Home Blog Pagina 34

Winterkarper met de pen

0

In de winter is het vinden van de vis vaak erg belangrijk. Het vaak heldere water maken dit gelukkig een stuk gemakkelijker in de koudere maanden. Door goed te observeren kun je zomaar een winter holding tegenkomen, zo ondervond ook Sjors Quaedackers.

Tekst & foto’s: Sjors Quaedackers

Wandeling

Tijdens een wandeling met de hond rond een plaatselijk water, kan ik natuurlijk mijn ogen niet van het water afhouden. De ondiepe stukken bekijk ik extra goed. Op een beschutte plek met obstakels (takken) zie ik donkere en lichtere stukken. De lichte stukken zijn schone stukken bodem, en de donkere stukken zijn stukken bodem met bladeren en takken… maar soms ook vissen! Daarom is het vaak niet verkeerd om vanuit meerdere hoeken het water goed te bekijken.

Op dit stuk zie ik een aantal vissen liggen en hoe langer ik kijk, hoe meer karpers ik zie. Ineens valt me op dat boven de donkere stukken ook vissen bewegen, die juist weer lichter zijn en goed afsteken tegenover de bodem. Uiteindelijk zie ik zo’n 50 vissen liggen op een stuk van ongeveer 20 vierkante meter. Bingo!

Bingo! 

GOUDEN KANS!

Gelukkig heb ik wat boilies in mijn jaszak, waardoor ik eens kan proberen wat de vis doet. Hoe ze reageren en of ze willen eten. Ik gooi wat boilies erin. De vissen zijn niet heel actief, maar ze zwemmen wel weg. Ik wacht een aantal minuten af en zie wat eenden aankomen. Ze duiken naar de boilies. Dit maakt de vissen zo nieuwsgierig dat ze een kijkje komen nemen en zowaar een paar boilies beginnen te snoepen.

Uiteraard zie ik hier mijn kans en snel gauw naar huis om mijn penhengel te halen. Omdat de vissen tussen de takken in zwemmen wil ik niet met mijn gehele uitrusting met een loodsysteem de boel verstoren. Door het rustig laten zakken van een dobbertje (schrikt de vis niet zo snel.

De penhengel, een onthaakmat, schepnet, blikje mais, brood en wat klein materiaal worden verzameld en terug richting waterkant. Aangekomen bij de stek zie ik dat de boilies al allemaal zijn verdwenen. Ik bevestig mais op de haak en gooi een klein handje mais erin. De vissen verdwijnen weer even maar ik weet dat het nu op geduld aankomt, het is afwachten tot dat de vis terugkomt. Dit duurt niet lang en binnen twee minuten gaat mijn pen de eerste keer onder. Ik sla aan en zie een schub boven komen. Helaas vals gehaakt… Ik leg de pen direct terug op dezelfde plek. Nog geen minuut later schiet de pen wederom weg. Ik sla aan en zie dat deze vis goed gehaakt is. Tot mijn verbazing zie ik een grijze torpedo, een graskarper! Na enkele minuten kan ik mijn net onder de vis schuiven, yes binnen!

Die had ik niet verwacht… 

LIJNZWEMMERS

Door de dril is de rest van de vissen een beetje geschrokken, maar omdat ik de vis niet direct boven de plek heb afgedrild, ligt er snel weer vis op de stek. Direct wat mais erin, en afwachten.. Doordat de mais geel van kleur is valt deze erg op in het heldere water en steekt goed zichtbaar af tegen de bodem. Na een keer of drie erover te zijn gezwommen zie ik dat sommige vissen beginnen te eten, wat de andere vissen triggert om ook te gaan eten. Dit is natuurlijk dé kans. Ik laat de mais rustig afzakken en niet veel later schiet de pen wederom weg. Ik zie een spiegel wegschieten tijdens het zetten van de haak. Tijdens de dril voer ik gelijk al wat mais op de plek, zo kan de vis weer rustig terugkeren naar de plek, terwijl ik rustig plaatjes kan schieten van deze vis.

Een leuke diversiteit aan karpers op dit water… 

Even later zie ik een andere donkere plek met vis, die ik eerst aanzag als en stuk met bladeren en takken. Omdat het hier om een iets dieper stuk gaat, kon ik deze inschatting lastig maken. Nu merk ik op dat ook hier een groep vissen bij elkaar ligt. Ik leg de pen er in eerste instantie niet middenin omdat ik bang ben dat de vis zal schrikken. Een aanbeet blijft uit dus probeer ik het er maar middenin op hoop van zegen. De vissen schrikken niet en de ene tik na de andere op de pen is het gevolg. Lijnzwemmers natuurlijk. Het is moeilijk om te bepalen of een vis met zijn lijf of vinnen de lijn beroert of dat het een echte aanbeet is. Het resultaat is wat teleurstellend, want ik verspeel een aantal waarschijnlijk vals gehaakte vissen, maar weet toch vier vissen op de mat te krijgen in 2,5 uur vissen.

De volgende penkarper…

PRACHTIGE WINTERKLEUREN

Twee dagen later ga ik terug naar de stek om te kijken hoe het is. In tussentijd hoorde ik al dat er iemand met een loodsysteem had gevist, wat duidelijk zichtbaar was. De vis was helaas helemaal verstoord op deze plek. Waar ze normaal lagen, is nu alleen nog een hoopje bladeren, met lege open stukken te zien. Ik besluit om het een aantal dagen rust te geven.

Een paar dagen later keer ik terug samen met mijn vriendin, om zo wat mooiere plaatjes te kunnen krijgen. De stek is nog steeds niet wat het geweest was. Toch probeer ik een gok te wagen, waar ik wel nog wat vis zie liggen. Het duurt ditmaal wel een stuk langer voordat ik de eerste vis kan haken. Na een kwartier schiet de pen toch weg. Ik sla aan en weet de vis gelukkig goed te haken, die me alle hoeken van het water laat zien en zich twee keer vastzwemt, maar uiteindelijk weet ik haar te landen. Gelukkig, de eerste is binnen, en in de tussentijd heeft mijn vriendin al wat actieplaatjes kunnen schieten. Een mooi beschubde spiegel in prachtige winterkleuren.

Actieplaatje…

Omdat het niet heel actief is op deze stek, besluit ik langs een ander water te lopen, om te kijken of daar iets te vinden is. Ook daar vind ik een winter holding. De vis ligt hier wat meer verspreid. Ik gooi wat mais erin en leg mijn haakaas net erbuiten. Omdat het hier iets dieper is, moet ik echt op de lichtere stukken in het water op de donkere schimmen afgaan. Onder de pen zie ik een aantal keren donkere schimmen langs zwemmen. Tot het moment dat er eentje een beetje blijft hangen. Ik zeg tegen mijn vriendin; “Let op, de pen zal zo gaan bewegen.” Enkele seconden later komt de pen inderdaad in beweging. Ik zet de haak en een prachtig gekleurde winterschub is het resultaat. Het slot van een prachtige sessie…

MIJN PENUITRUSTING

Het materiaal wat ik gebruik voor deze penvisserij is het volgende,

  • Hengel: Soul The Float Reloaded 13ft 1.75 lb. Lekker licht en flexibel, ideaal ook voor gevlochten lijn
  • Molen: Soul Nero FRS6000. Klein en licht, mooi in balans met de penhengel
  • Haak: Rigsolutions CE-4 Anti Eject Hook
  • Lijn: Rigsolutions Down2Earth silt 0.28 mm. Gevlochten lijn, voor het zetten van de haak en anticiperen op obstakels.

 

Zeevissen start-up: onderlijnen, haken, lood & aas

0

Over onderlijnen kan Martijn Dekkers zich soms behoorlijk opwinden: “Ikzelf ben niet zo van de tierelantijntjes op mijn onderlijnen. Begrijp me niet verkeerd; ik weet zeker dat wedstrijdvissers wél baat hebben bij verwerplijnen of lijnen met bepaalde versieringen. Alleen vind ik niet dat dit in de basisuitrusting van iedere (beginnende) zeevisser behoort te zitten, je maakt het voor de doelgroep van deze rubriek alleen maar moeilijker! Voor ons als recreant maakt het niet zo uit of we nu 10 of 15 vissen vangen, het gaat vooral om de beleving van je hobby. Met een paar verschillende en simpele onderlijnen vis je het gehele jaar rond…”In dit Artikel van Toen uit Zeehengelsport vertelt hij in deel 3 over onderlijnen, haken, lood en aas.

Neem alleen het meest noodzakelijke mee… 

Door Martijn Dekkers – foto’s Bram Bokkers

Het succes zit maar al vaak in de eenvoud. De onderlijn met wapperlijnen, de onderlijn met afhouders en een paar varianten van de éénhaaks lijn; meer dan dat gebruik ik eigenlijk niet.

Iedere zeevisser is begonnen met de driehaaks rode bezemafhouders. Deze zijn goed, super veelzijdig inzetbaar en overal te koop. Toch is er meer en zijn kleine aanpassingen vaak erg effectief en soms ook een must. Het grootste verschil zit hem in het materiaal waarvan de afhouders gemaakt zijn; kunststof of metaal, en verder is de lengte van de afhouders van belang.

 

Lang of kort?

Met een zwakke stroming kan de vis erg gevoelig azen. Op zo’n moment zijn lange afhouders met lange aaslijnen het beste in te zetten. Je geeft de vis hiermee net wat meer ruimte voor ze de haak ontdekken die dan al binnen zit – te laat om te spugen. Gebruik je deze in een harde stroming dan werkt het juist tegenovergesteld. Ze gaan nu last krijgen van de harde stroming en het aas wordt te bewegelijk. Nu kun je beter kiezen voor kortere stalen afhouders met een korte aaslijn die op zijn beurt weer van dikker materiaal is gemaakt. Dit blijft veel stabieler liggen en de vis werkt het bij deze stroming toch wel goed naar binnen. Bij andere vissoorten heb ik nooit veel verschil kunnen ontdekken. Stalen afhouders liggen meestal stabieler op de bodem dan kunststof afhouders. Hoe dikker het staal, hoe beter deze tegen de bodem blijft liggen. Verzwaarde afhouders raad ik instappers niet aan om te gebruiken vanaf de kant. Je gooit én sneller in de knoop én veel minder ver. Wil je verzekerd zijn dat je haken allemaal tegen de bodem liggen, vis dan goed uptide: tegen de stroming inwerpen en lijn geven tot alles plat tegen de bodem gedrukt wordt, ook al ligt je lijn dan in een bocht.

Voor onderlijnen zonder afhouders gelden dezelfde richtlijnen. Waar je de ene dag veel meer vangt met afhouders. vang je de volgende dag weer meer zonder afhouders. Over het waarom bestaan diverse theorieën, maar volledig echt onderbouwd is dit nooit. Feit is wel dat je ze altijd bij je dient te hebben!

Het gaat vooral om de beleving van je hobby…

 

Schuivend of vast

De éénhaakslijnen gebruik ik voor het vissen op grotere vissen zoals haaien, zeebaarzen, gullen en roggen. Wanneer je gericht op deze vissoorten vist wil je niet het risico lopen dat er twee vissen tegelijk aan je onderlijn hangen, dan vraag je om problemen.

Bij de aanbieding met een enkele haak kun je deze schuivend aanbieden of aanbieden via een vaste montage. De vaste montage kan je het beste inzetten bij een zwakke of gemiddelde stroming. Het beste gebruik je bij deze montage de zogenoemde ‘urfe’. Dat is een metalen stangetje dat voorzien is van een loodclip, een wartel voor de aaslijn en een wartel om de hoofdlijn te bevestigen. Verschillende merken hebben deze urfe in het pakket, maar zelf maken is ook een optie. De aaslijn dient 120 tot 150 cm lang te zijn. Vissend met de urfe kan het haakaas vrij worden opgepakt en pas wanneer de lijn zich strekt haakt de vis zich. De gehaakt vis zal direct een sprintje nemen en het lood mee trekken, aanslaan is niet meer nodig. Wanneer de vis van je af zwemt krijg je een snoeiharde aanbeet; komt de vis naar je toe dan valt je lijn slap, twijfelen is er dus niet bij. Het grote nadeel aan deze montage is dat de vis met lood en al blijft rond zwemmen wanneer de hoofdlijn breekt.

Afhouders: lang, kort, van metaal of kunststof?

Met een schuivend systeem vis je iets subtieler. Gebruik je een slider dan gebruik je een onderlijn met dezelfde lengte als hierboven beschreven. De vis kan nu ook de onderlijn rij oppakken en heeft nog wat bewegingsvrijheid. Je gaat dit wel zien op de hengeltop, een erg spannend moment, want aanslaan mag je nog niet meteen doen. Beter wacht je even tot de top zich helemaal kromt en dan pas pak je de hengel uit de steun en sla je aan. De schuifmontage is in te zetten op alle watertypen en met alle omstandigheden.

De urfe en de slider zijn waardevolle onderdelen.

 

Jojo-onderlijn

Bij een matige tot harde stroming kan je ook gebruik maken van een jojo-onderlijn, deze blijkt dan uitermate goed te werken. Dit is een onderlijn die semi-schuivend is. Deze jojo-onderlijn is niet zozeer bedoeld om te schuiven bij een aanbeet, maar vooral om te schuiven wanneer een grote vis zich gehaakt heeft. Bij het oppakken van het aas zie je dit direct op je top en vaak knalt de gehaakte vis er meteen als een malle vandoor. Wanneer de lijn strak staat schuift het lood tot ruim boven de vis, ideaal met veel obstakels in de buurt.

 

De aaslijn – het stukje lijn waar de haak aan geknoopt wordt –  kan bestaan uit een aantal materialen, maar altijd uit nylon of fluorocarbon lijn! Een gewone transparante nylon voldoet prima. Mijn voorkeur gaat meestal uit naar fluorocarbon. Niet omdat dit minder goed zichtbaar is onder water, maar puur voor de hogere slijtvastheid. Een ander nog slijtvaster materiaal is Amnesia, dit is nog slijtvaster en stugger. Deze bekende Amnesia is verkrijgbaar in vele kleuren en diktes. Overigens gebruik ik zelf maar twee kleuren, ik ben er namelijk niet van overtuigd dat al die kleuren ook daadwerkelijk meer vis opleveren. Ik geloof wel in het verschil tussen transparant, geel en rood als onderlijn. Die kleuren onderlijn heb ik dan ook voldoende bij me in de viskist.

De dikte van de aaslijn is afhankelijk van de vissoorten waar je op vist. De meerhaakse onderlijnen zijn vooral voor het vissen op wijting, schar en bot. Deze kun je prima vangen aan een aaslijntje van ongeveer 30/00. Voor de enkelhaaks onderlijnen gebruik je beter aaslijnen met een dikte van 40/00 tot 60/00.

Haken

Het belang van haken wordt vaak onderschat; er zit namelijk erg veel verschil tussen haken. Er bestaan dan ook veel soorten haken met ieder hun eigen eigenschappen. Ook hier gaan we ons weer beperken tot een overzichtelijke selectie. Het grootste verschil, en in mijn ogen ook het belangrijkste verschil, is een gezette of normale haak.

Een normale haak is zoals de meeste vissers die kennen, een rechte steel, een bocht en de haakpunt en dat alles in een rechte lijn. In de meeste gevallen de beste keuze. Ze worden gemakkelijk naar binnen gewerkt, pakken genoeg vlees en zijn ook weer gemakkelijk te onthaken.

Bij een gezette haak staat de haak iets naar buiten gebogen en is de ‘gape’, de afstand tussen de haakpunt en de steel, wat ruimer. Deze pakken sneller vlees en dringen vaak ook dieper in de bek zodat de gehaakte vis weinig kans heeft los te raken. Het nadeel van deze haak is dat hij iets minder goed naar binnen gewerkt wordt en wat moeilijker in een kleiner bekje past.

Lekker uitwaaien met zo min mogelijk bagage…

Je wisselt pas van haak als je er ook daadwerkelijk een reden voor hebt. Wanneer je geen aanbeten krijgt dan wissel je niet direct van haak, maar zoek je een andere oplossing. Sta ik op de goede plek? Heb ik de goede onderlijn? Of moet ik iets aan het aas of de presentatie veranderen? Allemaal mogelijkheden. Krijg je wel beet, maar blijven de vissen niet hangen, dán is het verstandig om van haak te wisselen. Bijvoorbeeld een ander model, groter, kleiner, het kan een enorm verschil maken! Ook een langere of iets kortere aaslijn wil wel eens helpen om de vis toch te haken. De gemakkelijkste manier om dit alles zo snel mogelijk uit te vogelen is door een onderlijn met lange aaslijnen te pakken, twee of drie verschillende haken en verschillende lengtes van haaklijnen gebruiken. Drie mogelijkheden op één onderlijn, dus je ziet dan snel wat werkt.

Onthaaktang

Natuurlijk kan een vis de haak ook diep slikken. Ga niet staan te prullen met een grote tang om de vis te onthaken. Gebruik een klein tangetje of veel beter een onthaker die gebruikt worden bij het vissen op forel. Deze heeft zowel een grote als een kleine onthaker, en deze is prima te gebruiken. Nog een leuke: een eetstokje van de Chinees werkt het allerbeste, maar dat is wel even oefenen.

Wie toch een tangetje wil gebruiken moet alert zijn op het beschadigen van zijn aaslijn net boven de haak, je beschadigt deze nog wel eens met een tang. Wil je de vis meenemen voor consumptie, dan is de keuze eenvoudig: dood hem met een flinke gerichte tik op de kop en hij hoeft niet te lijden.

Onderlijnen heb je in alle kleuren, maar beperk je tot enkele.

Lood en werpgewichten

Net als onderlijnen, bestaan er ontzettend veel soorten lood en loodvervangers. Loodvrije werpgewichten zijn sterk in opkomst, maar zeker nog niet ingeburgerd in de zeevisserij. Iedereen heeft zijn eigen reden waarom hij nog steeds met lood vist. Feit is wel dat we over een aantal jaren (2027) niet meer met lood mogen vissen, dus je een beetje verdiepen in loodvrije alternatieven is echt niet verkeerd. Tik op Google maar eens de woorden ‘loodvrij vissen’ in, en je vindt al aardig wat tips. Op Beet.nl met in de zoekfunctie ‘loodvervangers’ kom je een door mij geschreven artikel tegen met alternatieve werpgewichten.

Bij lood kiezen we in de basis uit twee soorten werplood: mét of zonder ankers. Werplood met ankers is wellicht de beste keuze voor een beginnende zeevisser, maar neem zeker ook een paar loodjes zonder ankers mee. De naam ankerlood zegt al genoeg natuurlijk, dit is lood met ankers, die dienen er voor om je lood op zijn plaats te houden. Net als bij het anker van een boot graven de ankers zich in de zandbodem in, zodat je lood ook in de stroming op zijn plek blijft liggen. Zodoende blijft ook je onderlijn keurig liggen.

 Klapankerlood; ingeklapt en uitgeklapt.

Ankers en klapankers

In lood met ankers heb je twee varianten: het lood met vaste ankers (die laten we thuis en gebruiken we enkel op de boot) en het lood met klapankers. Deze ankers klappen in wanneer je de spanning op de lijn opbouwt. Ideaal voor de kantvisserij. Zolang je lood ingegraven zit blijven de ankers netjes op hun plek, maar bouw je de spanning op wanneer je gaat indraaien dan klappen de ankers los en kan het geheel probleemloos binnengedraaid worden. Uiteraard zet je de ankers weer in de goede positie alvorens in te werpen!

Wat de meeste zeevissers niet weten is dat je heel simpel dit klapankerlood kunt upgraden. Door wat bindelastiek om de ankers van je lood te wikkelen kun je veel lichter vissen! Zo kun je onder de zwaardere omstandigheden toch wat lichter vissen. Het grote voordeel is dat je het bindelastiek ook nog eens gemakkelijk los kan trekken als je ankers vast zitten, dan klappen ze alsnog terug.

Hoe zwaar moet je lood zijn dat je meeneemt naar de waterkant? Met wat verschillende ankerloodjes tussen de 150 gram en de 200 gram zit je meestal wel goed. De meeste strandhengels kunnen dit wel aan. Ga je zwaarder vissen, check dan of je hengel dit wel aan kan. Welk lood je uiteindelijk aan je lijn hangt, hangt af van de stroming, je hengel en de te werpen afstand. Lood kies je altijd zo licht mogelijk. Wanneer de stroming hard is, vis je met zwaarder lood dan bij een zwakke stroming. Dit vergemakkelijkt het inwerpen en indraaien. Het kan natuurlijk gebeuren dat je lood door de toenemende stroming of door vuil in je lijn onverhoopt aan de wandel gaat. Draai dan direct in, voor je het weet ‘wandelt’ je lood in een obstakel en zit je muurvast.

 

Vis je dicht tegen de kant of vis je rond de kentering (dood tij) met weinig stroming, probeer dan eens een ankerloos loodje. De loodjes met een piramidevorm zijn bijvoorbeeld geweldig. Ze werpen goed en blijven prima liggen. Nu is het niet zo erg wanneer je lood een beetje verschuift, het kan zelfs je vangsten positief beïnvloeden doordat je een groter gebied afvist. Zolang het maar niet te snel verplaatst! Vissoorten als bot en zeebaars zijn ook niet vies van een aasje dat zich verplaatst, integendeel.

Dit Artikel van Toen verscheen eerder in Beet Magazine en Zeehengelsport nummer 377

Ervaring bouw je op door veel te vissen; succes!

 

 

 

 

 

 

 

 

Tips & tricks voor de winterse havenvisserij op voorn

0
????????????????????????????????????

Winter is tijd voor de havenvisserij. Witvissers gaan immers net als roofvissen de witvis achterna en in de diepe havens vindt de witvis rust, een iets hogere watertemperatuur en beschutting tegen wind en kou. Waar moet je aan denken als je hier gaat vissen? Jan van Schendel geeft wat tips. 

Goede uitpeilen, vaak vis je met staande haak of met overdiepte.

GOUDEN HAVEN REGELS

De standaard aanvang-strategie in havens is vaak een visserij met een staande haak. Dat houdt in: met het haakaas precies tegen de bodem. Als ik zo geen aanbeten mis, dan wijzig ik ook niks aan deze methode. Verder zijn er een aantal gouden regels.

  1. Bij het te vaak missen van aanbeten de dobber enkele centimeters dieper afstellen. Je kijkt het nu even aan, mocht je nog steeds veel beten missen, dan herhaal je dit net zo lang tot je minder beten mist.
  2. Als de vissen door het los bijgevoerde aas verder van de bodem worden gelokt, dan dien je juist verder boven de bodem te vissen.
  3. Ik voer vaak met gekookte en gekiemde hennep en casters. Met de casters ga ik tevens vissen; maden zijn niet altijd een optie omdat het vaak vol zit met kleine baarsjes. Dat is vaak zo in havens langs de Randmeren. Een made op de haak en de dobber gaat simpelweg nooit staan omdat het aas onderweg al door de baarsjes wordt onderschept. Casters zijn meestal de oplossing.

Een uitgebreid artikel over de havenvisserij met meer tips vind je in de Beet Magazine die momenteel in de winkels ligt!

Casters zijn meestal de oplossing…

LLV vlog: video terugblik op een grillige december 2021

0

Mist, dagenlang regen, nachtvorst, oostenwind, zuidenwind, westenwind, storm. Niets bleef de zeevisser bespaard in 2021 en ook de laatste maand december was grilligheid de enige zekerheid, ook voor de Pier- en Noordzeekanaal-vissers rond Wijk aan Zee en IJmuiden…

 Ook zonnige dagen…

Viskoorts en vangdrang

Maar viskoorts en vangdrang laten zich niet snel temmen en natuurlijk waren er ook mooie zonnige dagen en avonden die meer mensen naar de waterkant lokten, met name in de vrije dagen tussen kerst en oudjaar.

Een heiig Noordzeekanaal…

Gul, wijting en schar

In zijn nieuwste LLV Zeevissen vlog op YouTube blikt Luc Mom nog eens terug op een enerverende decembermaand vol gul, wijting en schar.

Klik hieronder om de video te bekijken.

 

Een scharretje vangen kan iedereen

0

In de winter staat schar en wijting centraal bij de zeevissers. Beide soorten zijn geliefd, zowel om te vangen als om er een paar mee te nemen voor het avondeten. Maar waar vind je de schar eigenlijk; van wat voor bodem houdt hij, en zit hij diep of ondiep? Vrijwel alle vragen over de schar worden beantwoord in een artikel van de Engelse site Talk Seafishing.

Mooie scharren vangen kan iedereen (foto’s John Willems en www.talkseafishing.co.uk)

In dit artikel vind je veel tips over het vangen van schar vanaf het strand of vanaf de boot. Scharren zijn niet zo gek op harde stroming en ook niet zo gek op een bruisende branding. Ze zoeken wat kalmer en dieper water op wanneer de omstandigheden wat ruwer worden. Maar als de stormen geluwd zijn, zoeken ze weer wat ondieper water op, en zeker ook in de winter.

Meer weten over de schar? Lees dan eens door het (Engelstalige) artikel op de genoemde website: klik hier.

Een triplet vanaf de boot… 

 

 

 ‘Out of the box’ feederen op de getijderivier Lek

0

Richting het einde van het jaar is de witvisserij op onze grotere rivieren misschien wel op zijn best. Natuurlijk zijn er ieder jaar weer uitzonderingen, maar op stromend water moet de vis in beweging blijven. En niet zelden kun je op sommige zones ook in de winter door blijven vangen. Ik noem zomaar even wat wateren op: de Rijn, Waal, Merwede, Maas, Dordtse Kil, Spui, Gelderse IJssel. En wat dacht je van de Lek?

 Stroming, grof water en veel beet; zo zie ik het graag!

Tekst & foto’s: Jan van Schendel

Getijdeverschil

Op de Lek kun je de komende maanden ook nog een visje vangen, dus ging ik met mijn feederhengel terug naar een plek waar ik al lang niet meer was geweest. Mijn stek bevond zich nabij Lekkerkerk. Op de rivier staat een sterke stroming en er is sprake va een flink getijdeverschil. Hoe vaak heb ik hier in deze omgeving al wedstrijden gevist? Lekkerkerk, Kinderdijk, Dordrecht, Capelle aan de IJssel, Alblasserdam en ook zowat het gehele Rotterdamse havengebied, allemaal waren het vroeger plaatsen waar ik bijna wekelijks wedstrijden viste. Vrijwel altijd was er volop vis te vangen. Brasems waren meestal de winnende vissen, maar soms ook zeker grote voorns en windes.

Net buiten de stroming

Het kan wel 25 jaar geleden zijn dat ik hier nog eens gevist heb, maar nog steeds wijzen de stekken zich vanzelf uit. Je zoekt altijd naar een gedeelte van het water dat goed bereikbaar is en als het even kan zoek je een stek net buiten de sterkste stroming. Probeer ook altijd te vissen op plekken waar de oever snel afloopt. Op die manier kun je vaak het gehele getijde blijven zitten nadat je eenmaal op een stek bent geïnstalleerd. Je hebt hier toch wel ongeveer een meter verschil tussen eb en vloed, vandaar.

Plaats je opstelling niet direct aan de waterlijn in verband met het getijde en flinke golven van grote schepen.

Vaak zijn het niet de meest eenvoudige stekken waarop je vist en dat bleek ook hier. De oever is overal verstevigd met flinke grote en gladde stenen en daarop moet wel het plateau of het visstation worden geplaatst. Ik begon de vissessie net een uur na hoogwater, toen het water al zo’n 20 centimeter was gezakt, eigenlijk het ideale getijde dat je kunt meemaken. Waarom? Het water gaat zeven uur af en de stroming zal tijdens de sessie misschien wel verminderen, maar in ieder geval kun je uren lang vissen onder min of meer gelijke omstandigheden.

 Een flinke dot aas valt extra op.

