: Mark Pijnappels en David van Maanen
We tref...


Dit is een premium artikel.

Het hele artikel kun je lezen in Beet Magazine, voor slechts € 62,50 per jaar 9x thuis op de mat. Beet Magazine is als los exemplaar te koop voor € 7,95 in de betere hengelsportspeciaalzaak en de boekhandel.

ABONNEREN

9x Beet thuis op de mat!

 



WINTER SURVIVAL

0

Overleven in de kou
Bij vis bepaalt de omgeving de lichaamstemperatuur, dus vanaf het najaar koelen ze stevig af. Werkelijk alles gaat daardoor trager. Dat is zelfs merkbaar in stressreacties na catch & release. De grootste uitdaging komt als het ijs langdurig Elfstedendikte krijgt en de zuurstof geleidelijk opraakt. Alleen de kroeskarper kan het gek genoeg volhouden in verstikkend ijswater.
Tekst: Arno van ’t Hoog, foto’s: redactie
Hoe dichter je in de buurt van de polen komt, des te langer...


Dit is een premium artikel.

Het hele artikel kun je lezen in Beet Magazine, voor slechts € 62,50 per jaar 9x thuis op de mat. Beet Magazine is als los exemplaar te koop voor € 7,95 in de betere hengelsportspeciaalzaak en de boekhandel.

ABONNEREN

9x Beet thuis op de mat!

 



LIMBURGSE MONSTERVOORNS

0

De vangsten van grote blankvoorns worden de laatste jaren steeds talrijker. Vroeger waren de ‘bakstenen’ beslist ook te vangen, maar tegenwoordig lijkt het wel of ze op powervoedsel zijn overgestapt, want ze worden groter en groter. Jo Adriolo vist op zo’n stek waar je ze gericht met de vaste hengel kunt vangen. Hij zal zeker geen grote aantallen gaan vangen, maar het formaat maakt alles goed…
Tekst & foto’s: redactie
Over het decor van vandaag hoeven we niet geheimzinnig te doen; het betref...


Dit is een premium artikel.

Het hele artikel kun je lezen in Beet Magazine, voor slechts € 62,50 per jaar 9x thuis op de mat. Beet Magazine is als los exemplaar te koop voor € 7,95 in de betere hengelsportspeciaalzaak en de boekhandel.

ABONNEREN

9x Beet thuis op de mat!

 



VOORNVISSEN IN BUNSCHOTEN-SPAENBURG

0

Eén ding moet ik zeggen, ik heb al in veel jachthavens gevist, maar een mooiere locatie dan de jachthaven van Bunschoten-Spakenburg ken ik niet. Je zit pal tussen de oude jachten, zeilschepen en rondom de haven nog veel gebouwen in oude stijl. En het belangrijkste: vis is er meestal ook volop te vangen.
Tekst & foto’s: Jan van Schendel
Hoe vaak heb ik al niet mooie verhalen aangehoord over hele grote voorns die hier zijn te vangen in de winter. Zelf had ik hier pas één keer eerder gevist en ...


Dit is een premium artikel.

Het hele artikel kun je lezen in Beet Magazine, voor slechts € 62,50 per jaar 9x thuis op de mat. Beet Magazine is als los exemplaar te koop voor € 7,95 in de betere hengelsportspeciaalzaak en de boekhandel.

ABONNEREN

9x Beet thuis op de mat!

 



Wintervissen in de praktijk met Guru toppers

0

Guru publiceerde recentelijk weer twee interessante video’s op haar YouTube-kanaal. Het vernieuwde concept Inside-Out XL van Guru bevat nog meer info en tips om succesvol aan de slag te gaan aan de waterkant. In de episode ‘Grote Voorn vangen met een Matchhengel’ kun je veel opsteken…

In die ‘Grote Voorn vangen met een Matchhengel’ vertelt Sjors Milder je werkelijk alles wat je moet weten om met de slider en de matchhengel aan de slag te gaan. Je kunt de video hier bekijken:

Koud!

Het water is koud en ook het feedervissen vraagt in dit jaargetijde om een andere aanpak. Anja Groot trok in de video ‘Feedervissen in de winter’ met Frank Van Waelderen naar een Belgische grindplas om een kijkje te nemen hoe hij dit aanpakt. Daarbij wordt er onder andere gevist met de Guru Ngauge 11ft feederhengel en Guru Xchange Feeders van 30 gram.

Klik hieronder om die video te bekijken.