Meteen aanbeten

Ik heb niet eens echt een stek vooraf aangevoerd. Nadat ik eerst de stek op verschillende afstanden had uitgepeild – daarbij ook de bodemgesteldheid had bekeken – vond ik de juiste visafstand op precies dertig meter uit de oever, het was daar geschat zeven tot acht meter diep. Vanwege de niet zo grote visafstand besloot ik om te vissen met nylon ‘rechtdoor’. Bij het vissen op grote afstanden (veertig meter plus) zou ik kiezen voor een nylon voorslag van zeven of acht meter en een gevlochten hoofdlijn. Veel vissers beseffen het niet, maar je kunt in stromend water vissen met een lichtere voerkorf vissen wanneer je een 30/00 nylon hoofdlijn gebruikt…

Tot zover een deel uit het artikel dat Jan van Schendel maakte over het vissen op de Lek; een artikel dat zal verschijnen in de volgende uitgave van Beet Magazine die rond de jaarwisseling in de bus zal vallen bij de abonnees. Ben je nog geen abonnee? Voor nog geen 30 euro heb je een jaarabonnement van 9 nummers, ook leuk om als cadeau te geven: klik hier.

 

Onder de waterspiegel

0

Underfishing is een collectief van vier neven met een gezamenlijke passie voor vissen, duiken en snorkelen. Waar de meeste vissers alleen een foto maken van de vis die ze vangen, kijken zij onderwater mee met wat de vissen doen. Hier leren ze veel van én het is natuurlijk ook fantastisch om naar te kijken! De gemaakte beelden delen ze op Instagram en YouTube, zodat niet alleen zij maar iedereen van die fascinerende onderwaterbeelden kan leren.
Tekst & foto’s: Underfishing
Wij vissen al ruim ...


Dit is een premium artikel.

Het hele artikel kun je lezen in Beet Magazine, voor slechts € 62,50 per jaar 9x thuis op de mat. Beet Magazine is als los exemplaar te koop voor € 7,95 in de betere hengelsportspeciaalzaak en de boekhandel.

ABONNEREN

9x Beet thuis op de mat!

 



Groot verschil

0

Op de attractieve toer
Het gros van de kapervissers belaagt de karper op een inmiddels voor de hand liggende methode. Een vastloodsysteem gecombineerd met de bekende boilie in de vorm van een snowman of pop-up montage. Deze montage en aaspresentaties hebben zich lang en breed bewezen en geeft het benodigde vertrouwen. En met vertrouwen vang je vis. Toch is er nog zoveel meer mogelijk als het gaat om aas. Daarom ga ik wat dieper in op het inzetten van attractief aas en de verschillende mogelijkhe...


Dit is een premium artikel.

Het hele artikel kun je lezen in Beet Magazine, voor slechts € 62,50 per jaar 9x thuis op de mat. Beet Magazine is als los exemplaar te koop voor € 7,95 in de betere hengelsportspeciaalzaak en de boekhandel.

ABONNEREN

9x Beet thuis op de mat!

 



Herfstmagie

0

Koude najaarskarpers
De karpervisserij in de late herfst heeft ten opzichte van andere jaargetijden zijn eigen charme, maar ook zijn eigen regeltjes. Bernd Brink beschrijft waarom koud water meer succes oplevert dan warmer water; welke watertypen interessant zijn in deze tijd en met welke voorbereidingen je de kans op succes kunt verhogen.
Tekst & foto’s: Bernd Brink
De auteur met een prachtige novemberkarper.
De late herfst is voor veel karpervissers het moment op de karperspullen op te ber...


Dit is een premium artikel.

Het hele artikel kun je lezen in Beet Magazine, voor slechts € 62,50 per jaar 9x thuis op de mat. Beet Magazine is als los exemplaar te koop voor € 7,95 in de betere hengelsportspeciaalzaak en de boekhandel.

ABONNEREN

9x Beet thuis op de mat!

 



Debuut in de Alpen (deel 1)

0

Halfvier in de ochtend worden we gewekt door het alom gekende geluid van onze wekkers. Verassend genoeg is het deze keer niet zo moeilijk om zo vroeg uit bed te stappen. Na de nodige koppen koffie en een snel ontbijtje kunnen we eindelijk vertrekken naar het Franse land. Iets waar we al weken naar uit hebben gekeken. Bij vertrek is het even wennen om met het Russische voertuig de weg op te komen, maar al snel wordt het busje een onmisbare schakel in ons verdere avontuur.
Tekst & foto’s; Wim ...


Dit is een premium artikel.

Het hele artikel kun je lezen in Beet Magazine, voor slechts € 62,50 per jaar 9x thuis op de mat. Beet Magazine is als los exemplaar te koop voor € 7,95 in de betere hengelsportspeciaalzaak en de boekhandel.

ABONNEREN

9x Beet thuis op de mat!

 



Koude karpers

0

Favoriete wintervisserij
 We horen allemaal veel verhalen dat karpers in de winter niet eten. De vis is passief en beweegt niet. Toch heb ik mijn mooiste vissen in de winter weten te vangen; vissen die in de zomer nooit gevangen worden. Hoe steekt dit precies in elkaar? In dit artikel beschrijf ik mijn wintervisserij, welke keuzes ik maak en waarom ik zelfs nu liever vis dan in de zomer.
Tekst & foto’s: Sjors Quaedackers
De meeste karpervissers zien het voor- en najaar als de perfecte karper...


Dit is een premium artikel.

Het hele artikel kun je lezen in Beet Magazine, voor slechts € 62,50 per jaar 9x thuis op de mat. Beet Magazine is als los exemplaar te koop voor € 7,95 in de betere hengelsportspeciaalzaak en de boekhandel.

ABONNEREN

9x Beet thuis op de mat!

 



Kommer en kwel in de polder

0

In de polder
 In de ochtend open ik meestal op mijn telefoon het fenomeen Facebook. Als frequente bezoeker en plaatser van karper gerelateerde content bemerkte ik dat ik af en toe de neiging had om het ding aan de kant te gooien… De reden? Jaloezie! Inderdaad jaloezie van mijn kant - niet te verwarren met afgunst! Ik kan eigenlijk wel zeggen dat het mij totaal geen moeite kost dat het grasgroener is bij de buren.
Tekst & foto’s Richard Gans
Geloof me als ik zeg dat ik iedereen zijn visjes gu...


Dit is een premium artikel.

Het hele artikel kun je lezen in Beet Magazine, voor slechts € 62,50 per jaar 9x thuis op de mat. Beet Magazine is als los exemplaar te koop voor € 7,95 in de betere hengelsportspeciaalzaak en de boekhandel.

ABONNEREN

9x Beet thuis op de mat!

 



Targetvisser

0

Interview met Mark Pansar
 Het is ergens medio december 2019 wanneer ik word uitgenodigd door niemand minder dan Mark Pansar om mijn geluk te gaan beproeven op het syndicaatwater in België wat Mark zelf in beheer heeft. We vissen voor winterse begrippen een geweldige sessie en met twee vissen uit de toplaag van het bestand, verkerend in geweldige conditie, zijn we beiden uiterst tevreden. Tijdens deze social onderwierp ik Mark aan verschillende vragen en liep ons gesprek, zonder enige stilte, do...


Dit is een premium artikel.

Het hele artikel kun je lezen in Beet Magazine, voor slechts € 62,50 per jaar 9x thuis op de mat. Beet Magazine is als los exemplaar te koop voor € 7,95 in de betere hengelsportspeciaalzaak en de boekhandel.

ABONNEREN

9x Beet thuis op de mat!

 



Najaarsoffensief

0

Nog even alles uit de kast!
Zodra alle zomervakanties er weer op zitten en het normale (werk)leven weer begint gaan we ons langzaam opmaken voor het najaarsoffensief. Zo eind augustus begin september worden de dagen namelijk alweer snel korter en koelt het in de avond/nacht al merkbaar een stuk af. De hoogste tijd dus om de herfstplannen te smeden. Voor mij betekent dit standaard minimaal één langere buitenlandtrip of eventueel twee kortere trips, afhankelijk van wat de bestemming gaat zijn. Daa...


Dit is een premium artikel.

Het hele artikel kun je lezen in Beet Magazine, voor slechts € 62,50 per jaar 9x thuis op de mat. Beet Magazine is als los exemplaar te koop voor € 7,95 in de betere hengelsportspeciaalzaak en de boekhandel.

ABONNEREN

9x Beet thuis op de mat!

 



Arrogantie afgestraft

0

Zonder gevoel, zonder feeling…
 In het verleden behaalde successen bieden geen garantie voor de toekomt. Wie kent deze slogan niet? Afgelopen drie jaar is de boodschap keihard bij me binnengekomen. Door wentelingen in mijn leven verzeilen mijn visplannen naar een lager niveau. Lager dan ik me ooit kon voorstellen. Ze donderen gewoonweg in een diepe donkere kuil. Ik leid een ander leven. Het kan even niet anders.
Tekst & foto’s: Gerard Schaaf
En ik laat het me overkomen. Vanaf mijn jongenstij...


Dit is een premium artikel.

Het hele artikel kun je lezen in Beet Magazine, voor slechts € 62,50 per jaar 9x thuis op de mat. Beet Magazine is als los exemplaar te koop voor € 7,95 in de betere hengelsportspeciaalzaak en de boekhandel.

ABONNEREN

9x Beet thuis op de mat!

 



Tips en tricks: welke zeehengel past bij jou?

0

Martijn Dekkers ging in zijn vijfdelige serie ‘Zeevissen start-up’ Magazines Beet en Zeehengelsport) terug naar de basis om de instappers bij te praten over de beginselen van het zeevissen. In een van die artikelen gaat het over het kiezen van een zeehengel. Welke moet je nemen?

 Door Martijn Dekkers – foto’s Bram Bokkers

Je strandhengel is je gereedschap om het lood en de onderlijn daar te krijgen waar jij het nodig acht. De meest gangbare lengte voor een strandhengel is ergens tussen 390 en 500 cm. Een beginnende visser is het beste af met een hengel tussen de 390 cm en 420 cm en liefst niet te stug! Hiermee kan je prima leren werpen en vissen. Ben je wat meer gevorderd dan mag je gerust een langere en stuggere hengel gebruiken. Een ervaren visser werpt hier nu eenmaal gewoon stukken verder mee. Hoe langer je bent, hoe langer je de hengel mag kiezen, maar kies hem zeker niet te lang. Een te lange hengel is echt moeilijk te hanteren en levert meer nadelen dan voordelen op.

 

 

De auteur raadt instappers aan om bij een hengelsportwinkel advies te vragen en te gaan voor een soepele strandhengel tussen de 390 en 420 cm. Hiermee kun je al prima vooruit op de gangbare wijtingen of platvis en kun je de occasionele ‘kanjer’ zoals een gul ook op de kant krijgen.

Zomer of winter?

Dan bestaat er ook nog een wezenlijk verschil tussen de zomer- en de wintervisserij. Ben je een visser die zich vooral in de zomer aan de waterkant bevindt dan hoef je door de regel niet zo ver te werpen; 50 tot 100 meter is prima. Een korte lichtere strandhengel is nu meer dan voldoende. Strandfeeders zijn zelfs speciaal voor deze dichtbij-visserij gemaakt, zeker eens naar kijken dus. Vis je vooral in de koudere maanden op vissoorten zoals wijting en schar dan zijn verdere worpen met zwaarder lood vaak wel nodig. Een iets langere en stuggere hengel is dan een betere keuze.

De hengel moet bij jou passen qua lengte, gewicht en actie.

Vragen om problemen

Bij aanschaf van hengels wordt er vaak een vergissing gemaakt: te veel wordt gekeken welke hengels er bij een ander op de steun liggen. Uiteraard is dat wel een goede graadmeter voor welke hengels er op het moment populair zijn, maar het is vragen om problemen. Een hengel moet je passen, net als een kledingstuk. Is je kleding te groot, te klein of zit het om een andere reden niet lekker dan verdwijnt het in de kast.

 

Dijken

Ga je vanaf een dijk vissen op meer gangbare soorten zoals bot, wijting en schar dan kan je prima uit de voeten met een normale strandhengel. Je zult wel eens een lijntje verspelen vanwege vastzitten, maar deze vissoorten duiken niet de obstakels in. Wel dien je stevig door te draaien zodat je lood ruim over de obstakels binnen gehaald wordt. Gebruik dan bij voorkeur een loodlifter. Maak niet de fout onderweg te stoppen met draaien om te voelen of er een vis aan de lijn zit. Wie stopt met binnendraaien bij obstakels verliest zijn materiaal! In de betere hengelsportzaken kun je meerdere hengels vasthouden en er zelfs even buiten mee ‘oefenen’ voor je deze aanschaft. Maak daar gebruik van! Krijg je wat meer ervaring, dan kun je later eens kijken naar een zwaardere hengel van bijvoorbeeld 450 cm waarmee je zwaardere vissen kunt belagen vanaf stekken met meer stenen en obstakels. Succes!

Voor boothengels gelden weer andere normen dan voor strandhengels. Ga je met een charterboot mee, huur dan eerst eens een hengel aan boord en vraag de schipper welke lengte of gewichtklasse de juiste is.

 

 

Houd de maden in topconditie

0

Bij een blankvoornvisserij is het essentieel je maden in topconditie te houden. Hoe verser en zachter het aas, des te meer blankvoorns je zult vangen, zo simpel is dat. Een tip van Paul Garner helpt je daarbij, je leest het hieronder. Polenta

Vraag je lokale hengelsportwinkel wanneer zij hun verse maden geleverd krijgen en koop ze dan zo snel mogelijk na aankomst. Ik verwijder al het zaagsel en vervang het door polentabloem, wat hun huid zachter maakt.

Polenta…

Kerrie

Met kruiden kun je maden ook extra aantrekkelijk maken. Kurkuma geeft maden bijvoorbeeld een kerrie-achtige geur en geeft de huid een donkerder brons-achtige kleur. Voeg een theelepel bij een halve liter maden; het werkt vooral goed als het water erg koud is.

Zeker in de winter heb ik goede ervaringen met kurkuma als poederadditief.

Extra tip

Als je veel aanbeten mist met een enkele made aan de haak, prik de haak dan eens door het midden van de made in plaats van aan het eind. Vaak gaat je vangstgemiddelde omhoog.

 Een onconventionele manier van haken, maar soms schiet je hakingspercentage erdoor in de hoogte!

 

 

Seychellen avontuur: vliegvissen op groot wild

0

Na de ergste coronaperikelen verschenen er gelukkig weer wat mogelijkheden voor een visreis. Wereldreiziger Bart Mylle zag zijn kans schoon om de Seychellen te bezoeken; een droomreis naar gedroomde vissoorten als milkfish, giant trevally, permit, bonefish, snappers en groupers. Met 350 thuis geprepareerde kunstvliegen en speciale vliegenhengels ging hij op pad. Het werd een onvergetelijk avontuur…

Met de skiff het ondiepe rif op.

Tekst: Bart Mylle Fotografie: Pascal Mylle, Brian Chakanyuka, David Fernandes.

Gelukkig begint de wereld zich langzaam weer open te stellen en de Seychellen was een van de eerste bestemmingen waar de deur op een kier ging. Het is een archipel (eilandengroep) met meer dan 115 eilanden, ten oosten van Afrika en ten noorden van Madagaskar. Voor je daar bent, moet er wel een flinke administratieve winkel ingevuld worden, maar dan mag je toch eindelijk richting de eindbestemming. In dit geval was die eindbestemming Alphonse Island. De enige restrictie voor het vissen is dat er enkel met de vlieg gevist mag worden.

Een groene oase met zon, palmbomen en sterke vissen…

Het vliegvissen op tropische soorten is een grote uitdaging, ook omdat de variëteit aan soorten zo groot is. Zowel op als rond Alphonse, en op een kleine onbewoonde atol een half uur verder, kun je zowel wadend als vanaf de skiff op bonefish, triggerfish, permit, GT, milkfish en de meeste soorten snappers en groupers vissen; voor iedereen wat wils.

Hengels en reels

Een Aftma #9 en 9-voets vliegenhengel, een deftige reel met goede slip, voorzien van een tropische vliegenlijn met 300 meter backing, kan perfect dienen om bonefish, permit, trigger en milkfish te verleiden. Dat lijkt veel, die 300 meter backing, maar voor milkfish heb je dit zeker nodig. Daarbij moet alle materiaal natuurlijk ook zoutwaterbestendig zijn. Voor giant trevally (‘GT’), bluefin trevally, boga snapper en yellowfin tonijn heb je echter een #12 van 9 voet nodig met bijhorende reel die voorzien is van een zeer goede slip en tropische vliegenlijn. Ook op deze reel hoort minimaal 300 meter backing en geloof me, soms zal je ze nodig hebben. Zelf had ik als hengel een G-Loomis Asquith mee, een echt werpkanon waarmee je poppers en grote streamers zonder veel moeite op de volledige lengte van de vlieglijn kon uitwerpen.

Het terras wordt opgebouwd voor de lunch… 

Bonefish

De gidsen hier weten dat precies en ze weten ook waar op welk moment de bonefish zich bevindt. Als je een school met bonefish gevonden hebt, probeer je altijd de route van de school in te schatten. Probeer nooit je vlieg in het midden van de school te werpen, dan kan je wel eens de volledige school wegjagen of verstoren. Probeer daarom altijd de vlieg op een meter of 2 van de zijkant van de school te presenteren. Tijdens het langzaam strippen met lange halen voel je de bonefish aan de vlieg nibbelen tot hij de vlieg volledig pakt. Bij het pakken van de vlieg blijf je de hengeltop laag houden en zet je de haak met een iets snellere strip en dan breekt de hel los. In een fractie van een seconde trekt de bonefish de volledige vliegenlijn van de reel en nog een heel stuk van de backing. Deze vissen zijn voor hun grootte enorm sterk en nemen verschillende runs voor je ze kan landen.

Carbonslopers…

Milkfish

De Milkfish (Chanos chanos) is een van die mysterieuze vissen waar niet vaak gericht op gevist wordt. St Francois is een van die plaatsen waar ze wél gericht en succesvol op milkfish vissen. Een milkfish is eigenlijke een algen-  en plankton-eter die meestal in de omgeving van manta-roggen te vinden is. Door het oppervlak van het water af te slurpen proberen ze zo hun voeding uit het water te filteren. Vanaf het moment dat de vis gehaakt is, zal je dit direct merken en kun je de hengeltop vervolgens omhoog brengen. Deze vissen zijn oersterk en supersnel, in enkele seconden neemt een milkfish 200 meter lijn van de spoel.Een dril van een milkfish kan tot 2,5 uur duren op een #9 lijn. Heb je wat ervaring en heb je genoeg vertrouwen in je materiaal en de knopen, dan kun je de dril behoorlijk inkorten. De dril van mijn eerste milkfish was 50 minuten en de tweede heb ik in 20 minuten geklaard. Ik hou namelijk niet van lange drils, die zijn niet goed voor de vis en voor mezelf…

Tot zover een deel van een prachtig artikel dat je kunt lezen in de Zeehengelsport 381 die rond half januari 2022 zal uitkomen. Deze zal in de winkels verkrijgbaar zijn, maar om hem zeker te kunnen lezen moet je een abonnement nemen: klik hier.

 De adembenemende Seychellen…

Het plaatsen van de laatste loodjes

0

Onze vissende tweeling Twan en Mandy Swart geven geregeld tips op deze pagina’s over het witvissen en wedstrijdvissen. De jeugdige pro-staffers van Browning hebben ondanks hun jonge leeftijd al heel wat ervaring hebben opgedaan tot op het hoogste niveau van de jeugdwereldkampioenschappen. Vandaag gaat Twan wat dieper in op de loodverdeling op je lijn…

Ook Twan vist al wat jaartjes op hoog niveau… 

Zoals Mandy in de vorige Tips & Tricks al schreef, is het gebruik van onderlijnen voor haar een must, ondanks de bezwaren die sommigen hebben tegen de knoopjes en lusjes van de lus-in-lusverbindingen: klik hier.

Loodverdeling

De loodverdeling op de lijn is een ander belangrijk onderwerp bij het vissen met de vaste stok en dobbers.  Twan geeft hieronder zijn visie op dit onderdeel:

“Je kan nog zo’n perfecte vislijn gebruiken; het blijft wel belangrijk om die vislijn zo optimaal mogelijk te laten functioneren tijdens het vissen. Een van de belangrijkste factoren die daarbij een rol spelen is de manier waarop de loodjes die je gebruikt voor het uitloden van de gebruikte dobber op de vislijn zijn geplaatst. Die loodjes bepalen de precieze aaspresentatie en die presentatie moet de vissen verleiden om het aas op de haak te pakken. Bijna nooit is de ideale aaspresentatie hetzelfde en vaak zal je dus de loodhageltjes moeten kunnen verplaatsen. Er kan van alles mis gaan bij dat verplaatsen. Als de loodjes te vast zijn gemonteerd zal de vislijn gaan beschadigen, als ze te los op de lijn staan verschuiven ze uit zichzelf en ook dat is natuurlijk niet goed.

Hagels van goede kwaliteit… 

Gelukkig zijn er tegenwoordig volop loodhagels verkrijgbaar van een goede kwaliteit. Dat wil zeggen hagels met een mooie gecentreerde en diepe inkeping (nerf) waarin het nylon komt. Die loodhagels zijn verkrijgbaar in allerlei maten die in cijfers worden ingedeeld. Hoe hoger het cijfer hoe kleiner de loodhagel. Ik gebruik zelf graag de verdeeldozen met daarin een stuk of tien verschillende maten hageltjes.

Loodtangetjes

De beste manier om een loodhagel vast te zetten op het gebruikte nylon is op zich vrij simpel. Even vooraf het nylon bevochtigen, het nylon in het nerfje van de hagel plaatsen waarbij het nylon onder spanning blijft en dan met een loodtangetje het nerfje van de hagel dicht drukken. Vaak echter zit nu het loodje te vast en daarom druk ik nog een keer met het loodtangetje haaks op de positie van het loodje toen ik het loodje dicht drukte en waardoor het loodje weer iets minder vast op de lijn komt te staan. Daarna schuif ik het hageltje naar boven op de vislijn en voel ik dan automatisch of het loodje goed op de lijn staat of niet. Als het niet goed voelt verwijder ik dat hageltje en plaats ik een nieuw hageltje op de lijn.

De misschien wel allerbeste manier is om het onderste stukje nylon ‘dubbel’ in het nerfje van de hagel te drukken voordat je het nerfje dicht drukt. Het is wel een bewerkelijke manier misschien maar als je nu het redelijk vast zittende loodje omhoog schuift op de lijn dan bereik je automatisch het punt waar het dubbele nylon ophoudt en daarna schuift vaak het loodje perfect op de nu ‘enkele’ lijn.

Houd de loodverdeling zo simpel mogelijk! Meestal is een hoofdlood (bulk) van een kettinkje van loodhagels met daaronder enkele kleinere valloodjes de beste manier. Zorg altijd voor minimaal vier valloodjes van dezelfde maat. Wanneer je ze niet allemaal nodig hebt schuif je de overbodige valloodjes tegen het hoofdlood en als je zwaardere valloodjes nodig hebt schuif je ze in groepjes van twee bij elkaar. Zo kan je maximaal inspelen op iedere vissituatie. Nummertjes 9, 10 of 11 zijn vaak de beste maten om als valloodjes te gebruiken. Succes!”

Vissen met vertrouwen!

Een tweeluik in het Franse land

0

Het is inmiddels november en in mijn hoofd zit nog één laatste roadtrip naar het Franse land, wat zo ongeveer mijn tweede thuis is geworden. De twee weken voorafgaand aan de trip heb ik de temperaturen en neerslag nauwlettend in de gaten te houden. Deze zijn mij dit keer beide gunstig gezind. De nachttemperaturen liggen nog ruim boven nul en overdag wordt de 17 tot 18 graden nog aangetikt. Ook heeft het niet noemenswaardig geregend. Dit zullen ook de omstandigheden worden voor mijn roadtrip.

 Tekst & foto’s Nico Breevaart

Na een 1000 km lange rit arriveer ik eind van de middag aan de oevers van de Lot. Ik krijg spontaan last van barbeelkoorts en binnen mum van tijd liggen twee Korum Trilogy hengels in! Deze hengels zijn ideaal voor als je meerdere rivieren in één sessie gaat bevissen omdat ze zijn uitgerust met drie tips. Naast een quivertip kan er ook worden overgeschakeld naar een 1.75 lb of zelfs 2.2 lb top, op alles voorbereid dus. Deze sessie kies ik gezien de matige stroming voor de 1.75 lb tip die met gemak de benodigde 120 grams korven kan wegzetten.

Met de 1.75 tips langs de Lot…

De temperaturen zijn nog ruim boven nul hier bij de Lot… 

Wat een start

Na 15 minuten wordt de lange reis al beloond. De eerste barbeel heeft zich brutaal aangediend en kon de 14 mm cheesy-garlic pellet niet laten liggen. Daarna blijf ik om het kwartier verse gevulde River Cage korven brengen om zo de vis aan het azen te krijgen en te houden. Deze korven zijn aan één kant afgesloten waardoor je het voer goed in de korven kan drukken en het voer mondjesmaat de korf verlaat, precies wat ik wil bereiken. Deze aanpak werkt duidelijk want met regelmaat giert de Baitrunner. Mijn uitzicht is trouwens geweldig en is ben intens aan het genieten. Na een paar uur vissen is het inmiddels donker en aardig afgekoeld en staan er al 11 barbelen op de teller, wat een start!

Zo telt het aardig op… 

Gedoseerd voeren met de juiste korf…

De volgende dag zoek ik een andere stek en pas ik dezelfde strategie toe. Na een frisse ochtend met toch nog drie barbelen breekt het zonnetje door en zit ik zo waar in een T-shirt en dat in november. Ook de barbelen worden blijkbaar geactiveerd want ik krijg de ene na de andere dreun op mijn hengel te verduren en heb ik na 2,5 dag 37 barbelen op de teller staan. Ik weet haast niet wat me overkomt!

Na een frisse ochtend breekt het zonnetje door… 

Rhône

De tweede rivier op het programma is de Rhône. Deze rivier is niet te vergelijken met de Lot. De 1.75 lb wordt meteen ingewisseld voor de 2.2 lb. De stroming is hier een stuk grimmiger, evenals het bodemverloop. Na een uur vissen heb ik schoon ‘traject’ gevonden en geeft een mooie kopvoorn mij een warm welkom. De barbelen volgen niet veel later en ook hier doet de cheesy-garlic pellet zijn werk. De barbelen zijn hier in combinatie met de stroming wel een stuk sterker dus moet ik nog vol aan de bak. Ik krijg zo nu en dan een pauze van een 1 tot 2 uur. Er zijn hier duidelijk aasperiodes en dat wetende blijf ik wel stug korven voer brengen om de tafel gedekt te houden. Dan geeft het weer extra voldoening als na zo’n pauze de hengel weer diep doorbuigt en het drillen weer kan beginnen.

De Rhône is weer een hele andere rivier…

Na 4,5 dag vissen is het tijd om de balans op te maken. Ik kan meteen stellen dat het een zeer geslaagde en gevarieerde trip was. In totaal 57 barbelen gevangen en nog een aantal kopvoorns en brasems als extra vangst. In ben voldaan, weer helemaal opgeladen en beloof mezelf plechtig om hier over een paar maanden weer achter de hengels te zitten!

Tot volgend jaar!

 

 

Bellybootvissen

0

Volwaardige éénpersoonbootjes

Bellyboten bestaan al lang, al minstens sinds 1915 toen een Nederlandse uitvinder zich liet fotograferen in een bizar ogende drijvende band op het IJ in Amsterdam. In die honderd jaar is er echter heel erg veel veranderd, waardoor de bellyboten van nu er steeds meer als volwaardige éénpersoonsbootjes zijn gaan uitzien! Steeds meer mensen maken de stap en kopen een bellyboot. Als verwoed bellybootvisser van het eerste uur vind ik dat prachtig. Deze kleine vaartuigjes hebben immers zo ontzettend veel te bieden!

Tekst: Tom Sintobin, fotografie: Tom Sintobin, Rudy van Duijnhoven, Kristof Sinnesael, Bart Debaes, Felix Taveirne, Michel Rijnberg en Feije Graphorn

Ze zijn makkelijk te vervoeren in gewone personenwagens, je hebt er geen grote stallingsplaats voor nodig en ook geen trailer. Je kunt op stekken komen waar je met een gewone boot of vanaf de kant niet bij kunt, je bent letterlijk één met de natuur, het drillen van een vis is gruwelijk spannend en zelfs als je maar een paar uurtjes hebt loont het de moeite om te gaan. Steeds meer mensen verkopen er zelfs hun gewone boot voor! Maar waar moet je nu als beginner op letten bij de aanschaf? Er is inmiddels heel wat te kiezen. Een en ander hangt natuurlijk af van je budget, maar ook wat je er precies mee wil gaan doen speelt een rol.

HET BEGIN

Those were the days…

Vroeger waren bellyboten helemaal rond. Er in- en uitstappen was een crime, veel opbergruimte had je niet, je zat tot aan je middel in het water en ook waren deze bellyboten niet zo stabiel. Ik ben ermee omgekanteld in Ierland, tijdens het vissen op pollak, dus ik weet waarover ik het heb. Ik was er dus niet rouwig om toen er U-vormige bellyboten op de markt kwamen, want die waren sneller én een stuk comfortabeler, doordat je hoger zat. ‘Hi and Dry,’ zo noemde een fabrikant zijn product – en terecht. Andere bekende merken uit die tijd waren Outcast, destijds de Rolls Royce onder de bellyboats, Guideline en Creek Company ODC. Met spanbanden kan je je dieptemeter en hengelsteunen monteren. Ze bestaan uit een nylon omhulsel (waarvan de duurzaamheid wordt aangegeven in ‘denier’), met daarin twee drijflichamen – oftewel ‘bladders’. Dat maakt ze best kwetsbaar, want zeker een standaard plastic drijflichaam raakt tamelijk makkelijk lek, vooral op de naden. Eerlijk is echter eerlijk: ik heb vele jaren met heel veel plezier gevist met dit type bellyboot – en gebruik ze soms nog! Ze zijn licht – met de Creek Company UL, die rond de 5 kilogram aantikt, als absoluut pluimgewicht – en heel compact opvouwbaar, waardoor ik ze bijvoorbeeld kan meenemen in het vliegtuig of meesmokkelen in de bagage op gezinsvakantie.

Veel veranderd: bellyboot in de 21ste eeuw.

Dat geldt echter niet voor een ander type bellyboot dat destijds ook op de markt was, de zogenaamde pontoonboot. Die bestaan uit twee drijflichamen die middels buizen aan elkaar vast hangen – een beetje zoals een catamaran. Dit type boot is lekker stabiel en biedt minder weerstand in het water door het ontbreken van een punt. Door de constructie vergt het echter wel behoorlijk wat handelingen om hem ‘ready for action’ te krijgen.

PVC-BOTEN

Sinds een jaar of tien worden bellyboten voornamelijk van PVC gemaakt: een dik en duurzaam materiaal, dat bijvoorbeeld ook voor het bouwen van Zodiacs wordt gebruikt. PVC-bellyboten die je veel ziet in de Lage Landen, zijn onder andere de Floatmaster UL of XL, de 12BB Stealth en de opvallend gekleurde Madcat. Deze boten zijn doorgaans tussen de 150 en 180 cm lang, kunnen tot 130 kilogram dragen, en wegen meestal zo rond de 12 kilogram. Met dat laatste hebben we meteen het voornaamste nadeel van dit materiaal te pakken: het is beduidend zwaarder en zeker ook duurder dan de modellen met bladders. Voor vliegreizen is zo’n PVC-bootje dus minder geschikt, maar ook aan de waterkant zal je het verschil gegarandeerd voelen. Gelukkig zijn er tal van creatieve oplossingen verzonnen die het extra gewicht makkelijker te slikken maken. Sommigen maken gebruik van een setje wielen die ze onder de boot zetten, maar dan moet je die natuurlijk wel ergens kwijt kunnen tijdens het vissen. Anderen hebben zelfs een heuse trailer gemaakt voor hun slagschip!

Een reuzenrugzak…

Nog anderen slepen hun bootje gewoon over de grond; als er geen scherpe stenen liggen gaat dat meestal wel goed want PVC is erg robuust. Mijn eigen voorkeur gaat uit naar draagriemen onder de boot, waardoor ik hem als een gigantische rugzak kan gebruiken. Het is even wennen om dat ding op je rug te krijgen, maar door hem op zijn punten te zetten en dan door de knieën te gaan, lukt het me prima – en ik kan er echt honderden meters mee rondlopen.

Ultieme vrijheid; gaan waar en wanneer je wilt.

NAAR EIGEN WENS

Je hoort wel eens dat je voor groot water een van de grotere modellen PVC-boot moet pakken, maar dat is niet mijn mening. Het voornaamste verschil zit hem mijns inziens in de hoeveelheid plek die je hebt om je boot naar wens af te bouwen. Dat kan met een PVC-bootje namelijk prima: met de juiste lijm kan je er immers van alles en nog wat op bevestigen. Een bekend merk is Scotty, maar recent timmert ook Railblaza aan de weg met diverse ingenieuze systemen om je bootje helemaal naar wens op te tuigen zoals jij dat wil. Van hengelsteunen tot dieptemeters, van drankjeshouders en tafeltjes tot een rondom schijnend licht: je kunt het zo gek niet bedenken of het is kant en klaar te koop. Wat trouwens ook handig is, zijn extra handvatten: die kan je precies plakken op die plekken waar je je boot wilt vast kunnen pakken om hem te dragen.

 

Behalve dat je meer plek hebt om accessoires vast te zetten, heeft een grotere boot ook meer drijfvermogen natuurlijk – dus voor de wat forser gebouwde medevissers is dat wel een uitkomst. Tot slot: als je een PVC-boot wil aanschaffen, vraag dan zeker even na hoeveel luchtkamers dat ding heeft. Hoe meer dat er zijn, hoe beter – want dan kom je niet in de problemen als er onverhoopt toch een lek raakt terwijl je vaart. Een dreg, de stekel van een snoekbaars, een ondiepe mosselbank… we komen met meer scherpe dingen in aanraking op het water dan je zou denken! Op het moment van schrijven is de volgende stap in de evolutie al gezet: de kruising tussen de PVC-bellyboot en de pontoonboot. De Floatplus One is daarvan de pionier. Het grote voordeel van deze boot is dat hij net zo makkelijk op te tuigen is als een gewone PVC-boot, maar toch een heel stuk sneller is doordat hij zoals een pontoonboot minder raakvlakken heeft met het wateroppervlak.

Zo’n goed uitgeruste bellyboot doet niet onder voor de meest geavanceerde (en dure) visboot!

THE NEED FOR SPEED

En daarmee zijn we bij een fantastische nieuwe ontwikkeling gekomen: bellybootmotoren. Zat ik vroeger soms te vloeken als ik weer eens helemaal aan lager wal was beland en een pokkeneind moest terugflipperen, of als er voor de zoveelste keer een kramp in mijn kuit schoot, nu draai ik vrolijk aan het knopje en mijn elektromotor vaart mij zacht zoemend naar mijn instapplek. Elektromotoren voor bellyboten zijn er tegenwoordig te kust en te keur: zelfbouw door al dan niet handige Harry’s (maar daar waag ik me niet aan, want vergeet nooit dat elektriciteit en water geen goede combinatie vormen), en professionele modellen. Van die laatste categorie zijn die van Floatplus en Haswing de bekendste in de Benelux. Goedkoop zijn ze niet, en al helemaal niet als je een waterdichte en ultralichte lithium-ion of LiFePO4 accu erbij wil, maar wát een spectaculaire verbetering van je visserij!

Een elektromotor vergroot je actieradius enorm.

Er zijn twee verschillende manieren om een motor op een bellyboot te monteren: achteraan op de punt of onder de zitting. Die laatste montage geniet mijn voorkeur. Ik vis namelijk graag pelagisch, waarbij ik precies boven de vis probeer te komen. Met de motor onder mij is mijn draaicirkel een stuk kleiner dan wanneer hij achter me op de punt staat, waardoor ik veel preciezer kan vissen. Een bijkomend voordeel is dat er niets uitsteekt onder water voorbij de punt van mijn bellyboot – een voordeel in havens, waar ik me anders de hele tijd zorgen zit te maken of ik niet tegen een meerpaal aanbots. Daarnaast vind ik het ook erg fijn om een motor te hebben die licht is en heel compact is op te bergen. Ik woon namelijk niet heel groot, en dan moet ik slim omgaan met bergruimte.

Voorstanders van de motor achterop wijzen erop dat ze de motor graag kantelen alvorens naar de kant te varen, om zeker te zijn dat ze de bodem niet raken, maar dat is voor mij geen issue omdat ik altijd achteruit vaar zodra ik bij de kant kom: dan zie ik precies wat ik doe. Een ander argument dat je wel eens hoort is dat je met een motor onder je in de problemen raakt als er troep in de schroef zou komen, maar als je de motor op de juiste plek zet, kan je er met je hand makkelijk bij. Maar goed: ieder zijn mening, en dit was de mijne.

Een bellyboot is ook ideaal voor het vissen op meerval… en steur!

PLAKKEN & VERLIJMEN

Een gaatje of beschadiging in je PVC-bellyboot is net als de binnenband van je fiets vrij eenvoudig zelf te plakken. Hetzelfde geldt voor het verlijmen van accessoires. Maar je moet wel goed op een aantal dingen letten, zo weet Leo van Kewi.nl als geen ander. Zij hebben jarenlange ervaring met het repareren/plakken van rubber- en bellyboten. Zij gebruiken al jarenlang Adeco Adegrip PVC-lijm: een hoogwaardige 2-componentenlijm. Het is eenvoudig te verwerken, geschikt voor de grootste reparaties en het verlijmen van grote onderdelen waar veel kracht op komt te staan.

  • Vind eerst het gat door zeepsop op de opgeblazen boot te smeren (net als bij het vinden van een gaatje in een binnenband van je fiets).
  • Zorg dat de boot helemaal leeg is, zonder lucht.
  • Zorg dat de ruimte goed droog is – geen vochtig weer en/of ruimte!
  • Zorg dat de plakker minimaal 5 cm rondom groter is dan het gat – heel belangrijk! Plakkers zitten meestal standaard bij aanschaf van de boot net als een tubetje lijm – let op; die lijm is na 2-3 jaar meestal wel verdroogd.
  • Goed schuren en daarna ontvetten met aceton.
  • Smeer beide delen goed in en wacht 5-6 minuten. Daarna stevig op elkaar drukken.
  • Leg een plankje boven en onder met tussen het materiaal en het plankje een stuk stevig schuimrubber/foam en klem vast met twee lijmklemmen. Zonder klemmen heeft het eigenlijk geen nut.
  • Minimaal 24 uur laten drogen

Leo voegt daar nog het volgende aan toe: “De 2-componentenlijmen van nu zijn helaas niet meer zo goed als vroeger door strenge milieueisen. Verlijmen van accessoires is vaak niet zo eenvoudig – vaak iets ander/vetter materiaal en goed aandrukken met klemmen soms moeilijk. Belangrijk is eerst grof schuren! Berg de boot droog op in een tas en zorg dat er geen muizen of ratten bij kunnen – die lusten namelijk ook PVC!”

VEILIGHEID

Tot slot nog wat losse tips. Lucht zet uit naarmate de temperatuur stijgt, zoals diverse bellybootvissers al hebben moeten ondervinden: een geweldige knal en hun in de zon bakkende bellyboot explodeert. Het is daarom verstandig om je bellyboot niet helemaal hard opgepompt weg te zetten, zeker niet de bladder-modellen. Anderzijds doe je er ook goed aan om je bellyboot niet helemaal leeg te laten lopen als je hem opbergt, want de kreuken in het materiaal kunnen lekken veroorzaken. Voor de rest zijn bellyboten en elektrische motoren onderhoudsvrij. Zorg er wel voor dat de accu’s regelmatig worden opgeladen: dat verhoogt de levensduur. En terwijl ik het toch over accu’s heb: hoe sympathiek de prijzen van Ali ook zijn, neem geen risico en koop accu’s enkel bij een gerenommeerd merk. Slechte batterijen zijn namelijk de belangrijkste oorzaak voor brand!

Zelfs in barre omstandigheden…

Bellyboten zijn tegenwoordig ontzettend stabiel – je kunt er zelfs op gaan staan! – en hebben een stuk minder last van de wind dan een gewone boot, zodat je ook bij wat ruigere omstandigheden kunt vissen. Gebruik echter ook aan het water altijd je verstand en denk aan je veiligheid. De Waal even oversteken in een drijvende sofa is niet het beste plan, net zo min als in het midden van de nacht zonder verlichting ronddobberen. Bekijk de richtlijnen van Sportvisserij Nederland even voor je op pad gaat en zorg dat je de Bellyboat Bewaarkrant bij je hebt (www.sportvisserijnederland.nl). Een reddingsvest is niet wettelijk verplicht maar wel slim, zeker als je je nog niet helemaal zeker voelt. Als beginner kan je het beste op een stilstaand en niet druk bevaren water gaan oefenen. Vissen met een bellyboot is niet moeilijk, maar je moet even door krijgen hoe je je benen als roer gebruikt. Of vraag een proefvaart aan bij een van de vele enthousiastelingen die die aanbieden – een lijstje vind je op Facebook bij het grootste bellyboatforum van de Lage Landen: Bellyboat Vissers.

Zoeken naar het beste…

0

It's all in the game…
Roofvissen is voor mij meer dan een hobby. Het is een passie. Ons leven is erop aangepast. Dromen najagen en verhalen maken. Op het water. In de natuur. Samen en alleen. Zoeken naar het beste. Zo zijn we, Jochem Myjer en ik, onlangs gestart met ons eigen merk RIVER7 – we zijn bezig om de beste crankbaits, hengels, lijnen en andere producten te vervaardigen. Op zoek naar het beste van het beste. Ook met boten, motoren en andere zaken zoals sonar/gps wil ik het beste. Een zoe...


Dit is een premium artikel.

Het hele artikel kun je lezen in Beet Magazine, voor slechts € 62,50 per jaar 9x thuis op de mat. Beet Magazine is als los exemplaar te koop voor € 7,95 in de betere hengelsportspeciaalzaak en de boekhandel.

ABONNEREN

9x Beet thuis op de mat!

 



Vissen op nieuw water

0

Je kent het wel; je hebt een nieuw, groot water op het oog maar dan slaat de twijfel toe. Waar moet je beginnen, hoe en waarmee? Met een goede voorbereiding kom je al een heel eind, en ook tijdens een eerste (verkennende) visdag kun je al veel te weten komen. We gingen op stap met Raymarine prostaffer John Smit op een voor hem totaal onbekend water. Diep, kraakhelder en groot. Uitdagend water dus!

Tekst & foto’s: Arnout Terlouw

Het bewuste water dat we voor deze dag hebben uitgekozen is geen Vispas-water, dus de eerste voorbereiding bestond uit het regelen van een (dag)vergunning. Die kunnen we gelukkig ter plekke verkrijgen en nadat dat geregeld is varen we via een paar ondiepe sloten de plas op, denken we. Het is een bewolkte nazomerdag wat gezien de helderheid van het water niet zo slecht is. Minder is dat er heel weinig wind is voorspeld… snoeken houden wel van een windje, zo is de ervaring. Ik schenk een kop koffie in en ondertussen stelt John zijn apparatuur en beeldschermen in. Ik ben benieuwd naar zijn aanpak op dit water. Een water dat ik nog ken vanuit de tijd dat ik er af en toe op karper viste en waar ik ook twee keer eerder had gesnoekt, jaren geleden.

Als je een voor jou nieuw water wilt gaan bevissen, hoe ga je dan te werk? Vooraf en tijdens de visdag?

Vooraf kijk ik vooral naar bodemstructuur en dan met name de kant waar de wind op staat. Daar bevindt zich vaak de meeste vis. Als de bodemdiepte een verloop kent, of de nodige kuilen en andere onderwaterstructuren, dan is dat automatisch een plek waar roofvis zich op kan houden. De Navionics Boating app is daar heel behulpzaam bij. Ook zoek ik naar plekken waar stroming kan staan, bijvoorbeeld op kruisingen van water, of bij een sluis of duiker. Ook bijna altijd goede plekken. En ook bruggen en andere structuren op en rond het water zijn als eerste aan de beurt. Daarnaast google ik natuurlijk vooraf het water en kijk of ik foto’s vind van vis die daar eerder gevangen is, en waar.

Tijdens de visdag ga ik de vooraf bepaalde spots als eerste af, vaak door er te trollen zodat ik snel een flinke oppervlakte kan bestrijken en kan zien wat ik tegenkom. En ik kijk heel goed om me heen. Soms zie je dan zaken die je online niet kan waarnemen, zoals bijvoorbeeld overhangende bomen, schepen die aangemeerd zijn of jagende vis en/of meeuwen. Allemaal indicaties van de mogelijke aanwezigheid van roofvis. En natuurlijk maak ik optimaal gebruik van de op mijn boot aanwezige Raymarine apparatuur.

Voor mijn visserij doet deze opstelling precies wat ik nodig heb.

Welke apparatuur gebruik jij en waarom?

Ik heb aan boord een Raymarine Element12 en een Raymarine AxiomPro12, de laatste in een netwerk met een Raymarine Axiom9 voor de visser voorin. Voor mijn visserij doet deze opstelling precies wat ik nodig heb. Ik vis met name op groot open water en grote kanalen. De uitstekende locatiebepaling in combinatie met de HyperVision functie van de Element geeft me een zeer scherp beeld van wat er onder water onder mijn boot gebeurt en ook links en rechts naast mijn boot. Kijk maar eens naar de foto’s.

Hoe deel je jouw schermen het liefste in en waarom?

De AxiomPro12 heb ik vaak op volledig scherm op de kaartfunctie staan. Hiermee kan ik heel precies zien waar ik me bevind ten opzichte van de onderwaterstructuren. En ik heb hierop altijd de ‘sporen tracks’ functie aanstaan zodat ik goed kan volgen waar ik al ben geweest. Voor de oriëntatie heb ik de kaart altijd op ‘noorden boven’ staan. Dan blijft de kaart stilstaan en dat vind ik zeker bij het varen van rondjes achter een school prooivis aan of bij veel wind veel rustiger. De Element12 gebruik ik altijd voor de SideVision functie en afwisselend met of sonar of DownVision; dat hangt een beetje van de watersituatie af. Ik vis graag werpend op groot wild, de SideVision functie geeft me dan de meeste informatie over wat er zich naast de boot bevindt. De kaart geeft precies aan waar ik ben.

Heel interessant beeld. Hier varen we op de rand van het talud. Op de sidescan rechtsonder zien we planten (A), op het scherm linksonder en rechtsboven vissignalen (C). De vis ligt dus tegen de planten aan op de rand van het talud. Op sidescan linksonder (B) zien we ook kuiltjes in de bodem waar het dieper afloopt. De kuiltjes zijn vaak schaaldieren die deze graven (kreeften en krabben). Aas voor snoekbaars en baars!

Linksboven op de sonar: recht onder de boot signalen van grotere vis onder een wolk speldaas. Gezien de type signalen waarschijnlijk een school baars. Helemaal rechts onderin op de sidescan nog een groter signaal op ongeveer 3 meter (10-7 meter waterdiepte) buiten de boot.

Fonteinkruid gevonden!

HANGEN!

Eenmaal op de plas zelf bespreken we de aanpak. Het is nog vrijwel windstil en John besluit om eerst de ondieptes uit te vissen naar de aangrenzende sloten. De boot wordt net over het behoorlijk scherpe talud gepositioneerd op zo’n 4-7 meter diep, vanwaar we onze jerkbaits prima over het ondiepe kunnen binnentikken. Op het scherm is duidelijk te zien dat er behoorlijk wat planten staan, maar dat hadden we met onze ogen al gezien. Het water is zo helder dat je gemakkelijk drie, vier meter zicht hebt en zelfs met het bewolkte weer zien we hier en daar stengels fonteinkruid meters omhoog steken. Plekken waar je snoek zou verwachten, toch? Lang hoeven we niet te wachten op de bevestiging als een kleine snoek al bij de derde worp vol op mijn jerkbait knalt… en voor de boot net zo snel weer losschiet.

Helaas gebeurt er daarna niets meer en gaan we over op plan B. John wil eerst een stuk gaan trollen om al varend een beter idee te krijgen van de bodemstructuur en potentiële stekken.

Trollen om al varend een beter idee te krijgen van de bodemstructuur en potentiële stekken.

Hoe helpt jouw apparatuur bij het vinden van stekken, hoe zet je die in?

Ik zoek naar onderwaterstructuren waar vis zich kan ophouden, scholen prooivis, of naar grote signalen van roofvis. Hiervoor gebruik ik de sidescan en downscan van mijn Raymarine apparatuur. Zodra ik iets interessants tegenkom zet ik een waypoint en afhankelijk van wat ik zie ga ik of gelijk gericht erop vissen (groot signaal bijvoorbeeld) of ik trol door en kom later terug. Terwijl ik vaar heb ik ook de SonarChartLive functie aanstaan. Hiermee actualiseer ik ter plekke de onderwaterkaart en heb ik de laatste situatie in mijn scherm staan.

Op deze manier breng ik heel snel grote stukken water in beeld en kan ik snel gericht gaan vissen. Ik ga dan terug naar de gezette waypoints en maak dan een plan hoe ik die stek ga bevissen. Het hoeft overigens niet zo te zijn dat ik precies naar dat waypoint terug ga. Soms blijf ik op afstand en werp ik de stek af, met shads of jerkbaits bijvoorbeeld.

Navionics SonarChart Live

Navionics SonarChart Live

Raymarine toestellen kunnen in combinatie met SonarChart Live dieptekaarten verder detailleren en actualiseren. Je zet deze functie aan in je kaartfunctie en het toestel doet daarna de rest terwijl je vaart. Een zeer welkome aanvulling om je stekken net wat meer detail te geven of om uit te zoeken waarom je juist op die ene plek vaker beet krijgt dan op een andere. Ik heb een aantal spots zo echt beter leren begrijpen.

Wat bepaalt uiteindelijk voor jou waar je gaat vissen, welke stekken?

Oei, hier is zoveel over te zeggen. In dit nummer staat ook het laatste artikel van een drieluik over het vissen met jerkbaits waarin ik daar veel over vertel. Maar als ik moet kiezen waar ik het meest mee rekening hou dan zou ik zeggen:

1. Tijd van het jaar; wat doet de vis qua gedrag?

2. Watertemperatuur; bepalend voor de keuze van het kunstaas en snelheid van varen.

3. Bodemstructuur; planten, taluds, geulen.

4. Waterplanten; altijd goed, zeker fonteinkruid.

5. Aasvisconcentraties en type aasvis; cruciaal; vind je die dan zijn de rovers nooit ver!

Deze variabelen in combinatie met goed gebruik van de apparatuur en zelf superscherp zijn met wat er om je heen gebeurt is wat mij betreft allesbepalend.

Tussen, of beter gezegd achter de planten vandaan geharkt.

WAARDEVOLLE INFO

Tijdens het trollen en ondertussen in kaart brengen van de dieptes en het diepteverloop, blijkt al snel dat mijn kennis over dit gedeelte van het water toch niet helemaal strookt met de actuele werkelijkheid… en dat ook de Navionics kaart in dit geval niet helemaal klopt. Interessant om te zien en waardevolle informatie voor een eventueel later bezoek!

Na 1,5 uur trollen zonder aanbeet is het tijd voor plan C. We gaan weer werpen, maar nu bij een gedeelte met veel structuur, de nodige obstakels en een scherp diepteverloop. Ook hier vinden we weer de nodige bedden met fonteinkruid en als John zijn jerkbait bijna op de kant gooit, net achter de planten, knalt er vrijwel direct een snoek op met veel kabaal. Nou ja, snoekje, maar dat kan de pret niet drukken. De eerste snoek van de ochtend is binnen.

Na het terugzetten vraag ik hem wat hij het liefste doet als het op (grote) snoek aankomt. “Bij het vissen op grote snoek, wat ik het liefste doe, staan jerkbaitvissen en vissen met een dode aasvis aan een fireball of onder een dobber op nummer één. Daar kan ik geen genoeg van krijgen. Vissend op de andere roofvissoorten vind ik werpen met shads het allerleukst. Zowel op de grote meren als rivieren mag ik dat graag doen. Zoals eerder verteld kan ik deze technieken goed inzetten in combinatie met mijn apparatuur en levert dat veel resultaat en plezier op!”, aldus John.

BOOTBEHEERSING & VEILIGHEID

“Qua bootbeheersing zie ik nog vaak dat alle apparatuur aan boord is en er veel geïnvesteerd is in dure visspullen, maar dat vervolgens op het water er nog geen goed gevoel is hoe de boot beweegt ten opzichte van het water en dus de visstekken. Hoe verloopt je drift qua route? Hoe snel drift je? Hoe gebruik je je elektromotor optimaal om dat te beïnvloeden? Herrie aan boord (= lawaai onder water), door een stek heenvaren en onrust creëren. Ik zie het allemaal gebeuren en adviseer iedereen met een boot om hier ook goed over na te denken! De beste stek is een stek waar je NIET overheen bent gevaren tot je er vist! Oefen jezelf hier eens mee, daar ga je veel plezier van hebben.

Hoe gebruik je de elektromotor optimaal?

En als allerbelangrijkste: veiligheid! Leuk die schermen en continu erin staren maar vergeet de wereld om je heen niet! Veiligheid voorop! Ik heb al meerdere keren gezien dat visboten bijvoorbeeld de beroepsvaart niet eens in de gaten hebben en pas op het laatste moment “wakker” worden. En eerlijk is eerlijk, ook ik vind het mega spannend om dat grote signaal te zien en daar volop in te zetten. Maar geloof me; dat wordt allemaal onbelangrijk als je wel een keer een ongeluk krijgt, dan is het op het water al snel grote paniek, of erger. Probeer dat te voorkomen, wees alert en geniet gewoon van de natuur terwijl je de apparatuur inzet waar ze voor bedoeld is: navigeren, vis vinden, plekken vastleggen en meer vis vangen!”

Jij gebruikt geen speciale hi-tech ‘live’ apparatuur/transducers zoals nu veel vissers gebruiken? Daar hangt natuurlijk wel een pittig prijskaartje aan.

Ja, dat prijskaartje is wel een terechte opmerking. De apparatuur is echt heel kostbaar geworden; ik denk dat 10 jaar terug niet veel mensen voorspeld hebben dat vissers nu met gemak zoveel geld uitgeven aan hun fishfinders. Tsja, en wat is high-tech? Ik vind het allemaal high-tech als ik zie wat de apparatuur kan. Nogmaals, voor mijn visserij kan ik helemaal uit de voeten met mijn Raymarine setup en zeker de Raymarine Element is heel goed geprijsd voor wat dit apparaat levert. Ik denk dat iedere visser op deze manier moet kijken wat bij hem past en mijn ervaring leert dat je dan met de opstelling zoals ik die heb in bijna alle gevallen uitstekend uit de voeten kan!

‘Snoekig’ kantje… en niet alleen boven water!

HOPPA!

We vissen deze grillige kant verder secuur af en harken af en toe een bos fonteinkruid omhoog. Dat is niet te voorkomen en ook niet erg. We weten uit ervaring dat de snoek er graag tussen ligt of aan de randen hangt, zeker als daar een steil talud ligt. John blijft harken met een hybride jerkbait, terwijl ik ondertussen ben overgestapt op een harige Mouse, kijken of de snoeken die hier ook lusten. Na eerst een misser, waarbij ik een dikke snoek vlak voor de boot zie wegdraaien, is het tien minuten later wel raak. In het heldere water zie ik een mooie snoek uit de planten komen die zijn bek opent… en weg is de Mouse. Hangen! De vis gaat helemaal uit zijn dak en springt verscheidene keren geheel het water uit terwijl John probeert wat actieplaatjes te schieten. Een paar minuten later bewonderen we een mooie negentiger. Die hebben we wel verdiend!

Dat is ook gelijk het laatste wapenfeit van de dag. De bewolking breekt, het wordt warm, de wind is verdwenen en we besluiten er een einde aan te breien. Het was een taaie, maar zeer leerzame dag die hoogstwaarschijnlijk nog wel een vervolg krijgt.

Die hebben we wel verdiend!

Structuur zoeken

0

‘Onzichtbare’ hotspots
Een uitdaging, daar houdt Luc Coppens wel van. Deze misschien wel bekendste roofvisser van de Lage Landen heeft zich de laatste jaren toegelegd op het werpend vissen met crankbaits. Hij vindt dit simpelweg een fantastische vistechniek, en het leerproces is een groot deel van het plezier. De stekken die hij hiermee aandoet liggen niet altijd voor de hand. Al tientallen jaren, beginnend bij de karpervisserij en momenteel het roofvissen, gebruikt Luc de dieptemeters van Lowra...


Dit is een premium artikel.

Het hele artikel kun je lezen in Beet Magazine, voor slechts € 62,50 per jaar 9x thuis op de mat. Beet Magazine is als los exemplaar te koop voor € 7,95 in de betere hengelsportspeciaalzaak en de boekhandel.

ABONNEREN

9x Beet thuis op de mat!

 



Grote Baarzen met de Streamer

0

De populariteit van het vissen op baars heeft enorm aan populariteit gewonnen. Met dank aan o.a. de heren van de Vistechnische Dienst die het finesse vissen op de kaart hebben gezet in Nederland. Dat alles heeft er wel voor gezorgd dat de baarzen, met name de grote exemplaren, niet zomaar meer elk kunstaas pakken. Het vissen met een streamer kan dressuurdoorbrekend werken, zo heeft Michel Dekker de laatste jaren ondervonden!
Tekst & foto’s: Michel Dekker
Werd er daarvoor niet op baars gevist...


Dit is een premium artikel.

Het hele artikel kun je lezen in Beet Magazine, voor slechts € 62,50 per jaar 9x thuis op de mat. Beet Magazine is als los exemplaar te koop voor € 7,95 in de betere hengelsportspeciaalzaak en de boekhandel.

ABONNEREN

9x Beet thuis op de mat!

 



Vissen met jerkbaits (deel 3)

0
Helder water; meer natuurlijke kleuren.

Groot water & rivieren

In dit afsluitende artikel ga ik het hebben over het vissen op groot water en op de (grote) rivieren. Voor de meeste vissers de grootste uitdaging om een mooie roofvis te vangen. Met groot water bedoel ik wateren zoals het Volkerak, Haringvliet, Hollandsch Diep, Gooimeer, etc. Grote meren die een belangrijke schakel vormen van ons enorme watersysteem, met vaak daaraan verbonden de grote rivieren zoals de Rijn, IJssel, Waal en Maas. Vissen is hier een sport op zich en kent weer andere details dan op de kleinere wateren. En ook op deze grote wateren kun je grote successen boeken met jerkbaits. En met groot bedoel ik ook groot, want op deze wateren huizen de grootste roofvissen van Nederland!

Tekst: John Smit, foto’s: John Smit, Leon Prins, Volkmar Strikkers en Hendrik-Jan Verheij

LEES OOK: |> DEEL 1 | DEEL 2

Zelf vis ik het meest op de grote meren, ik vind dat extreem spannend en uitdagend. Ook op de rivieren vis ik regelmatig en dan met name de IJssel. Maar omdat het riviervissen toch weer zijn eigen bijzonderheden heeft, ben ik blij dat ik Volkmar Strikkers hierover kon interviewen; een van mijn vismaten en iemand die ik beschouw als een van dé rivierexperts in Nederland. Een vraag die ik vaak krijg is of je zowel vanaf de kant als met de boot goed kans maakt op roofvis. Volgens mij kan beide goed. Wel moet ik zeggen dat vissen vanaf de kant makkelijker is op een rivier dan aan de oever van een groot meer. De hotspots van een rivier liggen gewoon vaak dichter bij elkaar. Maar als je denkt aan havens, bruggen, sluisgebieden en andere inhammen, dan kun je ook aan een groot meer vanaf de kant successen boeken. Zelf vis ik het meest vanuit de boot, daar zoom ik wat op in, maar de tips over jerkbaits zijn één op één te vertalen naar het vissen vanaf de kant!

Groot water, hoe en waar te beginnen?

Maar voordat ik inga op het jerkbaitvissen zelf, ga ik eerst in op de voorbereiding en factoren die in grote mate de jerkbaitkeuze bepalen en je kans op succes enorm vergroten. Waterkennis combineren met jerkbaitkennis, daar gaat het om!

VOORBEREIDING

Tsja, daar sta je dan op de trailerhelling, kijkend naar een eindeloze vlakte water. Waar ga je in vredesnaam beginnen, hoe pak je de visdag aan op zo’n groot water en vooral: hoe kies je nu de juiste jerkbaits? Voorbereiding is allesbepalend en de belangrijkste variabelen wat mij betreft zijn: 1. Tijd van het jaar, 2. Watertemperatuur, 3. Bodemstructuur, 4. Waterplanten, 5. Aasvisconcentraties en type aasvis, 6. Waterdoorzicht, 7. Windrichting, 8. Tijd van de dag en 9. Vangstinfo van andere vissers (wel weten wie je het vraagt!). Met een goed besef van deze punten kom je al heel ver en dit helpt je om betere keuzes te maken over de jerkbaits waarmee je gaat vissen! Ik zal ze een voor een wat verder bespreken, beginnend met de tijd van het jaar want daarin komt al veel samen.

Helder water; meer natuurlijke kleuren.

TIJD VAN HET JAAR

Vis beweegt veel op grote wateren en de jaargetijden spelen hier een grote rol. In het najaar begint vis samen te scholen. Prooivis groepeert, zoekt de rustige plekken op en de roofvis volgt. Zo simpel is het, je moet ze alleen zien te vinden. Daar gebruik ik mijn Raymarine-apparatuur voor. Maar ook door goed te kijken zie je veel. ’s Ochtends en ’s avonds komt aasvis namelijk vaak aan de oppervlakte, zie je roofblei jagen, etc.; dat zijn de plekken! Daarnaast hebben we nu lange nachten en dit resulteert vaak bij het ochtend- en avondgloren direct in een fanatiek bijtuurtje! Hier kun je je jerkbaits op afstemmen.

WATERTEMPERATUUR

Warm water: snelle en actieve vis. Koud water: langzamere en minder actieve vis. Dat is wat iedereen zegt, want vis is koudbloedig en zijn energie en actie beweegt met de temperatuur mee. Maar wat is warm en wat is koud? In deze tijd van het jaar, zeg maar vanaf november, kan het water al flink afgekoeld zijn naar 12 tot 15 graden. In december en januari is het water vaak al dik onder 10 graden. Vis zal dan flink minder actief zijn. Maar eten ze dan ook minder? Het antwoord daarop lijkt nee te zijn. Vis eet door, ook om zich voor te bereiden voor de paai (snoek al in januari soms) en om reserves op te bouwen voor de winter. Je kunt ze dus nog prima vangen, maar je zal wel met de aaspresentatie en type jerkbait rekening moeten houden.

Ook vlak voor de paai zijn ze nog prima te vangen.

BODEMSTRUCTUUR

Op groot water zoek ik naar plekken met een verandering in bodemstructuur. Van diep naar ondiep lopende taluds, onderwaterbergjes/plateaus, inhammen in taluds, haveningangen met een vaargeul, strekdammen of kribben; noem maar op. Alles met een afwijking ten opzichte van het grotere geheel er direct omheen kan goed zijn, zeker als je daar ook prooivis vindt. Hier gebruik ik intensief de kaarten van Navionics voor. Zowel in de boot als met de Navionics Boating-app online op mijn telefoon. De laatste gebruik ik vaak in de voorbereiding om stekken te vinden. En zeker met de nieuwe features van SonarChart™ Shading en Relief Shading is het zoeken van hotspots een stuk makkelijker geworden. Kijk maar naar het plaatje dat ik gemaakt heb; hoe donkerder des te dieper en door in te zoomen haal je in dit voorbeeld van het Hollandsch Diep snel de hotspot rond een strekdam ‘boven water’! Ter plekke op het water zet ik dan ook mijn SonarCharts Live aan en optimaliseer ik mijn dieptekaart verder.

Voorbereiding met de Navionics Boating-app

WATERPLANTEN

Met het helderder worden van het water in Nederland is ook het aantal waterplanten enorm toegenomen. Soms heel vervelend, maar tegelijk ook een echte ‘hiding place’ voor roofvis. En als je er je voordeel mee weet te doen, een kans om grote vis te vangen! In deze tijd van het jaar is een groot deel van de planten alweer afgestorven. Maar niet alles! Als je goed kijkt waar nog resten staan, kan je de plekken vinden waar de vis nog schuilplaats zoekt en daar met je jerkbaitkeuze rekening mee houden.

PROOIVIS

Het type prooivis en de grootte daarvan vind ik een van de belangrijkere criteria voor mijn jerkbaitkeuze. Als je het menu van de roofvis kunt imiteren, dan is je kans simpelweg groter om een vis te haken. Aast de roofvis op voorn, baars, brasem, grondel, kleine roofblei of juist spiering? Als je het weet, heb je een code gebroken en kun je je jerkbait daarop kiezen! Wat daarnaast belangrijk is, is de richting waarin de school met aasvis zwemt. Dan kun je die volgen. Ik gebruik daar mijn Raymarine-apparatuur intensief voor. Sidescan om ze te vinden en te volgen en tracks om mijn positie ten opzichte van de school te volgen. Zie de foto: hierop zie je duidelijk welke rondjes ik allemaal gevaren heb om de school te volgen!

De scholen met prooivis volgen.

WATERDOORZICHT

Op helder water heeft de vis de neiging dieper te zitten. Of zich meer te verstoppen tussen planten bijvoorbeeld. Zelf hou ik aan dat als ik mijn jerkbait nog kan zien op een diepte van meer dan één meter, dit water als helder te betitelen en daarmee rekening te houden, zowel qua kleurstelling als qua keuze van de onderlijn (fluorocarbon bij helder water).

WINDRICHTING

Op de plek waar de wind aan land komt op groot water (aanlandige zijde) is het water erg in beroering. En ontstaat er vaak ook wat stroming. Dit brengt de voedselketen in beweging en kan dus een goede keuze zijn om voor te kiezen. Hou ook rekening met het weer van de dagen ervoor.

Op een groot water zit de (grote) vis vaak maar in een heel klein gedeelte van het water!

TIJD VAN DE DAG

Zoals eerder beschreven is in deze tijd van het jaar de vis vaak ’s ochtends gelijk actief en als het een heldere dag is, verschuift dit later op de dag wat meer naar de diepte om ’s avonds weer naar de ondiepere plekken te komen. Hier kun je natuurlijk in je jerkbaitkeuze rekening mee houden. Zelf aarzel ik er niet voor om overdag met dieplopende jerkbaits tot 8-9 meter diep door scholen prooivis heen te vissen. Zo heb ik een paar van mijn grootste vissen gevangen! Leon Prins heeft op mijn verzoek een PrinsBaits Seductor snelzinkend gemaakt; met een mooie glijdende actie op die grote diepte, zeer succesvol op snoek én snoekbaars! Baars is op mijn water een belangrijke prooivis voor snoek; de Backslapper XL in een heldere en meer natuurlijke baarsprint zijn dan ’s ochtends en ’s avonds mijn favorieten met als backup eentje met voornprint.

PrinsBaits Backslapper XL slow sinking die de aasvissen imiteren.

VANGSTINFO

Altijd handig om een paar vrienden te hebben met wie je vertrouwelijke informatie deelt. Het scheelt je gewoon veel tijd en het is ook heel leuk om ervaringen, kennis en nieuwe inzichten te delen. Tegelijk loop je wel het risico dat je elkaar gaat nadoen en niet meer zo snel aan nieuwe dingen begint. Ik heb daarom als regel voor mijzelf; iedere visdag op minimaal één nieuwe stek een uurtje vissen. Zo hou ik mezelf scherp en ontdek ik ook weer nieuwe mogelijkheden!

WELKE JERKBAIT(S)?

Ik vind de eerder besproken informatie erg belangrijk, omdat op een groot water de vis vaak maar in een heel klein gedeelte van het water zit! En met deze informatie kun je heel scherp bepalen welke jerkbait je kiest, qua kleur, actie, grootte, etc. Als ik de selectiecriteria voor een jerkbait in volgorde zou zetten, zou ik als volgt een jerkbait uit de box halen: 1. Kies een print die de aassoort van roofvis imiteert, 2. Bepaal de helderheid van het water (helder = meer natuurprint & fluorocarbon onderlijn, troebel = felle kleuren), 3. Bepaal of je diep (meer dan 3 meter) of ondiep gaat vissen, 4. Stel de zinksnelheid van je jerkbait vast zodat je het afzinken en dus de diepte waarop je vist kunt tellen, 5. Bepaal de snelheid en actie (koud jaargetijde rustig, meer gliden of rustige hybride). Ik heb dat in een tabel samengevat zodat het wat duidelijker wordt.

Variabele | Effect | Jerkbaitkeuze

  • Tijd van het jaar | Licht heeft impact op diepte, aastijden en waterplanten. | Keuze zinkend of suspending om waterdiepte te matchen.
  • Watertemperatuur | Actie van de vis verschilt. | Zomer: meer hybride / winter: vaker gliders.
  • Plekken met bodemstructuur | Uitzoeken wat werkt, diep naar ondiep vissen of andersom. Structuur van de bodem volgen in afzinken of stijgen. | Goed de zinksnelheid van je jerkbait kennen.
  • Waterplanten | Om de plantenbedden heen vissen. Of eroverheen. | Actie en zinksnelheid jerkbait goed kennen en presentatie daarop afstemmen.
  • Prooivis  | Weten wat het type prooivis is. Op welke diepte en in welke richting de school aasvis zwemt. | Print afstemmen op type prooivis. Diepte afstemmen op diepte waarop de school aasvis zwemt.
  • Waterdoorzicht | Zichtbaarheid jerkbait varieert.| Meer natuurkleur in helder water en meer contrast in troebel water is het startpunt. Variëren bij uitblijven aanbeten.
  • Windrichting | Stroming en activiteit op de aanlandige oever. | Afstemmen op bovenstaande punten.
  • Tijd van de dag | Ochtend en avond vaak beter en ondieper. Overdag dieper vissen. | Overdag dieplopend. Ochtend meer suspending of slow sink.
  • Vangstinfo van andere vissers | Sneller kennis maar soms ook teveel imitatie. | Afstemmen op opgedane info.

Ik ben erg overtuigd dat hoe beter je je verdiept in de specifieke omstandigheden waarin je groot water vist, des te meer nemen je vangstkansen toe. Ikzelf heb dit de laatste paar jaar ook gemerkt. Sinds ik Leon heb leren kennen, ben ik ook weer veel meer uitgedaagd en verscherpt; een aantal van de vissen die ik heb gevangen en die in dit artikel staan, kwamen van plekken af waar ik nog niet was geweest en op een manier waarop ik nog niet eerder gevist had. Nooit te oud om te leren! De vraag is nu, geldt dit allemaal ook voor de grote rivieren?

Megasterke snoekbaarzen op de rivier!

GROTE RIVIEREN

Mijn lievelingsrivier is toch wel de Gelderse IJssel en wat een geweldige momenten heb ik daar mogen beleven; niet alleen op roofvis, maar eigenlijk op elke vissoort die daar zwemt! Ook op een rivier zal je een aantal keuzes moeten maken die je gaan helpen om je vangsten te vergroten. Ik heb daarvoor Volkmar Strikkers mogen interviewen. Hij geeft een aantal heldere aanbevelingen en zelf voeg ik daar nog een aantal suggesties aan toe. Daarnaast moet ik wel zeggen dat juist op de rivier ook andere kunstaassoorten het heel goed kunnen doen. Dus naast jerkbaits zou ik hier ook altijd ander kunstaas proberen zoals shads, spinnerbaits, swimbaits en streamers. Hoe breder je ervaring, des te meer je gaat vangen, zeker op de rivier! En de vissen die daar zwemmen kunnen echt groot zijn. En altijd loeisterk door hun leven in altijd stromend water, spektakel gegarandeerd!

INTERVIEW MET VOLKMAR

Welke plekken zijn over het algemeen beter dan anderen als het gaat om de kans op snoek of snoekbaars?

Hoewel de rovers ook in het snelstromende water staan, zoek je voor jerkbaits het beste plekken waar de stroming onderbroken wordt. Neem bijvoorbeeld kribvakken met langere kribben, ingangen naar plassen en havens, hier komen jerkbaits het beste tot hun recht.

Hoe pak je dit aan vanuit de boot? En vanaf de kant?

Vanuit de boot is het belangrijk dat je de boot laat driften met de snelheid van de stroming van de rivier. De boot stilleggen of afremmen zorgt voor een bocht in de lijn, welke de jerkbait naar het oppervlak zal trekken. Bovendien zal de actie grotendeels verloren gaan. Ik drift graag kort langs de kant en maak liever veel korte, dan enkele lange worpen. Dit geeft de beste controle over de jerkbait. Vanaf de kant is het misschien wel iets gemakkelijker. Belangrijk is om niet direct over de veelal aanwezige stenen naar de waterkant te lopen, hiermee verstoor je een eventuele rover in het ondiepe. Maak altijd eerst vanuit de hoek van een kribvak een worp langs de krib, voordat je de krib oploopt.

Liever een paar korte worpen dan een lange waarbij ik niet de volledige controle heb over mijn jerkbait.

Wat zijn volgens jou de beste perioden om kans te maken op de rivier met jerkbaits?

Juni en maart zijn verreweg de beste periodes om met jerkbaits te vissen. In juni boven en rondom de planten, in maart wanneer de snoeken richting de paaigronden trekken. Een jerkbait wint dan van vrijwel alle andere aastypen, zeker bij de grote dames!

In hoeverre spelen weersomstandigheden een rol in de keuze van je jerkbait?

Wind kan een spelbreker zijn. Bij harde wind én stroming is het moeilijk om je boot goed te controleren. Eigenlijk blijven dan alleen flankende jerkbaits over zoals de zinkende Fatso. Jerkbaits met een link-rechts actie in welke vorm dan ook, vragen rustige weersomstandigheden om ze goed te kunnen vissen.

Zijn er specifieke jaargetijden waarin bepaalde technieken, kleuren of typen jerkbaits bovengemiddeld goed scoren?

Kleuren geloof ik niet zo in. Misschien is zwart, hoewel feitelijk geen kleur, wel de beste onder alle omstandigheden. Voor de visser is het echter prettig om een jerkbait goed te kunnen zien in het water, zodoende zijn felle kleuren prettig. Qua actie merk ik dat in juni gliders, al dan niet met een wiebel, erg goed werken, daar waar in maart hybrides er met kop en schouder bovenuit steken. Liefst zinkende varianten, met een onvoorspelbare actie. Klein rammeltje kan soms ook de geniepige oude dames over de streep trekken in die periode.

De setup van Volkmar.

Welke do’s en don’ts zou je de lezer mee willen geven?

Voor de kantvisser heb ik de belangrijkste don’t al gegeven. Kijk uit dat je de vissen die kort in de kant staan niet verjaagt voordat je begint te vissen. De belangrijkste do’s met name voor de bootvisser, maar zeker ook voor de kantvisser: vis goede stekken meermaals af met verschillende aasjes. Ook als je al vis hebt gepakt in een bepaald kribvak, want reken maar dat er dan meer rondhangen!

Welke vangst met een jerkbait is je het meest bijgebleven?

Tsja, dan gaan we terug naar eind februari 2012. Op jacht naar de aller zwaarste snoeken vis ik met een eigenbouw jerkbait een paaistek aan de rivier uit. De hele dag nog geen vis gezien, maar aan het eind van de middag, wanneer ik een stek voor de derde keer aandoe, gaat plots het knopje om en komen er vijf, ja vijf megasnoeken tegelijk achter mijn jerkbait aanzwemmen, helemaal tot de boot. Ik val zowat achterover van hetgeen ik zie, maar moet met lede ogen toezien hoe de lokale bingoclub rechtsomkeert maakt en terug zwemt naar het talud. Ik vaar snel terug voor een nieuwe drift, maak een lange worp over de stek en na één haaltje zie ik de waterkolom oplichten. Een absurde snoek heeft mijn jerkbait te grazen genomen. Een bizar gevecht volgt en leidt tot mijn zwaarste snoek ooit: 21 kilo! De visserij in deze periode is er één van lange adem, met vaak slechts een enkele kans per dag. Maar zo’n vis maakt je hele jaar in één klap goed!

Zo’n vis maakt je hele jaar in één klap goed!

Als het gaat om het vissen met jerkbaits zou je dus kunnen stellen dat vissen in de hoofdstroming van de rivier niet direct tot succes leidt. En dat je moet gaan zoeken naar die plekken waar de roofvis positie kiest om aan te kunnen vallen en waar je je jerkbait goed kun presenteren. Volkmar heeft hier een aantal goede tips gegeven. Zelf kies ik graag voor hybride jerkbaits of gliders, slow sinking en met een onderscheidende kleur, omdat rivierwater meestal troebel is door de stroming. Is de stroming eraf (zomer) dan kies ik ook natuurkleuren. Ook gebruiken Volkmar en ik hier onze Raymarine apparatuur om snel kribvakken te kunnen scannen op de aanwezigheid van vis en eventueel grote rovers!

Raymarine sidescan inzetten om kribvakken te scannen.

KENNIS DELEN

Ik hoop dat jullie met de informatie die ik heb gegeven ook zo gefascineerd zijn geraakt door jerkbaits en het vissen daarmee. Of als je dit al deed, je wellicht een paar ideeën hebt opgepikt waar je wat mee kunt. Dank ook aan Leon Prins en Volkmar Strikkers voor hun input en alle anderen waar ik van heb mogen leren en kennis mee heb mogen delen!

Kennis delen…

LEES OOK: |> DEEL 1 | DEEL 2

 

Interview met Jeremy Staverman

0

OVER ROOFVISSEN & WEDSTRIJDEN
 Binnen het roofvissen – en dan met name het wedstrijdvissen – is Jeremy Staverman geen onbekende. Hij heeft een palmares om u tegen te zeggen, met meerdere overwinningen van grote, meerdaagse toernooien. Wat drijft deze visser? En wat zijn de lessen na zoveel jaren wedstrijdvissen?
Wat is jouw favoriete type visserij en favoriete water(type), en waarom?
Dat is snoekvissen op groot water. De aanbeten kunnen zo hard zijn en de dril bij grote vissen is fenomenaal....


Dit is een premium artikel.

Het hele artikel kun je lezen in Beet Magazine, voor slechts € 62,50 per jaar 9x thuis op de mat. Beet Magazine is als los exemplaar te koop voor € 7,95 in de betere hengelsportspeciaalzaak en de boekhandel.

ABONNEREN

9x Beet thuis op de mat!

 



Vlaamse kanaalvisserij

0

MET KRIS HUYBRECHTS
Ongeveer acht jaar geleden was de vaste hengelvisserij hetgeen waarvoor Kris Huybrechts naar het water trok. Echter, na een onderonsje met gepensioneerd Beet-redacteur Richard van den Broeck bloeide de passie voor het feedervissen op. Zijn fanatisme en talent hebben sindsdien al geresulteerd in drie WK-deelnames. Het afgelopen WK-feeder werd tot voorlopig de kroon op het teamwerk gezet; België mocht volledig terecht op het hoogste schavot plaatsnemen.
Een gouden plak dus, al ...


Dit is een premium artikel.

Het hele artikel kun je lezen in Beet Magazine, voor slechts € 62,50 per jaar 9x thuis op de mat. Beet Magazine is als los exemplaar te koop voor € 7,95 in de betere hengelsportspeciaalzaak en de boekhandel.

ABONNEREN

9x Beet thuis op de mat!

 



Driften op de Noord

0

Met Jurgen Spierings
Toen Jurgen Spierings de rivier ‘De Noord’ als decor van deze reportage voorstelde, werden we een beetje zenuwachtig. De riviervisserij kan namelijk grillig zijn en vangen is niet altijd vanzelfsprekend… Maar wat een succes werd het; een ware masterclass driften met de vaste hengel!
Tekst & foto’s: Mark Pijnappels
De Noord is een getijderivier gelegen tussen Dordrecht en Kinderdijk. Dit gebied is een wirwar van grote rivieren. Kijk je op de kaart, dan zul je zien dat dez...


Dit is een premium artikel.

Het hele artikel kun je lezen in Beet Magazine, voor slechts € 62,50 per jaar 9x thuis op de mat. Beet Magazine is als los exemplaar te koop voor € 7,95 in de betere hengelsportspeciaalzaak en de boekhandel.

ABONNEREN

9x Beet thuis op de mat!

 



Feedervissen: Voorvoeren loont

0

Najaarsessie op groot en diep water
Nu de dagen korter worden en de temperaturen langzaam wat omlaaggaan, zullen niet veel mensen denken dat er nog grote vangsten te boeken zijn. Niets blijkt minder waar, want juist in deze periode kun je met een klein beetje voorbereiding en planning een dag beleven om nooit te vergeten. Het plan is om op een groot water met wat diepte middels een voorvoercampagne de vis gedurende de donkere uren te groeperen om ze vervolgens de volgende dag hopelijk te kunnen ...


Dit is een premium artikel.

Het hele artikel kun je lezen in Beet Magazine, voor slechts € 62,50 per jaar 9x thuis op de mat. Beet Magazine is als los exemplaar te koop voor € 7,95 in de betere hengelsportspeciaalzaak en de boekhandel.

ABONNEREN

9x Beet thuis op de mat!

 



Dropshotten op bot bij nacht & ontij

0

Er staat harde wind en de hele nacht wordt ook al regen verwacht. Niet lekker misschien, maar tegen dat kunnen we ons kleden. Er is wel één pluspunt: het blijft 10 graden boven 0 en dat is ongeveer 8 graden meer dan de vorige avonden. We zetten dus koers vanuit het midden des lands naar IJmuiden om met een lichte dropshot-uitrusting te proberen wat botten en andere zeevisjes te tackelen…

Tekst & foto’s Berend Masselink

Vismaat Nico en ik kunnen na de Leidsche Rijn tunnel op de A2 het gaspedaal wat dieper indrukken. Het is immers 19 uur geweest en zolang we de kilometerteller bij 130 km in de gaten houden, blijven we hopelijk eens een weekje gevrijwaard van de paarse CJIB-brievenbende uit Leeuwarden. De demissionaire heren Rutte en De Jonge hebben ons een week daarvoor gemeld dat de gewone winkels om 17 uur moeten sluiten en de essentiële winkels later. En dat blijkt. Hengelsportwinkels die tevens huisdierenvoer verkopen, behoren blijkbaar tot de laatste categorie, maar het kan helaas niet voorkomen dat we de sluitingstijd missen en dus niet over zagers kunnen beschikken, want de twee winkels die we belden in IJmuiden zouden om 18 uur echt de deur in het slot gooien.

Wat doet u hier in de regen??

Dauwpieren

Wat we wel hebben is een doos met heerlijke dauwpieren die ik rond 17 uur nog kon buitmaken in Ede, niet ver van de A12, bij de imposante hengelsport- en dierenwinkel van Zoo & Zo. Dauwpieren aan de dropshot, die moeten het dan maar gaan doen. Daarnaast hebben we de kleine kunstaasjes bij ons, en precies hetzelfde materiaal als waar we mee op baars en snoekbaars vissen In Lek en Amsterdam-Rijnkanaal. Een (dropshot) hengeltje met 4-14 gram werpvermogen en een licht spinhengeltje en jigkopjes met kleine shadjes van Spro, Westin, de Spikeys en wat onbestemde creaturebaits.

Noordzeekanaal

Rond de sluizen van IJmuiden wordt nog altijd druk gewerkt aan de afronding van de nieuwe grootste zeesluizen ter wereld. Je moet er momenteel de weg een beetje weten om een vissige waterkant te bereiken, maar we gokken erop dat er wel ergens een visje te vangen moet zijn op diverse stekken aan de zeezijde en de Noordzeekanaalzijde. Eerst maar eens een kade proberen aan de NZK kant. Hier vingen we al eens tong in de zomer, dus wie weet. De lange dauwpieren knijp ik doormidden en rijg ze tweemaal door de Worm nummer 2 dropshothaak. De bodem voelt op een of andere manier niet echt aantrekkelijk. Pas enkele meters uit de kant wordt het wat rommeliger met hier en daar een steen. Tussendoor was daar echter een ander soort tik. Vis? Even wat langzamer slepen en stil laten liggen. Ja hoor, er trekt iets aan de worm en even later heb ik mijn eerste visje binnen: een zwartbekgrondel! Nou ja: zijn we hiervoor naar IJmuiden gereden? Die hebben we thuis ook in de sloot achter ons huis…

Op deze stek moeten we niet lang blijven pielen, dat is wel duidelijk. Vijftig meter verderop ligt een boot afgemeerd tussen het lamplicht. We besluiten hier nog 10 minuten te gooien in de hoop dat er nog wat beestjes op het licht zijn afgekomen met wat rovers in hun kielzog. Het water is superhelder en dankzij de straatlantaarns kunnen we wel 2 meter diep kijken. Misschien té helder?

Deze kade is net even te hoog voor ons 320 cm lange schepnet… 

We starten de auto en parkeren naast de DSDF ferry. Er ligt een flink zeeschip afgemeerd. We staan nu aan de zeekant van de sluizen en volgens onze theorie zouden we meer diversiteit aan soorten kunnen aantreffen. Ik dropshot voort met een halve dauwpier, die nu ongeveer een halve meter boven het dropshotloodje hangt om wat meer kans te maken op een zeebaarsje of wijting. Nico heeft het lichte spinhengeltje in de aanslag met een zelfgemaakt loodvrij (AUHV) jigkopje en zijn kleine shadje met staartschoep. We staan op de kade op zo’n 10 meter boven het water, dat hier ongeveer 5 meter diep is. Nog geen vijf minuten duurt het of hij krijgt een mooie tik. De vis stribbelt flink tegen en er hangt ook duidelijk wat meer gewicht aan dan bij een zwartbekgrondel. Het omhoog tillen met het lichte hengeltje is ook een dingetje: met horten en stoten komt er een zeebaars in het oranje lamplicht die op het oog de 30 cm overschrijdt…fraai visje hoor!

Sommige zeebaarsjes weerden zich als grote jongens…

Niet lang daarna is het mijn beurt. Ergens in de diepte heeft iets mijn zoetwaterwurm ontdekt en trekt de soepele hengel in een bocht. Ook zeebaars! Een mini exemplaar van 20 cm zit mooi in het lipje gehaakt en laat zich bewonderen met zijn felle oogjes, prachtige vinnen en naaldscherpe stekeltjes. Er zit hier duidelijk wat meer vis; zowel aan shadjes (jigkop) en de dauwpier (dropshot) komen baarsjes op de kade kijken. Eén vis wijkt wat af van het stramien. Als ik mijn hoofdlamp erop richt, zie ik dat het een wijting is. Ook prima!

Wijting (links) is ook welkom.

Nico is waterdicht ingepakt, maar ik heb te lang gewacht met een regenjas over mijn fleece aan te doen. De auto staat gelukkig op 10 meter afstand en ik verruil mijn fleecejack voor een droog exemplaar. Gelukkig is de regen heel even gestopt. Het plan van de avond was eigenlijk om wat botten te vangen aan de dropshot  en daarvoor is nu de tijd gekomen. Er zijn aardig wat kades en wegen afgesloten op dit tijdstip vanwege werkzaamheden en we moeten het centrum van IJmuiden doorkruisen om weer bij het pontje van Velsen uit te komen. Bij deze flinke bries uit het zuidwesten staan we wat beter aan de luwe kant van het pontje dan aan de windkant. We zijn tot nu toe geen enkele andere visser tegengekomen en ook hier op het ponton en de graskades ernaast hebben we het rijk alleen.

Een flinke worp naar het midden met het 10-grams dropshotloodje resulteert in een langdurige glijvlucht tot aan de zachte bodem. Ik weet dat het hier zo’n 14 meter diep is. Bij het binnendraaien en afwisselend binnentikken komen er weinig signalen door. De bodem is zacht. Pas dichter bij de kant wordt de structuur wat harder. Ik gooi dus niet verder dan 15 meter en laat de dropshotmontage en de halve worm ook wat langer liggen dan gebruikelijk tussen het slepen en bewegen door. De hengel staat schuin omlaag en de lijn diagonaal. De top maakt vreemde ritmische bewegingen. Bij het strandvissen is dit vaak veroorzaakt door de golfslag, maar hier ontbreekt golfslag. Krab? Ik laat het aas nog heel even liggen en draai dan strak. Er hangt duidelijk iets aan en een paar meter onder de oppervlakte zeilt er een vis van links naar rechts tot hij in het licht van de hoofdlamp verschijnt: jawel, de eerste bot!

Heerlijke dauwpieren… 

In mijn sas met de vierde vissoort van de avond onthaak ik de vis. De Worm 39 haak nr 2 komt er eenvoudig uit met behulp van de onthaaktang. Toch lijkt het beter om de volgende keer een langsteliger dropshothaak te monteren omdat de botten nogal gretig hun bordjes leegeten. Nu het erop lijkt dat we niet ver hoeven in te werpen, gooien we ook wat verder opzij, ongeveer 8 meter evenwijdig aan de oever. Het loodje ligt nog geen 5 seconden of de top staat te dansen. Ik haal op en het tweede botje is een feit. Nu gaat het lekker. Het is duidelijk dat we vanavond geen keiharde aanbeten hoeven te verwachten, en ook de felle bewegingen van het aas kunnen we achterwege laten. Of het aan de 10 graden Celsius ligt; aan het donker, de wind of aan de tijd van het jaar is niet duidelijk, maar we moeten het aas langzaam slepen en 10 tot 15 seconden stil laten liggen. Dan voelen we iets op de top, maar zelden is het een felle tik, die wellicht beter past bij een zomerse bot, als de platte rovers wat actiever en hongeriger zijn, en ook wat vaker kunstaasjes pakken in plaats van nu vooral de wormen.

Een zeer vermakelijk spelletje…

Het lijkt er wel op dat de ze nu los zijn, want binnen een uur hebben we 7 botten, klein en groot door elkaar. De grotere geven flinke sport en het spelletje is zeer vermakelijk. En dit is nog maar één stek. We merken dat we door deze vorm van vissen de regen zijn vergeten, maar het weer is vanavond aan de natte kant en ook de klok staat al op ‘laat’. Volgende keer maar eens wat andere stekken afvissen om een beter beeld te krijgen van deze winterse platvisserij. Tot dan!

‘Bot vangen’ krijgt ineens een positieve betekenis! 

 

 

 

 

 

De grote ‘rode baarzen’ van het IJsselmeer

0

Het IJsselmeer stond vroege bekend om zijn enorme bestand aan ‘rode baarzen’. Een naam die refereert aan de vaak prachtig rood gekleurde vinnen. Dagen van 40 tot 100 stuk waren niet ongebruikelijk, totdat de visstand instortte door overbevissing en vervuiling. Maar inmiddels is dat ten goede veranderd en zwemmen er meer en steeds grotere wordende baarzen. We gingen een dag op stap met Yaïr Nauta, prostaffer van Predox en een echte baarsspecialist.

 Geen straf om met zo’n boot op pad te gaan…

Tekst: Arnout Terlouw, foto’s: Arnout Terlouw & Yaïr Nauta

Voor vandaag ziet het er goed uit met een windje NW 2 Bft. Dat zal geen nat pak worden… of toch? Terwijl ik met mijn camera in de hand over een plank loop naar de steiger, breekt die pardoes door midden. Gelukkig beland ik rechtstandig in kniediep water en blijft de camera droog. Yaïr kan na de eerste schrik zijn lachen nauwelijks inhouden. “Een paar dagen geleden liep er nog een Duitser overheen van 100 kg+, zonder problemen…” hoor ik hem zeggen.

De Willy Wonkers hangen klaar voor het echte werk… 

MOOI BEGIN

We varen eerst naar een stek toe bij de ingang van een haven, waar Yaïr een paar dagen terug nog een aantal dikke baarzen wist te strikken. Turend op zijn schermen wordt de bodem voor en naast de boot secuur gescand op vis. Het lijkt erop dat de vis verder naar binnen is gezwommen en daar zien we al snel meer aasvis en vangen een serie mooi baarzen. De eerste paar op kleine Willy Wonkers shadjes, maar een Keitech kreeftimitatie gevist met een C-rig doet het duidelijk beter. Mooie baarzen tot begin 40 cm, maar Yaïr is op zoek naar meer, naar groter… en dus verkassen we al snel weer naar buiten, naar een onderwaterrichel op het wijd tegen een ondiepte aan. Mooi moment om Yaïr tussendoor wat vragen voor te leggen.

Direct mooie baarzen…

Hoe belangrijk is die apparatuur, met name als het gaat om vinden van vis… Vis je nog wel eens op een stek waar je niets ziet?

Zonder zou ik niet meer gaan vissen! Nee, gekkigheid natuurlijk. Ook zonder apparatuur zou ik nog heus nog mijn vissen kunnen vangen, maar absoluut fors minder! Ik kan mijn vis tijd die toch al vrij schaars is ongekend efficiënt indelen. In een aantal minuten heb ik een stek compleet uitgescand en weet ik of het de moeite waard is om te blijven of om te vertrekken. Vissen op stekken die volgens mijn apparatuur visloos zijn is voor mij totaal zinloos geworden.

OPPORTUNISCHE ROVERS

Bij de kop van een strekdammetje krijg ik bij de tweede worp al een aanbeet, maar verder eerst niets tegen de stenen aan. Dat verandert op een wat dieper stuk meer in het midden. Op de shad lastig, maar met de C-rig met een kreeftje vangen we een paar mooie vissen, waaronder een vis van 46 en 48 cm voor Yaïr. Dikke, hoge vissen, zeker voor de tijd van het jaar. Ze komen hier niets tekort; spiering, bliek, alvers, grondels en ook zelfs platvisjes, zo vertelt Yaïr. Opportunistische rovers die baarzen. Als het moet leven ze van hun eigen broed…

Tot zover een deel van het artikel over IJsselmeerbaarzen dat je kunt lezen in de Beet Magazine (met special Boten & Motoren!) die nu in de winkels ligt. Met een abonnement kun je gewoon thuis blijven tot hij in de bus ligt. Klik hier voor een abonnement. 

 

Brabo’s in the bush

0

Wildebrassen op de rivier
Iedereen kent ze wel. De wateren waar je tig keer over- of langsheen gereden bent. Bepaalde wateren ‘trekken’ je. Ook al weet je niks van het bestand of andere zaken. Menigmaal denk je bij jezelf: ‘Hier moet ik ooit de lijnen nog eens nat maken.’ Soms is het zover, eindelijk komt het er eens van. De lijnen worden natgemaakt in het bewuste water, in dit geval een Franse rivier.
Tekst & foto’s: Sjoerd Buijks
De planning was om in de zomer minimaal acht nachten op deze...


Dit is een premium artikel.

Het hele artikel kun je lezen in Beet Magazine, voor slechts € 62,50 per jaar 9x thuis op de mat. Beet Magazine is als los exemplaar te koop voor € 7,95 in de betere hengelsportspeciaalzaak en de boekhandel.

ABONNEREN

9x Beet thuis op de mat!

 



Imitatieaas: spaghetti, nepmaden en Rubiver

0

Gisteren berichtten we over de kracht van de Rubiver Dur; het lijmachtige rode goedje dat je in de bekende tubes kunt kopen en zo makkelijk in de viskoffer of zelfs de binnenzak past wanneer je even op voorntjes gaat vissen, of even geen ander aas voorhanden hebt. Ook Jan van Schendel kent de Rubiver en schaart hem onder de waardevolle ‘kunstaasjes’ voor de witvis in zijn Tips & Tricks…

 

Imitatieaas

JvS: “Ik gebruik al mijn hele visleven lang kunstaas en imitatieaas. Waarom? Heel simpel, omdat dit soms heel doeltreffend kan zijn! Tegenwoordig is er heel veel op de markt op dat gebied, van nepmaden tot ‘spaghetti’. Ik begon met wedstrijdvissen in een tijd dat het bij de meeste wedstrijden die ik viste niet ging om het hoogste vangstgewicht, maar om het hoogste aantal gevangen vissen of de grootste lengte ervan. Ik had in die tijd niet graag de bekende tubetjes Rubiver (jawel in verschillende kleuren) willen missen. Het meest gebruikte aas destijds? Deeg. Deeg is natuurlijk geen kunstaas, maar een natuurlijk aas is het ook niet echt. Geloof het of niet maar in mijn eerste jaren als wedstrijdvisser heb ik amper een made of pinkie op de haak geprikt en een muggenlarve of caster al helemaal niet. Rubiver dus wel en wat heb ik daar toen veel vis mee gevangen!”

Meer lezen? Klik hier om het artikel te lezen wat Jan hier eerder over schreef.

LLV november vlog: gejaagd door de vis…

0

De winter is voor aardig wat sportvissers een tijd om minder vaak er op uit te trekken, maar er zijn toch verschillende takken van hengelsport of specifieke vissoorten die juist in de winter de meeste vissers op de been brengen. In zijn maandelijkse ‘LLV’ vlog belicht zeevisser Luc Mom de mooie tijd die er aanbreekt voor de piervissers die er weer schar, wijting en ook gul zien opduiken.

 Gejaagd door de vis

Opstaan voor dag en dauw (als het juiste tij maar benut wordt), dik gekleed tegen de wind, regen en lage temperaturen. ‘Gejaagd door de vis’; dat is zeker van toepassing op de strand-, boot- en piervissers die open en bloot in de elementen achter de genoemde zeevissen aangaan. De Noordpier en Zuidpier in Wijk aan Zee en IJmuiden vormen de decors van dergelijke fanatieke mannen en vrouwen die, net als op andere pieren in bijvoorbeeld Scheveningen en Hoek van Holland, zichzelf een vers maaltje zeebanket willen verschaffen. Ben je zelf nog niet zover? Wandel dan eens over genoemde pieren en kijk de kunst af, of vraag gewoon aan de piervissers hoe zij het doen.

Twee scharren en één wijting… 

Soms kun je het geluk een handje helpen met de juiste stek, het juiste tij, tijdstip, aas en montage… 

Breeklijntje

Luc Mom en zijn vrouw Yvonne zijn vaak te vinden aan het Noordzeekanaal, de stranden of de Noordpier. Luc weet dat de kans op gul aanwezig is en zorgt ervoor dat er met een breeklijntje gevist wordt zodat het (beton)gewicht achterblijft wanneer de montage vastzit tussen de blokken, maar de vis behouden blijft. Er wordt dus dichtbij achter de blokken gevist voor de gul, maar ben je uit op schar of wijting, dan kun je het beste wat verder gooien.

Klik hieronder om de LLV vlog te bekijken.

Groot aas op de haak voor de grote zeevissen

0

In de natuur geldt dat grotere roofdieren in de regel ook groot aas tot zich nemen. Ook voor vissen en roofvissen kun je dat in grote lijnen zeggen. Maar natuurlijk zijn er genoeg uitzonderingen. Wanneer er geen groot aas is, zal een roofvis immers ook moeten eten en vele kleintjes vullen ook de maag! In dit artikel spelen we in op de trend van het vissen op haaitjes, roggen en conger, waarbij het gebruikte aas vaak wat groter is dan bij het vissen op andere soorten. Hoe bieden we dat aas aan; welk aas gebruik je voor welke soorten en hoe bevestigen we dat aan de haak? 

Guntars weet als geen ander wat je in Engeland  aan de grote vissen moet voorhouden…

Door Guntars Zukovskis

Als we Guntars Zukovskis spreken, zitten we nog midden in de coronacrisis en hoewel we in Nederland gelukkig wat bewegingsvrijheid hebben, is de situatie in het land van Boris Johnson de sportvisser beduidend minder goed gezind. Je mag er 5 mijl rond je huis op uit trekken, maar daar blijft het ook bij. Guntars is een fanatieke zeevisser en kan vanwege die 5 mijl zijn geliefde visrijke Bristol Channel niet bereiken. Hij doodt de tijd met het vissen op snoek, kopvoorn en baars in de buurt. Gelukkig heeft hij daardoor tijd om voor Zeehengelsport eens wat op een rij te zetten over de aassoorten en de manier van aanbieden op de grotere zeevissen. Want daar heeft de geboren Let verstand van. Op zijn social media komen de mooiste gladde haaien, roggen, congers en zeebaarzen voorbij. In de rubriek Masterclass van Zeehengelsport 373 trok hij de aandacht al eens met zijn officieuze zeebaarsrecord in Engeland: een vis van liefst  21 lb 2 oz (iets over de 10 kg) die hij ving in februari 2020.

Gekocht bij de Nederlandse visboer: een doosje ingevroren ‘squid’…

Flinke brok aas

Om die grotere vissen een flinke geurende brok aas voor te houden, neemt hij een koelbox mee met de nodige aassoorten. Dat aanbod ziet er wat anders uit dan de doorsnee aassoorten zagers en zeepieren van zeevissers uit de Lage Landen, maar dat is gelukkig bij ons wat aan het veranderen omdat je ook steeds vaker squid (inktvis) of mesheft op de haken aantreft voor soorten als gul en zeebaars.

Makreel voor de kongeraal

Congers zijn de grootste vissen die ik hier aan de haak kan krijgen. Je vindt ze hier op rotsachtige bodems en onder pieren, waar ze kunnen schuilen. Voor deze vis gebruik ik dikke Varivas mono-onderlijnen van 150 lb of staaldraad omdat ze scherpe tanden hebben.

Daarom ook moet je bij de grotere en gladde congers altijd oppassen met onthaken. Hoewel: ik had een keer een minder grote (11 lb) conger geland die dwars door mijn rubberlaarzen beet, dus wees alert! Ik gebruik nu voortaan grippers om ze te onthaken. Als aas gebruik ik makreel, vers of ontdooid (zelfs oud en opnieuw ingevroren en ontdooid) maakt niet veel uit. Wij mogen ook met levend aas vissen, en dan werkt een kleine wijting prima. Gebruik 7/0 haken (ik pak hiervoor de Varivas haken) voor grotere congers, maar de kleinere exemplaren vang je er ook mee. Zitten er bij jullie metergrote exemplaren (strap congers) dan kun je ook 3/0 of 4/0 haken gebruiken. De kleintjes zitten bij ons al op 10 meter uit de kant, maar de grotere vind je verderop.

 

De ‘B8M8′ is een handige tool die je in Engeland tegenkomt om grote aassoorten samen te binden op één aanbieding…

Squid + krab met de B8M8

Via de Engelse verdeler van ‘B8M8’ (BaitMate) stuurden we Guntars een sample om deze handige baiting tools eens uit te proberen. De B8M8 ziet eruit als een ouderwetse gebogen tentharing. Ze zijn van rvs en gemaakt in de UK. Je kunt er eenvoudig je aas of gecombineerd aas opschuiven en dit met behulp van (medium of heavy) bindelastiek fixeren en op de haak bevestigen. Een leuk en handig alternatief voor aassoorten die niet zo makkelijk op de aasnaald blijven zitten. Veel Engelse zeevissers zijn er enthousiast over. Tip: draai de onderste en bovenste haak van de pennel rig in tegenovergestelde richting, dit bevordert een goede inhaking.

Tot zover een deel uit het artikel dat je kunt lezen in Zeehengelsport magazine 379 die nu in de winkels ligt. Zorg dat je hem gelezen hebt, voordat er rond 25 november een nieuwe nummer 380 richting de winkels gaat. Met een abonnement zit je natuurlijk altijd eerste rang: klik hier.

Tips en tricks Twan & Mandy: vertrouwen in je onderlijn

0

Browning is een naam die staat in de hengelsportwereld en dan met name in de witvisserij. Er zullen weinig vissers zijn die dit merk niet kennen. Mandy en Twan Swart zijn een heuse vis-tweeling en dat zie je niet zo vaak in onze sport. Zowel Mandy als Twan zijn allebei sinds een aantal jaren verbonden aan het hengelsportmerk Browning en zijn belangrijke adviseurs en ambassadeurs voor het merk. Allebei fantastische wedstrijdvissers die ondanks hun nog jonge leeftijd al heel wat ervaring hebben opgedaan zelfs tot op het hoogste niveau bij jeugdwereldkampioenschappen. Mandy is ook al enkele jaren lid van het Nationale Damesteam. Bij de rubriek Tips & tricks lees je geregeld hun tips die je kunnen helpen bij jouw eigen visserij.

 Vertrouwen in je lijn

Als visser en al helemaal als wedstrijdvisser moet er natuurlijk volledig vertrouwen zijn in het gebruikte materiaal. Iedere vis aan de haak kan het verschil maken tussen winst of verlies en welke twijfel dan ook aan het materiaal wat je gebruikt is dan ook totaal geen optie. Natuurlijk kan het altijd een keer gebeuren dat je een gehaakte vis verspeelt maar dat mag nooit liggen aan het gebruikte materiaal. Zo simpel is het eigenlijk.

Vertrouwen in je materiaal…

Allebei gebruiken we al heel lang het Cenex Classic Mono voor al onze vastestok vislijnen. De reden is simpel. Het is een soepel nylon met een voor zijn diameter hele grote trekkracht en het is bovendien verkrijgbaar in iedere diameter die we nodig kunnen hebben voor welke type visserij dan ook. Juist dat soepele is zo belangrijk voor een perfecte aaspresentatie. Vissen zijn vaak heel slim en laten zich zeker niet eenvoudig zomaar vangen. Het aas op de haak moet zich dus zo natuurlijk mogelijk gedragen tussen al het aangevoerde lokaas en aas. Lukt je dat niet dan zullen de in de buurt rondzwemmende vissen je haakaas gewoon negeren.

Cenex Classic Mono wordt geleverd in 06/00, 07/00 mm en 08/00 mm op 50 meter spoeltjes en in 10/00, 12/00, 14/00 en 16/00 mm op 100 meter spoeltjes. De dunste maten worden vooral gebruikt als onderlijnmateriaal.

Mandy vist net als Twan al wat jaartje op internationaal niveau…

 

Mandy: gebruik onderlijnen

Ik gebruik altijd onderlijnen. Ik snap de vissers die het hebben over twee lusjes en enkele knoopjes vrij dicht bij de haak en het nadeel daarvan. Het voordeel van het ‘georganiseerd’ vissen met allerlei extra mogelijkheden al naar gelang de vissituatie en dat op exact dezelfde manier vind ik echter veel groter en belangrijker.

Enkele simpele voorbeelden uit de praktijk. Je verspeelt enkele vissen en twijfelt aan de scherpte van de haakpunt of tijdens het vissen blijkt de visserij veel slechter dan gedacht of juist veel beter dan verwacht. Allemaal zijn het mogelijke redenen om van haak te wisselen. Wanneer je onderlijnen gebruikt is zoiets binnen enkele seconden gedaan en vis je op exact dezelfde manier verder. En wat gebeurt er als je geen onderlijnen gebruikt?? Eerst een nieuwe haak op de vislijn knopen en opnieuw peilen. Tijdsverlies en veel gedoe voordat je weer op exact dezelfde manier verder kan vissen. Vaak is dat rampzalig tijdens een vissessie of wedstrijd. Voor mij dus altijd onderlijnen!

Licht, scherp en sterk, dat zijn de eigenschappen die je graag in een haak terugvindt… 

Ik gebruik altijd een onderlijn die op zijn minst 0,02 mm. dunner is dan de hoofdlijn. Als je dan een keer vast raakt aan de bodem of een grote vis zorgt voor lijnbreuk dan breekt altijd de onderlijn waardoor je binnen enkele seconden weer op exact dezelfde manier kunt verder vissen.

Fluorocarbon in helder water heeft zeker voordelen…

Normaal gesproken gebruik ik hetzelfde nylon voor zowel onderlijnen als de hoofdlijn. Het enige verschil is de dunnere diameter voor de onderlijn. Steeds vaker echter krijgen we te maken met kraakhelder water. Juist dan gebruik ik de Cenex Fluoro Carbon Hook Line. Het is namelijk onomstotelijk bewezen dat fluorocarbon voor de rondzwemmende vissen minder zichtbaar is in het water dan gewone nylon. Fluorocarbon is dan misschien ietsje minder sterk maar er zijn echt omstandigheden tegenwoordig dat je gewoon fluorocarbon wel moet gebruiken om aanbeten te krijgen. Een andere keer meer hierover!

Zebco Europe

Zebco Europe is een hengelsportgroothandel die is gevestigd in het Duitse plaatsje Tostedt. Van daaruit wordt zo ongeveer heel Europa voorzien met allerlei soorten hengelsportmateriaal die geschikt zijn voor elke manier van vissen. Quantum, Magic Trout, Black Cat, Radical, Rhino en Zebco, allemaal zijn het merknamen die via Zebco Europe in onze hengelsportwinkels terecht komen. Ook Browning is een merk dat via Zebco Europe wordt verdeeld. Klik hier voor meer info.

 

Tip & tricks: met de spinhengel en tubeflies op zeeforel

0

Wanneer je zelf geen vliegvisser bent, maar wel met een spinhengel en kunstvliegen, streamers of tubeflies wil vissen, is de bombarda een mooi hulpmiddel om de vliegen op afstand aan te bieden. Deze methode is in Denemarken heel normaal om zeeforel te vangen, maar je kunt er in onze Noordzee en op het zoete water ook aardig wat vissoorten mee vangen. In deze tutorial van kledingmerk Geoff Anderson wordt de opbouw van zo’n bombarda rig getoond.

 

Moeilijk is het niet met slechts enkele materialen op de rig…

Buisje

Henrik Qvirin Reiter is een liefhebber van het bombardavissen in Denemarken. Ook houdt hij van de slanke tubeflies die, gebonden rond een kunststof buisje, op de lijn worden geschoven. Met een soepele hengel van ongeveer 330 cm en een leader met de lengte van de hengel werkt dit het beste. De 25-grams bombarda gaat op de lijn en via een stoppertje en een warteltje komt de 27/00 fluorocarbon onderlijn eronder te hangen. De tubefly komt aan het einde.

Een effectieve methode voor zeeforel… 

Hook guide

Bekijk de video even goed hoe hij met behulp van een hook guide,  stoppertje en Rapala knoop het kleine dregje achter de vlieg monteert. Naast zeeforel kun je er natuurlijk ook prima geep en makreel mee vangen en in het zoete water ook roofblei.

Klik hieronder om de video te bekijken.

Een lesje bootvissen op zeebaars

0

Ton en Harry uit Zeeland wilden graag een keer bij IJmuiden op zeebaars vissen, niet vanaf de (meestal) drukke pieren, maar vanaf een bootje. Omdat Ton (de Jonge) zich als de initiator van Loodvrijvissen.nl bezighoudt met het loodvrij maken van de sportvisserij, kwam hij in contact met Zeehengelsport-auteur John Willems. En als bootbezitter en fervent zeebaarsvisser had John nog wel een plekje open in de agenda om zijn twee gasten het bootvissen op zeebaars mee te laten maken…

De target van de dag! 

John neemt wel vaker sportvissers mee aan boord, en die opstappers zijn soms ervaren, maar soms ook heel onervaren. Dat de veiligheid hoog in het vaandel staat, bleek wel toen onze afspraak na veel afzeggingen pas bij de achtste (!) afspraak doorging… Toen pas was er weinig wind en was het veilig om het water op te gaan.

John begon met uitleg geven wat je aan apparatuur en veiligheidsmateriaal op zijn Visling-boot vindt. Op de visvinder staan de kaarten van de Noordzee zodat je kan zien waar je vaart en – heel belangrijk voor ons – de belangrijke visstekken zodat je weet waar je het beste kunt vissen. Er was ook het nodige visgerei aan boord, en daar was ik erg blij mee, want ik had in 1972 voor het laatst op de Zuidpier gevist en vanuit de boot heb je toch vaak ander materiaal nodig. Op deze mooie dag had ik mijn zwager Harry meegevraagd voor het vissen.

Ik vertelde John hoe ik in Zeeland vanuit een kayak vis en dat we daar met natuurlijk aas vissen. Ook geprobeerd om daar met  Fiiish Black Minnows te vissen maar helaas niets mee gevangen. We hadden de juiste kleuren bij ons: de witte, de gele en de kaki kleuren, deze in verschillende gewichten, vooral 15 gram 25 gram. Ze zijn er overigens van 6 tot 37 gram: klik hier.

Fluorocarbon

Naast deze goedvangende kunstaasjes kun je ook wat lichte pilkers of wat makreellijntjes meenemen als de makreel er nog zit. Je weet maar nooit. Heb je een hengel van ongeveer 2,5 meter met een top actie met een kleine molen neem die dan ook mee. Ik vis met een hengel van 30-100 gram en een molen met gevlochten lijn van 10/00, met een trekkracht van om en nabij de 9 kg. Vergeet de voorslag niet, deze is van fluorocarbon van ongeveer een meter met 45/00 diameter.

Het werd me al snel duidelijk dat voor het kunstaasvissen andere wetten en regels gelden dan voor de manier waarop ik gewoonlijk vis, met natuurlijk aas. Er moest een voorslag van fluorocarbon geknoopt worden, anders zou de zeebaars de gevlochten lijn zien. Het gebruik van wartels werd ook afgeraden, de Black Minnow moet direct aan de voorslag geknoopt worden. Bij het verlaten van de jachthaven kreeg Harry zijn eerste les hoe hij met het kunstaas moest vissen, hiertoe voer John naar een steenstort net buiten de haven. In de tijd dat John Harry instrueerde kon ik mijn hengel in orde maken om te gaan vissen. Na wat proefworpen gingen we op weg naar de kop van de Zuidpier om daar ons geluk te proberen. Als eerste gebruikten we de kopjes van de Black Minnow, en op een later tijdstip zouden we overschakelen op kopjes die gemaakt waren van loodvrij materiaal.

Van 6 tot 37 gram en hopelijk ook wat vaker loodvrij…

Naar het wrak

Aangekomen bij het havenhoofd van de Zuidpier werd snel duidelijk dat er vissers waren; we telden daar al snel een twintigtal. Ook zagen we heel veel meeuwen duiken in de vaargeul, en aangezien er geen schepen in aantocht waren konden we daar ons geluk even beproeven. We zagen veel kleine vis aan de oppervlakte maar er kwam geen grotere vis uit de viswolken tevoorschijn.

Daarna gingen we vissen tegen de blokken en driften tot op het zand om ook die techniek te leren. Na een tijdje hadden we dat aardig onder knie kregen maar omdat er geen visje boven water kwam werd er besloten om te verkassen en een wrak op te zoeken. Na een half uur varen kwamen we bij het wrak en zagen we mooie aaswolken in de buurt van het wrak. Ook daar waren niet alleen. Bij het wrak kregen we uitleg hoe we daar het beste konden vissen. John had al snel een beet maar miste helaas de aanbeet. Tijd om zelf ook aan de slag te gaan. Uptide ingooien, en terwijl de gps van de elektromotor ons op de plaats hield, lieten we snel het kunstaas over de bodem huppelen, hielden onze hengels strak om direct aan te slaan zodra we een aanbeet voelden. Geen idee wat ik moest verwachten, ik was wel wat gespannen.

Na een aantal keer opnieuw ingegooid te hebben kreeg ik een felle aanbeet en met een luide kreet kon ik melden dat de instructies zich uitbetaalden in een eerste aanbeet. Ik voelde dat het een flinke jongen moest zijn want er werd aardig wat tegenstand geboden. Het enige wat ik kon doen was de hengel strak houden en wachten tot de vis aan de oppervlakte verscheen. Het was een prachtige dikke zeebaars met een lengte van 63 cm, eentje die dus mee mocht naar huis. Aan boord had John een mooi viskist met ijs, zo bleef de vis vers. Zelf kun je zoiets ook creëren door koelelementen of met water gevulde melk pakken in te vriezen en in een koeltas te doen.

Wat een prachtige sterke vis! 

Geen geluk

Weldra werd het duidelijk dat er meerdere zeebaarzen bij het wrak aanwezig waren. We vingen nog wat kleinere baarzen. De ondermaatse vissen werden netjes teruggezet met de opdracht ‘Ga je moeder of vader maar halen’. Inmiddels werden we achtervolgd door een andere boot, zij visten op een andere manier dan wij en vingen niets in de tijd dat wij daar lagen. Maar dat zegt natuurlijk niets want ondanks dat Harry alles goed deed wat John hem uitgelegd had, kreeg hij deze visdag geen aanbeet. Ik gaf hem later mijn hengel waarmee ik de dikke zeebaars gevangen had in de hoop dat hij er ook een zou vangen, maar het geluk bleek gewoon niet op zijn hand te zijn.

Dat er ook dingen misgaan overkwam mij ook. Je kan snel vast raken als je bij een wrak vist en je raakt soms ook meerdere shads kwijt. Op het moment dat er goed gevangen werd besloot ik over te schakelen naar mijn eigen loodvrije kopjes. Ik vis al zo’n 10 jaar met dit materiaal en vind ook dat het lood verdwijnen moet uit onze mooie vissport. Lood dat verloren raakt gaat in het water corroderen en laat giftige en toxine afvalstoffen in het water achter, dit komt weer in de voedselketen en dus in de vis die later op ons bordje ligt, dat is mijn mening.

Ik had nog niet met loodvrije jigkoppen van 25 gram gevist op zeebaars, dus het was een vuurdoop. Het werpen ging prima. Het materiaal bleef ook mooi langs de bodem huppelen. Ik kreeg weer een enorme klap op de hengel en voelde dat deze vis nog groter kon zijn dan de vis die ik al gevangen had. Helaas na een flink aantal klappen op de hengel brak mijn voorslag af en ging de vis er vandoor. Waarschijnlijk had ik beter een nieuwe lijn op mijn molen kunnen spoelen. Een nieuwe voorslag en nieuwe jigkop later, kwam ik vast te zitten aan het wrak. Na een keer of wat trekken aan de lijn kwam de boel los, alleen bleek de haak wel verbogen te zijn. Het type haak in de jigkop bleek niet geschikt te zijn, dit heb ik de volgende dag gemeld bij de makers.

Op sommige dagen zit alles mee en val je met je neus in de boter!

Loodvrije uitvoering

Dan de kopjes voor de Black Minnow; ook deze had ik in een loodvrije uitvoering. Ik viste deze in de 25-grams uitvoering. Het lukte mij om daar wat ondermaatse zeebaarzen mee te vangen die weer allemaal netjes werden teruggezet zijn.

Op een gegeven moment werden de vangsten minder op het wrak, tijd om terug te gaan naar de pier en daar ons geluk nog eens te beproeven. Bij de pier een plekje gezocht, het was daar gezellig druk met vissers. Na wat aanwijzingen van John konden we daar ook nog een paar baarzen vangen. Met behulp van de fishfinder zagen we waar we moesten beginnen en waar de blokken lagen. Zo konden we langzaam huppelend met het kunstaas de stenen afvissen tot er een baars zich aan ons kunstaas vergreep.

Ook aan een mooie visdag komt een eind en tegen 14.00 uur gingen we terug naar de jachthaven van IJmuiden. Het was genieten van deze gezellige visdag. Jammer uiteraard dat Harry geen stekels kon vangen, maar dat leed werd verzacht doordat hij de andere zeebaars mee naar huis mocht nemen voor een culinaire traktatie. Volgende keer maar eens in Zeeland op de zeebaars proberen met de kayak en kunstaas. Met zeven gevangen zeebaarzen mocht ik niet klagen! Schipper John bedankt en hopelijk komt er nog een vervolg!

Ton en Harry

Tot de volgende keer! 

Kommer & kwel in de eindeloze polder

0

In de ochtend open ik meestal op mijn telefoon het fenomeen Facebook. Als frequente bezoeker en plaatser van karper gerelateerde content bemerkte ik dat ik af en toe de neiging had om het ding aan de kant te gooien… De reden? Jaloezie! Inderdaad jaloezie van mijn kant – niet te verwarren met afgunst! Ik kan eigenlijk wel zeggen dat het mij totaal geen moeite kost dat het gras groener is bij de buren.

 Een mooie slanke torpedo…

Tekst & foto’s Richard Gans

Geloof me als ik zeg dat ik iedereen zijn visjes gun, maar toch dat knagende gevoel van ‘waarom zij wel en ik niet ?’ Jaloers is misschien niet het juiste woord, misschien is het meer het gebrek aan motivatie? Waarom dan?!

Tijdgebrek en andere zaken die prioriteit behoeven, maken dat mijn visserij op een dieptepunt is beland. Wat ook een bepalende factor is, is dat de leeftijd een rol gaat spelen. Echt oud ben ik niet, maar de lichamelijke ongemakken spelen wel degelijk mee tijdens de speurtocht naar karper en ik schijn niet de enige te zijn.

Natuurlijk is het niet altijd kommer en kwel en zijn er genoeg mogelijkheden om tot een goede balans te komen. Weg met de boot is een heerlijk alternatief; geen gesjouw meer, genoeg ruimte en meer dan mobiel om te verkassen als het niet loopt.

WIEBELTOP

Al jarenlang loop ik met het plan om deze vaart van mijn polder eens flink aan te pakken. 10 km voedselrijk water, 10 km poldervaart, 10 km wier, bagger, honderden rietkippen, eenden, zwanen, meerkoeten, 20 km rietkraag en geen idee wat het bestand is; je krijgt een klein beetje een idee waar ik aan begonnen ben. Dit is hard water, erg hard. Water met vissen die nooit een haak en laat staan een boilie hebben gezien. Brasem zwemt er genoeg en groot ook, maar zelfs die zijn lastig te vangen!

Tientallen kilometers riet en poldervaart… 

Elk water kun je om op te starten bevissen met particles, vooral mais en hennep zijn goede ingrediënten om de vissen aan het azen te krijgen. De kleine, zoete, opvallende maïskorrels en de minuscule hennepkorreltjes maken elke karper gek. En dit zijn dan ook exact de particles waar ik mijn voercampagne mee opstart. Later zal ik er wat andere particles bijvoegen; verschillende maten tijgernootjes, maples en boekweit. En uiteraard meng ik ook wat bollen erdoorheen, het liefst 20 mm.

Na een week van voeren besluit ik de hengels uit het foedraal te halen voor de eerste testsessie. Het vertrouwen is torenhoog en ik weet 100% zeker dat ik ga vangen. Na acht uur vissen heb ik geen tikkie gehad. Zelfs op de extra penhengel geen teken van leven…

Een week later liggen er weer twee hengels op de aangevoerde stekken welke ik afgelopen week heb voorzien van bollen en extra grote tijgernootjes. Eindelijk de verlossende ‘run’; een paar flinke tikken op de top en de spoel doet vrolijk een klein rondje…

Tot zover een deel uit een sfeervol karperverhaal van Richard Gans. Een artikel dat je kunt lezen in de Karperwereld nummer 141 die nu in de winkels ligt. Om voortaan alle artikelen als eerste te kunnen lezen, zorg je natuurlijk voor een abonnement: klik hier.

Terug naar de Oosterschelde op haai en rog!

0

Jerry van Tilborg uit het Vlaamse Berendrecht had drie jaar geleden zijn visboot verkocht. De zeevisser deed dat vanwege de tegenvallende vangsten aan de Belgische kust. Als visser in hart en nieren kreeg hij hier al snel weer spijt van, en schafte zich een mooie grote consoleboot voor de zomermaanden aan om dagtrips mee te maken met het gezin en voor zijn vistrips. De boot kreeg een plek in de haven van Stavenisse aan de Oosterschelde waar het vissen voor hem 40 jaar geleden ooit begon.

 De grote vissen

“Na jaren fanatiek op gul, zeebaars en tong te hebben gevist, begon ik weer vanaf de basis om de Oosterschelde-visserij weer te ontdekken en natuurlijk ging ik experimenteren op gevlekte gladde haai en pijlstaartrog, de grote vissen die de laatste jaren zo’n opmars hadden gemaakt in dit water.

Op dinsdag 8 juni ging ik voor het eerst met de nieuwe boot ‘naar buiten’. Ik had mij voor de kering gelegd tussen de vele charters en kon die dag drie gladde haaien vangen. Dat was al een begin, maar het was zeker nog niet goed genoeg.

Springtij

Op maandag 16 juni deed ik poging twee. Weer naar buiten voor de kering en ditmaal met springtij. Om kort te zijn, deze dag vijf verschillende plekken gehad, gigantisch veel stroming, veel vuil en maar één haaitje kunnen vangen. Dat was iets om over na te denken. Ik moest me eerst maar even gaan bezinnen voor ik opnieuw te water zou gaan, want ik deed blijkbaar zeer veel dingen fout omdat andere vissers wel aantallen konden vangen. Na wat info te hebben ingewonnen bij bevriende vissers van de Deltavissers, bleek dat ik steeds op de verkeerde plek gevist had met verkeerde onderlijnen en met het verkeerde aas. Ik viste al twee maal met kweekzagers omdat er in deze periode bijna niet aan steekzagers te komen was, maar die zijn blijkbaar wel ‘zeer’ noodzakelijk. Na deze waardevolle info ging ik het de volgende keer helemaal anders aanpakken.

Krabben

Op vrijdag 23 juli ging voor de derde keer op de haai, maar nu was ik wel voorbereid. Vol goede moed voer ik weer naar buiten voor de kering maar nu op een iets andere plek. Onderlijnen aangepast en na zeer veel moeite, en via oude connecties van vroeger, was ik nu wel aan zeer mooie steekzagers geraakt en had ik zelf voor krabben gezorgd. Al deze aanpassingen betaalden zich direct uit in 15 haaien deze dag, waaronder verschillende 90’ers en wat bijvangst van zeebaars! Kijk, dat begint er al een beetje op te lijken. Het vertrouwen kwam langzaam weer terug…

Het vertrouwen kwam weer terug…

Woensdag 11 augustus; na het succes van vorige keer ging ik er weer alleen op uit. Dit keer vol vertrouwen zeer vroeg naar buiten voor de kering, en mijn plekje was gelukkig nog vrij. De dag begon fantastisch, het was zeer mooi weer en na 5 minuten vissen kwamen al de eerste twee haaien in de boot. Ik viste de laatste twee uren van het afgaande tij en er kwamen geregeld mooie haaien aan boord op de steekzagers en krabben, en de grootste tot dan toe was met 95 cm – een zeer mooie haai. Toen de stroming eruit ging kreeg ik een aparte aanbeet en mijn eerste pijlstaartrog van dit seizoen kwam aan boord. Ongelooflijk maar waar, maar 25 minuten later had ik er nog drie bij gevangen!! Vier roggen op een half uurtje, ik wist niet wat me overkwam! De vissen voorzichtig en netjes behandeld, en geprobeerd om er mooie foto’s van te maken wat in je eentje niet gemakkelijk is. Mijn dag was natuurlijk allang geslaagd, maar de kers op de taart moest nog komen. Toen de vloed er al terug goed in zat en mijn zagers al op waren, was ik aan de laatste krabben bezig. Opnieuw was er een mooie aanbeet op de wapperlijn en ik voelde direct dat geen kleintje was. De haai zwom gewoon tegen de sterke stroming in en ging stil onder de boot hangen, en schoot dan weer van links naar rechts. Uiteindelijk kreeg ik hem voorzichtig van de bodem en kwam hij boven. Aan zijn lengte te zien dacht ik in eerste instantie aan een ruwe haai. Poging 1 en 2 met het scheppen mislukte, maar bij poging 3 kreeg ik hem gelukkig toch (alleen) in het net. Wat een torpedo was dit zeg? Loeizwaar en na meting was hij 123 cm op het meetlint! Wat een topdag. Ik sloot de dag af met 13 haaien, waarvan de grootste die 123 cm, en met vier roggen! Met een big smile voer ik terug naar de haven.

Een exemplaar van 123 cm!

Op zaterdag 21 augustus voer ik weer uit. Na het succes van de vorige keer dacht ik dat het niet gekker kon worden, dus de verwachtingen waren iets minder hoog. Maar het ging opnieuw een topdag worden. Ik had de onderlijnen nog wat verbeterd, iets meer steekzagers en krabben meegenomen, en nog een experimentje met wat ander aas – wat zeer goed uitpakte. Om het kort te houden, vandaag ook weer een dag met een gouden randje. Eindstand 25 haaien met verschillende 90’ers en weer één rog.

Pijlstaartrog! “Wees gerust, ik weet hoe ik met deze rog en zijn stekel om moet gaan…”  aldus Jerry.

Mijn ‘experiment’ van dit seizoen was uiteraard allang geslaagd met voldoende haaien van groot formaat en met vijf roggen, en ik genoot weer volop van mijn Oosterscheldevisserij. Het was inmiddels al later in het seizoen, maar op 25 september ging ik het gewoon nog een keer proberen. Ik verwachtte dat de meeste haaitje al vertrokken waren naar hun winterplaatsen. Het tegendeel bleek echter waar. Ze zaten er nog. Enige nadeel was dat ook de (kleine) wijting er alweer was en die rakkers vraten samen met de steenbolken, heel wat aas van de haak. Op deze laatste visdag kreeg ik desondanks toch nog 14 haaitjes gevangen, maar helaas geen grote – de meeste tussen de 60 en 70 cm. En nu? Ik kijk alweer uit naar volgend jaar!”

Tot volgend jaar!

 

Dutch Masterclass: welke feeder-tip voor de beste beetregistratie?

0

De mannen die de rubriek Dutch Masterclass in BEET voorzien van content, geven weer genoeg tips om succesvol aan de slag te gaan. Ook David Visser komt aan het woord. De witvisser van team Cresta geeft tips voor het feedervissen.

Voor grove vis verkies ik om de wormen per keer te knippen.

Zeker bij het feedervissen op brasem zijn geknipte wormen een favoriet aassoort. Wat is nu de juiste manier om de wormen in je voermix te verwerken?

In de regel hanteer ik twee manieren. De eerste is om de wormen al van te voren fijn te knippen en eventjes uit te laten lekken in een zeefje en zo telkens een plukje wormen mee te voeren in de korf. Bij een delicate visserij met kleinere blieken en enkele brasems is dit vaak een hele goede manier. De kleine stukjes worm zullen de vissen nauwelijks verzadigen en juist meer vissen aanlokken. Wanneer echter de grote platten gearriveerd zijn, gaan die piepkleine stukjes ze niet op de plek houden, dan kies ik ervoor om de wormen per inworp te knippen. Een worm of 4-5 op het voer, een paar knippen en wat overblijft zijn levendige stukken worm van circa 1,5 cm; voor brasem een ideaal aas om te voeren.

De keuze van de juiste feedertip is essentieel.

Feedertips zijn er in allerlei soorten; zacht, hard, fast taper, glas en carbon… Wat bepaalt de keuze?

Voor de visserij die ik doorgaans doe, de visserij op voorn en brasem, zijn carbon toppen mijn vaste keuze. De keuze voor het aantal ‘oz’, oftewel de buigkracht van de top, kies ik altijd zo licht als mogelijk. Maar eveneens is het erg belangrijk dat je de top nooit te licht kiest. Wanneer je met een te lichte top vist staat deze in een ontspannen situatie al erg krom en registreert je top de aanbeten veel  minder goed. De juiste tip kiezen is net zo belangrijk als de juiste dobber bij het vissen met de vaste stok, uiteindelijk bepaalt het de hoeveelheid weestand bij een aanbeet. Er zijn natuurlijk zaken die invloed hebben op de spanning van je top zoals stroming en wind. Wanneer beide aanwezig zijn, kies ik vaak voor eenzelfde buigweerstand (aantal oz) maar dan in een fast taper variant. Een fast taper feedertip heeft een tapser verloop in het voorste deel van de tip. Hierdoor bezit het onderste gedeelte meer body en buigt minder ver door. Dit komt in die gevallen de beetregistratie ten goede.

Tot zover een deel uit de Dutch Masterclass uit BEET Magazine die momenteel in de winkels ligt. Om deze artikelen voortaan in het geheel te kunnen lezen, kun je ook een voordelig abonnement nemen: klik hier.

Maden als winters topaas voor karper

0

De bijtlust in de winter is vaak minimaal, daarom schotelen veel karpervissers de vis maar een klein hapje voer voor. Een van de meest effectieve aassoorten voor in de wintermaanden zijn maden! In dit artikel laat Paul Garner enkele van zijn madenmontages zien. Er zit er vast eentje bij die op jouw water al het traditionele haakaas er met gemak uit vist!

Tekst & foto’s Paul Garner

Als je in Engeland een ronde zou maken langs de gemiddelde goedbezette karperput, dan zal je zien dat behoorlijk wat visser maden inzetten. Sterker nog, in een paar jaar tijd is dit wellicht het meest gebruikte aas onder karpervissers geworden… en niet alleen in de winter! En dat is niet zonder reden, want maar al te vaak vang je hier meer vis mee dan traditioneel karperaas.

De madenvisserij is zo’n succes geworden, dat op sommige wateren er limieten gesteld zijn aan de (voer)hoeveelheid. Sommige wateren werden helemaal overvoerd, wat uiteindelijk contraproductief werkte. Zeker in de winter is de voerhoeveelheid relevant, omdat je beter vang op een klein hoopje aas, dan een groot voertapijt.

 

======================================

DE MADENCLIP

De madenclip wordt aan het uiteinde van de hair geknoopt. Deze clips zijn verkrijgbaar in verschillende maten, zodat je het gewenste formaat haakaas in balans met de clip (en haak) kunt houden. Ga je voor zo’n madenclip, voeg dan altijd een stukje drijvend foam toe om het gewicht van de clip op te heffen. Zonder foam zal een karper de clip met maden een stuk lastiger naar binnen werken!

=======================================

De madenclip.

Stukje drijvend foam is essentieel!

 Klaar voor gebruik: knettergoed winteraas!

 

BIJVANGSTEN?

Bij de madenvisserij moeten we wel wat kanttekeningen plaatsen. Zwemt er naast karper veel witvis of kleine baars, dan ga je geplaagd worden door deze vissen, zelfs hartje winter. Je zult bijvangsten voor lief moeten nemen, maar ergens ligt een grens. Dat is voor iedereen weer anders… Ten tweede bouw ik graag mijn madenplek zorgvuldig op, en dat kan wel een paar uur duren. Als ik daar aan begin, dan wil ik wel zeker weten dat ik in de juiste zone bezig ben. Kortom, op mijn manier is het zeker geen ‘zoektechniek’ om de karper op te sporen.

Door elk uur op dezelfde plek in te werpen met een pva-zakje of -stick ontstaat een geconcentreerd hoopje maden. De maden kruipen echt niet ver weg en ook zullen ze nauwelijks in de modder duiken. Onderwaterbeelden laten zien dat ze zich verspreiden over een oppervlakte van hooguit een dinerbord.

 

=================================================

MADEN STICK

Ik gebruik graag een pva-stick vol met maden. Soms introduceer ik bij aanvang met een spomb al wat maden. Het gebeurt zelden dat ik tijdens een sessie meer dan 1,5 liter maden gebruik. Overigens is karper niet zo kieskeurig als andere vissoorten, dus hoef je je ook geen zorgen te maken of het echt kakelverse maden betreft die je aanschaft.

Voeg eerst een pva-wokkel toe en vervolgens de maden. Prik de pva-zak aan de haak met de haakpunt in de pva-wokkel, zo blijft de haakpunt vrij van maden!

==================================================

Wil je maden flavouren of boosten, dan dien je wel op te passen. Een vloeibare liquid heeft weinig zin. Als je niet oppast maak je ze allemaal drijvend! Kies daarom voor een poeder additief, dat je een paar dagen van tevoren al toevoegt. Een eetlepel sterk geconcentreerd additief, zoals inktvis- of leverpoeder, is vaak voldoende. Je kunt de maden ook een aantal dagen door droge stickmix of ander lokvoer laten kruipen; de mogelijkheden zijn bijna eindeloos.

In Engeland kun je nog van allerlei kleuren maden kopen, maar opmerkelijk genoeg heb ik nog geen verschil in vangsten kunnen opmerken. Best vreemd, aangezien in de boilievisserij wel de algemene consensus is dat bepaalde, fel gekleurde haakaasjes beter scoren ten opzichte van een andere kleur.

Als je last hebt van kleine witvis, schakel dan over naar nepmaden als haakaas. Die kleine vis zal ook een deel van het voer wegvreten. Daarom voeg ik op dat soort wateren een klein beetje blikmais en snel uiteen brekende pellets aan mijn voermix toe.

MADEN RIGGEN

Omdat maden zo klein van stuk zijn, is het een uitdaging om de rig in balans te houden. De haakkeuze is het voornaamste dilemma. De grootste karper draait zijn hand niet om voor een made, maar het materiaal moet het wel aankunnen. Tegelijkertijd moet de presentatie ook niet te lomp zijn.

Op een obstakelvrije stek houd ik het allemaal een tikje dunner, kleiner en lichter. Ongeveer 6 maden prik ik direct op een stevig model klauwhaak in maat 10 of 12. Door de maden door de kop te haken, in plaats van door de gebruikelijke achterkant, blijft de haakpunt beter vrij. Overigens is het niet essentieel om de maden op een hair te zetten voor een optimale inhaking. Bij het direct op de haak zetten is dit vrijwel gegarandeerd. Het wordt echter een ander verhaal wanneer je grotere en nog dikkere haken moet gebruiken, zoals een stevig maatje 8, dan ontkom je niet aan een hair montage.

 

===========================================

MADEN OP GAREN

Voor deze methode heb je een montage nodig met een klein rig ringetje aan het uiteinde van de hair. Vervolgens rijg je met een hele dunne naald maden op garen, of een stukje dunne, gevlochten lijn kan ook. Dit knoop je ten slotte aan de rig ring. Je kunt qua formaat madenbal alle kanten op. Deze methode geeft een hele strakke presentatie.

Op de aasnaald.

Bevestiging op het garen.

 

Haarmontage met rig ring

Hairmontage met rig ring.

 Het nette eindresultaat!

Als je een goede winterstek hebt, dan is het absoluut het proberen waard om eens met maden aan de slag te gaan. Wat dacht je van een felroze nepmaiskorrel met enkele witte maden erboven? Of gewoon wat maden direct op de haak aan een subtiele, schuivende montage? Ik weet zeker dat er heel wat stekken zijn waar je met zo’n aanpak meer karper gaat vangen dan met de traditionele winteraanpak!

==================================================

MADEN COMBI BAIT

Als laatste een methode om maden te combineren met een ander aas, zoals een nep maïskorrel. Hiermee krijg je een wat groter en opvallender haakaas. Deze rig bestaat uit een round bend model witvishaakje maatje 12 dat aan het uiteinde van de hair is geknoopt. De maiskorrel wordt op de hair geregen en vervolgens worden de maden op het kleine haakje geprikt. Tot slot duw je de haakpunt van het witvishaakje terug in de maiskorrel. Met een drijvende maiskorrel krijg je een heel langzaam zinkend aasje, met aan de bovenkant nog een paar bewegende maden. Over die visuele prikken: de maiskorrel hoeft niet per se een natuurlijke kleur te hebben, dus ook hier zijn de mogelijkheden om te experimenteren groot.

Rijg eerste een nepmaisje op de hair en knoop er vervolgens een klein witvishaakje aan.

 

 

Twan & Mandy: elastiek in ontwikkeling

0

De opkomst van de commerciële karpervisserij op visvijvers is niet meer weg te denken en bovendien worden er ook op veel natuurlijke wateren steeds meer grote vissen gevangen. Om dit soort vissen ook daadwerkelijk te kunnen vangen is wel wat aangepast materiaal nodig. Het is zeker niet voor niets dat bijna alle toppers onder de vaste stokken die op de markt zijn, zijn voorzien van topkits met zogenaamde Side Puller systemen. Tevens is er een verschuiving gaande van dunnere maten vol elastiek naar wat dikkere maten hol elastiek.

 

Met name voor het vissen op de commerciële karpervijvers maar ook net zo goed voor bijvoorbeeld het vissen op grote brasems en zelfs barbelen op grote en vaak stromende natuurlijke wateren is er bij Browning Stretch 7 Hollow Elastic ontwikkeld. De naam zegt het al, dit elastiek is rekbaar tot een lengte van 7 x de lengte van het gebruikte product. Je bereikt die maximale lengte vrijwel nooit en juist dat is het perfecte aan dit materiaal. Als je de goede lijndikte gebruikt in combinatie met de juiste maat van dit elastiek zal je vrijwel nooit een goed gehaakte vis verspelen door lijnbreuk omdat je simpelweg nooit dat maximum aan rek bereikt.

Kies de juiste diameter… 

Het is bijna onmogelijk om voor ieder soort visserij de exact beste elastiekmaat te omschrijven. Ieder water is weer anders qua diepte en ook qua visbestand. Stretch 7 Hollow Pole Elastic is verkrijgbaar in de maten 1,7 mm. (paars), 1,9 mm. (blauw), 2,1 mm. (geel), 2,3 mm. (wit), 2,5 mm. (groen, 2,7 mm. (oranje), 3,1 mm. (rood) en 3,5 mm. (licht blauw). Deze maten zorgen ervoor dat voor iedere visserij de juiste maat elastiek te vinden is. De dunnere maten zijn bedoeld voor de visserij op F1’s en kleinere karpers. De middenmaten zijn bij uitstek geschikt voor de visserij op wat grotere karpers en ook de barbelen en grote brasems op natuurlijke wateren en de dikste maten zijn bedoeld voor de visserij op redelijk extreme vissen die je tegenwoordig op sommige commercials tegen komt zoals steuren en echt grote karpers. Voor iedere omstandigheid de juiste maat. Alle maten worden geleverd met een lengte van 3 meter, ruim lang genoeg voor iedere tweedelige topkit van welk hengelmerk dan ook.

Mandy met een dikke brasem.

 

TIP MANDY:

HAIR-CONDITIONER

Soms wil elastiek nog wel eens opstroppen in de hengeltop en als dat gebeurt dan werkt het elastiek vaak niet optimaal. Allereerst moet het elastiek volop ruimte hebben in de hengeltop. De binnendiameter van de hengeltop moet altijd aanmerkelijk groter zijn dan de diameter van het gebruikte elastiek.

Ik ben bovendien steeds meer gaan geloven in de werking van Pole Elastic Allignment Bushes. Die moeten worden geplaatst in het tweede hengeldeel daar waar het topdeel over het tweede hengeldeel gaat, aan het ‘dunne’ einde dus. Hierdoor wordt het elastiek maximaal door het centrum van de binnenzijde van het hengeldeel geleid waardoor het vastplakken van de elastiek aan het hengeldeel zoveel mogelijk wordt beperkt.

Volgens mij het allerbelangrijkst is het gebruik van een heel klein beetje hair-conditioner dat opgelost is in water. Hair-conditioners zijn meestal op siliconen basis gemaakt en dat zorgt absoluut voor het beter glijden van het elastiek aan de binnenzijde van de hengeldelen waarin het is gemonteerd. Je moet er alleen wel voor zorgen dat de gebruikte hoeveelheid conditioner ten opzichte van de hoeveelheid water echt minimaal is, misschien niet meer dan 0,5%. Als je teveel conditioner gebruikt gaat het na een tijdje juist zorgen voor opstroppingen in de hengeltop, precies het tegenovergestelde dus van wat je wilt bereiken. Bovendien is er dan bijna geen knoop meer te maken in het elastiek die vast blijft zitten.

Tenslotte nog één belangrijke aanvulling. Check altijd even voor iedere vissessie of het stukje elastiek bij de bevestiging bij de gebruikte connector of kraaienpoot (dus daar waar de gebruikte vislijn aan het elastiek wordt bevestigd op welke manier dan ook) niet een beetje verweerd is geraakt. Juist dat precieze punt is altijd weer de zwakste schakel bij iedere elastiekmontage. Als de elastiek ooit breekt dan is het altijd daar. Als je ook maar n beetje twijfelt altijd meteen even opnieuw een bevestiging maken en het stukje elastiek waaraan je twijfelt verwijderen!

Twan drilt een grote vis… 

TIP TWAN:

ELASTIEK BUITEN DE HENGEL

Hoe vaak komt het niet voor dat je ergens aan het vissen bent en dat je een veel grotere vis haakt dan je had verwacht of dat je bijvoorbeeld een vis ‘pikkelt’, dus in het lichaam haakt. Bijna altijd zijn die vissen dan extra sterk en zijn ze veel moeilijker te landen dan normaal. Een extra hulpmiddel is dan vaak het extra stuk elastiek dat buiten de hengel hangt, daar waar je Side Puller systeem zit. Als je dat extra stuk elastiek gebruikt tenminste.

 

Waarom zou je zo’n extra stukje elastiek niet gebruiken? Het zit je absoluut niet in de weg tijdens het vissen en de extra rek vergroot absoluut de kans om zo’n grote of op een bijzondere manier gehaakte vis toch geland te krijgen. Wel moet je een stopkraaltje gebruiken waar het extra stukje elastiek doorheen schuift wanneer er extra veel kracht op het elastiek staat. Wat gebeurt er in de praktijk? Het extra elastiek schuift door het stopkraaltje heen de hengeltop in en je hebt gewoon meer rek juist wanneer je dat nodig hebt. Nadat de vis is geland simpelweg de kraal terug in de juiste positie terug schuiven en verder vissen.

Ik heb zo al verschillende keren vissen geland die ik met standaard elastiekmontages waarschijnlijk verspeeld zou hebben en zeker in de wedstrijdvisserij gaat het juist om dat soort vissen vaak. Probeer het maar eens!

Een heel ander slag vissen met een fijnere elastiek…

Chatterbaits & Spinnerbaits

0

Ik zie en hoor dat veel roofvissers chatterbaits nog niet echt weten te waarderen of zelfs niet in hun viskoffer hebben. Vreemd, want bijna elke roofvisser heeft wel een paar spinnerbaits in hun aasselectie. Als je goed kijkt, dan zie je dat een chatterbait bijna dezelfde kwaliteiten heeft als een spinnerbait. En als je het mij vraagt: zelfs nog wat meer!
Tekst & foto’s: Jack van de Mortel
Een chatterbait is simpel gezegd een jigkop met haak, met daarvoor een blad gemonteerd. De blade, het b...


Dit is een premium artikel.

Het hele artikel kun je lezen in Beet Magazine, voor slechts € 62,50 per jaar 9x thuis op de mat. Beet Magazine is als los exemplaar te koop voor € 7,95 in de betere hengelsportspeciaalzaak en de boekhandel.

ABONNEREN

9x Beet thuis op de mat!

 



Vissen met jerkbaits (deel 2)

0
vissen met jerkbaits

In deel 2 van dit drieluik over het vissen met jerkbaits gaan we dieper in op het vissen met jerkbaits in polders en kanalen. Dat is wat mij betreft echt nog een onderschat terrein; in die wateren kun je juist met jerkbaits het verschil maken. Niet alleen op snoek, ook snoekbaars en soms zelfs grote baars schuwen een jerkbait niet! En ook hier zit dit verschil weer in de details van het water en in het begrip van de werking van je jerkbait. In dit artikel probeer ik samen met jerkbaitbouwer Leon Prins hier wat meer toelichting over te geven en ook hoe je het water kunt ‘lezen’ zodat je meer kans maakt de roofvis te vinden.

Tekst: John Smit, foto’s: Smit, Leon Prins & Dennis Rademaker

>| DEEL 1

Polders en kanalen, ons mooie Nederland is ermee vergeven. Wat hebben wij een water en wat een diversiteit! En zowel vanuit de boot als vanaf de kant hebben we dus alle gelegenheid om hier gericht op roofvis te vissen. Toch kennen we allemaal dat gevoel wel; waar moet ik nu beginnen en hoe maak ik in zo’n eindeloos kanaal of in zo’n enorme polder nu een kans om ze ook te vinden? Zoals altijd zijn er aanwijzingen en als je die weet te herkennen vergroot je je kans enorm.

Grote snoekbaarzen hebben geen moeite met grote jerkbaits zoals deze BackslapperXL peacock.

JERBAITS IN DE POLDERS

Laten we beginnen met polders. En met polders bedoel ik ook echt polders met veel slootjes en afwateringskanalen om het land droog te houden. En een diepte die meestal niet meer bedraagt dan 1,5-2 meter maximaal. En daar zit volop (roof)vis en is dus alleszins de moeite waard om hier aan de slag te gaan. Hieronder een aantal tips. Allereerst; de kleinste, ondiepste slootjes kunnen de grootste vissen bevatten! Zeker in zomer en voorjaar, wanneer er veel kleine visjes zwemmen, volgen de rovers. En al helemaal op de kruisingen van grotere sloten en de ondiepere kleinere slootjes maak je een zeer goede kans. Hier heb je vanaf de kant echt een voordeel ten opzichte van de boot.

Grote snoekbaarzen hebben geen moeite met grote jerkbaits zoals deze BackslapperXL peacock.

Daarnaast is elke plek met een onderbreking of afwijking in de reguliere structuur een hotspot. Bruggen, overhangende takken, een afkalving in de oever, een grote duiker voor afwatering die in de sloot uitkomt, een poldergemaal, lelievelden; allemaal plekken waar je je jerkbait doorheen wilt vissen. Kijk hier ook goed naar het doorzicht van het water. Het kan er de ene dag kraakhelder zijn en de volgende dag, zeker na regen, erg troebel en stromen. Dit verandert dan natuurlijk de keuze van je jerkbait; Leon vertelt daar verderop in dit artikel meer over. Zorg in ieder geval voor jerkbaits die niet te diep lopen en een goed stopmoment hebben waarop ze blijven zweven (suspending), hier kun je echt je kansen mee vergroten.

 

JERKBAITS VOOR POLDERS – Leon Prins

Je gaat in de polder vissen. Ik hoor je denken: ‘Wat moet ik nou meenemen? Moet ik die Buster Jerk meenemen of een Rozemeijer Tybrid?’ Je kijkt dan naar specificaties, zoals zinksnelheid, actie en duikdiepte. Pak in de polder nooit een jerkbait waarvan je weet dat hij snel zinkt of de diepte in duikt. Een jerkbait mag in de polder niet te diep gaan. Voor je het weet zit je in de planten of misschien ligt er daar in de stadsvijver wel een fiets en dan ben je je favoriete aasje kwijt. Zou toch zonde zijn!

Jerkbaits als de Aad Dam Toppie/Topper jr. vind ik zelf echt super voor de polder. Of een Twisterjerk voor als ze lastig over de streep te trekken zijn. Maar er is ook goed bewaard gebleven truc! Probeer eens een drijvende of suspenderende kleine ‘strikermodel’ hybride jerkbait of een drijvende pullbait zoals bijvoorbeeld de Suick Thriller.

Jerkbaits in de polder

Aarzel niet om na een vangst dezelfde plek nog een paar keer uit te werpen

Wat mij daarnaast opvalt in de polders is dat de roofvis geconcentreerd kan liggen; als er eentje ligt, liggen er vaak meer. Aarzel dus niet om na een vangst dezelfde plek nog een paar keer uit te werpen. De vis ligt vaak superstrak in de kant, je krijgt soms onder je voeten beet! Stil zijn dus en zorgen dat je juist de oeverranden niet overslaat. Een goede manier om dit vanaf de kant te doen is door voor je uit te werpen. Je hebt het water daar nog niet verstoord en je kunt dan goed onder je eigen oever vissen. Qua materiaal zou ik ook hier niet te licht vissen (en ook niet te zwaar); een reelhengel van ongeveer 190-240 cm afhankelijk van je persoonlijke voorkeur met een werpgewicht van 40-80 gram met een gevlochten lijn van 40 lb en een dito onderlijn is prima. Niet alleen zit je wat vaker vast in planten en takken, maar je zult verbaasd zijn over welk formaat vis je nog tegen kunt komen… In beide gevallen is een beetje extra power geen overbodige luxe en met deze lengte kun je prima werpen. Datzelfde geldt voor de boot, zowel qua aanpak als voor het materiaal. Rustig varend in het midden van een poldersloot kun je perfect de oevers uitwerpen. Zelf vis ik graag in een waaier voor mij uit, mijn jerkbait komt dan bijna overal en dit verhoogt de kansen aanzienlijk.

Samenvattend: goed onder je eigen kant vissen, zoek naar afwijkingen in structuur, kruisingen goed uitvissen en niet aarzelen om door te blijven vissen waar je beet hebt gekregen. Of wacht eens een half uurtje en probeer het dan nog eens, soms zijn ze dan opeens wel los.

KLEURENKEUZE JERKBAIT – Leon Prins

Vissen met jerkbaits
Pak eens een goede hybride en kijk eens wat hij met zijn buikje doet na een haaltje

Kleurenkeuzes kunnen menig vissers uren over discussiëren. Ik geloof maar half in kleuren, maar meestal zal een kleur eerder het vertrouwen van een visser vangen dan de vis, zeg ik altijd. Maar vooruit.

Helder water: Natuurlijke print op basis van welke aasvissen er veel zwemmen. Troebel: Fellere kleuren die meer opvallen. Maar ook kleuren die veel flash hebben in combinatie met een jerkbait met veel wiebel. Wat ik ook heel graag doe is een natuurlijke kleur maken met fluoriserende accenten, die zijn in elk water goed te zien door de vissen. Ik vis heel graag met een Firetail, een zilvergrijze print met flash en een baarskleur. Persoonlijk hou ik veel van contrast: pak eens een goede hybride en kijk eens wat hij met zijn buikje doet na een haaltje: Juist! Hij wiebelt daar lekker mee in het rond! Laten we dan de kleur daarop afstemmen. Donkere basiskleur, hele lichte kleur buik. Nu gaat hij door het wiebelen flitsen onder water. Dat valt op, net als een knipperlicht. Snap je waar ik heen ga? Je hoeft niet per se een lichte kleur te gebruiken in troebel water. Zolang je jerkbait maar genoeg contrast biedt in zijn kleur kan je overal terecht.

KANALEN

Met kanalen bedoel ik de grotere kanalen en dan hebben we het over serieuze watersystemen. Bijvoorbeeld de Hoge en Lage Vaart in Flevoland, het Wilhelminakanaal door Friesland, de Vecht of het Overijssels kanaal. Grote kanalen, soms met veel (beroeps) scheepvaart en daarom met een grote diversiteit aan dieptes, oeverstructuur en verbindingen. En daarmee weer net wat complexer dan de polder.

Allereerst denk ik persoonlijk dat je voor deze type wateren beter met de boot kunt gaan. En als je vanaf de kant vist, ga dan met de fiets zodat je snel van hotspot naar hotspot kunt komen. Waarom? De meeste kanalen hebben lange stukken waar nagenoeg geen vis zit en korte stukken waar relatief veel vis zit. En die wil je natuurlijk afvissen! Ik heb dat vastgesteld na jaren en jaren vissen en kilometers varen en pas hier ook mijn aanpak op aan.

Korte stukken waar relatief veel vis zit… Leuk zo’n HDR foto met ‘gebroken’ hengel!

Die korte stukken waar veel vis zit laten zich op dezelfde wijze als in de polder ‘lezen’; afwijkingen in de oeverstructuur, kruisingen, overhangende takken, stroming, doorzicht van het water. Maar! In kanalen spelen nog een paar criteria een rol. Allereerst diepteverschillen, die kunnen aanzienlijk zijn. De vaargeul in het midden kan soms enkele meters dieper zijn dan het oevertalud. En dat betekent dat je dus verschillende dieptes af moet vissen. En dus verschillende jerkbaits zult moeten inzetten. Soms zijn er plekken waar beroepsvaart aanlegt; het spoelwater van de schroeven kan hier echt gaten creëren, soms tot wel 6 meter diep; dit zijn zeker in de winter echte hotspots!

Inham in een dikke rietkraag… ook een hotspot.

En anders dan in de polder bewegen ook de prooivissen zoals voorn en blankvoorn meer als scholen door een kanaal. De roofvis volgt deze en ook daarom zit de vis vaak meer op enkele, specifieke stukken dan overal. Ik gebruik hier dan ook altijd mijn side scan functie van mijn Raymarine apparatuur zodat ik de scholen aasvis goed kan waarnemen en weet waar ik moet vissen. Weer een extra mogelijkheid vormen de bruggen, zeker die bruggen waar de betonvoeten van de brug in het water staan. Langs deze betonvoeten ligt vaak de roofvis. En als die betonvoet zelf weer op palen staat, en de vis dus onder de betonvoet kan liggen, zijn dit extreme hotspots voor grote snoekbaars. Moeilijk te vangen maar als je er een haakt is het altijd een goede!

Hotspot voor met name grote snoekbaars!

Ook de oevers zelf zijn diverser dan de meesten zich realiseren. Ja, het klopt, veel ervan is beschoeid en saai. Maar dat maakt juist de plekken waar dat niet zo is superinteressant! Bijvoorbeeld stortblokken; gegarandeerd goed om snoekbaars of baars op te vinden in het voorjaar. Of rietoevers; door de hekgolven van de scheepvaart vaak wat uitgesleten waardoor de rietlanden hol zijn en de vis eronder kan liggen. Ook erg goed voor meerval overigens… Of openingen in de beschoeiing om vogels door te laten, paaiplaatsen te maken of slecht onderhoud. Of een opening voor een kleine aanlegplaats voor de recreatievaart. Allemaal bijzonderheden die je zeker in je op moet nemen en met meer kans kunt bevissen.

Kanalen hebben vaak een gevarieerder bodemprofiel dan je op het eerste gezicht zou denken…

Samenvattend zijn er dus veel variabelen die een rol spelen en specifiek voor kanalen: dieptes kennen, gaten vinden, afwijkende oeverstructuren afvissen, bruggen secuur uitvissen, kruisingen bevissen, scholen prooivis zoeken, stroming en doorzicht goed vaststellen. Op nieuw water begin ik daarom zelf vaak eerst met een stuk trollen terwijl ik de omgeving en diepte opneem en kijk of ik aasvis zie. Zodra ik die gevonden heb of een stuk interessant vind ga ik over op jerkbaits en vis ik dat gebied heel gericht werpend uit. Zo benut ik mijn vistijd optimaal.

IN KADER

SNOEKBAARS

FOTO 19 medium

In grote kanalen huizen kastelen van snoekbaarzen!

Ik krijg regelmatig vragen over het vangen van snoekbaars in kanalen. Dat is kennelijk toch speciaal. En dat is ook zo! Snoekbaars, met name in grote kanalen, is vaak groot en sterk. En ze zijn met jerkbaits erg goed te vangen. Er zijn een paar zaken die je er extra kans op geven. Allereerst de al eerder genoemde grote betonvoeten onder bruggen, daar liggen ze vaak bij en kun je je jerkbait rustig presenteren. Wat ook erg goed werkt is kort na de opening in juni de oevers uitvissen. Vaak liggen de vissen dan tegen de oevers en zijn ze extra scherp. Zelf zoek ik ook met mijn Raymarine apparatuur naar kuilen in een voor de rest egale bodem; daar liggen ze vaak in. En als laatste: plantenbedden, vroeg in de ochtend en tegen de avond of in het donker. Hou daar je hengel maar vast! Zelf begin ik altijd eerst met kleinere jerkbaits, ook om de inhakingskans te vergroten. Als dat niet werkt schakel ik snel over naar grotere jerkbaits. Ook hier heeft de Backslapper XL van Leon zich bewezen; al meerdere keren schuiven deze volledig naar binnen op de agressie van een jagende grote snoekbaars!

WELKE JERKBAIT(S)?

Tsja, en met al deze variabelen, hoe kies je dan de juiste jerkbait(s)? Ik kijk zelf altijd eerst naar het doorzicht van het water. Helder? Dan een natuurkleur jerkbait. Troebel? Dan iets fellere kleuren. Vervolgens beoordeel ik de diepte. Vis ik van ondiep naar diep dan kies ik voor een langzaam zinkende jerkbait. Hiermee kan ik het talud blijven volgen en zakt de jerkbait langs het talud de diepte in. Vis ik bijvoorbeeld langs de oevers op dezelfde diepte (1-2 meter) dan kies ik voor een jerkbait die nauwelijks zinkt.

Mijn favoriete jerkbaits voor polders en kanalen afgemonteerd met Owner splitringen en Owner dreggen. Een goede splitringtang (Frichy van Fiiish) is wel zo handig!

Links, van boven naar beneden:

  • PrinsBaits BackslapperXL
  • Aad Dam XL (opnieuw gespoten, ‘teveel’ op gevangen)
  • PrinsBaits try out model (die lekker vangt)
  • StrikePro Buster Jerk, kleine versie, superratel

Rechts, van boven naar beneden:

  • PrinsBaits Seductor
  • Salmo Jack
  • Salmo Sweeper
  • Salmo Glider

Daarna kies ik een type actie. Een hybride jerkbait met een waggel om aasvis te imiteren. Een slider om met een mooie uitslag vis tot een aanbeet te triggeren (samen met een lang stopmoment) en soms een pullbait, met name om mee door openingen in de oever en op kruisingen met ondieper water of door leliebedden te vissen. En qua grootte? Dat is lastig te zeggen. Het lijkt wel of dat van dag tot dag kan verschillen en een ding weet ik zeker; ook snoekbaars en baars schuwen een grote jerkbait niet. Mijn volgorde van kiezen is dus: kleur – drijfvermogen – type actie – grootte.

Een hybride jerkbait met een waggel om aasvis te imiteren

JERKBAITS VOOR KANALEN – Leon Prins

Een kanaal lijkt vaak kaal, maar dat is het niet altijd. Onderwater ziet alles er een stuk minder saai uit. Helaas kunnen wij kantvissers niet alles zien. Maar ik kijk wel graag naar de struiken die over het water hangen, vooral in de kanalen met een ondiepe kant van zo ongeveer <1m diepte. Ik pak voor kanalen over het algemeen veel sneller een hybride glider, die duiken net ietsje verder naar beneden als de typische gliders. Dan kun je denken aan de Striker van Rob Kraayenveld, of misschien wel een dikke vette Terror van Nick…, die dingen zijn ook machtig!

Voor stekken van rond de 2 meter diepte heb ik mijn Backslapper XL ontworpen. Ik heb dus dan altijd een doosje met grotere hybrides bij mij met standaard daarin: Backslapper XL, NK Terror, NK Shot, RK Striker en Whopper. Daarnaast ook de standaard Backslapper waar ik gewoon heel graag mee vis en een Bössel, maar de NK HotChubby mag ook niet ontbreken! Die wil wel eens werken, met korte haaltjes en tikjes omhoog gevist, als ze nogal vast liggen op hun plek. Gliders kunnen ook een goede uitkomst bieden, zoals de Manta, Shallow Busterjerk, Westin Swim, Wingman van Armatus, of een Prinstail of een good old Twistglide van Nick natuurlijk. Het liefst vis ik hier met een glider die wat duikt en niet eentje die heel hoog in het water blijft, tenzij de waterplanten hoog staan natuurlijk of de aasvis net onder het oppervlak zwemt.

Als John en ik samen vissen zijn er altijd genoeg Backslappers XL aan boord…

Voor grotere kanalen met meer diepte ga ik naar jerkbaits die echt hard zinken of diep duiken. Denk daarbij aan de Tybrid, Mopskop, NK Hot Chubby met halen gevist, of een snelzinkende glider kan je hier ook specifiek op bestellen bij een goede bouwer. De genoemde jerkbaits krijg je ongeveer 3 meter diep, met meer pauzes zelfs tot 4 meter.

Qua materiaal kun je met hetzelfde uit de voeten als in de polders. Tegelijkertijd is het wel goed jezelf te oriënteren. Sommige kanalen bevatten soms bovengemiddeld grote vis, zoals bijvoorbeeld in Flevoland. Aarzel dan niet om een slag zwaarder te gaan met hengels tot 100 gram werpgewicht, 60-80 lb lijnen en stevige wartels. Je zal die ene buffel maar haken… En ook je jerkbaits goed verzorgen! Zelf monteer ik alles af met Owner splitringen en Owner dreggen. Voor mij een zekere keuze en geen nachtmerries van uitgebogen materiaal.

Ook in de koudere maanden met jerkbaits op de kanalen… probeer het eens!

ONVERWACHTE PARELTJES

Wat ik zo bijzonder vind aan polders en kanalen is niet alleen de vaak prachtige omgeving waarin je vist maar ook de waanzinnige vangsten die je kunt hebben. Vaak onverwachte pareltjes. Grote snoeken, diepdonkere snoekbaarzen, agressief grote baarzen. En als je het echt treft de verwoestende aanbeet van een grote meerval, altijd goed voor liters adrenaline! En last but not least; in ons winderige landje kun je eigenlijk altijd wel een plek vinden waar je terecht kunt. Alle opties dus om aan de slag te gaan en met de tips in dit artikel hopelijk met veel mooi resultaat!

LEES OOK >| DEEL 1

Herfst Roofblei

0

Op rivierplassen

Voor de meeste mensen is roofblei inmiddels een bekende roofvis. Deze zilveren torpedo’s worden meestal in één adem genoemd met stromend water. Hoe harder het stroomt, des te ‘roofbleiiger’ de stek, lijkt het. Waar veel vissers aan voorbijgaan, is dat roofblei ontzettend goed op stilstaand water te vangen is. De diverse plassen die in directe verbinding met een van onze grote rivieren staan, herbergen namelijk een goed bestand aan (grote) roofblei. Sinds een aantal jaar vissen we hier gericht op, met succes. In dit artikel gaan we dieper in op deze visserij. Alle geheimen op tafel!

Tekst & foto’s: Vis Technische Dienst

De roofblei is een zogenaamde ‘exoot’. Dit betekent dat hij van nature niet in Nederland voorkomt, maar ondertussen is de roofblei ingeburgerd en komt wijdverspreid voor. De soort heeft namelijk een opmerkelijk vermogen om zich aan te passen aan de omstandigheden. Van het snelst stromende water dat we hier kennen tot aan eendjesvijvers in sierparken: de roofblei weet zich er te handhaven. Van een agressieve jager die razendsnel door scholen vis in het oppervlak jaagt, tot een luie slobberaar van broodkorsten. De roofblei is van alle markten thuis.

Grote roofbleien zijn prachtig om te bekijken in het water. Check die puntige staartvinnen eens!

NIEUW JACHTGEBIED

Rivierplassen in ons land hebben een belangrijke functie als opgroeigebied voor jonge vis. Jonge blankvoorn, winde, baars en roofblei komen hier in de zomermaanden vaak in zeer hoge aantallen voor. Het water is er rustig, de oevers zijn ondiep en er staan vaak waterplanten. Kortom: in de plassen is meer beschutting en voedsel aanwezig dan op de aangetakte rivier. Niet onlogisch dat ook de roofbleien hier graag naartoe trekken om te jagen.

De vroege ochtenduurtjes zijn de beste momenten van de dag.

Het bestand aan roofblei op de plassen is dan ook vaak hartstikke goed. En het leuke aan de rivierplassen vinden wij juist het stilstaande en heldere water. Want wat is er nou mooier dan op een nagenoeg windstille septemberochtend aan een kraakheldere rivierplas te staan en je topwater aasje in kniediep water de lucht in geslagen zien worden door een dikke roofblei? Daar slaat je hart gegarandeerd een keer van over.

OM GEK VAN TE WORDEN…

Roofblei is een soort die vroeg paait, op stromend water. De soort is dus ook erg vroeg actief te belagen met kunstaas. Als je de social media in de gaten houdt, zie je vissers in maart soms al behoorlijke hoeveelheden grote roofbleien vangen op de rivieren aan snel gevist kunstaas. Het duurt echter een tijdje voordat de grote roofbleien de plassen op trekken en er ook goed te vangen zijn. Het roofvisseizoen gaat elk jaar eind mei weer open. We trekken er dan massaal op uit.

Ongetwijfeld herken je de volgende situatie: je ziet roofblei jagen! Van rustige head & tail bewegingen tot harde klappen en alles wat er tussenin zit. Je kan je geluk niet op en je begint je al rijk te rekenen. Maar dikke pech: wat je ook doet en wat je ze ook voorschotelt, een aanbeet komt er niet. Om gek van te worden! Wat er aan de hand is, is dat roofblei in het late voorjaar volledig gefixeerd is op het jongbroed. Deze visjes zijn nu tussen 1,5 en 3 cm groot en kunnen nog niet zo goed zwemmen. Ze zijn op sommige plekken massaal aanwezig en ze vormen dus een gemakkelijke prooi voor de roofblei. Niet zo gek dus dat de roofblei niet tot nauwelijks geïnteresseerd is in je kunstaas. We denken dat de roofbleien zo gefixeerd zijn op de langzame en minieme bewegingen van het speldaas, dat ons kunstaas de roofblei gewoonweg niet triggert. Het enige dat in deze periode nog wel eens wil werken, is een vrijwel statisch aangeboden ‘visbroedvliegje’ met een vliegenhengel gevist.

Volop jagende roofblei, maar wat je ook doet en wat je ze ook voorschotelt, een aanbeet komt er niet.

Maar hoe verder de zomer vordert, hoe groter de aasvisjes worden en hoe meer moeite roofblei moet doen om zijn prooi te vangen. Hierdoor wordt hij agressiever en gevoeliger voor triggers, waardoor wij ze ook weer beter kunnen foppen. Meestal begint dit halverwege juli. Waar je wel rekening mee moet houden, is dat roofblei in de zomermaanden niet de hele dag even actief is. Veruit de beste periodes zijn (het is een open deur) de ochtend- en avonduren. Het krieken van de dag heeft bij ons hierbij de voorkeur. Op een of andere manier boeken we in de ochtend altijd de beste resultaten.

Een beste roofblei vergreep zich aan een eigenbouw jerkbaitje. Laat in de zomer is je aas niet snel te groot.

MAGISCH!

Wanneer de zomer overgaat in de nazomer en vroege herfst, zeg halverwege september, is de visserij op zijn mooist en best. De roofbleien zijn nu maximaal op jacht, want ze moeten zich volvreten voor de naderende winter. Het mooie is dat de roofbleien in dit jaargetijde de gehele dag te vangen zijn. En roofbleien scholen ook samen in de herfst. Je moet dit niet zien als de klassieke scholenvis (schouder aan schouder), maar zones van plassen waar grote aantallen zich ophouden. Weet je zo’n school te vinden, dan kan het echt magisch worden met meerdere dikke roofbleien in een sessie. Richting oktober, als de herfst meer zijn intrede doet en de watertemperatuur verder daalt, neemt de activiteit van roofblei ook af. Maar vergis je niet: oktober kan ook nog echt een topmaand zijn. Zeker de eerste weken. In november zijn de meeste roofbleien wel verdwenen. Waar ze heengaan? Dat is eigenlijk nog steeds een raadsel. De vermoedens zijn dat ze naar de diepere lagen in de plas gaan en daar overwinteren, maar zeker weten doen we het niet. De roofbleien zijn nagenoeg spoorloos tot het nieuwe seizoen weer begint.

Hangen! Tim drilt een mooie roofblei, zeker in het najaar zijn het echte krachtpatsers.

SIZE DOES MATTER

Roofblei op de plassen is met een grote variatie aan kunstaas te vangen. Eigenlijk is het grotendeels hetzelfde kunstaas dat je ook op de stromende plekken inzet: tailspinners, plugjes, kleine twitchbaits, ratelplugjes, pilkertjes en topwaters zijn onze favorieten. Belangrijk bij de keuze van je kunstaas is dat je goed in de smiezen hebt op welk formaat aasvis de roofbleien aan het jagen zijn. Roofblei is namelijk zeer kritisch op formaat. Dit is misschien wel belangrijker dan kleur of actie. Zorg dus dat je verschillende maten kunstaas bij je hebt. In het begin van het seizoen klein – 2,5 tot 5 cm – en later wat groter: tot een centimeter of 10-12 in september/oktober. Onze favoriete kleuren zijn overwegend zilver(achtig), maar ook wit, groen of oranje willen het bij ons vaak goed doen. Maar eigenlijk is dat puur persoonlijk. We hebben tot op heden nog geen echte uitschieter gevonden.

De DUO Realis Pencil is in veel formaten verkrijgbaar en daarmee een aasje dat inzetbaar is gedurende het hele seizoen.

JACHTTECHNIEK

Tailspinners, (ratel)plugjes en pilkertjes tussen de 5 en 15 gram vis je eigenlijk hetzelfde als op de rivier. Lange worpen maken en op hoog tempo binnenvissen, waarbij je iets kunt variëren in snelheid. Vergeet ook niet om deze aasjes eens naar de bodem te laten zakken en dan snel omhoog te vissen. Roofblei is een soort die zich in alle waterlagen ophoudt. Je gelooft het niet: we hebben ze zelfs aan de traag geviste Carolina rig gevangen, met een 2,5 inch aasje. Twitchbaits vissen we iets anders. Deze kunstaasjes, die we tussen de 5 en 10 cm pakken, twitchen we zo snel we kunnen binnen. Hierbij houden we vrijwel niet stil, behalve bij een tik die niet hangt of een kolk achter je aasje. Dan is het juist wél van belang om het aas een fractie stil te laten vallen.

Roofblei
Tim met een hele mooie roofblei op de Molix WTD Tarpon, één van onze favoriete topwater aasjes!

Dit heeft met de jachttechniek van de roofblei te maken. Vaak beukt de vis zijn prooi murw met zijn kop en komt een paar seconden later terug om het verlamde visje op te eten. Vis je gewoon door dan vang je de vis minder vaak (of hij zit aan de buitenkant van zijn bek gehaakt). Laat je het aasje stil vallen, dan krijg je vaak alsnog die verziekende aanbeet. Het enige kunstaas dat we niet snel vissen, zijn de topwaters. Zowel de poppers als de walk the dog aasjes vissen wel vlot, maar niet extreem snel. Onze ervaring leert dat een vaste snelheid de meeste aanbeten opleveren. Deze zijn vaak ronduit spectaculair, maar het moet ook gezegd worden dat ze ook regelmatig niet blijven hangen. Daardoor zijn deze aasjes wellicht iets minder effectief. Maar die prijs betalen wij graag, want topwaters zijn bij ons favoriet voor de roofblei! We vissen met mini-poppertjes van maar 4 cm tot grotere walk the dog stickbaits van 12 cm.

FAVORIETE ROOFBLEI AASJES

Een greep uit onze favoriete aasjes voor de roofblei. Hier komen ze:

  • Rapala Rippin Rap
  • Rapala BX Minnow
  • Rapala X-Rap
  • Rapala Rip Stop
  • Molix WTD Tarpon
  • Molix Trago Spin
  • Molix Finder Jerk
  • Duo Drag Metal
  • Duo Spearhead Ryuki
  • Duo Pencil
  • Duo Tetra Works Poco Poco
  • Tacklehouse Feed Popper
  • Megabass Dog-X en Dog-X S
Roofblei aas
Kleine, slanke plugjes zoals de Rapala BX Minnow zijn echte roofblei killers.

MATERIAAL

Qua materiaal voldoet je standaard spinhengel in de meeste gevallen prima. Wat wij het liefst gebruiken, is een spinhengel met een lengte rond de 2,40 meter en een werpgewicht tussen de 10 en 30 gram. Persoonlijke favorieten zijn de St Croix Legend Tournament 7,6 Ft Medium-Light (LWS76MLXF2), de Legend Xtreme (LXS76MLXF2) en de Legend Elite (ES76MLXF2). Wat betreft molen voldoet een 2500 maat het beste. Deze ligt goed in balans met een lichte hengel. Een wat hogere inhaalsnelheid is gewenst omdat je meestal snel vist. Onze favorieten zijn de Shimano Stradic, Vanford en als je echt luxe wilt de Vanquish. Op de molen hebben we een 8/00 tot 12/00 gevlochten lijn waarbij onze favorieten de X8 van Sufix en Kairiki van Shimano zijn. Als laatste deel hebben we een voorslag van fluorocarbon van 24/00 tot 30/00 met een FG-knot aan de hoofdlijn geknoopt. Aan de voorslag knopen we een Mustad Fastach speld maatje 0 of 1. Wil je met een dikkere voorslag vissen, neem dan geen fluorocarbon. Dit materiaal zinkt namelijk en kan bij gebruik van dikkere lijnen de actie van met name je topwaters negatief beïnvloeden, bij een dunnere voorslag valt dat mee.

ROOFBLEI TACTIEKEN

Aasjes in de pocket, hengels opgetuigd, wekker vroeg gezet: nu nog de stek. Een goed begin is om te kijken waar de aasvis zich ophoudt. Dit kan je zien door de kleine kringen die ze maken. Of je ziet schooltjes langs de oever trekken. Zie je dit, dan weet je dat de roofbleien vaak niet ver weg zijn. Ook is het slim om de vogels in de gaten te houden. Zo kunnen sterntjes of meeuwen verraden waar zich veel aasvis ophoudt, maar denk ook aan futen. Zie je meerdere futen in een hoek van de plas, dan kan je ervanuit gaan dat daar voldoende aasvis aanwezig is. Verder laat roofblei zich ook vaak zien. Dit kan doordat ze aan het oppervlak draaien of aan het jagen zijn. Of als je je rustig langs de kant beweegt, zie je ze ook vaak cruisen langs en over de ondieptes. Dit laatste is trouwens een van de belangrijkste tips die we je kunnen meegeven. Jakker niet meteen tot je middel het water in, als je op roofblei vist. De meeste aanbeten krijgen wij op maximaal 1 meter diep water! Benader je stek dus rustig, en waaier eerst een paar keer links en rechts de stek uit. Waadt dan, als dat nodig is, het water in. Maar liever blijf je zoveel mogelijk uit het water.

HOTSPOTS RIVIERPLASSEN

Stilstaande heldere plassen: verborgen parels voor de roofbleivissers!

Los van de aanwezigheid van aasvis, kan je roofbleistekken op de rivierplas in grofweg drie categorieën indelen: de oever, het open water en ondiepe platen.

De oever: Vaak zwemmen de roofbleien op de rivierplas parallel langs de oever, meestal langs het talud op. Vanuit deze positie jagen ze visbroed tegen de oever omhoog op. Als je langs deze oevers vist kan je het beste worpen van 45 graden ten opzichte van de oever maken. Pas wel op, aanbeten kunnen hierbij vaak vlak voor je voeten voorkomen, dat is niet goed voor je hart. Maar wel leuk!

Open water: Vaak zwemmen scholen aasvis boven diep water. De roofbleien weten dit en zwemmen in de diepere waterlaag, waaruit ze hun aanval bijna verticaal omhoog uitvoeren. Het is niet erg om je aasje een halve meter diep of zelfs in het oppervlak boven 10 meter water te vissen. Aanbeten zijn hier vaak zeer explosief en de roofblei komt hierbij soms helemaal het water uit, zeker als je topwaters gebruikt. Check onze YouTube-film over topwaters maar eens, van afgelopen jaar!

Ondiepe platen: Vaak heb je in rivierplassen ondiepe platen of uitlopers. Daar heb je in de regel meer plantengroei waardoor er ook veel aasvis zit. Met name in de vroege ochtenduren of in de avond komen de roofbleien deze platen op om te jagen. Dit zijn onze favoriete topwater stekken!

Aanbeten zijn hier vaak zeer explosief en de roofblei komt hierbij soms helemaal het water uit, zeker als je topwaters gebruikt!

GEVOELIGE VISSEN

Wees je ervan bewust dat roofbleien gevoelige, kwetsbare vissen zijn. Mocht je een vis hebben uitgedrild, houd hem dan nog even een halve minuut onder water zodat deze een beetje bij kan komen. Grote roofbleien kan je prima aan hun staartwortel vasthouden. Nog beter is natuurlijk een drijvend landingsnet. Dan kan je de vis scheppen en even rustig in het water laten liggen, terwijl jij ook even bij kan komen en je camera in orde maakt. Wanneer je foto’s maakt, houd de vis niet te lang uit het water. Doe je dat wel dan duurt het heel lang voordat een roofblei weer een beetje bij is. En tot slot: gebruik géén kieuwgreep! Doe je dit dan is de kans dat het kieuwdeksel uitscheurt heel groot, met vaak dodelijke gevolgen! Wil je met een roofblei op de foto, ondersteun deze dan met één hand onder de borstvissen en houd met de andere hand de staartwortel vast.

Behandel roofbleien voorzichtig en til ze niet meer dan nodig uit het water.

Het roofbleien op de rivierplassen is een fantastische visserij om lekker een paar uurtjes te doen. Zeker nu, op het moment dat deze Beet op je mat valt. De aanbeten zijn on-Nederlands hard. Spektakel van de bovenste plank. Pak een hengel, je doos met kunstaasaasjes en ga lekker roofbleien!

Werphengels onder de loep

0

Wanneer je tegenwoordig een beetje gerespecteerde hengelsportzaak binnenloopt en om je heen kijkt, dan zal je merken dat er een groot aanbod aan werphengels te krijgen is. Voor iedere tak van vissen is er wel een speciale hengel ontworpen. Maar waarom is de ene hengel nou beter geschikt voor de ene techniek dan de andere? Wat wil ik? Welke hengel past hierbij en waar moet ik rekening mee houden?
Tekst & foto’s: Mark Fekkes
Allereerst is het natuurlijk belangrijk te bepalen voor welke visseri...


Dit is een premium artikel.

Het hele artikel kun je lezen in Beet Magazine, voor slechts € 62,50 per jaar 9x thuis op de mat. Beet Magazine is als los exemplaar te koop voor € 7,95 in de betere hengelsportspeciaalzaak en de boekhandel.

ABONNEREN

9x Beet thuis op de mat!

 



Op Roofvis in de Klotsbak

0

In deze ‘Vissen in de Buurt’ stappen we binnen bij kampeerwinkel Frans de Witte in Houten. Het woord kampeerwinkel lijkt niet veel met hengelsport van doen te hebben, maar het tegendeel blijkt waar. De hengelsportafdeling op de eerste verdieping van deze zaak floreert namelijk en breidt telkens meer uit. Op roofvisgebied kun je het gerust toonaangevend noemen. Met medewerker Sietze Hendriks gaan we in de buurt op zoek naar roofvis.

Tekst & foto’s: Berend Masselink

De winkel ligt 3 minuten rijden vanaf de A27 afslag Houten. Voor viswater hoef je niet ver te zoeken, want rond de winkel op bedrijventerrein De Meerpaal liggen diverse singels. Een lint van (karper)water langs ‘de Staart’ en de bekende rondweg van Houten en natuurlijk het Amsterdam-Rijnkanaal (‘ARK’) en Lek op loop- en fietsafstand. We pakken echter de auto, want dat gaat natuurlijk sneller bij het afrijden van wat stekken na het avondeten. Wanneer Sietze bij mij in de auto stapt, staan we in nog geen vijf minuten tijd bij een van de drukbeviste stekken van het kanaal.

Deze stek van de ‘klotsbak’ wordt druk bevist.

BEVER

Sietze werkt nu ongeveer een jaar bij Frans de Witte en deed ervaring op in de ‘retail’ bij Bever en een hengelsportzaak in Nijmegen. De hengelsportafdeling van kampeerwinkel Frans de Witte is redelijk uniek, want het is een onderdeel van Bever en het enige filiaal dat aan hengelsport doet, dankzij sportvis-minded medewerkers als Frank, Bob, Sietze en Samuel. Sietze: “De klanten weten ons steeds beter en vaker te vinden. Op roofvisgebied is ons doel om dé specialist van Midden-Nederland te worden, maar ook de witvisafdeling groeit inmiddels in rap tempo.” Dus daar staan we dan aan de rand van de ‘klotsbak’, in de volksmond de naam voor het Amsterdam-Rijnkanaal, op een drukbeviste stek waar het niet eenvoudig is om een roofvisje te vangen. Voor Sietze de mooiste uitdaging die er is. Waar ondergetekende de shad en dropshot te water laat, heeft Sietze er een suspenderende Megabass twitchbait aangeknoopt. Binnentikkend laat een 35 cm grote baars zich al bij de tweede worp in de luren leggen door dit spierwitte kunstaasje.

Sietze vangt al snel de eerste baars op een twitchbait.

Niet veel later komt er nog een tweede baars boven water die de 40 cm aantikt. Wanneer dit uitgewerkt lijkt te zijn, switcht Sietze aan dezelfde hengel dankzij een kleine, lichte Decoy Snap (een soort Fastach clip maar dan lichter) naar een fluorocarbon onderlijn met een roze shad en vervolgens een Carolina rig. Die C-rig levert hem nog enkele tikken op, maar de vis blijft niet hangen en het lijkt erop dat alle roofvissen vanaf nu de bekken dichthouden. Sietze: “Het wisselen tussen technieken is een van de belangrijkste zaken in mijn visserij. Vooral op stekken waarbij je 100% zeker bent dat er vis ligt, is het vaak een kwestie van net zo lang wisselen tot je ze over de streep krijgt. Dan moet de trukendoos open tot er vis op de kant komt.”

Het wisselen tussen technieken is een van de belangrijkste zaken in mijn visserij

Geen wonder dat hij veel technieken en kunstaasjes tot zijn beschikking heeft, variërend van Carolina rig, hardbaits (crankbaits, twitchbaits, ratelpluggen en waar mogelijk topwaters), de Ned rig en de good old loodkop met softbaits. “In landen als Amerika is het aan de orde van de dag, maar vooral in Nederland geven mensen het in mijn ogen te snel op als hun favoriete techniek of stek vruchteloos blijkt,” aldus de geboren Nijmegenaar.

Gevangen aan een dropshot geviste Keitech Easy Flapper.

MOSSELBANKEN

Op naar de volgende stek. Iets meer ten zuiden van Houten laat de Navionics Boating app wat meer afwisseling zien op de bodem van de klotsbak. Het lijkt op een stuk met wat mosselbanken. Op ogenschijnlijk monotone wateren zoals het ‘ARK’ staat of valt alles met structuur. Sietze: “De meeste vissers denken dan al gelijk aan bruggen, gemalen en sluizen, maar ook op een kaarsrecht stuk kanaal kunnen er onderwaterstructuren liggen waar (roof)vissen zich ophouden. Heb je deze gevonden dan kan je er bijna zeker van zijn dat er vis ligt.” Ook bij Sietze is de Relief Shading functie van de Navionics apps een van de belangrijkste gidsen voor zowel bekende als onbekende viswateren: “In één oogopslag kun je de taluds, mosselbanken, obstakels en kuilen vinden waar je normaal straal aan voorbij zou lopen.”

We worden op deze stek opgewacht door Nico van Dee, een frequente bezoeker van de winkel en ervaren roofvisser – kennismaking is niet nodig. De bodem afpeilend met onze shads merken we al dat we geregeld vastzitten aan mosselbanken, dus we zitten ‘in theorie’ op een snoekbaarsstek. Nu de praktijk nog. Niet zelden blijken die twee niet geheel overeen te komen waar het de ‘zanders’ betreft, die soms zo nukkig zijn als humeurige honden. Terwijl de zon langzaam de horizon opzoekt komen dan toch enkele aanbeten en de buit wordt aardig verdeeld. Nico haakt een snoekbaars op een Fox Zander Pro, ik haak er eentje wanneer mijn kleine Westin ShadTeez Slim – dropshot gevist – net over de rand van de mosselbank valt, terwijl Sietze een mooie tik krijgt op zijn supergevoelige Japanse carbonstok. Zouden ze dan toch loskomen?

Sietze is helemaal verslaafd geraakt aan de finesse-visserij op zeebaars.

JAPANS

Sietze is een groot liefhebber van de materialen uit het land van de rijzende zon. In tegenstelling tot menige ‘tackle tart’ die met dure spullen pronkt, kent hij als geen ander de specificaties en praktische verschillen tussen de honderden, misschien wel duizenden hengels, molens en kunstaasjes die er op de markt zijn, en deels ook in de winkel van Frans de Witte. Wat de voordelen van de door hem gebruikte Japanse hengels en kunstaasjes zijn weet hij feilloos te benoemen. Ondanks zijn jeugdige leeftijd vormt hij dan ook een gewillige vraagbaak in de winkel. Het gevolg is dat naast de recreanten onder de winkelbezoekers steeds vaker ook de specialisten richting Frans de Witte rijden.

Terwijl de schemering inzet lopen Nico en ik naar de auto’s om een paar honderd meter te verkassen. Ondertussen zal Sietze die afstand vissend overbruggen. De techniek erbij is ‘trollen’ of slepen met dieper lopende crankbaits of pluggen. ‘Trollen’ staat gewoonlijk voor slepen met kunstaas vanuit de boot, maar in het Amsterdam-Rijnkanaal wordt dit ook lopend vanaf de kant in praktijk gebracht, en door sommigen ‘wollen’ genoemd (‘wandelend trollen’). Terwijl ik op weg naar de auto nog een mooie snoekbaars haak op een dropshotaanbieding met een Finesse Filet van LMAB boven een verre mosselbank, heeft Sietze de 200 meter naar de volgende stek twee vissen weten te haken, een flinke baars en een snoekbaars.

Van alle markten thuis!

HOGE EISEN

Als het inmiddels donker is, legt Sietze nog even de kunstaasjes op een rij waar hij mee gevist heeft. Ook werpen we nog even zijn kostbare Megabass hengel uit, waar een Stella molen onder zit. Moeiteloos werpt deze combinatie een 7 grams jigkop met One-Up shad een meter of 75 ver de klotsbak in. Inderdaad een vederlichte set-up met perfecte balans en handelbaarheid. Mag ook wel voor die centen, maar dan heb je ook wat! Inmiddels kun je deze hengel en veel van de door hem gebruikte Japanse kunstaasjes van Megabass, Decoy, Tenryu, Duo en Sawamura ook in de winkel aantreffen, naast honderden andere hengels, molens en kunstaasjes van veel goede merken in elke prijsklasse.

Sietze: “Zelf vis ik erg vaak en stel hoge eisen aan mijn materiaal. Het bekende Japanse oog voor detail en kwaliteit zie je in dergelijk materiaal gelijk terug. En ondanks de hoge prijzen weten de echte die-hard roofvissers dit materiaal goed te waarderen en het verkoopt dan ook enorm goed.” Nico en ik kijken elkaar aan en schatten de waarde van onze eigen combi’s. Alle drie schieten we vervolgens in de lach. Ook daarmee kunnen we onze visjes vangen. Maar het zet ons wel aan het denken. En dat is de winst van vandaag. FOTO 13 groter als afsluiter? De avonduren zijn vaak top voor snoekbaars; dat weet Sietze maar al te goed!

Streetfishing op het scherpst van de snede

0

Op 16 oktober vond de finale van het tweede Nederlands Kampioenschap Streetfishing plaats in Utrecht. Het toernooi werd georganiseerd door Sportvisserij Nederland in samenwerking met aangesloten hengelsportfederaties en de Vereniging Nederlandse Roofvissers (VNR). David van Maanen (Team Shimano) kijkt met zijn koppelmaat Jordi Rakiman terug op dit avontuur.

Door David van Maanen – aanvullende fotografie Rein Rijke / Zout Fotografie

In de Domstad zou het moeten gebeuren. In deze finale stonden 47 overgebleven teams finalisten van de eerder geviste selectiewedstrijden in de regio’s (Rotterdam, Groningen, Zaandam, Zwolle, Sneek en Nieuwegein) klaar om het tegen elkaar op te nemen. Behalve het prijzengeld maakten de teams kans om geselecteerd te worden voor Team Holland om o.a. deel te nemen bij de eerste editie van het WK Streetfishing dat op 20 en 21 november plaatsvindt in Utrecht.

De 47 teams zijn er klaar voor! 

Loodvrij

Sportvisserij Nederland kwam dit jaar met een extra aandachtspunt. Alle streetfishingwedstrijden, zowel NK als WK, worden geheel loodvrij gevist. Beter voor het milieu en een goed voorbeeld voor de rest. Elk deelnemend team ontving een pakket van loodalternatieven bestaande uit jigheads, dropshotgewichtjes en bullet weights (www.sportvisserijloodvrij.nl).

‘Het parcours was gigantisch en het deelnemersveld bestond uit geduchte tegenstanders. Na het startsignaal gingen de meeste vissers richting de binnenstad. Zelf besloten wij eerst snoek en baars ‘’vol’ te maken op onze lijst. Daarvoor moesten we eerst nog een heel eind lopen. Het duurde maar liefst 45 minuten voordat de eerste worp werd gemaakt. Voor ons liepen nog twee teams die dezelfde tactiek hadden: op naar helder water!

Na een lange wandeling – meer een hardloopsessie – kwamen we uiteindelijk aan bij een smaller kanaal met aan weerszijden woonboten. Het was er hooguit 1,5 meter diep en de bodem had een donkere kleur. Het water was echter kraakhelder. Links en rechts langs de kanten zagen we plompenbladen en fonteinkruid liggen: de ideale habitat voor de snoek. Het plan was dat Jordi zich eerst op snoek focuste en ikzelf op baars. Voor de snoekvisserij koos Jordi voor zijn Shimano Expride 168MH2/Curado XG combo en ik pakte mijn Poison Adrena 276m2/Vanford C3000. Het duurde niet lang of ik ving al de eerste twee baarzen (23 cm en 25 cm) op de Spinjig en shad.

Op naar de vijf baarzen!

Finesse

We visten het water al struinend systematisch af. Jordi viste alles af met de spinnerbait, chatterbait, streamer en crankbait en ik viste vooral tussen de woonboten en onder de bruggen met kleine shads, twitchbaits, spinjigs en kreeftimitaties. Er gebeurde een half uur niets totdat we bij een brug aankwamen. Ik riep: ‘’Jordi, ik zie een snoek! Hij volgde mijn shadje maar pakte hem niet.’’ Jordi stelde een chatterbait voor maar ik wilde deze eerste met iets meer finesse benaderen. Ik pakte een skirted jighead met een kreeftje en gooide langs de kant waar de snoek zich zojuist had laten zien. Even dacht ik vast te zitten maar het bleek toch die donkere snoek te zijn. Zowel onder als bovenwater ontstond er een tumult van jewelste! ‘’Ga daar naar beneden Jordi, daar kun je hem scheppen!’’ Waar? Uiteindelijk baande Jordi zich een weg door de het hoge struikgewas en vond een krakkemikkig eendentrappetje waarop hij nog net kon staan om de vis te landen. Jordi slaagde erin de vis vakkundig te scheppen. Yes! Een mooie donkergetekende snoek van 82 centimeter wilde wel voor de camera verschijnen. Dat waren al geweldige punten die we konden bijtellen!

Vervolgens staken we de weg over en probeerden we het aan de andere kant van de brug. De eerste worp met de kreeft leverde direct een mooie baars op van 26 cm. Een paar worpen later ving ook Jordi nog een baars (op de Yasei LTD Perch 5-18) ditmaal van 21 cm. ‘’We hebben dus nog 1 snoek, 1 baars en eventueel wat snoekbaars nodig!’’

Geweldige punten erbij!

Dat ging lekker…

 

Snoekbaars

Hoewel we hetzelfde water nog een heel stuk hebben afgevist, lieten zowel de baars als de snoek zich de rest van de middag niet meer zien. Uiteindelijk kwamen wij uit bij het Amsterdam-Rijnkanaal. Gezien de troebelheid een ideaal water voor de snoekbaars zou je zeggen. Na kort overleg ging ik aan de slag met shads en Jordi wilde de kade aflopen met de plug. Binnen tien minuten hoorde ik hem alweer roepen. Ik pakte het schepnet, de onthaakmat en het meetlint en rende naar hem toe. Jordi liet een mooie 52 cm snoekbaars zien. ‘’Yes, we zijn weer in de race!’’

Weer in de race!

Na een uur op het kanaal geprobeerd te hebben begaven wij ons richting de sluizen en ontmoetten onderweg nog een aantal andere teams. Het was al 13 uur en we hadden onderweg pas één team ontmoet. Bij een grotere brug stak ik over naar de andere kant. Aan deze kant was veel schaduw dus een felgroen shadje aan een tungsten loodkop van 5 gram moest het doen. Boem, knal! Jordi!!!! (*FLUIT). Jordi komt aanrennen. Met 33 extra punten, was dit de grootste baars van de dag en bovenal: de baarzen op de lijst waren vol!

Het bewijs wordt doorgestuurd…

 In de laatste minuten…

Chatterbait

We hadden nu nog maar één snoek nodig. Dat moet toch lukken? We visten ijverig door en kwamen een bekende en tevens een local tegen. ‘’Kletsen kan zo dadelijk, nog 5 minuten, kom op Jordi nog 1 vis!’’ Jordi gooit nog eens met de chatterbait, ook al heeft hij er geen enkele aanbeet op gehad de hele dag. ‘’Ja, aanbeet! Snoek, maar hij mist hem!’’ riep Jordi. Boem! De vis bijt nogmaals aan. “Net David, schepnet! Hij pakt hem gewoon nog een keer!’’ riep Jordi. Omstanders kwamen af op het gegil en gejuich. Een leuke snoek toonde zich aan de oppervlakte. De onthaakmat lag al klaar en ik hees de snoek naar boven. De snoek zat nauwelijks gehad en raakte al los in het schepnet. Wat een geluk! Ik keek onmiddellijk op de klok. ‘’Drie minuten voor tijd, snel een foto en meteen uploaden.’’ Na de vis te hebben ingediend en netjes te hebben teruggezet keken we elkaar aan. Dat was net op het nippertje maar we hebben het geflikt!

Met een totaal aantal centimeters van 322 behaalde team Shimano de tweede plaats, 24 centimeter achter de winnaars van team Roofmeister. In totaal werden er tijdens deze wedstrijd 267 vissen gevangen: 157 baarzen, 58 snoeken, 31 snoekbaarzen en 21 overige vissoorten. Het totaal aantal punten staat gelijk aan het totaal aantal centimeters gevangen vis. De grootste 5 baarzen, 3 snoekbaarzen, 2 snoeken en drie overige roofvissoorten telden mee. De grootste vis van de dag was een snoek van 1,08 meter gevangen door Justin Gottmers. Een mooi en spannend dagje!